This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52009DC0250
Communication from the Commission to the European Parliament and to the Council with regard to the state of play on the control of food-borne Salmonella in the EU
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de stand van zaken in verband met de bestrijding van door voedsel overgedragen salmonella in de EU
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de stand van zaken in verband met de bestrijding van door voedsel overgedragen salmonella in de EU
/* COM/2009/0250 def. */
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de stand van zaken in verband met de bestrijding van door voedsel overgedragen salmonella in de EU /* COM/2009/0250 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 29.5.2009 COM(2009) 250 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de stand van zaken in verband met de bestrijding van door voedsel overgedragen salmonella in de EU MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de stand van zaken in verband met de bestrijding van door voedsel overgedragen salmonella in de EU DOEL Deze mededeling heeft tot doel het Europees Parlement en de Raad te informeren over de stand van zaken in verband met de toepassing van de communautaire bepalingen ter bestrijding van salmonella en de resultaten die op dit gebied zijn geboekt sinds de vaststelling van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers[1] en Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers[2]. Deze mededeling heeft ook betrekking op andere communautaire wetgeving en activiteiten om de bestrijding van salmonella in de gehele voedselketen te waarborgen/verbeteren. INLEIDING Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) hebben in 2007 melding gemaakt van 151 995 gevallen van salmonellose bij de mens in de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU), wat neerkomt op een incidentie van 31,1 per 100 000 inwoners[3]. Het is echter duidelijk dat het aantal gevallen van salmonellose bij de mens ernstig wordt onderschat en dat niet van alle gevallen melding wordt gemaakt[4]. Een deel van voornoemde gevallen van salmonellose bij de mens werd gedetecteerd in het kader van 3 131 door voedsel overgedragen uitbraken[5], wat 64,5% van het totale aantal door voedsel overgedragen uitbraken van bekende oorsprong uitmaakt. De salmonella-uitbraken maakten 22 705 slachtoffers, waarvan 14% in het ziekenhuis werd opgenomen en 23 stierven. Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium waren verantwoordelijk voor 95% van de uitbraken met bekend serotype. Mensen kunnen met salmonella worden besmet door de consumptie van besmet voedsel (de meeste gevallen) of drinkwater. Producten van dierlijke oorsprong, in hoofdzaak eieren en vlees(producten), worden als de belangrijkste voedselbronnen aangemerkt, maar bakkerijproducten, fruit, groenten en chocolade hebben ook salmonella-uitbraken veroorzaakt. Een bijkomend punt van zorg voor de volksgezondheid is de antimicrobiële resistentie van salmonella bij de mens als gevolg van het gebruik van antibiotica in de dierhouderij[6]. MONITORING VAN SALMONELLA Monitoring bij de mens Beschikking 2000/96/EG van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de overdraagbare ziekten die geleidelijk door het communautaire netwerk zullen worden bestreken overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad[7] schrijft de verplichte surveillance van salmonellose bij de mens voor. De gegevens worden door het ECDC via zijn netwerken in de lidstaten verzameld. Monitoring van diervoeders, levensmiddelen en dieren Richtlijn 2003/99/EG heeft tot doel ervoor te zorgen dat zoönoses en zoönoseverwekkers en de antimicrobiële resistentie daarvan naar behoren worden gemonitord en dat door voedsel overgedragen uitbraken aan een gedegen epidemiologisch onderzoek worden onderworpen. De resultaten van de monitoring van levensmiddelen, dieren en diervoeders in de lidstaten worden elektronisch bij de EFSA ingediend. Onderzoek naar door voedsel overgedragen uitbraken tezamen met sporadische gevallen, gebruikt voor de aanwijzing van