EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0803

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft

/* COM/2008/0803 def. - AVC 2008/0233 */

52008PC0803

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft /* COM/2008/0803 def. - AVC 2008/0233 */


NL

Brussel, 26.11.2008

COM(2008) 803 definitief

2008/0233 (AVC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft

TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel |

110 | Motivering en doel van het voorstelDe ernstige crisis die de internationale financiële markten getroffen heeft, confronteert ook de Europese Unie met grote uitdagingen, die een snelle reactie vereisen om de effecten van de crisis op de economie als geheel tegen te gaan. In die context wil de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, investeringen stimuleren om de groei en de werkgelegenheid weer op gang te brengen. Dat is het onderwerp van haar mededeling met de titel "Van financiële crisis naar herstel: een Europees actiekader", die op 29 oktober 2008 is goedgekeurd. |

120 | Algemene contextDe ernstige vrees bestaat dat de financiële crisis ook ingrijpende gevolgen zal hebben voor de reële economie, met name door de problemen waarmee de banken te maken hebben en het aanscherpen van de kredietvoorwaarden (hogere rente, strengere beoordeling van aanvragers van leningen), hetgeen zowel de consumptie van huishoudens als de investeringen van bedrijven, de steun voor innovatie en de technologische en industriële ontwikkeling onder druk zou kunnen zetten, en daarmee ook de groei van het bbp en de werkgelegenheid.De meest recente economische voorspelingen van de Commissie voorzagen een sterke afname van de groei van de Europese Unie, die in 2008 nog maar 1,4% (de helft van 2007) zou bedragen, in 2009 0,2%, en in 2010 1,1%. Deze slechte economische vooruitzichten zullen waarschijnlijk niet zonder gevolgen blijven voor de overheidsfinanciën. Bij een gelijkblijvend beleid zullen de begrotingstekorten toenemen van minder dan 1% van het bbp in 2007 tot 2,6% in 2010. Betrouwbare ramingen van de overheidsfinanciën, met name wat de staatsschuld betreft, zijn echter nauwelijks mogelijk gezien de algemene onzekerheid met betrekking tot de gevolgen voor de begrotingen van de reddingsmaatregelen die de regeringen intussen al hebben genomen.Om de effecten van de crisis te bestrijden, hebben de regeringen inderdaad al veel gedaan, zowel afzonderlijk als in het kader van een gezamenlijke strategie op Europees en internationaal niveau. In de VS heeft de regering besloten bepaalde financiële instellingen te nationaliseren, na begin oktober al besloten te hebben dat de staat riskante activa ten bedrage van 700 miljard dollar over zal nemen. In Europa betreffen de verschillende ongeveer gelijktijdig aangekondigde nationale plannen bedragen van in totaal 1 700 miljard euro, waaronder garanties van herfinanciering, maar ook maatregelen inzake herkapitalisatie en nationalisering.In die context heeft de Commissie gepoogd een bijdrage te leveren aan het debat, binnen de Europese Unie en met haar internationale partners, over de juiste reacties op de huidige financiële crisis en de sociale en economische repercussies daarvan. Zij heeft met name samen met de lidstaten onderzocht of het mogelijk is investeringsplannen te versnellen en betalingen aan lidstaten te vervroegen.Het cohesiebeleid vormt in dat verband het krachtigste en meest relevante instrument om de reële economie te ondersteunen. Met een financiële enveloppe van 347 miljard euro voor de periode 2007-2013, waarvan 250 miljard prioritair gereserveerd zijn voor de doelstellingen van de Lissabonstrategie, kan dit beleid een belangrijke bijdrage leveren aan budgettaire stabiliteit, en aan de overheidsinvesteringen in de lidstaten en de regio's van de Europese Unie. |

