Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AR0273

    Advies van het Comité van de Regio's over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011)

    PB C 175 van 1.7.2010, p. 40–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.7.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 175/40


    83e PLENAIRE ZITTING VAN 9 EN 10 FEBRUARI 2010

    Advies van het Comité van de Regio's over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011)

    (2010/C 175/10)

    I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    1.   Het Comité van de Regio's neemt met voldoening kennis van het voorstel van de Europese Commissie om 2011 aan te wijzen als het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk. Het kan zich vinden in de opvatting van de Commissie dat vrijwilligerswerk in velerlei opzicht bijdraagt tot de ontwikkeling van de Europese samenlevingen, en stelt zich achter haar overzicht van de uitdagingen waarvoor de sector staat, en de maatregelen die moeten worden genomen.

    2.   De Europese Commissie wijst er terecht op dat vrijwilligerswerk een van de fundamenten van een actief burgerschap op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau is. Voor veel mensen is vrijwilligerswerk een manier om zelf een invulling te geven aan de begrippen „sociale samenhang” en „sociaal kapitaal”. Het is in de meest ware zin des woords een „actieve” vorm van burgerschap.

    3.   De lokale en regionale overheden spelen een vitale rol bij het promoten, ontwikkelen en ondersteunen van vrijwilligerswerk, wat blijkt uit de vele vrijwilligersactiviteiten die met name op deze niveaus worden gestimuleerd. Het is verheugend dat de rol van de lokale en regionale overheden in het voorstel van de Commissie wordt erkend.

    4.   Het is een goede zaak dat de Europese Commissie doordrongen is van het belang van vrijwilligerswerk voor de inzetbaarheid en het levenslang leren. Dit is met name actueel in het licht van de huidige crisis, al is vrijwilligerswerk ook in tijden van economische voorspoed een waardevol instrument ter bevordering van de sociale samenhang.

    5.   Vrijwilligerswerk draagt bij tot de groei van de lokale, regionale, nationale en Europese economie en is van invloed op de investeringen en werkgelegenheid. Het Europees Jaar 2011 biedt een goede gelegenheid om deze bijdrage met het oog op de herziening van de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid (de Lissabonstrategie) en de nationale hervormingsprogramma's nader voor het voetlicht te brengen.

    6.   Er wordt met nadruk op gewezen dat vrijwilligerswerk niet mag worden gezien als een alternatief voor of substituut van welke vorm van betaalde arbeid ook. De bevoegde overheden dienen er zorg voor te dragen dat noch zijzelf noch de partners waarmee ze een contract afsluiten, zich met dergelijke praktijken inlaten.

    Rechtsgrondslag en titel van het Europees Jaar

    7.   Er is veel voor te zeggen om de titel van het Europees Jaar 2011 te veranderen in „Het Europees Jaar van vrijwilligerswerk ter bevordering van actief burgerschap”. Dit is op zich mogelijk op basis van de rechtsgrond die de Commissie voor haar voorstel hanteert, maar toch kan men in de praktijk beter gebruik moeten maken van de oorspronkelijke titel, omdat deze goed geschikt is om een draagvlak te creëren, erkenning te krijgen en begrip te kweken voor het Europees Jaar en de aandacht toe te spitsen op het centrale thema ervan: vrijwilligerswerk.

    8.   Overigens zou het goed zijn om niet al te lang te discussiëren over de rechtsgrondslag van het voorstel en zo snel mogelijk een definitieve beslissing over het Europees Jaar te nemen, zodat er voldoende tijd overblijft voor de voorbereidende activiteiten in 2010.

    9.   Vrijwilligerswerk is inderdaad een fundamenteel aspect van actief burgerschap en democratie, maar we mogen niet vergeten dat het hier om meer gaat: het Europees Jaar zal er ook toe moeten leiden dat de algehele bijdrage van vrijwilligerswerk aan de Europese samenlevingen erkenning vindt.

    Meer synergie tussen de Europese Jaren

    10.   Het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in 2011 zou moeten voortbouwen op een aantal activiteiten die worden ondernomen in het kader van het Europees Jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in 2010, waarbij vrijwilligerswerk ook een rol speelt. Verder zou binnen het Europees Jaar ruimte moeten zijn voor activiteiten die aansluiten op de tiende verjaardag van het door de VN gelanceerde „Internationale Jaar van de vrijwilligers” (IYV+10).

    11.   Daarnaast zou het goed zijn om de resultaten van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in 2011 te benutten bij het plannen en uitvoeren van activiteiten in het kader van toekomstige hierop aansluitende Europese Jaren, zoals dat van het actief ouder worden (2012) en het burgerschap (voorgesteld voor 2013).

    12.   Over het algemeen zou de Europese Commissie moeten streven naar meer synergie tussen de verschillende Europese Jaren in plaats van deze te zien als eenmalige evenementen. Aldus kan worden gezorgd voor meer toegevoegde waarde en kunnen de activiteiten en resultaten van de Europese Jaren doeltreffender worden benut.

