This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52008DC0705
Communication from the Commission to the Council and the European Parliament - Instrument for pre-accession assistance (IPA) multi-annual indicative financial framework for 2010-2012
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) meerjarig indicatief financieel kader voor 2010-2012
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) meerjarig indicatief financieel kader voor 2010-2012
/* COM/2008/0705 def. */
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) meerjarig indicatief financieel kader voor 2010-2012 /* COM/2008/0705 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 5.11.2008 COM(2008) 705 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2010-2012 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2010-2012 Inleiding Het Meerjarig Indicatief Financieel Kader (MIFF) voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) moet informatie geven over de indicatieve verdeling van het totale IPA-budget dat de Commissie overeenkomstig artikel 5 van de IPA-Verordening (EG) nr. 1085/2006 voorstelt. Het MIFF vormt de schakel tussen het politieke kader dat deel uitmaakt van het uitbreidingspakket en het begrotingspoces. Voor ieder begunstigd land en voor programma's met meerdere begunstigden wordt een indicatieve meerjarenplanning (MIPD) vastgesteld aan de hand waarvan de pretoetredingssteun wordt verstrekt. Daarin wordt rekening gehouden met de in het MIFF voorgestelde indicatieve verdeling. Het MIFF is gebaseerd op een doorlopende programmeringscyclus van drie jaar. Onder normale omstandigheden wordt in het laatste kwartaal van jaar N-2 in het kader van het uitbreidingspakket een MIFF gepresenteerd voor de jaren N, N+1 en N+2. Dit MIFF vormt het voorstel voor een financiële vertaling van de politieke prioriteiten in het pakket zelf, rekening houdend met het financiële kader. Het onderhavige MIFF betreft de jaren 2010-2012. Het geeft aan hoe het budget voor pretoetredingssteun per land en per sector over deze jaren wordt verdeeld en geeft een indicatie van het budget voor de meerbegunstigdenprogramma's en de ondersteunende uitgaven. De algemene politieke prioriteiten voor het pretoetredingsproces worden vastgesteld in de toetredingspartnerschappen en de Europese partnerschappen, de jaarlijkse voortgangsverslagen en het strategiedocument over de uitbreiding, dat onderdeel is van het uitbreidingspakket dat ieder jaar aan de Raad en het Europees Parlement wordt voorgelegd. Strategische financiële programmering 1. Verdeling van de middelen over de landen Het uitgangspunt voor de toewijzingen in 2007 was de verbintenis van de Commissie dat geen enkel begunstigd land in 2007 minder zou ontvangen dan in 2006, en dat Bosnië-Herzegovina en Albanië niet minder zouden ontvangen dan het jaargemiddelde van de financiering die beide landen in 2004, 2005 en 2006 hadden gekregen. Dit laatste punt houdt verband met het feit dat de financiering voor die landen al grotendeels in 2004 werd uitgekeerd. In 2007 waren de kredieten voor bijna 100% vastgelegd (met inbegrip van naar 2008 overgedragen kredieten, die volledig zijn vastgelegd). De cijfers voor 2008 en later zijn berekend op basis van de toewijzingen per hoofd van de bevolking, die in het verleden als representatief voor de behoeften en de impact zijn genoemd. Aldus gemeten zouden de landen van de westelijke Balkan hun positie gedurende de periode van het huidige financiële kader moeten kunnen optrekken tot boven het gemiddelde van 23 euro per hoofd van de bevolking in 2004-2006 (prijspeil 2004), dat zij uit hoofde van CARDS ontvingen. Volgens het MIFF voor 2008-2010 zou dit resultaat uiterlijk in 2010 voor elk land van de westelijke Balkan bereikt moeten zijn. De cijfers voor 2011 en 2012 blijven voor alle landen van de westelijke Balkan op hetzelfde