130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebiedDe ernstige schokken die de Europese economie ondergaat, zullen het potentiële groeipercentage op de middellange termijn doen dalen en ook de reële groei in 2009 en 2010 fors afremmen. De meest recente voorspellingen wijzen erop dat enkele nationale economieën zich al in een recessie bevinden. Deze slechte economische perspectieven zullen sterke negatieve uitwerkingen hebben op de overheidsfinanciën van de lidstaten. Daardoor zal het ook moeilijk worden te voldoen aan de voorwaarden voor de uitvoering van het cohesiebeleid, die nationale medefinanciering vereisen bij bijstandsverlening door de structuurfondsen.In die context zouden bepaalde geldende voorschriften aangepast moeten worden teneinde de uitvoering van de investeringsprojecten en de vastlegging van communautaire kredieten ten behoeve van de economie van de lidstaten en van de regio's van de EU te versnellen. Daarbij valt te denken aan de bepalingen betreffende voorfinanciering, meer in het bijzonder betreffende de uitgavenstaat, enerzijds betreffende de vergoeding van aan de begunstigden uitbetaalde voorschotten in het kader van overheidssteun in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag, en anderzijds betreffende de grote projecten, en tenslotte de bepalingen met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven en de financiële instrumentering. |

141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EUNiet van toepassing. |

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling |

| Raadpleging van belanghebbende partijen |

219 | De maatregelen van overheden met het oog op het indammen van de negatieve effecten van de financiële crisis op de reële economie kunnen alleen effectief zijn als ze snel genomen worden. Gezien de urgentie van de problemen was raadpleging van de lidstaten niet mogelijk. De voorgestelde maatregelen zijn vooral gericht op versnelling van de uitvoering van de programma's, maar enkele zullen ook tot vereenvoudiging leiden. De lidstaten hebben in dit verband herhaaldelijk bevestigd dat zij wensen dat de met de herziening van artikel 55 van de algemene verordening begonnen werkzaamheden voortgezet worden. Ook het Europees Parlement en de Rekenkamer hebben bij verschillende gelegenheden aangedrongen op vereenvoudiging van de verordeningen betreffende de fondsen. |

| Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

230 | EffectbeoordelingAlle denkbare opties voor versnelling van de uitvoering, eventueel ook door vereenvoudiging van bepaalde administratieve procedures, zijn besproken. Dit voorstel dient ter aanvulling van een reeks niet-wetgevende aanpassingen die moeten waarborgen dat de lidstaten volledig gebruik kunnen maken van de bestaande mogelijkheden voor flexibiliteit, met inbegrip van de mogelijkheid om indien noodzakelijk programma's aan te passen en te vereenvoudigen, om ze optimaal aan de nieuwe behoeften aan te passen. Ook moedigt de Commissie de lidstaten aan om de beschrijving van hun systeem van beheer en controle te finaliseren, zodat zij deze sneller kan valideren en de tussentijdse financiële transacties sneller afgehandeld kunnen worden, met inachtneming van de regels van goed financieel beheer.Dit streven naar vereenvoudiging van het beheer van de fondsen zal zonder twijfel een positief effect hebben op het tempo van de uitvoering van de programma's, met name doordat bij de start van de programma's meer financiële middelen beschikbaar zullen zijn.Een snellere uitvoering van de operationele programma's zal ook een doelmatige bijdrage leveren aan een snellere terugkeer naar een normale economische situatie zodra het einde van de crisis in zicht komt. Een verhoging van de aan de begunstigden uitbetaalde voorschotten in het kader van de reeds goedgekeurde programma's zal overheden op alle territoriale niveaus de beschikking geven over aanvullende liquide middelen. Deze voorschotten zullen ook bijdragen tot de versterking van het effect van het cohesiebeleid op de reële economie. |

3. Juridische elementen van het voorstel |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)De door de Commissie voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds zijn bedoeld om de negatieve effecten van de economische crisis als geheel tegen te gaan en op de korte termijn de uitvoering van de bijstandsverlening door de fondsen te versnellen, ten gunste van de reële economie, met name door meer steun voor het mkb.De voorgestelde wijzigingen betreffen vier hoofdlijnen:een uitbreiding van de werkingssfeer van artikel 44 betreffende financiële instrumentering tot steunverlening door de EIB en het EIF, ter ondersteuning van de lidstaten voor de voorbereiding en uitvoering van operationele programma's;een wijziging van artikel 56 betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven, met het oog op verduidelijking van de mogelijkheid de betalingen van de overheadkosten op vaste bedragen te baseren, en invoering van de mogelijkheid de bijdragen in natura te beschouwen als subsidiabele uitgaven voor de oprichting van of het bijdragen aan fondsen;een wijziging van de bepalingen betreffende de uitgavenstaten: i) voor de grote projecten, schrapping van het verbod om uitgaven voor grote projecten op te nemen in de aanvragen voor tussentijdse betalingen voordat het grote project door de Commissie is goedgekeurd, en ii) voor de overheidssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag, schrapping van de limiet van 35% van het voorschot dat aan de begunstigden kan worden uitbetaald door het orgaan dat de steun toekent, zodat voorschotten tot 100% kunnen worden uitbetaald, met inachtneming van de overige voorwaarden.een verhoging van de derde tranche van de voorfinanciering (2009) met 2% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of daarna tot de Europese Unie zijn toegetreden, de invoering van een derde tranche (2009) van 2,5% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die vóór 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden; voor wat de doelstelling van Europese territoriale samenwerking betreft, wordt als het programma ten minste één lidstaat omvat die op 1 mei 2004 of daarna is toegetreden een aanvullend percentage van 2% toegekend in 2009. Deze aanvullende middelen, die aan het begin van het jaar beschikbaar zouden worden gesteld, zouden dan snel aan de begunstigden moeten worden overgedragen, met inachtneming van de regels van goed financieel beheer. |

310 | RechtsgrondslagVerordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt gemeenschappelijke voorschriften voor de drie fondsen vast. Op grond van het beginsel van het gedeelde beheer tussen de Europese Commissie en de lidstaten stelt deze verordening een nieuw programmeringsproces en nieuwe normen voor het beheer, inclusief het financiële beheer, het toezicht, de controle en de evaluatie van de projecten vast. |

329 | SubsidiariteitsbeginselHet voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, aangezien het gericht is op het ondersteunen van de lidstaten bij de bestrijding van de effecten van de huidige financiële crisis, door middel van wijzigingen die de lidstaten een grotere rol geven bij het gedeelde beheer van de fondsen. |

| EvenredigheidsbeginselHet voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

331 | Het voorstel is beperkt tot vijf artikelen van de algemene verordening, zodat de discussie geconcentreerd kan worden op enkele bepalingen van relatief technische aard en de herziening snel besloten kan worden. Op die manier zal de rechtsonzekerheid strikt beperkt blijven tot een korte periode, en zal snel een bijdrage aan de heropleving van de economische activiteit in de Europese Unie geleverd kunnen worden.Bovendien zal, gelet op de beginselen van gelijke behandeling en rechtszekerheid, alleen de wijziging van artikel 56, lid 2, met terugwerkende kracht toegepast kunnen worden met ingang van 1 augustus 2006, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1083/2006. |

332 | De voorgestelde vereenvoudigingen zullen leiden tot een verlichting van de financiële en administratieve lasten van de lidstaten. |

| Keuze van instrumenten |

341 | Voorgesteld(e) instrument(en): verordening. |

342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.De Commissie heeft alle mogelijkheden bestudeerd die de verordeningen betreffende de fondsen bieden om investeringsprojecten en vastlegging van communautaire kredieten te versnellen, ten voordele van economieën van de lidstaten en regio's van de EU. Naast de niet-wetgevende wijzigingen zoals aangegeven in de mededeling van 26 november 2008 stelt de Commissie voor om vijf artikelen van de algemene verordening te wijzigen. Het doel van deze herziening is het mobiliseren van communautaire kredieten voor het opstarten van de projecten te vergemakkelijken, zodat die sneller uitgevoerd kunnen worden en het effect van de investeringen op de reële economie ook sneller intreedt. |

4. Gevolgen voor de begroting |

| Het voorstel voorziet in uitbetaling van 6,3 miljard euro aan aanvullende voorschotten in 2009. De andere voorgestelde wijzigingen zouden het tempo van de tussentijdse betalingen versnellen. |

2008/0233 (AVC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financiële beheer betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 161, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

Gezien de instemming van het Europees Parlement [2],

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [3],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De ongeëvenaarde crisis die de internationale financiële markten getroffen heeft, confronteert ook de Europese Unie met grote uitdagingen, die een snelle reactie vereisen om de effecten van de crisis op de economie als geheel tegen te gaan, en met name om investeringen te stimuleren om zodoende de groei en de werkgelegenheid weer op gang te brengen.

(2) Het regelgevende kader voor de programmeringsperiode 2007-2013, dat gericht is op vereenvoudiging van de programmering en het beheer van de Fondsen, en op versterking van de doeltreffendheid van de bijstandsverlening en van de subsidiariteit bij de uitvoering, is goedgekeurd.