    13.   De verschillende diensten van de Europese Commissie zullen zich meer moeten inspannen en hun activiteiten beter horizontaal moeten coördineren, terwijl de lidstaten zich actiever moeten betonen en beter hun best moeten doen om de subnationale bestuursorganen bij het beleid te betrekken, teneinde ervoor te zorgen dat er een goede follow-up van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in 2011 komt en dat wordt voortgebouwd op de behaalde resultaten.

    Doelstellingen van het Europees Jaar 2011

    14.   De vier doelstellingen die de Europese Commissie heeft geformuleerd voor het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk, zijn gelukkig gekozen. Ze zijn concreet en helder en doen recht aan de realiteit van het vrijwilligerswerk, zoals dat hetzij door individuele personen hetzij door vrijwilligersorganisaties wordt verricht.

    15.   Er zal rekening moeten worden gehouden met de verschillende vormen, terreinen en tradities op het gebied van vrijwilligerswerk in de lidstaten. De aanpak die wordt gekozen in 2010 en 2011, zal dan ook moeten getuigen van begrip voor deze situatie en flexibel moeten zijn. Het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk biedt een unieke gelegenheid om geschikte platforms te creëren voor het inventariseren en uitwisselen van ervaringen en beste praktijken tussen nationale, regionale en lokale overheden in de gehele Europese Unie.

    16.   De lidstaten wordt in overweging gegeven een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen om het kwantificeren van vrijwilligerswerk op te nemen als belangrijke indicator onder doelstelling 3): „Beloning en erkenning van vrijwilligerswerk”.

    17.   Het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk moet worden aangegrepen om de voorwaarden voor dit soort activiteiten in de Europese Unie te verbeteren. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar goed uitgeruste, efficiënte en duidelijke zichtbare infrastructuurvoorzieningen die de toegang van het publiek tot vrijwilligerswerk vergemakkelijken.

    18.   Het CvdR pleit ervoor om een speciale dag op het eind van 2011 uit te roepen tot EU-vrijwilligersdag, waarbij recht wordt gedaan aan de verschillende tradities die er in de Europese Unie op het gebied van vrijwilligerswerk bestaan. Deze dag zou jaarlijks kunnen worden gebruikt om een gevoel van solidariteit aan te kweken tussen de Europese burgers die als vrijwilliger actief zijn, en om op een coherente en innovatieve wijze bij het grote publiek meer bekendheid te geven aan vrijwilligerswerk.

    19.   Verder stelt het CvdR, gezien de rol die het door de lokale en regionale overheden gevoerde beleid kan spelen bij het bevorderen en vergemakkelijken van vrijwilligerswerk, voor om in 2011 een prijs voor de meest vrijwilligersvriendelijke stad of lokale/regionale overheid in te stellen. Ook pleit het voor „vrijwilliger-van-het-jaar”-onderscheidingen als blijk van waardering voor de inzet en prestaties van individuele burgers op het gebied van vrijwilligerswerk.

    20.   Individuele burgers (vooral uit sociaal uitgesloten groepen) die reeds actief zijn in het vrijwilligerswerk, moeten worden ingezet in voorlichtingscampagnes welke bedoeld zijn om alle burgers in de EU vertrouwd te maken met vrijwilligerswerk.

    21.   Voorlichtingsactiviteiten zullen met name gericht moeten zijn op zaken als plaatselijk vrijwilligerswerk, grensoverschrijdend vrijwilligerswerk en vrijwilligerswerk in ontwikkelingslanden.

    Resultaten van het Europees Jaar 2011

    22.   Verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar is afhankelijk van een bepaalde kritische massa initiatieven met een duurzame invloed op het vrijwilligerswerk in de verschillende delen van de EU. Het Europees Jaar zal er vooral toe moeten bijdragen dat de politiek zich bezig gaat houden met:

    (a)

    een oplossing voor het probleem dat vrijwilligers geen wettelijke status hebben die overal in de EU geldt;

    (b)

    een meer systematische verzameling van gegevens over vrijwilligers en de door hen geleverde diensten, zodat de economische waarde van de sector nauwgezetter kan worden bepaald, en

    (c)

    het uit de weg ruimen van obstakels die mensen ervan weerhouden om als vrijwilliger aan de slag te gaan (zoals het ontbreken van een systematisch, de gehele EU bestrijkend antecedentenonderzoek bij personen die willen werken met kinderen of kwetsbare volwassenen, of het gevaar dat de werkloosheidsuitkeringen van vrijwilligers worden ingetrokken).

    23.   Het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk zou de basis moeten leggen voor een Actieplan Vrijwilligerswerk, dat moet zorgen voor meer erkenning en steun voor dit soort werk op de verschillende beleidsterreinen en in de verschillende programma's van de EU. De voor 2011 geplande thematische conferenties zouden moeten worden benut ter vaststelling van de belangrijkste onderdelen en prioriteiten van dit Actieplan.

