Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008XX0524(02)

    Eindverslag van de Raadadviseur-auditeur in zaak COMP/39.165 — Vlakglas (Overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de Raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21 )

    PB C 127 van 24.5.2008, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.5.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 127/6


    Eindverslag van de Raadadviseur-auditeur in zaak COMP/39.165 — Vlakglas

    (Overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de Raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)

    (2008/C 127/09)

    De ontwerpbeschikking geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen:

    INLEIDING

    Op 22 en 23 februari en 15 maart 2005 heeft de Commissie onaangekondigde inspecties verricht in de bedrijfsruimten van verscheidene producenten van vlakglas die deel uitmaken van de groepen Pilkington, Asahi/Glaverbel, Saint-Gobain en Guardian. Op 2 maart 2005 diende de groep Asahi/Glaverbel een verzoek om immuniteit tegen geldboeten dan wel om vermindering van geldboeten in op grond van de clementieregeling van 2002 (1). Op basis van de gedurende het onderzoek verzamelde gegevens kwam de Commissie tot de voorlopige conclusie dat de bovengenoemde ondernemingen in de periode tussen 9 januari 2004 en 22 februari 2005 hadden deelgenomen aan één enkele, voortgezette inbreuk op artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, welke inbreuk tenminste het grondgebied van de EER bestreek, waarbij zij prijsverhogingen, minimumprijzen en andere commerciële voorwaarden vaststelden voor vier categorieën vlakglasproducten, namelijk vlakglas, glas met een laag emissievermogen, gelaagd glas en onbewerkt spiegelglas, en daarnaast gevoelige commerciële informatie uitwisselden.

    SCHRIFTELIJKE PROCEDURE

    Mededeling van punten van bezwaar en antwoorden

    Op 12 maart 2007 zond de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan de volgende partijen: Asahi Glass Company Limited („Asahi”), Glaverbel SA/NV („Glaverbel”, op 1 september 2007 omgedoopt tot „AGC Flat Glass Europe SA”), Guardian Europe Sàrl en haar moederonderneming Guardian Industries Corporation (hierna gezamenlijk „Guardian” genoemd), Pilkington Deutschland AG, Pilkington Group Limited, Pilkington Holding GmbH (hierna gezamenlijk „Pilkington” genoemd), Compagnie de Saint-Gobain SA en Saint-Gobain Glass France SA (hierna gezamenlijk „Saint-Gobain” genoemd).

    De adressaten ontvingen deze mededeling van punten van bezwaar tussen 13 en 15 maart 2007; de uiterste antwoordtermijn was 7 mei 2007. Alle partijen verzochten om een verlenging van deze termijn. Na met redenen omklede verzoeken van de partijen te hebben ontvangen heb ik Saint-Gobain een verlenging verleend tot 11 mei 2007, Asahi en Glaverbel tot 14 mei 2007 en Pilkington tot 21 mei 2007. Alle partijen hebben zich aan hun respectievelijke termijn gehouden.

    Toegang tot het dossier

    De partijen kregen toegang tot het dossier van de Commissie in de vorm van dvd's die samen met de mededeling van bezwaar werden toegezonden. Ondernemingsverklaringen evenals de documenten die in het kader van de clementieregeling bij de Commissie waren ingediend, konden in de kantoren van de Commissie worden ingezien.

    MONDELINGE PROCEDURE

    Hoorzitting

    Op 7 juni 2007 werd een hoorzitting gehouden waaraan Asahi, Glaverbel en Guardian deelnamen en bij welke gelegenheid zij hun standpunt kenbaar maakten. Asahi stelde met name het vraagstuk van de aansprakelijkheid van de moederonderneming aan de orde, terwijl Glaverbel de waarde van haar samenwerking met de Commissie benadrukte en Guardian vooral haar specifieke bedrijfsstructuur toelichtte.

    DE ONTWERP-BESCHIKKING

    Ik ben van oordeel dat in de ontwerpbeschikking slechts de bezwaren in aanmerking zijn genomen ten aanzien waarvan de betrokkenen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

    Ik concludeer dan ook dat het recht van de partijen om zowel schriftelijk als mondeling te worden gehoord, in deze zaak is gerespecteerd.

    Brussel, 21 november 2007.

    Serge DURANDE


    (1)  PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3.


    Top