(3) Aanpassing van bepaalde bepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 [5] is noodzakelijk teneinde de mobilisatie van communautaire kredieten voor het opstarten van de operationele programma's en van de in het kader van die programma's gesubsidieerde projecten te vergemakkelijken, zodat die sneller uitgevoerd kunnen worden en het effect van de investeringen op de economie ook sneller intreedt.

(4) De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF) dienen meer mogelijkheden te krijgen om de lidstaten te helpen bij de voorbereiding en uitvoering van de operationele programma's.

(5) Gezien de rol, uit hoofde van het Verdrag, van de EIB en het EIF als financiële instellingen van de Gemeenschap, zou het mogelijk moeten zijn dat, wanneer operaties inzake financiële instrumentering via deze instellingen worden georganiseerd, opdrachten rechtstreeks aan deze instellingen worden toegekend.

(6) Met het oog op vereenvoudiging dient met name bepaald te worden onder welke voorwaarde de overheadkosten behandeld moeten kunnen worden als uitgaven door de begunstigden bij de uitvoering van de operaties.

(7) Teneinde gebruikmaking van financiële instrumenten te vergemakkelijken, met name in de sector duurzame stadsontwikkeling, dient voorzien te worden in de mogelijkheid dat bijdragen in natura behandeld worden als subsidiabele uitgaven voor de oprichting van en het bijdragen aan fondsen.

(8) In het kader van overheidssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag dienen, om de ondernemingen en met name het mkb te ondersteunen, de voorwaarden met betrekking tot het deel van de aan de begunstigden uitbetaalde voorschotten dat in de uitgavenstaat mag worden opgenomen, versoepeld te worden.

(9) Teneinde de uitvoering van grote projecten te versnellen, dient te worden toegestaan dat de uitgaven met betrekking tot grote projecten die nog niet door de Commissie zijn goedgekeurd in de uitgavenstaten worden opgenomen.

(10) Teneinde de financiële mogelijkheden van de lidstaten te verruimen, zodat operationele programma's sneller van start kunnen gaan in een crisissituatie, dienen de bepalingen met betrekking tot de voorfinanciering gewijzigd te worden.

(11) Een aanbetaling bij het begin van de operationele programma's zou een geregelde kasstroom mogelijk maken en de betalingen aan de begunstigden bij de uitvoering van het operationele programma vergemakkelijken. Daartoe dienen bepalingen te worden vastgesteld betreffende betaling van de voorschotten voor de structuurfondsen: 7,5% (voor de lidstaten die voor 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden) en 9% (voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of later tot de Europese Unie zijn toegetreden) om bij te dragen tot snellere uitvoering van de operationele programma's.

(12) Gelet op de beginselen van gelijke behandeling en rechtszekerheid dient alleen de wijziging van artikel 56, lid 2, met terugwerkende kracht met ingang van 1 augustus 2006, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1083/2006, toegepast te kunnen worden.

(13) Verordening (EG) nr. 1083/2006 dient daarom dienovereenkomstig gewijzigd te worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 44, tweede alinea, wordt als volgt gewijzigd:

a) letter b) wordt vervangen door:

"b) indien het voorwerp van de overeenkomst niet een overheidsopdracht in de zin van het recht inzake overheidsopdrachten is, de toekenning van een subsidie, die voor de toepassing van deze verordening gedefinieerd wordt als een rechtstreekse financiële bijdrage bij wijze van schenking aan een financiële instelling zonder een oproep tot het indienen van voorstellen, indien zulks in overeenstemming met een nationale wet geschiedt, verenigbaar met het Verdrag."

b) het volgende punt c) wordt toegevoegd:

"c) de rechtstreekse toekenning van een opdracht aan de EIB of het EIF."

2. In artikel 46, lid 1, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

"De EIB of het EIF kunnen, op verzoek van de lidstaten, deelnemen aan de in de eerste alinea genoemde acties inzake technische bijstand."

3. Artikel 56, lid 2, wordt vervangen door:

"2. In afwijking van lid 1 kunnen bijdragen in natura, afschrijvingskosten en overheadkosten onder de in de derde alinea van dit lid aangegeven voorwaarden worden beschouwd als uitgaven die de begunstigden voor de uitvoering van concrete acties hebben gedaan.

