EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0240

Stijgende spanning in Burundi Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over de stijgende spanning in Burundi

PB C 279E van 19.11.2009, p. 115–118 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 279/115


Stijgende spanning in Burundi

P6_TA(2008)0240

Resolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2008 over de stijgende spanning in Burundi

(2009/C 279 E/25)

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Burundi,

gezien de overeenkomst inzake een algeheel staakt-het-vuren van Dar-es-Salaam tussen de Burundese regering en de nationale bevrijdingskrachten (FNL), die op 7 september 2006 ondertekend is,

gezien het actieplan dat op 22 tot 23 februari 2008 in Kaapstad aangenomen is (het Actieplan),

gezien de verklaring van 23 april 2008. van het Voorzitterschap namens de Europese Unie inzake de recente aanvallen op Bujumbura,

gezien de verklaring van 24 april 2008 van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de situatie in Burundi,

gezien de rapporten van het geïntegreerd VN-bureau in Burundi,

gezien het verslag van Human Rights Watch: „Every Morning They Beat Me: Police Abuses in Burundi” (Elke morgen word ik geslagen: mishandelingen door de politie in Burundi) van april 2008,

gelet op artikel 115, lid 1 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de vijandelijkheden tussen de regeringstroepen en de opstandelingen van het FNL in Burundi sinds 17 april 2008 opnieuw uitgebroken zijn, zodat duizenden burgers hun huis hebben moeten ontvluchten en 50 strijders van de rebellenmacht het leven verloren hebben,

B.

overwegende dat Burundi na 14 jaar burgeroorlog nog altijd blijvende vrede moet zien te bereiken, terwijl het conflict een kritieke humanitaire en sociaal-economische situatie met zich meegebracht heeft, die de stabiliteit in de regio in gevaar brengt,

C.

overwegende dat de internationale inspanningen van de 2 laatste jaren — ook het regionaal vredesinitiatief voor Burundi — om een vredesovereenkomst tussen de regering van Burundi en het FNL te bereiken, mislukt zijn,

D.

overwegende dat de onderhandelingen tussen de regering van Burundi en het FNL in juli 2007 afgesprongen zijn, toen het FNL de gezamenlijke controle- en toezichtsregeling (Joint Verification and Monitoring Mechanism, (JVMM) opgezegd heeft die ingesteld was om toezicht te houden op het akkoord inzake het algehele staakt-het-vuren,

E.

overwegende dat de aanhoudende opstanden van het FNL door velen als de uiteindelijke hinderpaal voor blijvende stabiliteit in Burundi gezien worden en dat er een politieke oplossing nodig is om het FNL te kunnen ontwapenen,

F.

overwegende dat de ministers van Buitenlandse Zaken van Tanzania en Oeganda er aanvang mei 2008 tijdens een bijeenkomst onder auspiciën van het regionaal vredesinitiatief voor Burundi, bij het FNL en andere belangrijke rebellenleiders op aangedrongen hebben om Tanzania, waar ze hun basis hebben, te verlaten en naar Burundi te reizen om er vredesonderhandelingen aan te vatten,

G.

overwegende dat er in augustus 2007 aanvallen op de woningen van politieke persoonlijkheden uitgevoerd zijn die niet of niet meer aan de kant van de president van Burundi, Pierre Nkurunziza staan,

H.

overwegende dat 46 Burundese parlementsleden die voor hun fysieke integriteit vrezen, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties aangeschreven hebben om bescherming door de Verenigde Naties te vragen,

I.

overwegende dat de Europese Unie Burundi als pilot-land voor de uitvoering van een prioritair actieplan gekozen heeft, om de snelheid en doeltreffendheid van de hulpverlening aan ontwikkelingslanden in noodsituaties te verbeteren,

J.

overwegende dat er op het ogenblik klaarblijkelijk meer dan 700 gezinnen (ongeveer 3 500 personen) van de zorg van de overheid afhankelijk zijn en op voedsel en noodrantsoenen wachten,

K.

overwegende dat de jongste vijandelijkheden een onderdeel van een reeks botsingen zijn die nog meer gezinnen (35 000 mensen) ontheemd hebben gemaakt, waarmee het totaal aantal binnenlandse ontheemden op meer dan 100 000 personen komt, terwijl Tanzania de Burundese vluchtelingen naar hun land wenst terug te sturen en Burundi nog altijd duizenden Rwandese en Kongolese vluchtelingen opvangt,

L.

overwegende dat de Burundese veiligheidsdiensten naar verluidt ongeveer 200 personen onwettig opgesloten hebben die van steun aan de rebellen van het FNL beschuldigd worden,

M.

overwegende dat de Burundese regering op 2 mei 2008 bericht heeft dat er 4 strijders van de rebellenmacht en 1 Burundese soldaat gesneuveld waren in wat een hinderlaag van het FNL genoemd werd,

N.

overwegende dat het klimaat van rechteloosheid in Burundi een toestand geschapen heeft waarbij foltering door politie en veiligheidsdiensten en onwettige opsluiting aan de orde van de dag zijn,

O.

overwegende dat de Burundese nationale politiemacht, die in 2004 onder een overgangsregering opgericht is, niet zeer goed opgeleid is en uit vroegere opstandelingen, soldaten en politieagenten,

P.