de besmettingsbron, maakt het mogelijk prioriteiten vast te stellen voor de levensmiddelen en dierpopulaties die in de eerste plaats in aanmerking komen voor actie om salmonella te bestrijden, het risico voor de volksgezondheid zo snel mogelijk te verminderen en een geïntegreerde aanpak te waarborgen. Zowel het ECDC als de EFSA trekken aanzienlijke middelen uit voor de ontwikkeling van instrumenten en aanbevelingen om dergelijk onderzoek te verbeteren. Gegevens over diervoeders, dieren, levensmiddelen en mensen worden door de EFSA gebundeld in haar jaarlijks "Community summary report on zoonoses". Bovendien analyseert het panel voor biologische gevaren van de EFSA het verslag en doet het aanbevelingen om de monitoring te verbeteren en maatregelen te overwegen. De monitoring van salmonella is geleidelijk geharmoniseerd door de vaststelling van gemeenschappelijke bemonsteringsprotocollen en analysemethoden in de basisonderzoeken en de bestrijdingsprogramma's (zie punt 5) voor levende dieren en door de ontwikkeling van gemeenschappelijke microbiologische criteria voor levensmiddelen (zie punt 6.2). Als gevolg daarvan zijn de prevalentiegegevens van de lidstaten vergelijkbaar geworden en zijn risicobeoordelingen op communautair niveau mogelijk geworden. Het communautair referentielaboratorium voor salmonella is aangewezen en coördineert een netwerk van nationale referentielaboratoria om de testmethodologie te verbeteren en ervoor te zorgen dat de laboratoriumanalyses in alle lidstaten van hoge kwaliteit zijn. Actie : Er moet onderzoek worden aangemoedigd of de monitoring bij de mens moet worden verbeterd om tot een betere schatting van de daadwerkelijke prevalentie van salmonellose bij de mens te komen of om de prevalenties tussen de lidstaten en, zo mogelijk, derde landen beter te vergelijken. BESTRIJDING VAN SALMONELLA IN DIERVOEDERS Verwerkte dierlijke eiwitten moeten voldoen aan het salmonellacriterium dat is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten[8]. Salmonella is ook aangetroffen in een groot aantal plantaardige voedermiddelen zoals sojameel en raapzaadmeel3. De maatregelen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne[9], inclusief een HACCP-systeem, zijn daarom van het grootste belang voor de preventie of de beperking van een salmonellabesmetting bij het vervoer, de opslag en de verwerking van voedermiddelen. In juni 2008 heeft het panel voor biologische gevaren van de EFSA een advies uitgebracht over de microbiologische risicobeoordeling van diervoeders voor voedselproducerende dieren. Het advies beveelt de vaststelling van salmonellacriteria voor (plantaardige) diervoeders aan om besmetting van dieren te voorkomen. Actie : Bestudering van salmonellacriteria voor diervoeders. Er wordt tussen de lidstaten en belanghebbenden hierover van gedachten gewisseld. BESTRIJDING VAN SALMONELLA IN DIERPOPULATIES Overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2160/2003 worden communautaire doelstellingen vastgesteld voor de vermindering van de prevalentie van salmonella in pluimvee- en varkenspopulaties. Voor elke populatie wordt een soortgelijke aanpak gevolgd: ( Enkele maanden na de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de EU in 2004 zijn overeenkomstig Richtlijn 2003/99/EG basisonderzoeken naar de prevalentie van salmonella gestart. Op die manier is vergelijkbare informatie over legkippen en slachtkuikens in de 25 lidstaten verzameld. De resultaten van de basisonderzoeken naar kalkoenen en slachtvarkens in alle 27 lidstaten werden in de eerste helft van 2008 beschikbaar. In 2008 werd een basisonderzoek naar salmonella bij fokvarkens uitgevoerd. ( Voor de pluimveepopulatie verschaffen de basisonderzoeken de referentieprevalentie voor de vaststelling van een verminderingsdoelstelling voor salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003. Zij maken ook de analyse van risicofactoren mogelijk met het oog op de ontwikkeling van bestrijdingsprogramma's. Ten slotte hebben zij de lidstaten met een hoge prevalentie aangemoedigd om hun actie op te voeren voordat de Gemeenschap eisen oplegt. ( Voor de