EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008XC0625(01)

Samenvatting van de beschikking van de Commissie van 23 januari 2008 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/M.4781 — Norddeutsche Affinerie/Cumerio) (Voor de EER relevante tekst )

PB C 161 van 25.6.2008, p. 7–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/7


Samenvatting van de beschikking van de Commissie

van 23 januari 2008

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst

(Zaak COMP/M.4781 — Norddeutsche Affinerie/Cumerio)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 161/08)

Op 23 januari 2008 heeft de Commissie een beschikking gegeven met betrekking tot een zaak in het kader van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) . Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking is in de oorspronkelijke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

I.   SAMENVATTING

1.

Op 30 juli 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad („EG-concentratieverordening”), waarin wordt meegedeeld dat de onderneming Norddeutsche Affinerie („NA”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de genoemde verordening volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming Cumerio NV („Cumerio”, België) door een op 27 juni 2007 bekendgemaakt openbaar aanbod.

2.

NA is een Duitse naamloze vennootschap met productiefaciliteiten in Hamburg, Emmerich en Lünen (Duitsland). De onderneming produceert koperen kathoden (in Hamburg en Lünen) die vervolgens verder worden verwerkt tot walsdraad (Hamburg en Emmerich) en koperformaten (zowel walsplaten als knuppels in Hamburg). NA is via haar dochteronderneming Prymetall GmbH & Co. KG („Prymetall”) in Stolberg (Duitsland) eveneens actief op downstreammarkten, waar zij zich bezighoudt met de productie en verkoop van koperen halffabrikaten. Prymetall verwerkt verder walsdraad tot voorgevormde draad. Daarnaast heeft NA (indirect, via Prymetall) een deelneming van 50 % in Schwermetall Halbzeugwerk GmbH & Co. KG („Schwermetall”, Duitsland), een onderneming die koperformaten en voorgerolde strips produceert. De andere partner in de gemeenschappelijke onderneming Schwermetall is Wieland Werke AG („Wieland”, Duitsland), eveneens een producent van koperformaten (uitsluitend bestemd voor interne verwerking) evenals van koperen halffabrikaten en koperen eindproducten. Zowel Wieland als Prymetall nemen koperformaten en voorgerolde strips van Schwermetall af. Ten slotte bezit NA een deelneming van 60 % in Deutsche Giessdraht GmbH („Deutsche Giessdraht”, Duitsland), een onderneming die koperwalsdraad produceert; de overige 40 % is in handen van Corporacion Nacional del Cobre de Chile („Codelco”, Chili).

3.

Cumerio is een Belgische naamloze vennootschap met productiefaciliteiten in Olen (België), Pirdop (Bulgarije), Avellino (Italië) en, via haar dochteronderneming Swiss Advanced Materials AG, in Yverdons-les-Bains (Zwitserland). Cumerio produceert koperen kathoden (Olen, Pirdop), walsdraad (Olen, Avellino) en koperformaten (zowel walsplaten als knuppels in Olen); de onderneming houdt zich, in mindere mate, downstream bezig met de vervaardiging van koperdraad (Avellino) en profielen (Yverdons-les-Bains). Anders dan NA produceert Cumerio geen halffabrikaten.

4.

De Oostenrijkse houdstermaatschappij A-TEC Industries AG („A-TEC”), een internationale industriële groep met activiteiten op het gebied van aandrijfsystemen, engineering, gereedschapsmachines en metallurgie, heeft een deelneming van 13,75 % in NA en van 25 % plus 1 aandeel in Cumerio. A-TEC bezit 100 % van de aandelen van Montanwerke Brixlegg AG („Brixlegg”), de grootste concurrent van NA en Cumerio op het gebied van koperformaten.

5.

De voorgenomen transactie betreft de verwerving van uitsluitende zeggenschap over Cumerio door NA middels een openbaar overnamebod op alle uitstaande aandelen, opties en warrants.

6.

Teneinde eventuele ernstige twijfels bij de Commissie in fase I weg te nemen, legden de partijen op 28 augustus 2007 een corrigerende maatregel voor waarbij zij aanboden de volledige productie van koperformaten van Cumerio af te stoten.

7.

