EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007XC1023(03)

Uitnodiging opmerkingen te maken over de ontwerp-verordening van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten

PB C 248 van 23.10.2007, p. 13–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 248/13


Uitnodiging opmerkingen te maken over de ontwerp-verordening van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten

(2007/C 248/10)

Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen maken door deze binnen één maand vanaf de datum van de bekendmaking van deze ontwerp-verordening te zenden aan:

European Commission

Directorate-General for Fisheries and Maritime Affairs

DG FISH-D3 (Legal issues)

Rue Joseph II, 99

B-1049 Brussels

Fax (32-2) 295 19 42

E-mail: fish-aidesdetat@ec.europa.eu

De tekst zal ook beschikbaar zijn op volgende website:

http://ec.europa.eu/fisheries/legislation/state_aid_en.htm

ONTWERP VERORDENING (EG) Nr. …/… VAN DE COMMISSIE

van …

betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen (1), en met name op artikel 1, lid 1, onder a), punt i),

Na bekendmaking van de ontwerp-verordening (2),

Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 994/98 is aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om in overeenstemming met artikel 87 van het Verdrag vast te stellen dat steun voor kleine en middelgrote ondernemingen die aan bepaalde voorwaarden voldoet, met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is en niet moet worden aangemeld uit hoofde van artikel 88, lid 3, van het Verdrag.

(2)

Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (3) is niet van toepassing op activiteiten die verband houden met de productie, verwerking of afzet van visserijproducten en producten van de aquacultuur die vallen onder Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (4).

(3)

De Commissie heeft de artikelen 87 en 88 van het Verdrag reeds toegepast op kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten, en heeft haar beleid duidelijk vastgelegd, laatstelijk in de Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (5) (hierna „visserijrichtsnoeren” genoemd). Gezien de uitgebreide ervaring van de Commissie met de toepassing van die artikelen op kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten, is het passend dat de Commissie ook ten aanzien van deze ondernemingen gebruik maakt van de haar bij Verordening (EG) nr. 994/98 toegekende bevoegdheden om voor een doeltreffend toezicht te zorgen en de administratie te vereenvoudigen zonder dat de controle door de Commissie daardoor wordt verzwakt, voor zover artikel 89 van het Verdrag op dergelijke producten van toepassing is verklaard.

(4)

De verenigbaarheid van staatssteun in de visserijsector met de gemeenschappelijke markt wordt door de Commissie beoordeeld aan de hand van de doelstellingen van het mededingingsbeleid enerzijds en die van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) anderzijds.

(5)

Deze verordening heeft betrekking op soorten steunmaatregelen in de visserijsector die door de Commissie al jarenlang routinematig worden goedgekeurd. De verenigbaarheid van deze steun met de gemeenschappelijke markt hoeft niet geval per geval door de Commissie te worden beoordeeld, op voorwaarde dat de betrokken steun voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (6) en aan bepaalde andere voorwaarden. Hoewel Verordening (EG) nr. 1198/2006 slechts sinds 4 september 2006 van kracht is, heeft de Commissie op basis van de bestaande visserijrichtsnoeren voldoende ervaring met de toepassing van vergelijkbare voorwaarden op de betrokken soorten maatregelen opgedaan om te constateren dat de in die verordening vastgestelde voorwaarden precies genoeg zijn om te rechtvaardigen dat geen geval-per-geval-beoordeling wordt opgelegd.

(6)

Deze verordening dient de mogelijkheid voor de lidstaten om staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten, aan te melden, onverlet te laten. Dergelijke aanmeldingen zal de Commissie beoordelen in het licht van deze verordening en op basis van de visserijrichtsnoeren.

(7)

Ieder voornemen van een lidstaat om in de visserijsector steun te verlenen die niet onder deze verordening noch onder andere op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 994/98 vastgestelde verordeningen valt, moet ook in de toekomst overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag worden aangemeld. Dergelijke steun wordt beoordeeld in het licht van de onderhavige verordening en van de visserijrichtsnoeren.

(8)

Uit hoofde van de onderhavige verordening moet een vrijstelling gelden voor elke steunmaatregel die aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet, alsook voor elke steunregeling, op voorwaarde dat alle steun die krachtens die regeling kan worden toegekend, aan alle relevante voorwaarden van deze verordening voldoet. Bij steunregelingen en bij individuele steunverlening zonder toepassing van een steunregeling moet uitdrukkelijk naar deze verordening worden verwezen.

(9)

Voor de samenhang met door de Gemeenschap gefinancierde steunmaatregelen moeten de maxima van de onder deze verordening vallende steun worden geharmoniseerd met de maxima die voor vergelijkbare steun zijn vastgesteld in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006.

(10)

Het is van wezenlijk belang dat geen steun wordt verleend in omstandigheden die niet met het Gemeenschapsrecht, en met name de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, in overeenstemming zijn. Door een lidstaat verleende staatssteun in de visserijsector is derhalve uitsluitend toegestaan indien de gefinancierde maatregelen en de gevolgen ervan met het Gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn. Alvorens steun te verlenen, dienen de lidstaten zich ervan te vergewissen dat de begunstigden van de staatssteun de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid naleven.