varkenspopulaties verschaffen de basisonderzoeken informatie voor een kosten-batenanalyse voordat de gegevens worden gebruikt als referentieprevalentie voor de vaststelling van een verminderingsdoelstelling. Bovendien is een kwantitatieve beoordeling van het risico door de EFSA voor deze kosten-batenanalyse nodig. De pluimveepopulaties zijn niet aan deze kosten-batenanalyses onderworpen. ( Telkens wanneer overeenstemming over een verminderingsdoelstelling wordt bereikt, worden door de lidstaten en derde landen nationale bestrijdingsprogramma's ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. ( De bestrijdingsprogramma's, die onder meer een geharmoniseerde monitoring van de populatie omvatten, zijn na goedkeuring en in elk geval binnen 18 maanden na de vaststelling van een verminderingsdoelstelling van toepassing. Het in de handel brengen van levende dieren en eieren wordt beperkt als de bestrijdingsprogramma's niet zijn ingediend of goedgekeurd of als bepaalde salmonellaserotypes worden gedetecteerd. Vermeerderingskippen van Gallus gallus Een verminderingsdoelstelling voor salmonella bij vermeerderingskoppels werd vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1003/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003[10]. Eind 2009 mag maximaal 1% van de volwassen vermeerderingskoppels nog met één van de vijf voornaamste serotypes zijn besmet. Sinds de start van de nationale bestrijdingsprogramma's op 1 januari 2007 zijn de lidstaten verplicht om alle koppels of broederijen volgens een geharmoniseerde methode te bemonsteren. Als Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium wordt ontdekt, mogen niet langer broedeieren worden geproduceerd en worden de kippen veilig gedood of geslacht. In 2007 was in de meeste lidstaten nog maar maximaal 1,2% van de koppels met de vijf voornaamste serotypes besmet, waardoor de doelstelling (bijna) was bereikt. In vijf lidstaten lag het percentage besmette koppels nog tussen 4,2 en 15,4%. Sinds de vaststelling van Beschikking 2007/843/EG van de Commissie van 11 december 2007 tot goedkeuring van programma’s ter bestrijding van salmonella bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus in bepaalde derde landen[11] is de invoer van broedeieren en levend fokpluimvee alleen toegestaan uit de Verenigde Staten, Canada, Kroatië, Tunesië en Israël, de enige landen die een salmonellabestrijdingsprogramma hebben ingediend dat gelijkwaardig is aan de EU-bepalingen. Legkippen Het basisonderzoek heeft de belangrijkste verschillen in de prevalentie van salmonella bij koppels van legkippen belicht: het aantal salmonellapositieve koppels varieerde van 0% tot meer dan 50%. Wegens deze variatie en de hoge prevalentie in een aantal lidstaten besloot de Commissie om een van de cijfers van het voorgaande jaar afhangende verminderingsdoelstelling vast te stellen tot de prevalentie minder dan 2% bedraagt (Verordening (EG) nr. 1168/2006[12]). Het programma ter bestrijding van salmonella bij koppels van legkippen is in alle lidstaten uiterlijk op 1 februari 2008 gestart en omvat ook een geharmoniseerde monitoring in alle koppels elke 15 weken. Bovendien heeft de Commissie maatregelen (Verordening (EG) nr. 1237/2007 van de Commissie[13]) genomen om het in de handel brengen van tafeleieren te beperken: - vanaf 1 november 2007 als het koppel de bron is van een salmonella-uitbraak bij de mens; - vanaf 1 januari 2009 als de afwezigheid van Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium niet door monitoring wordt aangetoond. Op grond van de indiening en goedkeuring van gelijkwaardige bestrijdingsprogramma's mogen alleen Zwitserland en Kroatië tafeleieren naar de EU uitvoeren. Alleen deze twee landen en de Verenigde Staten mogen levend legpluimvee uitvoeren. Vleeskuikens Tussen oktober 2005 en september 2006 werd in de lidstaten een basisonderzoek naar koppels van vleeskuikens uitgevoerd. Op communautair niveau testte 23,7% van de koppels positief op salmonella. Daarom werd bij Verordening (EG) nr. 646/2007 van de Commissie van 12 juni 2007[14] een verminderingsdoelstelling voor Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium van maximaal 1% nog besmette koppels vastgesteld. De programma's ter bestrijding van salmonella voor koppels van slachtkuikens startten in alle lidstaten uiterlijk op 1 januari 2009 en omvatten de monitoring van alle koppels voordat de slachtkuikens naar het slachthuis gaan. Krachtens Verordening (EG) nr. 2160/2003 moet salmonella vanaf eind 2010 "afwezig zijn in 25 gram" vers vlees van pluimvee, maar de uitvoeringsvoorschriften moeten nog door de Commissie worden vastgesteld. Gelijkwaardige garanties voor de uitvoer van slachtpluimvee zijn alleen door Zwitserland verstrekt. Eendagskuikens kunnen alleen uit Zwitserland en de Verenigde Staten naar de EU worden uitgevoerd. Actie : De Commissie zal vóór het einde van het jaar uitvoeringsvoorschriften betreffende het salmonella-voedselveiligheidscriterium voor vers vlees van pluimvee goedkeuren, die minimale bemonsteringsfrequenties, geharmoniseerde bemonsteringsprogramma's en analysemethoden zullen omvatten. De beoordeling van de gelijkwaardige garanties van derde landen waaruit de uitvoer van vers vlees van pluimvee thans is toegestaan, zal worden uitgevoerd zodra overeenstemming is bereikt over de handel in vers vlees van pluimvee in de EU. Kalkoenen Tussen oktober 2006 en september 2007 is in elke lidstaat, inclusief Bulgarije en Roemenië, een basisonderzoek naar kalkoenen uitgevoerd. De Gemeenschap constateerde dat de prevalentie van salmonellapositieve koppels 13,6% bij fokkalkoenen en 30,7% bij mestkalkoenen bedroeg. Op grond van de resultaten van het basisonderzoek werd bij Verordening (EG) nr. 584/2008 van de Commissie van 20 juni 2008[15] een verminderingsdoelstelling voor Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium van maximaal 1% nog besmette koppels vastgesteld. De Commissie evalueert thans de door de lidstaten en derde landen ingediende nationale bestrijdingsprogramma's. De bestrijdingsprogramma's zullen vanaf begin 2010 worden toegepast. Het voedselveiligheidscriterium voor vers vlees van pluimvee zal vanaf eind 2010 behalve voor vlees van slachtkuikens ook voor kalkoenvlees gelden. Actie: Evaluatie en eventuele goedkeuring van de bestrijdingsprogramma's van de lidstaten en derde landen vóór eind 2009. Slachtvarkens Tussen oktober 2006 en september 2007 is in elke lidstaat, inclusief Bulgarije en Roemenië, een basisonderzoek naar slachtvarkens uitgevoerd. Op communautair niveau testte 10,3% van de slachtvarkens positief op salmonella. De Commissie is bezig met de uitvoering van een kosten-batenanalyse, als voorgeschreven door Verordening (EG) nr. 2160/2003, voordat zij een communautaire doelstelling vaststelt. Deze analyse omvat een kwantitatieve beoordeling van de risicofactoren en de beperkingsmogelijkheden, alsook een schatting van de voordelen voor de menselijke gezondheid. Zij wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de EFSA en moet medio 2010 zijn voltooid. Actie: Een verminderingsdoelstelling zal worden vastgesteld zodra de kosten-batenanalyse is voltooid. Niettegenstaande de vertraging bij de vaststelling van een verminderingsdoelstelling wegens de noodzakelijke verzameling van vergelijkbare prevalentiegegevens in de 27 lidstaten en de uitvoering van een kosten-batenanalyse, zorgt het thans geldende rechtskader, met name de hygiëneverordeningen (zie punt 6.1) en de verordening inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (zie punt 6.2) reeds voor een hoog niveau van voedselveiligheid. Fokvarkens Een basisonderzoek naar fokvarkens werd van januari tot en met december 2008 in alle 27 lidstaten uitgevoerd. De Commissie zal een soortgelijke kosten-batenanalyse als die voor slachtvarkens uitvoeren, voordat zij een communautaire doelstelling vaststelt. Deze analyse omvat een kwantitatieve beoordeling van de risicofactoren en de beperkingsmogelijkheden, alsook een schatting van de voordelen van de vermindering van salmonella bij mestvarkens. Zij wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de EFSA en moet eind 2010 zijn voltooid. Actie: Een verminderingsdoelstelling voor salmonella bij fokvarkens zal onmiddellijk na de kosten-batenanalyse worden vastgesteld, wat later is dan de in Verordening (EG) nr. 2160/2003 vastgestelde datum. BESTRIJDING VAN SALMONELLA IN LEVENSMIDDELEN De hygiëneverordeningen Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne[16] bevat algemene voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven. Zij waarborgt de voedselveiligheid in de gehele voedselketen door de toepassing van procedures die op HACCP en goede hygiënepraktijken zijn gebaseerd. Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong[17] vult de in Verordening (EG) nr. 852/2004 vastgestelde voorschriften aan ten aanzien van onverwerkte en verwerkte producten van dierlijke oorsprong. Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong[18] zorgt ervoor dat zij correct wordt uitgevoerd. Deze verordeningen vormen een algemeen kader voor hygiënevoorwaarden die de aanwezigheid van salmonella in levensmiddelen beperken. Er wordt thans een evaluatieverslag over de uitvoering van de verordeningen opgesteld. Verordening (EG) nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen Verordening (EG) nr. 2073/2005 van 15 november 2005[19] stelt de microbiologische criteria voor bepaalde micro-organismen en de uitvoeringsvoorschriften vast die door de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten worden nageleefd. De verordening stelt voedselveiligheidscriteria voor salmonella in 18 groepen levensmiddelen vast, waaronder gehakt vlees en vleesbereidingen, separatorvlees, eiproducten, consumptie-ijs en gedroogde volledige zuigelingenvoeding. Deze criteria bepalen de aanvaardbaarheid van in de handel gebrachte levensmiddelen. In de verordening worden ook proceshygiënecriteria voor salmonella op karkassen van slachtkuikens, kalkoenen, varkens, runderen, schapen, geiten en paarden vastgesteld. Zij stellen een indicatieve waarde vast waarboven corrigerende maatregelen nodig zijn om tijdens de verwerking voor een goede hygiëne te zorgen. BESTRIJDING VAN DE RESISTENTIE TEGEN ANTIBIOTICA VOOR SALMONELLA Binnen de EU De EFSA heeft melding gemaakt van het feit dat menselijke salmonella-isolaten de laatste jaren in toenemende mate resistent worden tegen antibiotica[20]. De resistentie in salmonella-isolaten van varkens en runderen, en in zekere mate van slachtkuikens, en in vlees daarvan, vertoonde grote gelijkenissen met het voorkomen bij de mens. Dat wijst duidelijk op de aanwezigheid van een pool tegen antibiotica resistente salmonella-isolaten bij landbouwhuisdieren en levensmiddelen daarvan. Sinds 1 januari 2006 is het gebruik van antibiotica als toevoegingsmiddel voor diervoeding, met uitzondering van coccidiostatica en histomonostatica, in de EU verboden. Bovendien kan de toediening van antibiotica niet worden gebruikt als specifieke methode ter bestrijding van salmonella bij pluimvee, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden, als duidelijk omschreven in Verordening (EG) nr. 1177/2006 van de Commissie van 1 augustus 2006[21]. Rekening houdend met dit verbod zijn bestrijdingsprogramma's ter vermindering van salmonella bij landbouwhuisdierpopulaties wellicht het meest efficiënte middel om tegen antibiotica resistente salmonella te verminderen. Om vergelijkbare informatie van elke lidstaat te verkrijgen heeft de Commissie geharmoniseerde voorschriften inzake de monitoring van de resistentie bij salmonella-isolaten vastgesteld[22]. Bovendien zijn een communautair referentielaboratorium en een netwerk van nationale referentielaboratoria voor antimicrobiële resistentie[23] opgericht om de testmethodologie te verbeteren en ervoor te zorgen dat de laboratoriumanalyses in alle lidstaten van hoge kwaliteit zijn. De Commissie heeft aan de relevante wetenschappelijke organen SCENIHR[24], EFSA, EMEA[25] en ECDC de opdracht verstrekt om het risico van antimicrobiële resistentie van ziekteverwekkers, waaronder salmonella, te beoordelen. Actie: De Commissie zal de risicobeoordeling van SCENIHR/EFSA/EMEA/ECDC evalueren om zo nodig passende opties vast te stellen. Op internationaal niveau Sinds 2007 heeft de Europese Gemeenschap ook het voortouw genomen bij de