In afwijking van lid 1 kunnen bijdragen in natura, in het geval van financiële instrumentering en voor de in artikel 78, lid 6, eerste alinea, bedoelde doeleinden, worden beschouwd als uitgaven voor de oprichting van of het bijdragen aan fondsen of holdingfondsen, onder de in de derde alinea van dit lid aangegeven voorwaarden.

De in de eerste en tweede alinea genoemde uitgaven dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a) de in lid 4 opgenomen subsidiabiliteitsregels bepalen dat deze uitgaven subsidiabel zijn;

b) het bedrag van de uitgaven wordt verantwoord door boekhoudkundige stukken met dezelfde bewijskracht als facturen;

c) voor bijdragen in natura bedraagt de cofinanciering uit de fondsen niet meer dan het totaal van de subsidiabele uitgaven met uitsluiting van de waarde van deze bijdragen.

In afwijking van de derde alinea, onder b), kunnen in het kader van subsidies de in de eerste alinea van dit lid genoemde overheadkosten op basis van een vast percentage gedeclareerd worden. Dit percentage wordt vooraf bepaald volgens een correcte, billijke en verifieerbare berekeningsmethode."

4. Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 wordt punt b) geschrapt;

b) lid 4 wordt vervangen door:

"4. Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 41, lid 3, weigert een financiële bijdrage aan een groot project te verlenen, dient de uitgavenstaat na dit besluit van de Commissie de betreffende voorafgaande uitgavenstaten dienovereenkomstig te corrigeren."

5. In artikel 82, lid 1, tweede alinea, worden de punten a), b), en c), vervangen door:

"a) voor de lidstaten die voor 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden: in 2007 2% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma, in 2008 3% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma en in 2009 2,5% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma;

b) voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of daarna tot de Europese Unie zijn toegetreden: in 2007 2% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma, in 2008 3% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma, en in 2009 4% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma;

c) als het operationele programma past in het kader van de doelstelling van Europese territoriale samenwerking en ten minste een van de deelnemers een lidstaat is die op 1 mei 2004 of daarna tot de Europese Unie is toegetreden: in 2007 2% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma, in 2008 3% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma, en in 2009 4% van de bijdrage van de structuurfondsen aan het operationele programma."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 3, is evenwel van toepassing met ingang van 1 augustus 2006. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Dit document dient als aanvulling op de toelichting. Vul dit financieel memorandum dus in zonder informatie uit de toelichting te herhalen, voorzover de leesbaarheid dit toelaat. Lees voor het invullen de specifieke richtsnoeren voor de onderstaande punten.

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel voor een VERORDENING (EG) NR. …/2009 VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financiële beheer betreft

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

Regionaal beleid: activiteit 13.03

Werkgelegenheid en sociale zaken: activiteit 04.02

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

De voorgestelde nieuwe acties zullen in 2009 worden uitgevoerd op basis van de volgende begrotingslijnen:

– 13.0316 Convergentie

– 13.0318 Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

– 13.0319 Europese territoriale samenwerking

– 04.0217 Convergentie

– 04.0219 Regionaal concurrentievermogen

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

De budgettaire gevolgen hebben betrekking op de betalingen die uit hoofde van de begroting voor 2009 verricht zullen worden, vanwege de voorschotten die zo snel mogelijk uitbetaald zullen worden, na goedkeuring van het voorstel voor en verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Gezien de onzekerheid ten aanzien van de tijdstippen waarop de aanvragen om tussentijdse betalingen ontvangen zullen worden, en met betrekking tot de uitvoering door de lidstaten van de in artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad bepaalde procedure, zal het voorgestelde voorschot gefinancierd worden uit al in de begroting opgenomen betalingen. Op basis van de voortgang die de lidstaten boeken met de aanvragen voor tussentijdse betalingen en met de verklaringen dat bovengenoemde procedure gevolgd is, zal de Commissie in 2009 de behoeften aan aanvullende betalingskredieten opnieuw onderzoeken, en zal zij de begrotingsautoriteit eventueel voorstellen betreffende passende acties voorleggen.

3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotings-onderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruit-zichten |

13.0316 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

13.0318 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

13.0319 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

13.0402 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

04.0217 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

04.0219 | VU/NVU | NVU | NEE | NEE | NEE | Nr. 1b |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

Op dit moment zijn nog geen aanvullende middelen voor 2009 aangevraagd, vanwege de onzekerheid ten aanzien van de tijdstippen waarop de aanvragen om tussentijdse betalingen ontvangen zullen worden, en met betrekking tot de uitvoering door de lidstaten van de in artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad bepaalde procedure.