(11)

Om te garanderen dat steun evenredig is en tot het noodzakelijke steunbedrag beperkt blijft, dienen de drempels, waar mogelijk, te worden uitgedrukt als steunintensiteit in verhouding tot een reeks in aanmerking komende kosten. Bij het berekenen van de steunintensiteit dient voor steun die in verschillende tranches wordt uitgekeerd, door discontering de waarde op het tijdstip van de steunverlening te worden berekend. De rentevoet die voor discontering en voor de berekening van het bedrag van andere steun dan subsidies moet worden gehanteerd, dient de referentierentevoet te zijn die op het ogenblik van de steunverlening van toepassing is. Voor steun in de vorm van risicokapitaal dient de drempel als een maximaal steunbedrag te worden bepaald, omdat deze is gebaseerd op een soort steun waarvan de subsidiabele kosten moeilijk zijn te bepalen.

(12)

Gezien de noodzaak een juist evenwicht tot stand te brengen tussen een optimale beperking van concurrentieverstoringen in de gesteunde sector enerzijds, en de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening anderzijds, mag krachtens deze verordening geen vrijstelling worden verleend voor individuele steun die een vastgesteld maximumbedrag overschrijdt, ongeacht of deze al dan niet op grond van een krachtens deze verordening vrijgestelde steunregeling wordt toegekend.

(13)

Deze verordening is niet van toepassing op activiteiten die verband houden met de uitvoer of op steun waarmee binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten worden begunstigd. Met name mag de verordening niet van toepassing zijn op steun ter financiering van de oprichting en exploitatie van een distributienetwerk in andere landen. Steun ter compensatie van de kosten voor deelname aan handelsbeurzen of voor studies of adviesdiensten die noodzakelijk zijn voor de introductie van een nieuw product of van een bestaand product op een nieuwe markt, is in de regel geen exportsteun.

(14)

Steun aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (7) dient op basis van die richtsnoeren te worden beoordeeld om te vermijden dat die richtsnoeren worden omzeild.

(15)

De Commissie dient erop toe te zien dat goedgekeurde steun de handelsvoorwaarden niet zodanig verandert dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Daarom dient steun aan een begunstigde ten aanzien van wie er een uitstaand bevel tot terugvordering is volgend op een eerdere beschikking van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard, van de toepassing van deze verordening te worden uitgesloten.

(16)

Om verschillen die tot concurrentieverstoringen kunnen leiden, weg te nemen en de coördinatie tussen verschillende communautaire en nationale initiatieven inzake kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken, dient in deze verordening de definitie van „kleine en middelgrote ondernemingen” te worden gebruikt die is vastgelegd in bijlage I van Verordening (EG) nr. 70/2001.

(17)

Met het oog op transparantie, gelijke behandeling en doeltreffend toezicht geldt deze verordening alleen voor transparante steun. Transparante steun is steun waarvoor het bruto-subsidie-equivalent vooraf nauwkeurig kan worden berekend zonder gebruik te maken van een risicoanalyse.

(18)

Gelet op artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag mag steun normaliter niet als enig gevolg hebben dat de bedrijfskosten die de begunstigde onderneming normaal zou moeten dragen, permanent of periodiek worden verminderd, en moet de steun evenredig zijn met de handicaps die moeten worden overwonnen om de sociaaleconomische voordelen veilig te stellen waarvan wordt aangenomen dat zij in het belang van de Gemeenschap zijn. Staatssteun die uitsluitend ten doel heeft de financiële situatie van producenten te verbeteren maar in geen enkel opzicht bijdraagt tot de ontwikkeling van de sector, en met name steun die alleen op basis van prijs, hoeveelheid, productie of productiemiddelen wordt toegekend, moet worden beschouwd als steun voor de bedrijfsvoering en is als zodanig niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Bovendien kan dit soort steun de mechanismen van de gemeenschappelijke marktordeningen verstoren. Het is derhalve passend het toepassingsgebied van deze verordening te beperken tot steun voor investeringen en steun voor bepaalde sociaaleconomische maatregelen.

(19)

Om te waarborgen dat de steun noodzakelijk is en de ontwikkeling van bepaalde activiteiten stimuleert, mag deze verordening niet worden toegepast op activiteiten die de begunstigde onderneming ook onder marktvoorwaarden zou ontplooien.

(20)

Om te bepalen of de in deze verordening vastgestelde drempels voor individuele aanmelding en maximale steunintensiteiten worden nageleefd, dient het totale bedrag aan overheidssteun voor de gesteunde activiteit of het gesteunde project in aanmerking te worden genomen, ongeacht of de steun uit lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen wordt gefinancierd.