overwegende dat Unicef van 2004 tot 2006 in Burundi meer dan 3 000 kindsoldaten heeft helpen demobiliseren, dat er onlangs kinderen uit een demobilisatiecentrum ontsnapt en op rooftocht gegaan zijn, en dat er zich nog meer dan 500 kinderen in handen van het FNL bevinden,

Q.

overwegende dat Burundi na Oeganda en Ethiopië het derde land was dat een bijdrage leverde tot de in Mogadisjoe gebaseerde vredesmacht van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom) door ondanks de onzekere veiligheidstoestand in Burundi 800 soldaten te sturen,

1.

drukt zijn ernstige bezorgdheid uit over de recente militaire confrontaties in Burundi tussen de nationale verdedigingskrachten en het FNL, die onschuldige mensenlevens geëist hebben;

2.

vraagt alle partijen om de overeenkomst inzake het algehele staakt-het-vuren te eerbiedigen, opnieuw onderhandelingen aan te vatten en na het staakt-het-vuren snelle stappen te ondernemen om de JVMM uit te voeren;

3.

dringt er vooral bij het FNL en zijn leider Agathon Rwasa op aan om op constructieve manier aan het vredesproces deel te nemen;

4.

vraagt de buurlanden van Burundi erop toe te zien dat ze zich niet als uitvalbasis voor de rebellenbeweging laten gebruiken en is ingenomen met het besluit van Tanzania om niet meer als toevluchtsoord voor de FNL-leiders te dienen;

5.

vraagt de Commissie om maatregelen op te stellen om de reïntegratie van voormalige FNL-strijders in de samenleving te vergemakkelijken zodra er een akkoord ondertekend is;

6.

vraagt de Commissie om haar humanitaire bijstand op te voeren, ook voor vluchtelingen en binnenlandse ontheemden, en pas en alleen weer te verminderen wanneer deze door tastbare ontwikkelingsmaatregelen vervangen wordt, om zo een probleemloze overgang tussen humanitaire hulpverlening en ontwikkelingsbeleid te verzekeren;

7.

vraagt de donors om hun toezeggingen gestand te doen en voorafgaande coördinatie te verzekeren teneinde de doeltreffendheid van de hulpverlening te verbeteren;

8.

vraagt de Commissie om een spoedige en betekenisvolle verhoging in de financiële middelen voor te stellen die de Europese Unie voor Burundi uittrekt, meer bepaald naar aanleiding van de halftijdse herziening van het 10de Europees Ontwikkelingsfonds;

9.

vraagt de Commissie, gezien de kwetsbaarheid van Burundi en in het kader van het broodnodige actieplan, om bij voorrang steun te verlenen voor

programma's voor beter bestuur en democratisch landsbeleid;

gezondheidsbeleid, door middel van de oprichting van gezondheidscentra en de onmisbare vernieuwing van het ziekenhuisnetwerk;

het besluit van de Burundese regering om gratis lager onderwijs te verstrekken;

de aanhoudende inspanningen om de infrastructuur in Burundi te verbeteren;

10.

benadrukt, gezien de urgentie van de situatie, dat de voornaamste aandacht naar tastbare beleidsmaatregelen moet gaan die voor de bevolking van Burundi zichtbaar zijn;

11.

vraagt de Commissie en de lidstaten om in Burundi hun aanwezigheid op het terrein te verbeteren;

12.

vraagt de Commissie om de activiteiten te stimuleren van ngo's en plaatselijke overheden in de Europese Unie die op hulpverlening voor de plaatselijke autoriteiten en het maatschappelijk middenveld in Burundi gericht zijn;

13.

bevestigt nogmaals zijn steun voor de Zuid-Afrikaanse bemiddeling en de regionale initiatieven en blijft vastbesloten om als deelnemer aan de politieke leiding een actieve rol te vervullen om de hindernissen voor de uitvoering van het Actieplan weg te nemen en alle pogingen te steunen om de onderhandelingen weer op gang te brengen en de vrede in Burundi te consolideren; verleent ook de VN-commissie voor vredesopbouw zijn steun bij haar bemiddelingspogingen;

14.

stelt vast dat Burundi blijk van grotere stabiliteit geeft sinds er een nieuwe grondwet van kracht geworden is, met daarop volgende algemene verkiezingen maar vraagt om als vertrouwenwekkende maatregel een vredes- en verzoeningscommissie op te richten, die een klimaat van vertrouwen en stabiliteit tussen de verschillende belanghebbende partijen helpt herstellen, en vraagt de regeringen van de lidstaten om een dergelijk initiatief financieel en logistiek te ondersteunen;

15.

vraagt de Burundese regering om onmiddellijk in te grijpen om eerbied voor de wet te verzekeren, een einde aan het klimaat van rechteloosheid te maken, te zorgen dat degenen die zich aan misbruik schuldig gemaakt hebben voor de rechter komen, en de opleiding van het politiekorps te verbeteren;

16.

verheugt zich over de recente vrijlating van 232 kinderen na 8 maanden onderhandelen met een dissidente factie van het FNL door onder meer de Burundese regering, het maatschappelijk middenveld en de agentschappen van de Verenigde Naties;

17.

verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de beide voorzitters van de paritaire parlementaire vergadering ACS-EU, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en de regeringen en parlementen vna het gebied van de Grote Meren en Zuid-Afrika.


Top