    24.   Het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk zou ook kunnen bijdragen tot een discussie over een adequaat beleid op nationaal niveau met als doel vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen en te bevorderen en voort te bouwen op de initiatieven en resultaten van het Europees Jaar.

    25.   Er zou ook meer erkenning moeten komen voor de economische bijdrage die vrijwilligerswerk levert aan de financiering van de EU-programma's na 2013. Hiernaar zal explicieter moeten worden verwezen in het Financieel Reglement, terwijl ook de verschillende bevoegde DG's hierover uitgebreid overleg met elkaar zouden moeten plegen.

    Financiele middelen

    26.   Het valt te betreuren dat er maar relatief weinig financiële middelen zijn vrijgemaakt voor het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (zeker in vergelijking met de 17 miljoen euro voor 2010). Men loopt het risico dat de doelstellingen van het Jaar met dit bedrag niet volledig kunnen worden gerealiseerd en dat de geplande activiteiten via de verschillende structuren niet zullen doordringen tot het grote publiek.

    27.   De 6 miljoen euro die worden genoemd in het voorstel van de Commissie, moeten worden gezien als een minimumbedrag. Het CvdR vindt dat er voor het Europees Jaar 2011 moet worden gezocht naar aanvullende bronnen en dat de Europese Commissie duidelijker zal moeten aangeven van welke andere financieringsmogelijkheden binnen het kader van de verschillende EU-programma's gebruik kan worden gemaakt om de doelstellingen van het Jaar te verwezenlijken.

    De rol van het Comité van de Regio's

    28.   Het CvdR is vast van plan om actief bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk en waar mogelijk mee te doen met de activiteiten die in het kader hiervan worden georganiseerd. Het is gaarne bereid samen te werken met de Europese Commissie en de lidstaten om praktisch gestalte te geven aan het Jaar.

    II.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

    Wijzigingsvoorstel 1

    Wijzigingsvoorstel m.b.t. het Voorstel voor een beschikking van de Raad over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk

    Artikel 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    Elke lidstaat benoemt een orgaan dat verantwoordelijk is voor de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar (hierna „het nationale coördinatieorgaan” genoemd). De lidstaat deelt de Commissie uiterlijk één maand na de vaststelling van deze beschikking mee, welk orgaan hij heeft aangewezen.

    Elke lidstaat zorgt ervoor dat voornoemd orgaan een breed scala aan belanghebbenden op nationaal, regionaal en lokaal niveau naar behoren bij de uitvoering van het Europees Jaar betrekt.

    Het nationale coördinatieorgaan is verantwoordelijk voor de opstelling van de nationale programma's/acties en prioriteiten van het Europees Jaar overeenkomstig de doelstellingen van artikel 2 en de specificaties van de bijlage.

    Elke lidstaat benoemt een orgaan dat verantwoordelijk is voor de organisatie van zijn deelname aan het Europees Jaar (hierna „het nationale coördinatieorgaan” genoemd). De lidstaat deelt de Commissie uiterlijk één maand na de vaststelling van deze beschikking mee, welk orgaan hij heeft aangewezen.

    Elke lidstaat zorgt ervoor dat voornoemd orgaan een breed scala aan belanghebbenden op nationaal, regionaal en lokaal niveau naar behoren bij de uitvoering van het Europees Jaar betrekt.

    Het nationale coördinatieorgaan is verantwoordelijk voor de opstelling van de nationale programma's/acties en prioriteiten van het Europees Jaar, overeenkomstig de doelstellingen van artikel 2 en de specificaties van de bijlage.

    Motivering

    Er is behoefte aan overleg met de belanghebbenden bij het opstellen van de nationale programma's en de prioriteiten.

    Wijzigingsvoorstel 2

    Wijzigingsvoorstel m.b.t. het Voorstel voor een beschikking van de Raad over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk

    Artikel 7.1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    De begroting voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bedraagt 6 000 000 euro.

    De begroting voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bedraagt 6 000 000 euro, .

    Motivering

    Als we concrete resultaten willen zien, zal de begroting voor het Europees Jaar moeten worden verhoogd. Het bedrag zoals nu voorgesteld, moet worden gezien als een minimum.

    Wijzigingsvoorstel 3

    Wijzigingsvoorstel m.b.t. het Voorstel voor een beschikking van de Raad over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk

    Artikel 9

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    De Commissie zorgt tezamen met de lidstaten voor de nodige samenhang tussen de in deze beschikking vastgestelde maatregelen en andere communautaire, nationale en regionale projecten en initiatieven die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar.

    De Commissie zorgt tezamen met de lidstaten voor de nodige samenhang tussen de in deze beschikking vastgestelde maatregelen en andere communautaire, nationale, regionale projecten en initiatieven die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar.

    Motivering

    Er moet ook samenhang zijn met lokale initiatieven.

    Brussel, 10 februari 2010

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Mercedes BRESSO


    Top