peil. Voor Montenegro ligt de financiering per hoofd van de bevolking hoger dan voor de andere potentiële kandidaat-lidstaten, doordat er voor adequaat bestuur een minimumfinancieringspeil nodig is ongeacht de omvang van het land. De totale verdeling van de middelen over de verschillende landen is gehandhaafd, met uitzondering van Kosovo, dat extra middelen heeft ontvangen, waardoor het bedrag van de IPA-middelen is toegenomen. In 2008 heeft de begrotingsautoriteit 60 miljoen euro toegekend in het kader van een bredere beschikbaarstelling van nieuwe middelen om de stabiliteit en de ontwikkeling van Kosovo te ondersteunen. Voor 2009 is in aansluiting op de donorconferentie van juli 2008 in een nota van wijzigingen bij het voorontwerp van begroting 2009 nog eens 40 miljoen euro extra gevraagd. Voor de kandidaat-lidstaten Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt voor 2008 een niveau van ruim 30 euro per hoofd van de bevolking (prijspeil 2004) voorzien. Voor Kroatië wordt dit peil in 2009-2012 gehandhaafd. Voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijft de financiering per hoofd van de bevolking toenemen, omdat voor goed bestuur een minimumfinanciering noodzakelijk is ongeacht de omvang van het land. Voor Turkije wordt het steunvolume per hoofd van de bevolking over de periode 2007-2012 geleidelijk verhoogd, rekening houdend met de omvang en de absorptiecapaciteit van het land. 2. Verdeling van de middelen over de sectoren De IPA-middelen worden verstrekt voor de volgende vijf sectoren: I – Overgang en institutionele opbouw; II – Grensoverschrijdende samenwerking; III – Regionale ontwikkeling; IV – Ontwikkeling van het menselijk potentieel; V – Plattelandsontwikkeling. Sector I, Steun voor overgang en institutionele opbouw, omvat alle maatregelen voor institutionele opbouw en investeringen in verband met het communautair acquis . Deze sector helpt de begunstigde landen bij de opbouw van bestuurlijke en justitiële capaciteit en steunt aan de hand van een prioriteitenlijst samenwerkingsmaatregelen die niet uitdrukkelijk in andere sectoren zijn opgenomen. Sector II, Grensoverschrijdende samenwerking, steunt grensoverschrijdende activiteiten tussen de begunstigde landen onderling en tussen de begunstigde landen en de lidstaten en omvat ook de deelneming van IPA-begunstigden aan EFRO-programma's voor transnationale en interregionale samenwerking en aan ENPI-zeebekkenprogramma's. Sector III, Regionale ontwikkeling, staat open voor de kandidaat-lidstaten en sluit zo nauw mogelijk aan bij het EFRO en het Cohesiefonds, zodat de begunstigde landen zich nu al maximaal op de tenuitvoerlegging van de structuurfondsen krachtens de regels voor externe bijstand kunnen voorbereiden. Sector IV, Ontwikkeling van het menselijk potentieel, staat open voor kandidaat-lidstaten en bereidt ze voor op de programmering, de tenuitvoerlegging en het beheer van het Europees Sociaal Fonds in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Sector V, Plattelandsontwikkeling, helpt de kandidaat-lidstaten zich voor te bereiden op door de EU gefinancierde programma's voor plattelandsontwikkeling na de toetreding, door pretoetredingssteun te verstrekken aan de hand van systemen die zoveel mogelijk overeenstemmen met die welke na de toetreding worden geïmplementeerd. Bij de verdeling over de verschillende sectoren is rekening gehouden met de vorderingen van de systemen voor gedecentraliseerd beheer die nodig zijn voor de implementatie van de sectoren III, IV en V in de huidige kandidaat-lidstaten en met het beginsel dat de financiering uit sector II die verband houdt met grensoverschrijdende samenwerking met de lidstaten, moet overeenstemmen met de overeenkomstige EFRO-middelen uit rubriek 1b. 3. Overige toewijzingen Uitgaven voor ondersteuning Dit budget omvat de administratieve kosten die direct