EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0146

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Tweede toezichtverslag over de herstructurering van de staalindustrie in Bulgarije en Roemenië

/* COM/2009/0146 def. */

52009DC0146

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Tweede toezichtverslag over de herstructurering van de staalindustrie in Bulgarije en Roemenië /* COM/2009/0146 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 1.4.2009

COM(2009) 146 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Tweede toezichtverslag over de herstructurering van de staalindustrie in Bulgarije en Roemenië

1. INLEIDING

Dit verslag beschrijft de voortgang die in 2007 bij de herstructurering is gemaakt door de Bulgaarse en Roemeense staalbedrijven die moeten voldoen aan de eisen van de specifieke hoofdstukken van de Europa-Overeenkomst respectievelijk het Toetredingsverdrag:

- Protocol nr. 2 bij de Europa-Overeenkomst[1], dat betrekking heeft op de herstructurering van de Bulgaarse staalindustrie en Besluit nr. 3/2006 van de Associatieraad EU-Bulgarije van 29 december 2006[2] tot wijziging van Protocol nr. 2 bij de Europa-Overeenkomst (verlenging van de herstructureringsperiode tot eind 2008), en

- bijlage VII bij het Toetredingsverdrag[3], die betrekking heeft op de herstructurering van de Roemeense staalindustrie.

Hoewel staatssteun voor de herstructurering van de staalindustrie op grond van de EU-wetgeving uitdrukkelijk is verboden, heeft de Europese Unie overgangsregelingen vastgesteld voor de toekenning van bepaalde vormen van steun om deze nieuwe lidstaten in staat te stellen deze taak te vervullen met zo weinig mogelijk verstoring van de sociale verhoudingen en de markt.

In voornoemd protocol en voornoemde bijlage worden de voorwaarden aangegeven voor een overgangsregeling (tot eind 2008) voor de toekenning van staatsteun voor de herstructurering van de staalindustrie. Deze bepalingen bevatten ook gedetailleerde verplichtingen in verband met het toezicht en de rapportage door de Commissie.

Op 12 augustus 2008 heeft de Commissie haar eerste toezichtverslag over het jaar 2006 goedgekeurd[4]. Dit nieuwe verslag heeft betrekking op de in 2007 behaalde resultaten alsook op enkele belangrijke ontwikkelingen die zich in 2008 hebben voorgedaan. Dit verslag is gebaseerd op de door de respectieve autoriteiten verstrekte gegevens alsook op de door een onafhankelijke consultant uitgevoerde evaluatie. Het zal in 2009 worden gevolgd door een laatste verslag over de ontwikkelingen in 2008.

2. RESULTATEN VAN DE TOEZICHTPROGRAMMA'S IN BULGARIJE EN ROEMENIË

2.1. Bulgarije

Kremikovtzi is het enige bedrijf dat onder het nationale herstructureringsprogramma (NHP) en de toezichtregeling valt.

a) Situatie in 2007

2.1.1. Toezicht op de belangrijkste herstructureringsbenchmarks

Staatssteun

Het grootste gedeelte van het toegestane bedrag werd in 1999 uitgekeerd en de rest werd in 2004 aan het bedrijf toegekend in de vorm van herschikte schulden bij gas- en elektriciteitsleveranciers. Kremikovtzi heeft in 2007 regelmatig aan deze financiële verplichtingen voldaan.

Overeenkomstig de aan de Commissie verstrekte informatie werd geen staatssteun aan andere staalbedrijven dan Kremikovtzi toegekend.

Capaciteitsvermindering

Er werd verwacht dat de knuppel- en blokwalserij in juli 2007 zou worden gesloten maar overeenkomstig de door de Bulgaarse autoriteiten verstrekte informatie werden de activiteiten in februari 2008 stopgezet en wordt de walserij thans ontmanteld. De draadwalserij werd in 2007 stilgelegd en wordt thans ook ontmanteld. Naar verwachting zullen beide walserijen aan het einde van de herstructureringsperiode volledig zijn gesloopt overeenkomstig de toepasselijke EU-wetgeving[5].

Levensvatbaarheid

De Commissie heeft moeilijkheden ondervonden bij het verkrijgen van passende en consistente financiële gegevens over het bedrijf. Ondanks herhaalde verzoeken daartoe heeft het bedrijf aan de Bulgaarse autoriteiten en de Commissie niet de definitieve volledige gegevens voor het volledige jaar 2007 en over de ontwikkeling van de activiteiten in de eerste helft van 2008 verstrekt. Uit de onvolledige financiële rekeningen is echter gebleken dat de financiële prestaties in 2007 negatief waren, wat betekent dat niet wordt voldaan aan de in het individuele bedrijfsplan (IBP) vastgestelde verbintenissen in verband met de levensvatbaarheid van het bedrijf[6]. De resultaten -11,1% EBITDA en -20,7% EBIT zijn nog slechter dan in 2006.

