EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0625

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

/* COM/2008/0625 def. */

52008PC0625

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging /* COM/2008/0625 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 9.10.2008

COM(2008)625 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

TOELICHTING

1. De Europese Gemeenschap is partij bij regionale overeenkomsten inzake verontreiniging van de zee door ongevallen zoals de Overeenkomst van Bonn, het Verdrag van Barcelona en het Verdrag van Helsinki, die wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied vergemakkelijken in respectievelijk de Noordzee, de Middellandse Zee en de Oostzee. Na de olieramp met de tanker Aragon voor de kust van Madeira in 1990 heeft Portugal de aanzet gegeven tot de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (Overeenkomst van Lissabon). Deze overeenkomst voorziet in een mechanisme voor samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen in geval van verontreiniging veroorzakende ongevallen, en verplicht de partijen eigen structuren en plannen voor noodsituaties vast te stellen en uit te voeren. Zij is van toepassing op het Noordoost-Atlantische gebied; dit is het gebied dat begrensd wordt door de buitengrens van de exclusieve economische zone van elk van de overeenkomstsluitende Staten, en door de grenzen van andere regionale overeenkomsten zoals de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) en het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging (Verdrag van Barcelona).

2. De Overeenkomst van Lissabon is op 17 oktober 1990 door Portugal, Spanje, Frankrijk, Marokko en de Europese Gemeenschap ondertekend. De overeenkomst werd vervolgens bekrachtigd door Portugal, Frankrijk en de Europese Gemeenschap. Vanwege een politiek geschil over de grenzen in de westelijke Sahara bekrachtigden Spanje en Marokko de overeenkomst echter niet, aangezien artikel 3, onder c), betreffende het geografische toepassingsgebied van de overeenkomst, stelt: "in het zuiden door de zuidgrens van de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van het Koninkrijk Marokko vallen."

3. Na het bereiken van overeenstemming over het aanvullend protocol tot wijziging van artikel 3, onder c), van de Overeenkomst van Lissabon, is het protocol door Portugal, Spanje, Frankrijk en Marokko op 20 mei 2008 in Lissabon ondertekend. De Gemeenschap werd verzocht het protocol samen met de andere overeenkomstsluitende partijen te ondertekenen.

Gezien het bovenstaande is het dienstig dat de Gemeenschap het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging onder voorbehoud van sluiting ondertekent.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Overwegende hetgeen volgt:

1. De Gemeenschap is partij bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (Overeenkomst van Lissabon)[2].

2. Vanwege een politiek geschil over de grenzen in de westelijke Sahara hebben Spanje en Marokko de Overeenkomst van Lissabon niet bekrachtigd. Het geschil is nu opgelost door het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging, waarbij artikel 3, onder c), van de Overeenkomst van Lissabon wordt gewijzigd.

3. Het is dienstig dat het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging onder voorbehoud van sluiting namens de Commissie wordt ondertekend,

BESLUIT:

Enig artikel

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging onder voorbehoud van sluiting namens de Gemeenschap te ondertekenen en hun de daartoe benodigde volmachten te verlenen.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

[1] PB C

[2] Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993.

Top