ontwikkeling van beheersopties in een intergouvernementele ad-hoctaakgroep inzake antimicrobiële resistentie die is opgericht door de Commissie van de Codex Alimentarius van de FAO en de WHO. Het voorbereidende werk van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) wordt op de voet gevolgd. Actie: De Commissie zal de goedkeuring van Codex-richtlijnen inzake antimicrobiële resistentie tegen 2011 blijven ondersteunen. SPECIALE GARANTIES Bij hun toetreding zijn aan Finland en Zweden speciale garanties ten aanzien van salmonella toegekend. Andere lidstaten die vlees of eieren naar Finland of Zweden willen verzenden, moeten volgens een stringent bemonsteringsprotocol aantonen dat de producten geen salmonella bevatten. De reden voor de toekenning van speciale garanties was de gunstige epidemiologische situatie in Finland en Zweden en de stringente maatregelen die zij in het kader van hun bestrijdingsprogramma's toepassen. Elke lidstaat of elke regio van een lidstaat die beschikt over een bestrijdingsprogramma dat als gelijkwaardig aan de voor Finland en Zweden goedgekeurde programma's is erkend, kan dezelfde garanties krijgen. Denemarken heeft in 2007 een verzoek om soortgelijke speciale garanties als die welke aan Finland en Zweden zijn toegekend, ingediend voor wat betreft salmonella in vlees van slachtkuikens en eieren. De salmonellaprevalentie in Denemarken werd echter niet voldoende laag geacht om de steun van de meerderheid van de lidstaten te verkrijgen. Actie: De Commissie zal de speciale garanties voor Denemarken opnieuw bekijken wanneer de prevalentie verder is gedaald en zal de verzoeken van de lidstaten om speciale garanties te verkrijgen blijven beoordelen. OPLEIDING OP HET GEBIED VAN DE BESTRIJDING VAN ZOÖNOSES In 2007 en in 2008 zijn vijf vierdaagse opleidingssessies op het gebied van de monitoring en de bestrijding van zoönoses georganiseerd in het kader van het programma "Betere opleiding voor veiliger voedsel". De bestrijding van salmonella is het hoofdonderwerp van een dergelijke opleiding. Het doel van deze cursus was: - circa 200 deelnemers van bevoegde autoriteiten passende informatie te verschaffen voor de opstelling of aanpassing van nationale programma's /plannen voor de bestrijding van zoönoses in lijn met de EU-wetgeving; - besluiten te nemen die tegemoetkomen aan de verwachtingen van de EU in het kader van de monitoring en bestrijding van zoönoses en de toepassing van microbiologische criteria bij levensmiddelen. De opleiding wordt in 2009 en 2010 voor andere deelnemers herhaald. In 2006, 2007 en 2008 zijn meer algemene opleidingen op het gebied van de toepassing van HACCP georganiseerd, waaraan 1100 personen uit de lidstaten en 15 niet-EU-landen hebben deelgenomen. VERGADERING VAN DE TAAKGROEP VOOR DE BESTRIJDING VAN SALMONELLA De Commissie heeft een taakgroep voor de bestrijding en uitroeiing van dierziekten opgericht met het oog op de verbetering van de doelmatigheid van de door de lidstaten genomen maatregelen en de verbetering van de kosten-batenverhouding van de door de Gemeenschap medegefinancierde bestrijdingsprogramma's, zoals die met betrekking tot salmonella. Tussen september 2007 en maart 2009 zijn vier regionale vergaderingen georganiseerd die speciaal waren gewijd aan de bestrijding van salmonella. De Commissie en de aanwezige lidstaten hebben de nationale bestrijdingsprogramma's voor pluimvee onderzocht, hun ervaringen met de uitvoering daarvan uitgewisseld en de gebieden geïdentificeerd waarop verdere actie vereist is. Actie: De Commissie zal specifieke ad-hocvergaderingen blijven organiseren voor de lidstaten die beschikken over goedgekeurde, medegefinancierde salmonellabestrijdingsprogramma's. COMMUNAUTAIRE MEDEFINANCIERING VAN PROGRAMMA'S TER BESTRIJDING VAN SALMONELLA Krachtens Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied[26] kunnen programma's ter bestrijding van zoönotische salmonella door de Gemeenschap worden medegefinancierd. Voor 2008 hebben twintig lidstaten voor medefinanciering in aanmerking komende salmonellabestrijdingsprogramma's voor koppels van legkippen van Gallus gallus