De markttoets van de voorgestelde corrigerende maatregel leverde een tamelijk negatief resultaat op. De Commissie concludeerde dan ook, in het licht van de in fase I beschikbare informatie, dat de twijfels over mogelijke unilaterale effecten op de markt(en) voor koperformaten hierdoor niet werden weggenomen. Daarom besloot zij op 18 september 2007 een fase II-onderzoek in te leiden.

8.

Dit fase II-marktonderzoek wees uit dat de nieuwe onderneming op de EER-handelsmarkt voor koperformaten concurrentiedruk zal blijven ondergaan van zowel producenten van koperformaten voor intern verbruik als van de afnemers van koperformaten die op de upstreammarkt kunnen integreren. Verder werd op basis van de kenmerken van de markt voor koperformaten, de structuur ervan, de problemen als gevolg van overcapaciteit en de concurrentiedruk die door de downstreammarkten voor koper en halffabrikaten wordt uitgeoefend, geconcludeerd dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op de markt voor koperformaten in de EER niet op significante wijze dreigt te belemmeren. Derhalve zal de nieuwe onderneming niet in staat zijn met succes een strategie ten uitvoer te leggen waarbij de input op de downstreammarkten voor koperen halffabrikaten wordt afgeschermd.

9.

Daarom wordt een goedkeuringsbeschikking overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening ter aanneming voorgelegd.

II.   TOELICHTING

A.   DE RELEVANTE PRODUCTMARKTEN

10.

De sector waarop de voorgenomen transactie betrekking heeft is de koperindustrie.

1.   Koperindustrie

11.

Koper is een natuurlijk product dat uit kopererts wordt gewonnen. Na extractie uit de kopermijn wordt de kopererts in verwerkingsinstallaties verrijkt tot koperconcentraat. Voor de productie van kathoden wordt zowel gebruikgemaakt van koperconcentraat als van koperschroot. Om te voldoen aan de „grade A”-kwaliteitsnorm van de London Metal Exchange (LME), de meest gebruikte norm in de internationale handel, moeten kathoden een kopergehalte hebben van ten minste 99,9935 % dan wel een gehalte van verschillende verontreinigingen zoals zilver, lood, fosfor en andere stoffen van ten hoogste 0,0065 %. Niet door de LME gecertifieerde kathoden worden „off-grade” genoemd. De LME is 's werelds belangrijkste koperbeurs. De „LME-prijs” wordt daarom beschouwd als de „wereldkoperprijs”.

12.

Koperen kathoden zijn de belangrijkste input voor de productie van walsdraad en koperformaten.

13.

Walsdraad is een dun, lang, rond koperproduct, doorgaans met een doorsnede van 8 mm. Het is de belangrijkste grondstof voor elektrische kabels, installatiekabels en communicatiekabels en -bedrading. Walsdraad kan daarnaast verder wordt verwerkt tot bijvoorbeeld getrokken en voorgevormde draad, profielen en korrels.

14.

Er zijn twee soorten koperformaten: knuppels en walsplaten. Knuppels zijn koperformaten met een ronde doorsnede, een diameter variërend van 100 tot 800 mm en een lengte van circa 600 mm. Walsplaten zijn formaten met een rechthoekige doorsnede en een gewicht van maximaal 25 ton per plaat. Koperen knuppels worden verder verwerkt tot buizen, staven en profielen, terwijl walsplaten de grondstof vormen voor voorgerolde strips en andere opgerolde producten.

15.

De activiteiten van de partijen overlappen elkaar met betrekking tot de productie van koperschroot, koperen kathoden, bijproducten die ontstaan bij het smelten en de elektrolyse van koper, walsdraad en koperformaten. Hoewel Cumerio geen downstreamproducten op basis van koperformaten vervaardigt, zullen deze markten toch worden onderzocht met betrekking tot zowel de unilaterale als de verticale effecten van de concentratie op de markt voor koperformaten.

2.   Koperschroot

Productmarkt

16.

De Commissie heeft in eerdere beschikkingen vastgesteld dat er een afzonderlijke productmarkt voor koperschroot bestaat. Dat dit inderdaad het geval is wordt door het marktonderzoek bevestigd.

17.