verband houden met de implementatie van het IPA. In 2007 en 2008 omvat het ook de administratieve kosten van de geleidelijke stopzetting van eerdere pretoetredingssteun, onder meer voor Bulgarije en Roemenië. Toewijzing voor meerbegunstigdenprogramma's De meerbegunstigdenprogramma's beogen de nationale programma's aan te vullen en de multilaterale betrekkingen binnen de westelijke Balkan en Turkije te versterken. De strategie is toegespitst op cruciale terreinen voor de Europese integratie en stabiliteit in de regio. Uit deze toewijzing worden programma's gefinancierd met een regionale impact en/of programma's die voordeel kunnen hebben bij schaalvergroting of vergroting van het toepassingsbereik wanneer zij horizontaal in een aantal begunstigde landen worden uitgevoerd. De uit deze toewijzing gefinancierde programa's dienen onder meer ter ondersteuning van de Regionale school voor overheidsadministratie, de Centraal-Europese vrijhandelsovereenkomst (CEFTA), de Regionale samenwerkingsraad (RCC) en de nieuwe Faciliteit voor het maatschappelijk middenveld. De institutionele opbouw wordt gesteund via het TAIEX-instrument en er worden middelen uitgetrokken voor audits, de evaluatie van regionale en nationale programma's en informatie en communicatie. Een substantieel deel van de regionale en horizontale toewijzing zal blijven gaan naar investeringen voor het MKB, energie-efficiëntie en infrastructuurontwikkeling, en zal worden verstrekt in nauwe samenwerking met de Europese Investeringsbank en andere internationale financiële instellingen. Deze steun zal worden afgestemd op de besprekingen over het infrastructuurinitiatief in de context van het nieuwe investeringskader voor de westelijke Balkan, dat de verbetering beoogt van de coördinatie en samenwerking tussen de diverse donorinitiatieven en de internationale financiële instellingen die zich actief voor de westelijke Balkan inzetten. Toelichting bij de cijfers De cijfers in onderstaande tabel zijn uitgedrukt in lopende prijzen in euro . De tabel vermeldt de toewijzingen per land en per afdeling, en de middelen voor het meerbegunstigdenprogramma en de ondersteuningsuitgaven. Voor alle duidelijkheid zijn de definitieve cijfers voor 2007 en de bijgewerkte cijfers voor 2008 en 2009 opgenomen. Meerjarig Indicatief Financieel Kader: uitsplitsing van het budget voor het instrument voor pretoetredingssteun 2010-2012 in toewijzingen per land en per afdeling Afdeling | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | KROATIË | Overgangssteun en institutionele opbouw | 49 611 775 | 45,374 274 | 45 601 430 | 39 483 458 | 39 959 128 | 40 872 310 | Grensover-schrijdende samenwerking | 9 688 225 | 14 725 726 | 15 898 570 | 16 216 542 | 16 540 872 | 16 871 690 | Regionale ontwikkeling | 45 050 000 | 47 600 000 | 49 700 000 | 56 800 000 | 58 200 000 | 59 348 000 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 11 377 000 | 12 700 000 | 14 200 000 | 15 700 000 | 16 000 000 | 16 040 000 | Plattelands-ontwikkeling | 25 500 000 | 25 600 000 | 25 800 000 | 26 000 000 | 26 500 000 | 27 268 000 | TOTAAL | 141 227 000 | 146 000 000 | 151 200 000 | 154 200 000 | 157 200 000 | 160 400000 | VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË | Overgangssteun en institutionele opbouw | 41 641 613 | 41 122 001 | 38 128 499 | 36 317 068 | 34 503 410 | 32 979 479 | Grensover-schrijdende samenwerking | 4 158 387 | 4 077 999 | 5 571 501 | 5 682 932 | 5 796 590 | 5 912 521 | Regionale ontwikkeling | 7 400 000 | 12 300 000 | 20 800 000 | 29 400 000 | 35 000 000 | 39 400 000 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 3 200 000 | 6 000 000 | 7 100 000 | 8 400 000 | 9 400 000 | 10 580 000 | Plattelands-ontwikkeling | 2 100 000 | 6 700 000 | 10 200 000 | 12 500 000 | 14 000 000 | 16 928 000 | TOTAAL | 58 500 000 | 70 200 000 | 81 800 000 | 92 300 