Onderstaande tabellen geven het effect van de voorgestelde voorschotten weer. De maatregelen ter vereenvoudiging en de mogelijkheid van tussentijdse betalingen voor grote projecten nog voordat de Commissie die heeft goedgekeurd, zouden eveneens effect kunnen hebben op de verdeling van de betalingskredieten, zodat vooruitgelopen kan worden op 2009/2010. Dat effect valt in dit stadium echter nog moeilijk te kwantificeren.

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 e.v. | Totaal |

Beleidsuitgaven [6] | | | | | | | | |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1. | a | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Betalingskredieten (BK) | | b | n.v.t. | 6250,833 | 0 | 0 | 0 | -6250,833 | |

Administratieve uitgaven die in het referentiebedrag zijn begrepen [7] | | | |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4. | c | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG | | | | | | | |

Vastleggingskredieten | | a+c | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Betalingskredieten | | b+c | n.v.t. | 6250,833 | 0 | 0 | 0 | -6250,833 | 0 |

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen [8] | | |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5. | d | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6. | e | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Totale indicatieve kosten van de maatregel |

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | | a + c + d + e | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | | b + c + d + e | n.v.t. | 6250,833 | 0 | 0 | 0 | -6250,833 | 0 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | Jaar n+5 e.v. | Totaal |

…………………… | f | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a + c + d + e + f | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord [9] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

NB: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld.

in miljoen euro (tot op een decimaal)

| | Vóór de actie [Jaar n-1] | | Situatie na de actie |

Begrotings-onderdeel | Ontvangsten | | | [Jaar n] | [n+1] | [n+2] | [n+3] | [n+4] | [n+5] [10] |

| a) Ontvangsten in absolute bedragen | | | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

| b) Verschil in ontvangsten | | | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

(Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel; voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een begrotingsonderdeel.)

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 e.v. |

Totale personele middelen in VTE | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie:

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

De huidige slechte economische vooruitzichten zullen negatieve gevolgen hebben voor de overheidsfinanciën van de lidstaten, waardoor het twijfelachtig wordt of zij in staat zullen zijn de geplande niveaus van nationale medefinanciering, die noodzakelijk zijn voor een doelmatige start en uitvoering van de operationele programma's, te handhaven. In de context van het streven naar een economische ommekeer is het doel van deze wijziging van een verordening van de Raad snel te handelen om snellere investeringen mogelijk te maken, met het oog op het opnieuw op gang brengen van groei en werkgelegenheid.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Meer flexibiliteit en het beschikbaar stellen van meer middelen zullen ervoor zorgen dat de operationele programma's beter bestand zijn tegen de negatieve effecten van de huidige economische terugval en kunnen bijdragen aan het opnieuw op gang brengen van groei en werkgelegenheid.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Gezien de onzekerheid ten aanzien van de tijdstippen waarop de aanvragen om tussentijdse betalingen zullen worden ingediend en ten aanzien van de uitvoering door de lidstaten van de procedure als bedoeld in artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wordt bepaald dat het voorgestelde voorschot gefinancierd kan worden uit de bestaande betalingskredieten, onder voorbehoud van een mogelijke behoefte aan aanvullende kredieten in de loop van het tweede semester van 2009.

De positieve effecten van deze wijziging zullen naar verwachting intreden in de tweede helft van 2009 en begin 2010. De vrij langzame start van de huidige programmeringsperiode zal daardoor versneld kunnen worden. Meer flexibiliteit in samenhang met vereenvoudiging, en ruimere voorfinanciering, beantwoorden aan het verlangen van de lidstaten om over meer speelruimte te beschikken.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n) [11].

Gecentraliseerd beheer

rechtstreeks door de Commissie

gedelegeerd aan:

uitvoerende agentschappen

door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

met lidstaten

met derde landen

Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

Wat het ESF betreft, bedragen de aanvullende voorschotten van 2,5% voor de EU-15 en 2% voor de EU-12 in totaal 1 763 miljoen euro.

Wat het EFRO betreft, bedragen de aanvullende voorschotten van 2,5% voor de EU-15 (met grensoverschrijdende initiatieven ter hoogte van 2%) en 2% voor de EU-12 in totaal 4 488 miljoen euro.