Een van de respondenten die aan het marktonderzoek heeft deelgenomen beweert dat de raffinage van koperschroot in het kader van een zogenaamd raffinagecontract een andere productmarkt zou kunnen vormen dan die voor koperschroot.

18.

Uit het marktonderzoek is gebleken dat niet alleen de ondernemingen die koperformaten produceren, maar alle koperraffinaderijen in en buiten de EER koperschroot als input gebruiken. Er is een aanzienlijke handel in koperschroot. Het marktonderzoek heeft bevestigd dat schrootverwerking op contractbasis een van de verschillende manieren is om koperschroot rendabel te verwerken. De Commissie concludeert hieruit dat, vanuit de vraagzijde bezien, de verwerking van schroot op contractbasis substitueerbaar is met de verkoop van schroot aan raffinaderijen en mogelijk schroothandelaars.

Geografische markt

19.

Het marktonderzoek heeft bevestigd dat de producenten van en handelaars in koperschroot hun product wereldwijd aanbieden, en dat veel in de EER gevestigde afnemers van schroot hun input ook buiten de EER aankopen.

3.   Koperen kathoden

Productmarkt

20.

Aangezien de onderhavige transactie geen mededingingsbezwaren op de productmarkt voor kathoden oproept, kan de vraag of kathoden die wel, en kathoden die niet van LME-kwaliteit zijn één productmarkt of afzonderlijke productmarkten vormen, onbeantwoord blijven, zoals ook in voorgaande beschikkingen van de Commissie is bepaald.

Geografische markt

21.

Wat de bepaling van de geografische markt betreft hebben de respondenten van het marktonderzoek van de Commissie met betrekking tot de onderhavige transactie bevestigd dat koperen kathoden wereldwijd worden verhandeld, zoals de Commissie ook reeds in voorgaande beschikkingen had geconstateerd.

4.   Koperwalsdraad

Productmarkt

22.

Walsdraad kan door middel van twee verschillende procédés worden vervaardigd: i) door continugieten en rollen; of ii) door direct gieten. Dit product wordt in verschillende diktes, variërend van 8 tot 25 mm geproduceerd, maar 95 % van het in Europa geproduceerde walsdraad heeft één dikte, 8 mm, en vormt een standaardproduct.

23.

De aanmeldende partij is van mening dat de markt voor de productie en levering van walsdraad één relevante productmarkt vormt en dat er geen onderscheid behoeft te worden gemaakt tussen de twee productieprocédés of tussen de verschillende diktes. Dit strookt met eerdere beschikkingen van de Commissie.

24.

Het marktonderzoek wijst uit dat de substitueerbaarheid tussen walsdraad: i) geproduceerd via continugieten en rollen; of ii) door direct gieten, vanuit het perspectief van de vraagzijde grotendeels eenzijdig is.

25.

Wat een mogelijke verdere onderverdeling naargelang van de dikte van het walsdraad (van 8 tot 25 mm) betreft, is uit het marktonderzoek gebleken dat de verschillende diktes worden gebruikt voor verschillende toepassingen, en dat de meeste afnemers walsdraad van uiteenlopende dikte kopen. De grote mate van substitueerbaarheid aan de vraagzijde wordt door het marktonderzoek bevestigd.

Geografische markt

26.

Overeenkomstig voorgaande beschikkingen van de Commissie en in het licht van de grote verspreiding van de leveranciers van walsdraad in Europa heeft het marktonderzoek uitgewezen dat er overlappende gebieden rond de productielocaties zijn die elkaars concurrentiepositie beïnvloeden. Daarom is de geografische markt in dit geval de EER-markt.

5.   Koperformaten

Productmarkt

27.

Koperformaten zijn koperen producten die in een halfcontinu- of continuproces tot knuppels of platen worden gegoten. Afhankelijk van het kopergehalte en de hoeveelheid verontreinigingen onderscheidt de aanmeldende partij koperformaten van verschillende kwaliteit, zoals bijvoorbeeld Oxygen-Free (OF-Cu), speciaal-elektrolytisch (SE-Cu), elektrolytisch (E-Cu) en fosforhoudend (Ph-bearing Cu).

28.

Wat de substitueerbaarheid aan de vraagzijde betreft toonde het marktonderzoek aan dat knuppels en walsplaten niet onderling verwisselbaar zijn, en volgens de respondenten onderscheiden productmarkten vormen.