Productiviteit

Het productiviteitsniveau is in vergelijking met 2006 niet verbeterd en bedroeg slechts 30% van dat van vergelijkbare Europese staalfabrieken. Dit heeft een negatief effect op de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de activiteiten van het bedrijf.

Kostenverlagingen

Hoewel de feitelijke aankoopprijzen van de grondstoffen in 2007 in overeenstemming waren met de marktontwikkelingen, werden zij negatief beïnvloed door het gebrek aan financiële middelen en als gevolg daarvan door de strengere voorwaarden die door de leveranciers van grondstoffen werden opgelegd. De feitelijke waarden waren gemiddeld 32% hoger dan de schattingen van het IBP.

Wegens de lage capaciteitsbenutting in 2007 (gemiddeld 50%) slaagde Kremikovtzi er niet in het verbruik van grondstoffen per geproduceerde eenheid te verlagen. Op sommige gebieden zoals energie- en materiaalverbruik konden de noodzakelijke kostenverlagingen alleen op de lange termijn worden bewerkstelligd via investeringen in modernisering. Door gebrek aan kapitaal werd er minder geïnvesteerd dan verwacht. In 2007 vertegenwoordigden de technologische investeringen van Kremikovtzi 38% van het IBP-streefcijfer voor dat jaar. Tegelijkertijd bedroegen de milieu-investeringen slechts 10% van het IBP-streefcijfer.

b) Ontwikkelingen in 2008

In augustus 2008 werd de Commissie door de Bulgaarse autoriteiten in kennis gesteld van de insolventieverklaring van Kremikovtzi.

2.1.2. Milieubescherming

Bulgarije heeft om een overgangsperiode voor de toepassing van de IPPC-richtlijn[7] verzocht. Bij wijze van uitzondering had Kremikovtzi uiterlijk op 30 oktober 2007 een volledig gecoördineerde vergunning moeten krijgen met een bindend tijdschema voor de volledige naleving van de toepasselijke wetgeving op 31 december 2011. In april 2007 maakte de EMEPA haar beslissing bekend om aan Kremikovtzi geen geïntegreerde vergunning te verlenen. Het bedrijf diende in mei 2007 een nieuwe aanvraag in. De officiële termijn voor de verlening van een vergunning is 21.10.2008.

2.2. Roemenië

2.2.1. Toezicht op de belangrijkste herstructureringsbenchmarks

Staatssteun

Overeenkomstig de aan de Commissie verstrekte informatie werd geen staatssteun toegekend aan andere staalbedrijven dan die welke zijn opgenomen in bijlage VII bij het Toetredingsverdrag[8].

Capaciteitsvermindering

Uit de informatie waarover de Commissie beschikt, blijkt dat de voor 2007 geplande capaciteitssluitingen - de walserij voor halffabricaten in ArcelorMittal Hunedoara - volgens plan zijn uitgevoerd. De stopzetting van de productie in de walserijen voor lichte profielen en draadstaal in Hunedoara vond begin 2008 plaats als gevolg van een verandering in de industriële strategie. Zodra bovengenoemde installaties volledig zijn gesloopt[9], zal Roemenië voldoen aan zijn uit het Toetredingsverdrag voortvloeiende verplichtingen betreffende capaciteitssluitingen.

Er vond ook een extra sluiting plaats van verouderde capaciteit in TMK Resita, waarin niet in het Toetredingsverdrag was voorzien, namelijk de knuppelwalserij, die eind 2007 werd gesloten.

Levensvatbaarheid

Het hoofddoel van het herstructureringsproces en de maatregelen in het kader van het nationale herstructureringsprogramma is de begunstigde ondernemingen levensvatbaar te maken zodat zij onder normale marktomstandigheden kunnen opereren. Tot dusver is uit het toezicht gebleken dat enkele van de beoogde maatregelen om de begunstigde ondernemingen levensvatbaar te maken ten uitvoer zijn gelegd, zoals de sluiting van ondoeltreffende capaciteit, wijzigingen in de personeelsstrategie (spin-off van nevenactiviteiten, uitbesteding van niet-kernactiviteiten) en de modernisering van de organisatie en de bedrijfsvoering.

Twee bedrijven, ArcelorMittal Hunedoara en Mechel Campia Turzii, leden in 2007 grote verliezen, slechter dan hun prestaties in 2006. De bedrijfsinkomsten van de overige vier bedrijven namen in vergelijking met 2006 toe. De EBITDA van alle zes bedrijven lag tussen -2,2% en 12,8% (streefcijfer 10,0%) en de EBIT tussen -6,0% en 7,3% (streefcijfer 1,5%). Wat de naleving van de levensvatbaarheidsbenchmarks betreft, haalden alle bedrijven de in hun respectieve IBP's vastgestelde streefcijfers nog steeds niet.