ingediend en hebben negentien lidstaten financiële steun van de Gemeenschap ontvangen voor de uitvoering van hun salmonellabestrijdingsprogramma bij vermeerderingskoppels. De door de Gemeenschap medegefinancierde maatregelen omvatten de uitgaven door de autoriteiten van de lidstaten voor de bacteriologische tests, de aanschaf van vaccins en de schadevergoeding voor de destructie van koppels. Voor salmonellabestrijding is voor 2008 een totale communautaire financiering van 29 935 000 euro toegekend. Voor 2009 hebben twintig lidstaten salmonellabestrijdingsprogramma's bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus ingediend, zijn 22 verzoeken om medefinanciering van bestrijdingsprogramma's bij legkippen van Gallus gallus ontvangen en hebben zestien lidstaten een verzoek ingediend om financiering van de uitvoering van hun salmonellabestrijdingsprogramma's bij vleeskuikens. In 2009 worden de analysekosten voor de verificatie van de doelmatigheid van het gebruik van ontsmettingsmiddelen voor de eerste keer als subsidiabel beschouwd. BETROKKENHEID VAN BELANGHEBBENDEN De communautaire wetgeving inzake de bestrijding van salmonella is bedoeld om de voedselveiligheid voor de consumenten te vergroten. Zij kan de Europese levensmiddelenproducenten ook beter wapenen voor de internationale handel, aangezien bepaalde importerende landen veel aandacht besteden aan de aanwezigheid van salmonella in levensmiddelen en verscheidene thans exporterende landen moeilijkheden kunnen hebben bij het voldoen aan de stringente EU-voorschriften. Aan het begin van een bestrijdingsprogramma wanneer de prevalentie nog vrij hoog is, mag het sociale en economische effect van de maatregelen echter niet worden onderschat. De bereidheid van belanghebbenden om mee te werken aan het bestrijdingsprogramma is van essentieel belang voor de correcte uitvoering en het welslagen van het programma. De Commissie is daarom blij dat belanghebbenden communautaire handleidingen voor goede hygiënepraktijken opstellen. Met name: - het Comité van professionele landbouworganisaties in de Europese Unie/Algemene federatie van landbouwcoöperaties in de Europese Unie (COPA/COGECA) en de European Union of Wholesale with Eggs, Egg Products, Poultry and Game (EUWEP), die zijn overeengekomen een communautaire handleiding voor goede hygiënepraktijken in koppels van legkippen op te stellen; - COPA/COGECA en de Association of Poultry Processors and Poultry Trade in the EU (a.v.e.c), die zijn overeengekomen om een communautaire handleiding voor goede hygiënepraktijken in koppels van slachtkuikens en in slachthuizen op te stellen. Beide handleidingen hebben betrekking op de bestrijding van salmonella. Actie: De Commissie zal de betrokken belanghebbenden blijven aanmoedigen om handleidingen voor goede hygiënepraktijken, met name voor de productie van varkensvlees, op te stellen. ONDERZOEKACTIVITEITEN Een groot aantal initiatieven met betrekking tot salmonella en antimicrobiële resistentie is door de Commissie in het kader van het 6e en 7e kaderprogramma (FP) voor onderzoek gelanceerd en ondersteund. Het FP6-topnetwerk Medvetnet houdt zich bijvoorbeeld vooral bezig met de preventie en de bestrijding van (hoofdzakelijk door voedsel overgedragen) zoönoses. Trans-Atlantische wetenschappelijke samenwerking in verband met de beste methoden om zoönoses aan te pakken kan nuttig zijn. CONCLUSIES Verordening (EG) nr. 2160/2003 beoogt momenteel de bestrijding van salmonella bij de primaire productie van pluimvee en varkens. De Commissie heeft met succes verminderingsdoelstellingen voor salmonella in lijn met de voorschriften van de wetgeving vastgesteld. Alleen voor varkens is een vrij grote vertraging bij de vaststelling van een doelstelling ontstaan, die te wijten is aan het feit dat vergelijkbare prevalentiegegevens voor alle 27 lidstaten moeten worden verzameld en een kosten-batenanalyse moet worden uitgevoerd. Een omvattende kosten-batenanalyse wordt nodig geacht voordat een verminderingsdoelstelling voor varkens wordt vastgesteld, omdat een dergelijke vermindering niet is gebaseerd op huidige wetenschappelijke