29.

Ten aanzien van de substitueerbaarheid aan aanbodzijde heeft de aanmeldende partij verklaard dat de leveranciers van koperformaten hun productie binnen korte tijd en zonder grote investeringen kunnen omschakelen van knuppels naar walsplaten en omgekeerd. Hetzelfde zou gelden voor de mogelijkheid om van de ene koperkwaliteit over te schakelen op de andere.

30.

Hoewel het wellicht niet voor elke koperproducent/koperinstallatie mogelijk is om op dezelfde productielijn over te schakelen van de productie van walsplaat op die van knuppels of andersom, heeft het marktonderzoek bevestigd dat wat de aanbodzijde betreft, beide producten onderling verwisselbaar zijn.

31.

Uit het marktonderzoek is gebleken dat de verschillende koperkwaliteiten over het algemeen op dezelfde productielijnen kunnen worden geproduceerd met nauwelijks of geen extra kosten. Bevestigd werd dat formaten van verschillende koperkwaliteit vanuit het perspectief van de aanbodzijde geen onderscheiden productmarkten vormen, mogelijk met uitzondering van OF-Cu-formaten.

32.

Aangezien Cumerio evenwel geen OF-Cu-formaten produceert kan de vraag of dergelijke formaten een onderscheiden relevante productmarkt vormen onbeantwoord blijven, omdat zij niet van belang is voor de beoordeling van de transactie vanuit mededingingsoogpunt.

Geografische markt

33.

De aanmeldende partij betoogt dat de relevante geografische markt tenminste de gehele EER omvat. Volgens het marktonderzoek zijn de transportkosten inderdaad betrekkelijk laag ten opzichte van de waarde van koperformaten. Belangrijker nog is dat uit het onderzoek is gebleken dat de in de EER gevestigde leveranciers op de handelsmarkt voor koperformaten hun producten in de gehele EER en tot op zekere hoogte ook buiten de EER, in Azië en Noord-Amerika, afzetten.

6.   Downstreammarkten

Productmarkt en geografische markt

34.

Koperformaten worden verder verwerkt tot koperen halffabrikaten. Het marktonderzoek heeft bevestigd dat er verschillende toepassingen zijn voor de koperproducten die downstream van formaten worden geproduceerd. De belangrijkste hiervan zijn de elektrotechnische en elektronische industrie, de bouwnijverheid, telecommunicatie, de automobielindustrie en de machinebouw.

35.

Aangezien Cumerio evenwel geen koperen halffabrikaten op de downstreammarkt produceert, is het voor de beoordeling niet nodig om de relevante markten voor de verschillende halffabrikaten of de geografische reikwijdte ervan — EER of mondiaal — nauwkeurig af te bakenen.

B.   BEOORDELING VANUIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING

1.   Unilaterale effecten

Niet-gecoördineerde effecten op de markt voor koperschroot

36.

Tijdens het marktonderzoek bleken enkele afnemers bezorgd te zijn dat de transactie tot kopersmacht zou kunnen leiden, waarbij de nieuwe onderneming zou kunnen trachten te profiteren van de daling van het aantal afnemers van koperschroot als gevolg van de transactie, door de prijs te verlagen.

37.

Zoals in de Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen („richtsnoeren horizontale fusies”) is bepaald, is de vaststelling van toegenomen kopersmacht op zich niet voldoende om te concluderen dat de mededinging mogelijk op significante wijze wordt belemmerd.

38.

Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat door de onderhavige transactie aanzienlijke kopersmacht in het leven zou worden geroepen. Het aandeel van de nieuwe onderneming in de totale vraag naar koperschroot zou circa [10-15] % bedragen. Zij zal van veel ondernemingen concurrentie ondergaan, en zal daarom op deze markt geen mededingingsverstorend gedrag aan de dag kunnen leggen.

39.

Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen transactie niet tot unilaterale effecten zal leiden waardoor de daadwerkelijke mededinging op de wereldwijde markt voor koperschroot op significante wijze zou worden belemmerd.

Niet-gecoördineerde effecten op de markt voor walsdraad

40.