Productiviteit

De feitelijke en geprognosticeerde werkgelegenheidsniveaus in de staalindustrie werden volgens plan bereikt. Het werkgelegenheidsniveau in de staalsector in 2007 (38 186 personen) bedroeg 85% van de prognose van het NHP, rekening houdend met het gemiddelde jaarlijkse personeelsniveau. Overeenkomstig de door de bedrijven verstrekte informatie zou de personeelsbezetting in 2008 uitkomen op 78% van de doelstelling voor dat jaar. De gemiddelde productiviteit van de bedrijven ligt echter nog steeds 50% onder de internationale normen[10]. De productiviteit van de bedrijven vertoont grote verschillen. Alleen Tenarsi Donasid komt de aangegane verbintenissen na en bereikt bijna de internationale normen. Het feit dat de productiviteit zich niet in lijn met de werkgelegenheidsniveaus ontwikkelt, is hoofdzakelijk te wijten aan de lagere productieniveaus in vergelijking met 2006.

Alle bedrijven moeten hun inspanningen ter vergroting van de productie nog opvoeren, als zij de noodzakelijke productiviteitsverhoging willen halen als voorgeschreven in het protocol. Met uitzondering van TMK Resita en Tenaris Donasid lijkt er nog ruimte te zijn voor een verdere verbetering van de werkgelegenheidsniveaus.

Kostenverlagingen

Op sommige gebieden zoals energie- en materiaalverbruik kunnen de noodzakelijke kostenverlagingen alleen op de lange termijn worden bewerkstelligd via investeringen in modernisering. In 2007 vertegenwoordigden de technologische investeringen tussen 110% en 1 500% (voor TMK Resita) van het streefcijfer voor dat jaar. Tegelijkertijd bedroegen de milieu-investeringen tussen 75% en 2 500% (voor Tenaris Donasid) van het streefcijfer. Hoewel Mittal Steel Hunedoara zijn streefcijfer voor 2007 bijna heeft gehaald, bedroegen zijn milieu-investeringen in de periode 2004-2007 slechts 54% van de IBP-prognose.

Hoewel de begunstigde bedrijven hun investeringsprogramma's hebben ingediend en uitgevoerd, maken de meeste van hen nog steeds melding van kostenwaarden die geen uit de investeringsprogramma's voortvloeiende operationele verbeteringen laten zien. In de meeste fabrieken liggen het verbruiksrendement van de grondstoffen, het aandeel van de arbeidskosten in de totale kosten en het energieverbruik veel hoger dan de internationale normen. De verkoopprijzen compenseerden de bedrijfsinefficiëntie van bepaalde fabrieken.

2.2.2. Milieubescherming

Het Toetredingsverdrag stelt een overgangsregeling vast en bevat een lijst van installaties die tot december 2014 niet aan de IPPC-richtlijn hoeven te voldoen. De in de lijst opgenomen staalbedrijven Mittal Steel Galati, Mittal Steel Hunedoara, Mechel Targoviste en Mechel Campia Turzii hebben reeds in 2007 of 2006 (Mittal Steel Hunedoara) een geïntegreerde overgangsvergunning overeenkomstig de IPPC-richtlijn verkregen. Deze overgangsvergunningen zijn geldig tot en met 31 december 2014 (2012 voor Mechel Targoviste) en omvatten het tijdens de geldigheidsduur van de vergunning uit te voeren milieu-investeringsprogramma.

Andere bedrijven die niet staan vermeld op de lijst van ondernemingen die voor een dergelijke overgangsperiode in aanmerking komen, moesten op de datum van toetreding aan deze wetgeving voldoen.

3. VOORNAAMSTE CONCLUSIES

3.1. Bulgarije

De situatie in 2007 is niet verbeterd ten aanzien van de reeds onbevredigende ontwikkelingen in Kremikovtzi in 2006. Uit de resultaten in 2007 is gebleken dat nog niet wordt voldaan aan de in het protocol vermelde herstructureringsdoelstellingen met betrekking tot levensvatbaarheid, technologische en milieu-investeringen, verkoop, kostenverlaging en productiviteit. Deze situatie is bevestigd door de Bulgaarse autoriteiten die de Commissie hebben meegedeeld dat de uitvoering van het IBP voor Kremikovtzi op 6 augustus 2008 werd beëindigd ingevolge de aankondiging van de insolventie van het bedrijf en de instelling van een faillissementsprocedure door de rechtbank van Sofia.