adviezen en ervaringen van bepaalde lidstaten. De Commissie heeft zich niet beperkt tot de vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2160/2003, maar heeft ook het initiatief genomen voor aanvullende acties om de kans van slagen van haar aanpak te vergroten, bijvoorbeeld: ( door opleidingen aan de bevoegde autoriteiten in de lidstaten en derde landen te verstrekken; ( door Europese organisaties van belanghebbenden te overreden om actief deel te nemen; ( door financiële steun aan de lidstaten te verstrekken. De bestrijding van salmonella is ook geïntegreerd in een brede aanpak ter bestrijding van pathogenen in de gehele voedselketen, in lijn met de "van boer tot bord"-aanpak van de Commissie en rekening houdend met mogelijke negatieve neveneffecten zoals de toename van de antimicrobiële resistentie. De Commissie heeft de monitoring van salmonella opgevoerd om de resultaten van haar eigen inspanningen en die van de lidstaten te controleren door het verzamelen van referentiewaarden in basisonderzoeken, het vormen van netwerken van laboratoria en het harmoniseren van het bemonsteringsprotocol. Sinds de vaststelling van Verordening (EG) nr. 2160/2003 inzake de bestrijding van zoönoses zijn de bevoegde autoriteiten en de belanghebbenden zich meer bewust geworden van het belang van de bestrijding van salmonella en is hun motivatie om het probleem aan te pakken aanzienlijk toegenomen, wat er vaak toe heeft geleid dat actie is ondernomen voordat de communautaire bepalingen van kracht werden. Het effect op de volksgezondheid blijkt reeds uit de trend van salmonellose bij de mens van 2004 tot en met 2007 in figuur 1. Verder kan een significante vermindering worden verwacht vanaf 2009 (beperkingen voor tafeleieren) en vanaf 2011 (voedselveiligheidscriterium voor vlees van pluimvee). Figuur 1: Aantal gemelde gevallen van salmonellose bij de mens in de EU25 van 2004 tot en met 2007 [pic] [1] PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1. [2] PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31. [3] The Community Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses and Zoonotic Agents in the European Union in 2007 ( The EFSA Journal (2009) 223). [4] Scientific Opinion of the Panel on Biological Hazards on a quantitative microbiological risk assessment on Salmonella in meat: Source attribution for human salmonellosis from meat. The EFSA Journal (2008) 625, 1-32. [5] Onder uitbraak worden twee of meer gevallen van besmetting bij de mens verstaan die aan dezelfde bron worden toegeschreven; dergelijke uitbraken trekken de belangstelling van de media, wat niet het geval is bij afzonderlijke gevallen van besmetting. [6] Zie: www.who.int/foodborne_disease/resistance. [7] PB L 28 van 3.2.2000, blz. 50. [8] PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. [9] PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1. [10] PB L 170 van 1.7.2005, blz. 12. [11] PB L 332 van 18.12.2007, blz. 81. [12] PB L 211 van 1.8.2006, blz. 4. [13] PB L 280 van 24.10.2007, blz. 5. [14] PB L 151 van 13.6.2007, blz. 21. [15] PB L 162 van 21.6.2008, blz. 3. [16] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3. [17] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. [18] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83. [19] PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1. [20] The Community Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic Agents, Antimicrobial Resistance and Foodborne Outbreaks in the EU in 2006, The EFSA Journal (2007), 130. [21] PB L 212 van 2.8.2006, blz. 3. [22] Beschikking 2007/407/EG van de Commissie van 12 juni 2007 betreffende een geharmoniseerde monitoring van de antimicrobiële resistentie van salmonella bij pluimvee en varkens (PB L 153 van 14.6.2007, blz. 26). [23] Verordening (EG) nr. 776/2006 van 23 mei 2006 tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 wat de communautaire referentielaboratoria betreft (PB L 136 van 24.5.2006, blz. 3). [24] Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's. [25] Europees Geneesmiddelenbureau. [26] PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.