Na de transactie zou de nieuwe onderneming de grootste leverancier van walsdraad in de EER worden. Terwijl tot dusverre [80-90] % van de productie aan derden werd verkocht, werd de rest door walsdraadleveranciers intern gebruikt voor de eigen draad-, kabel- en profielenproductie. Op de handelsmarkt voor walsdraad zou de nieuwe entiteit een gezamenlijk marktaandeel hebben van circa [30-40] %. Wat de totale productie van walsdraad betreft, inclusief de intern verbruikte productie, zou het marktaandeel van de nieuwe onderneming circa [20-30] % bedragen.

41.

De vrees die door enkele in het kader van het marktonderzoek ondervraagde walsdraadafnemers werd geuit, dat het toegenomen marktaandeel van de gefuseerde onderneming tot hogere prijzen en een geringere keuze zou kunnen leiden, kan van de hand worden gewezen. Ten eerste zal de nieuwe onderneming geconfronteerd worden met een aantal grote concurrenten die in de gehele EER actief zijn. Ten tweede kopen de meeste afnemers walsdraad van twee à drie verschillende leveranciers en beschouwen zij verscheidene andere leveranciers als een goed alternatief. Ten derde beschikken de meeste producenten van walsdraad over onbenutte capaciteit en zij zouden derhalve hun afzet op de handelsmarkt kunnen uitbreiden of hun totale productie kunnen verhogen wanneer zich een prijsstijging van walsdraad zou voordoen.

42.

Het bestaan van andere sterke concurrenten, de momenteel bestaande overcapaciteit voor de productie van walsdraad in de EER en de mogelijke uitbreiding van de bestaande productie van concurrenten, zullen ook in de toekomst concurrentiedruk blijven uitoefenen en de mogelijkheid en de prikkel van de nieuwe onderneming om de prijzen na de transactie te verhogen, beperken.

Niet-gecoördineerde effecten op de markt voor koperformaten

43.

Het voornaamste kenmerk van het verbruik van koperformaten in de EER is het grote aandeel van het interne verbruik: dit is bijna vijf keer zo groot als de verkoop op de handelsmarkt.

44.

Op de handelsmarkt zijn de partijen de grootste leveranciers van koperformaten in de EER, met een gezamenlijk marktaandeel van [50-60] %. Op de markt voor koperformaten, OF-Cu-kwaliteiten niet meegerekend, zou het gezamenlijke marktaandeel van de partijen in de EER rond de [50-60] % liggen. Montanwerke Brixlegg, dat eigendom is van A-TEC, is de grootste concurrent met een marktaandeel van circa [20-30] %.

45.

Over het algemeen is uit het marktonderzoek gebleken dat de productie en het gebruik van koperformaten in de EER, hetzij voor intern gebruik hetzij via de handelsmarkt, door dynamische krachten worden bepaald die zowel upstream als downstream van de koperformatenproductie aanwezig zijn.

46.

Ten eerste is de koperprijs van invloed op de gehele waardeketen van de kopersector, omdat deze circa 95 % van de waarde (intern verbruik), respectievelijk van de verkoopprijs (aankoop op de handelsmarkt) van koperformaten vertegenwoordigt. De door de producenten van koperformaten toegevoegde waarde („de verwerkingsvergoeding”) maakt nog geen 5 % van de waarde dan wel de verkoopprijs van koperformaten uit.

47.

Ten tweede wordt de concurrentiedynamiek sterk beïnvloed door de uiteenlopende mate van verticale integratie van de verschillende actoren en/of hun plaats in de waardeketen. Doordat de grootste afnemers van de aanmeldende partij op de handelsmarkt voor koperformaten tegelijkertijd een aanzienlijk volume voor intern verbruik produceren, is hun afhankelijkheid van de aanmeldende partij gering. Andere grote ondernemingen met een grote productie voor intern verbruik gebruiken hun volledige productie van koperformaten voor de vervaardiging van halffabrikaten.

48.

De Commissie heeft onderzocht in hoeverre een verhoging van de prijzen op de EER-handelsmarkt voor koperformaten houdbaar zou zijn. Dit onderzoek heeft bevestigd dat de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid onbenutte capaciteit voor de productie van koperformaten concurrentiedruk op de nieuwe onderneming zal blijven uitoefenen en haar ervan zal weerhouden de prijs van koperformaten te verhogen.