000 | 98 700 000 | 105 800 000 | TURKIJE | Overgangssteun en institutionele opbouw | 256 702 720 | 256 125 297 | 233 200 653 | 211 312 664 | 230 620 919 | 250 900 336 | Grensover-schrijdende samenwerking | 2 097 280 | 2 874 703 | 9 399 347 | 9 587 336 | 9 779 081 | 9 974 664 | Regionale ontwikkeling | 167 500 000 | 173 800 000 | 182 700 000 | 238 100 000 | 291 400 000 | 350 805 000 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 50 200 000 | 52 900 000 | 55 600 000 | 63 400 000 | 77 600 000 | 89 930 000 | Plattelands-ontwikkeling | 20 700 000 | 53 000 000 | 85 500 000 | 131 300 000 | 172 500 000 | 197 890 000 | TOTAAL | 497 200 000 | 538 700 000 | 566 400 000 | 653 700 000 | 781 900 000 | 899 500 000 | Afdeling | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | ALBANIË | Overgangssteun en institutionele opbouw | 54 318 790 | 62 117 756 | 70 917 079 | 82 711 421 | 84 301 650 | 85 987 683 | Grensover-schrijdende samenwerking | 6 681 210 | 8 582 244 | 10 282 921 | 10 488 579 | 10 698 350 | 10 912 317 | TOTAAL | 61 000 000 | 70 700 000 | 81 200 000 | 93 200 000 | 95 000 000 | 96 900 000 | BOSNIË-HERZEGOVINA | Overgangssteun en institutionele opbouw | 58 136 394 | 69 854 783 | 83 892 254 | 100 688 099 | 102 681 861 | 104 700 000 | Grensover-schrijdende samenwerking | 3 963 606 | 4 945 217 | 5 207 746 | 5 311 901 | 5 418 139 | 5 526 501 | TOTAAL | 62 100 000 | 74 800 000 | 89 100 000 | 106 000 000 | 108 100 000 | 110 200 000 | MONTENEGRO | Overgangssteun en institutionele opbouw | 27 490 504 | 28 112 552 | 28 632 179 | 29 238 823 | 29 843 599 | 30 446 471 | Grensover-schrijdende samenwerking | 3 909 496 | 4 487 448 | 4 667 821 | 4 761 177 | 4 856 401 | 4 953 529 | TOTAAL | 31 400 000 | 32 600 000 | 33 300 000 | 34 000 000 | 34 700 000 | 35 400 000 | SERVIË | Overgangssteun en institutionele opbouw | 181 496 352 | 179 441 314 | 182 551 643 | 186 206 679 | 189 956 810 | 193 801 948 | Grensover-schrijdende samenwerking | 8 203 648 | 11 458 686 | 12 248 357 | 12 493 321 | 12 743 190 | 12 998 052 | TOTAAL | 189 700 000 | 190 900 000 | 194 800 000 | 198 700 000 | 202 700 000 | 206 800 000 | KOSOVO[1] | Overgangssteun en institutionele opbouw[2] | 68 300 000 | 184 700 000 | 103 339 798 | 64 484 594 | 65 828 286 | 67 070 852 | Grensover-schrijdende samenwerking | 0 | 0 | 2 760 202 | 2 815 406 | 2 871 714 | 2 929 148 | TOTAAL | 68 300 000 | 184 700 000 | 106 100 000 | 67 300 000 | 68 700 000 | 70 000 000 | TOTAAL LANDENPROGRAMMA'S | 1 109 427 000 | 1 308 600 000 | 1 303 900 000 | 1 399 400 000 | 1 547 000 000 | 1 685 000 000 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | TOTAAL LANDENPROGRAMMA'S | 1 109 427 000 | 1 308 600 000 | 1 303 900 000 | 1 399 400 000 | 1 547 000 000 | 1 685 000 000 | REGIONALE EN HORIZONTALE PROGRAMMA'S | 108 980 000 | 135 700 000 | 160 000 000 | 157 700 000 | 160 800 000 | 164 200 000 | UITGAVEN VOOR ONDERSTEUNING | 44 793 000 | 54 000 000 | 56 500 000 | 64 600 000 | 75 000 000 | 80 500 000 | EINDTOTAAL | 1 263 200 000 | 1 498 300 000 | 1 520 400 000 | 1 621 700 000 | 1 782 800 000 | 1 929 700 000 | Cijfers in euro (huidig prijsniveau) [1] Overeenkomstig Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad. [2] De Commissie heeft in haar nota van wijzigingen nr. 1 bij het voorontwerp van begroting 2009 voorgesteld om in het kader van een bredere mobilisering van nieuwe middelen ter ondersteuning van de stabiliteit en de ontwikkeling van Kosovo de IPA-finaniering voor Kosovo in 2009 met 40 miljoen euro te verhogen. Bovendien is zij van plan een bedrag van 60 miljoen euro dat oorspronkelijk voor macro-financiële bijstand in Kosovo bestemd was, van hoofdstuk 1 naar hoofdstuk 22 van de begroting over te schrijven, voor besteding uit hoofde van het IPA. Beide bedragen zijn voorlopig opgenomen in de in deze tabel vermelde toewijzingen van sector I voor Kosovo.