Het besluit van de Associatieraad EU-Bulgarije van 29 december 2006 tot wijziging van artikel 3 van het Aanvullend Protocol bij de Europa-Overeenkomst bepaalt het volgende: " Indien uit de toetsing van de uitvoering van het herstructureringsprogramma en de bedrijfsplannen blijkt dat de relevante vereisten van Protocol nr. 2 bij de Europa-Overeenkomst en de belangrijke herstructureringsmaatregelen (inclusief alle uitgevoerde investeringen) niet zijn verwezenlijkt […], zal Bulgarije alle steun terugvorderen die voor of na de toetreding tot de Europese Unie in strijd met deze voorwaarden is verleend ."

Krachtens voornoemd besluit van de Associatieraad EU-Bulgarije zal Bulgarije verplicht zijn de terugbetaling van de steun te vorderen als niet wordt voldaan aan de desbetreffende voorwaarden van Protocol nr. 2 bij de Europa-Overeenkomst en de belangrijke herstructureringsmaatregelen, inclusief alle uitgevoerde investeringen. De insolventieverklaring is een sterke aanwijzing dat de firma haar levensvatbaarheid niet heeft hersteld en dat waarschijnlijk vóór eind 2008 ook niet zal doen. In dit verband moet de Commissie op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen in de insolventieprocedure, met name de terugvordering van de staatssteun.

3.2. Roemenië

De in 2007 behaalde financiële prestaties hebben nog niet volledig voldaan aan de doelstellingen van de IBP's, aangezien vier van de zes bedrijven niet het in hun respectieve doelstellingen voor dit jaar vastgestelde EBITDA-percentage hebben bereikt.

De resultaten in 2007 en de prognoses voor 2008 laten voor alle zes begunstigde bedrijven een toename van de inkomsten en een verbetering van de winstgevendheid zien. De belangrijke veranderingen op het gebied van de winstgevendheid (van verlies naar winst) die bij ArcelorMittal Hunedoara en Mechel Campia Turzii worden verwacht, vormen een bijzondere uitdaging. Wat de levensvatbaarheidstoets van de Commissie betreft, verwachten alle bedrijven dat zij in 2008 aan het EBIT-criterium zullen voldoen, maar slechts twee daarvan, ArcelorMittal Galati en TMK Resita, hebben geprognosticeerd dat zij aan de EBITDA-benchmark zullen voldoen. Daarom is het nodig dat in 2008 grotere inspanningen worden geleverd op het gebied van de duurzame verbetering van de efficiëntie van de bedrijven om de recente op de markten waargenomen onzekerheden te overwinnen.

Ondanks de door de begunstigden in de eerste helft van 2008 verwachte potentiële verbetering kan een duurzame levensvatbaarheid alleen worden bereikt als de inspanningen in alle bedrijven worden opgevoerd, met name ten aanzien van de uitvoering van de kostenverlagingsstrategieën en de ontwikkeling van coherente strategieën voor de toekomst.

De Commissie wijst erop dat in het Protocol bij het Toetredingsverdrag met Roemenië duidelijk wordt bepaald dat geen verdere staatssteun voor herstructureringen mag worden verleend. Eventuele aanvullende herstructureringssteun zou derhalve onverenigbaar zijn met deze bepalingen. Als de voorwaarden voor reeds verleende staatssteun niet worden nageleefd, d.w.z. als de levensvatbaarheidsbenchmarks van de Commissie niet worden gehaald, zal de Commissie de nodige maatregelen treffen om dergelijke steun terug te vorderen.

[1] PB L 358 van 31.12.1994, blz. 3–222.

[2] EU-BG 1909/06 – Goedkeuring Besluit nr. 3/2006.

[3] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 3-393.

[4] COM(2008) 511.

[5] Beschikking 3010/91/EGKS, PB L 286 van 16.10.1991, blz. 20.

[6] Levensvatbaarheid houdt in dat de bedrijven aan het einde van de herstructureringsperiode weer duurzaam winstgevend zijn. Op grond van langdurige praktijkervaring is de Commissie van mening dat de bedrijven:- een brutobedrijfsresultaat: d.w.z. een EBITDA over de omzet van ten minste 10% voor niet-geïntegreerde staalbedrijven en 13,5% voor geïntegreerde walserijen moeten realiseren;-een minimumrendement: d.w.z. een EBIT over de omzet van ten minste 1,5% moeten realiseren.

[7] Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996, PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.

[8] PB L 157 van 21.6.2005, blz. 3-393.

[9] Beschikking 3010/91/EGKS, PB L 286 van 16.10.1991, blz. 20.

[10] Meer dan 600 ton warmgewalst staal/man/jaar in geïntegreerde walserijen, meer dan 800 ton warmgewalst staal/man/jaar in niet-geïntegreerde walserijen.

Top