49.

Bovendien kunnen de niet-geïntegreerde verbruikers van koperformaten, indien de prijzen op de handelsmarkt zouden stijgen, upstream integreren en dit product zelf gaan produceren.

50.

Verder bevestigde het marktonderzoek dat de downstreammarkten voor koperen halffabrikaten concurrentiedruk uitoefenen op de upstreammarkt. Dit komt ten eerste doordat er meer verkopers zijn (deelnemers op de handelsmarkt) op de downstreammarkten voor halffabrikaten dan op de upstreammarkt voor formaten; ten tweede omdat de geïntegreerde verkopers een capaciteitsoverschot hebben, wat ook voor de nieuwe onderneming zou gelden; ten derde omdat de verkopers op de downstreammarkten voor halffabrikaten concurrentie ondergaan van andere dan koperen producten, en ten vierde omdat zij te kampen hebben met sterke concurrentie van buiten Europa voor wat halffabrikaten betreft die bestemd zijn voor elektrische en elektronische toepassingen.

51.

Gezien de kenmerken van de markt voor koperformaten, de structuur ervan, de druk die wordt uitgeoefend door de overcapaciteit en de concurrentiedwang die uitgaat van de downstreammarkten voor koperen halffabrikaten, wordt geconcludeerd dat de transactie de mededinging op de markt voor koperformaten in de EER niet op significante wijze dreigt te belemmeren.

2.   Verticale effecten

52.

De Commissie werd erop attent gemaakt dat de nieuwe onderneming de mogelijkheid en de prikkel zou hebben om op de markten voor halffabrikaten een afschermingsstrategie ten uitvoer te leggen dankzij haar positie op de markt voor koperformaten. Hierbij werd gewezen op mogelijke discriminatie ten gunste van de dochterondernemingen van de nieuwe onderneming (d.w.z. Schwermetall en Prymetall) die actief zijn op de downstreammarkt voor koperen halffabrikaten.

53.

Zoals in de Richtsnoeren niet-horizontale fusies wordt bepaald vormen niet-horizontale fusies geen bedreiging voor de daadwerkelijke mededinging tenzij de gefuseerde onderneming een aanzienlijke marktmacht (wat niet noodzakelijkerwijs hetzelfde is als een machtspositie) bezit op tenminste één van de betrokken markten.

54.

Hierboven is aangetoond dat de nieuwe onderneming op de EER-handelsmarkt voor koperformaten concurrentiedruk zal blijven ondergaan van zowel producenten van formaten voor intern verbruik als van kopers van deze producten die de mogelijkheid hebben om upstream te integreren. De nieuwe onderneming zal derhalve niet bij machte zijn om op de downstreammarkten voor koperen halffabrikaten met succes een afschermingsstrategie ten uitvoer te leggen.

55.

Zelfs indien de nieuwe onderneming tot een dergelijke strategie zou besluiten en sommige afnemers van koperformaten tijdelijk moeite zouden hebben om deze producten, die zij als input nodig hebben, aan te schaffen, zijn de markten voor koperen halffabrikaten, zoals hierboven is geïllustreerd, concurrerend en bestrijken zij tenminste de gehele EER. Daarom kan de vrees voor eventuele nadelige gevolgen voor de verbruikers als ongegrond worden beschouwd.

56.

Derhalve dreigt de transactie de daadwerkelijke mededinging op de markten voor koperen halffabrikaten niet op significante wijze te belemmeren.

3.   Gecoördineerde effecten

57.

De Commissie heeft verder onderzocht of het feit dat A-TEC, de grootste concurrent van de partijen op de EER-markt voor koperformaten, tevens een belangrijke minderheidsaandeelhouder is van zowel NA als Cumerio, tot gecoördineerde effecten op deze markt zou kunnen leiden. De nieuwe onderneming en de dochteronderneming van A-TEC, Brixlegg, zouden tezamen een marktaandeel van circa [70-80] % op de EER-handelsmarkt voor koperformaten hebben. Indien OF-Cu-formaten niet worden meegerekend zou het gezamenlijk marktaandeel van de nieuwe onderneming en Brixlegg circa [70-80] % belopen.

