EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XX0901(02)

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in Zaak COMP/M.4404 — Universal/BMG (Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21 )

PB C 204 van 1.9.2007, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 204/8


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in Zaak COMP/M.4404 — Universal/BMG

(Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)

(2007/C 204/04)

Op 3 november 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad waarin was meegedeeld dat de onderneming Universal Music Group Inc. („Universal”) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de genoemde verordening van de Raad volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming BMG Music Publishing („BMG”) die momenteel deel uitmaakt van het Bertelsmann-concern, door de aankoop van aandelen en activa.

Na onderzoek van het door de partijen bij de voorgenomen concentratie verstrekte bewijsmateriaal en na een marktonderzoek concludeerde de Commissie dat de concentratie aanleiding gaf tot ernstige twijfels omtrent de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt en besloot zij derhalve op 8 december 2006 de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden.

Op 21 december 2006, alsmede op 26 januari 2007, kreeg de aanmeldende partij toegang tot de belangrijke documenten, overeenkomstig de best practices on the conduct of EC merger control proceedings.

Op 15 maart 2007 boden de partijen toezeggingen aan, waardoor het oorspronkelijke concentratievoornemen werd gewijzigd. Deze toezeggingen werden op 26 maart 2007, en nogmaals op 30 maart 2007, gewijzigd, en op 23 april 2007 werden de definitieve toezeggingen voorgelegd. Op basis van deze toezeggingen meende de bevoegde dienst van de Commissie dat de ernstige twijfels waren weggenomen. Derhalve werd geen mededeling van punten van bezwaar naar de partijen gestuurd.

De raadadviseur-auditeur ontving van de partijen of derden geen vragen in verband met het marktonderzoek.

De zaak behoeft geen bijzondere opmerkingen wat betreft het recht van de partijen om te worden gehoord.

Brussel, 11 mei 2007

Serge DURANDE


Top