Het totaalbedrag van de voorgestelde voorfinanciering is 6 251 miljoen euro.

| | EFRO | ESF | Totaal voorschot: |

EU-12 | 2,0% | 1.764.808.036 | 528.758.858 | 2.293.566.894 |

EU-15 | 2,5% | 2.567.983.696 | 1.233.899.696 | 3.801.883.392 |

EU "Europese territoriale samenwerking": | 2,0% | 155.382.632 | | 155.382.632 |

Totaal: | | 4.488.174.364 | 1.762.658.554 | 6.250.832.918 |

Tussentijdse betalingen 2000-2006: B2009 is gebaseerd op de hypothese dat de betalingen in 2009 een niveau van 95% zullen bereiken.

Tussentijdse betalingen 2007-2013: bepaalde factoren kunnen een negatief effect hebben op de tussentijdse betalingen, met name vertragingen bij de indiening door de lidstaten van adviezen over de conformiteit. Het risico bestaat dus dat bepaalde lidstaten hun verzoeken om tussentijdse betalingen pas tegen het einde van het jaar indienen, na een late goedkeuring van hun adviezen over de conformiteit.

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

Het bestaande systeem voor het toezicht op de adviezen over de conformiteit, de goedkeuring van de grote projecten en van tussentijdse betalingen voor de periode 2007-2013 zal een goede begrotingsuitvoering van de voorgestelde wijziging mogelijk maken.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

Gezien de urgentie van de situatie, die een snelle reactie vereist, is er geen evaluatie vooraf uitgevoerd.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie/evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Het bestaande toezicht is op maandbasis georganiseerd.

7. Fraudebestrijdingsmaatregelen

n.v.t.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Gem. kosten | Jaar n | Jaar n + 1 | Jaar n + 2 | Jaar n + 3 | Jaar n + 4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

| | | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten | Aantal | Totale kosten |

OPERATIONELE DOELSTELLING NR. 1 [12] … | | | | | | | | | | | | | | | | |

Actie 1…. | | | | | | | | | | | | | | | | |

Output 1 | | | | | | | | | | | | | | | | |

Output 2 | | | | | | | | | | | | | | | | |

Actie 2…. | | | | | | | | | | | | | | | | |

Output 1 | | | | | | | | | | | | | | | | |

Subtotaal doelstelling 1 | | | | | | | | | | | | | | | | |

OPERATIONELE DOELSTELLING NR. 2 … | | | | | | | | | | | | | | | | |

Actie 1…. | | | | | | | | | | | | | | | | |

Output 1 | | | | | | | | | | | | | | | | |

Subtotaal doelstelling 2 | | | | | | | | | | | | | | | | |

OPERATIONELE DOELSTELLING NR. n | | | | | | | | | | | | | | | | |

Subtotaal doelstelling n | | | | | | | | | | | | | | | | |

TOTALE KOSTEN | | | | | | | | | | | | | | | | |

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden

Soort post | | Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) |

| | Jaar n | Jaar n + 1 | Jaar n + 2 | Jaar n + 3 | Jaar n + 4 | Jaar n + 5 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel [13] (XX 01 01) | A*/AD | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

| B*, C*/AST | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel [14] | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel [15] | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

TOTAAL | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

(Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron)

Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel(nummer en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Uitvoerende agentschappen [16] | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Andere technische en administratieve bijstand | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

- intern | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

- extern | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Totaal technische en administratieve bijstand | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel | Jaar n | Jaar n + 1 | Jaar n + 2 | Jaar n + 3 | Jaar n + 4 | Jaar n + 5 e.v. |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.)(vermeld begrotingsonderdeel) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Totaal personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen |

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1. |

n.v.t. |

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel |

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1. |

n.v.t. |

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepenin miljoen euro (tot op 3 decimalen) |

| Jaar n | Jaar n + 1 | Jaar n + 2 | Jaar n + 3 | Jaar n + 4 | Jaar n + 5 e.v. | TOTAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

XX 01 02 11 03 – Comités [17] | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

2. Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |

Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen |

n.v.t. |

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].

[5] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.

[6] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[7] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[8] Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

[9] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[10] Voeg zo nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).

[11] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

[12] Zoals beschreven in punt 5.3.

[13] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[14] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[15] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[16] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[17] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

--------------------------------------------------

Top