58.

De Commissie beschikt momenteel niet over aanwijzingen dat A-TEC en de nieuwe onderneming voornemens zijn hun gedrag op de markt voor koperformaten te coördineren.

59.

Coördinatie is slechts houdbaar als aan de drie voorwaarden is voldaan die in het Airtours-arrest worden genoemd en die zijn opgenomen in de richtsnoeren horizontale fusies.

60.

Ten eerste kan alleen de geloofwaardige dreiging met een snelle en afdoende represaille de ondernemingen ervan weerhouden van de coördinatieafspraken af te wijken. De markten moeten voldoende transparant zijn om de coördinerende ondernemingen in staat te stellen afdoende te controleren of andere ondernemingen afwijkend gedrag vertonen. Het resultaat van het marktonderzoek inzake de transparantie van de prijsvoorwaarden op deze markt is niet eenduidig. Indien de nieuwe onderneming en A-TEC zouden proberen hun concurrentiegedrag te coördineren, dan kan inderdaad niet geheel worden uitgesloten dat de positie van A-TEC als minderheidsaandeelhouder de onderneming toegang zou verschaffen tot informatie over NA waarover zij niet zou beschikken indien een dergelijke aandeelhoudersrelatie niet zou bestaan.

61.

Ten tweede is marktcoördinatie niet houdbaar tenzij de gevolgen van afwijkend gedrag voldoende ernstig zijn om alle coördinerende ondernemingen ervan te overtuigen dat het in hun eigen belang is om de coördinatieafspraken na te leven. Ingeval afwijkingen van een mogelijke coördinatie door de nieuwe onderneming of A-TEC aan het licht zouden komen, lijken de mogelijkheden en middelen van deze ondernemingen om tot vergelding over te gaan door hun uiteenlopende capaciteit en marktpositie van een heel verschillende orde. Het feit dat de nieuwe onderneming over meer onbenutte capaciteit zal beschikken en een marktaandeel heeft dat bijna driemaal zo groot is als dat van A-TEC betekent waarschijnlijk dat zij beter in staat is om vergeldingsmaatregelen te nemen dan A-TEC. Daarentegen zou de minderheidsdeelneming van A-TEC laatstgenoemde in staat kunnen stellen hiervan te profiteren hetzij door informatie te gebruiken waarover zij als eenvoudige concurrent niet zou beschikken, hetzij door zich als belangrijke aandeelhouder tegen het bedrijfsbeleid van de nieuwe onderneming te verzetten. Derhalve kan niet worden uitgesloten dat A-TEC en de nieuwe onderneming elkaar in staat achten om op afwijkingen van een mogelijke overeenkomst te reageren.

62.

Ten derde kan marktcoördinatie slechts slagen indien de van de coördinatie verwachte resultaten niet in gevaar kunnen worden gebracht door de acties van niet-coördinerende ondernemingen en potentiële concurrenten, of van afnemers. Indien de coördinatie ten doel heeft de totale capaciteit voor koperformaten op de markt te beperken, dan zal dit alleen de consumenten treffen wanneer niet-coördinerende ondernemingen niet in staat of geneigd zijn op deze inkrimping te reageren door de eigen capaciteit voldoende te vergroten om een nettoverlies aan capaciteit te voorkomen of althans om de gecoördineerde capaciteitsinkrimping onrendabel te maken.

63.

Zelfs indien de nieuwe onderneming er samen met A-TEC in zou slagen een coördinatiestrategie ten uitvoer te leggen die niet volledig door concurrenten in gevaar gebracht zou worden, dan zou de concurrentiesituatie op de downstreammarkten voor koperproducten toch voorkomen dat deze strategie concurrentieverstorende effecten zou hebben omdat zij tot een prijsverhoging van koperproducten voor consumenten zou leiden.

64.

Derhalve kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen transactie niet zal leiden tot gecoördineerde effecten waardoor de daadwerkelijke mededinging op de EER-markt voor koperformaten op significante wijze zou worden belemmerd.

III.   CONCLUSIE

65.

Om bovenstaande redenen wordt in de beschikking geconcludeerd dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

66.

Derhalve dient de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 1, van de EG-concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst, verenigbaar te worden verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


Top