(21)

Deze verordening heeft betrekking op de volgende vormen van steunverlening: steun voor de definitieve en de tijdelijke beëindiging van de visserijactiviteit, steun voor de financiering van sociaaleconomische maatregelen, steun voor productieve investeringen in aquacultuur, steun voor maatregelen inzake het aquatische milieu, steun voor maatregelen inzake de volksgezondheid en de diergezondheid, steun voor de binnenvisserij, steun voor de verwerking en afzet van visserijproducten en producten van de aquacultuur, steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang die worden uitgevoerd met de actieve steun van marktdeelnemers of door organisaties die handelen namens producenten of andere door de lidstaat erkende organisaties, steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna en flora die ook het aquatische milieu verbeteren, steun voor investeringen in openbare of particuliere vissershavens, aanvoer- en beschuttingsplaatsen, steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang voor een beleid ter bevordering van kwaliteit en rendement, de ontwikkeling van nieuwe markten of promotiecampagnes voor visserij- en aquacultuurproducten, steun voor proefprojecten, steun voor aanpassing voor de omschakeling van vissersvaartuigen en steun voor technische bijstand.

(22)

Voor de gehele visserijsector geldende belastingvrijstellingen die de lidstaten invoeren overeenkomstig artikel 15 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (8), of overeenkomstig artikel 14 of artikel 15 van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (9), worden met het oog op de rechtszekerheid als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt beschouwd, voor zover dat bij deze belastingsvrijstellingen sprake is van staatssteun, en worden tevens vrijgesteld van de in artikel 88, lid 3, van het Verdrag vastgestelde aanmeldingsverplichting. Belastingvrijstellingen die de lidstaten krachtens deze bepalingen moeten invoeren, worden niet als staatssteun beschouwd.

(23)

Om transparantie en doeltreffend toezicht, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 994/98, te garanderen, dient een model te worden vastgesteld dat de lidstaten moeten gebruiken om de Commissie beknopte informatie te verstrekken telkens wanneer krachtens deze verordening een steunregeling ten uitvoer wordt gelegd of individuele steun wordt toegekend. De Commissie geeft elke steunmaatregel die haar wordt meegedeeld, een identificatienummer. Het feit dat een steunmaatregel een dergelijk nummer krijgt toegewezen, impliceert niet dat de Commissie heeft onderzocht of de steun aan de voorwaarden van deze verordening voldoet. Daarmee wordt dus geen gewettigd vertrouwen gecreëerd in hoofde van de lidstaat of de begunstigde ten aanzien van de verenigbaarheid van de steunmaatregel met deze verordening.

(24)

Om dezelfde redenen dient de Commissie specifieke vereisten vast te stellen ten aanzien van de vorm en de inhoud van het jaarlijkse verslag dat de lidstaten bij haar moeten indienen. Voorts is het passend regels vast te stellen betreffende de dossiers die de lidstaten over de krachtens deze verordening vrijgestelde steunregelingen en individuele steunmaatregelen moeten aanleggen.

(25)

Gezien de vervaldatum van Verordening (EG) nr. 1198/2006 en het feit dat de voorwaarden voor steunverlening in het kader van de onderhavige verordening zijn afgestemd op de voorwaarden voor de toepassing van het Europees Visserijfonds, moet deze verordening van toepassing zijn tot de datum waarop Verordening (EG) nr. 1198/2006 vervalt. Indien de geldigheidsduur van deze verordening verstrijkt zonder dat zij is verlengd, dienen steunregelingen die krachtens deze verordening reeds zijn vrijgesteld, nog zes maanden vrijgesteld te blijven.

(26)

Er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld voor aanmeldingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening nog in behandeling zijn, voor steun die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is verleend en in strijd met artikel 88, lid 3, van het Verdrag niet is aangemeld, alsmede voor steun die voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1595/2004 van de Commissie van 8 september 2004 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten (10),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op transparante steun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken of afzetten.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

steun waarvan het bedrag is vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van de op de markt gebrachte producten;

b)

steun voor activiteiten die verband houden met de uitvoer, waaronder wordt verstaan steun die direct is gerelateerd aan de uitgevoerde hoeveelheden, steun voor de oprichting en exploitatie van een distributienet of steun voor andere lopende uitgaven in verband met activiteiten van de lidstaten op het gebied van uitvoer;

c)

steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen;

d)

steun aan ondernemingen in moeilijkheden;

e)

steunregelingen waarin niet uitdrukkelijk de betaling wordt uitgesloten van individuele steun aan een begunstigde ten aanzien van wie er een uitstaand bevel tot terugvordering is volgend op een eerdere beschikking van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard, alsmede individuele steun voor dezelfde begunstigde;

f)

individuele steun voor een onderneming ten aanzien waarvan er een uitstaand bevel tot terugvordering is volgend op een eerdere beschikking van de Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op steun voor individuele projecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven meer dan 2 miljoen EUR bedragen, of indien het steunbedrag meer dan 1 miljoen EUR per begunstigde per jaar bedraagt.

4.   Deze verordening is slechts van toepassing op steun die een stimulerend effect heeft. Zij betreft bijgevolg steun voor activiteiten of projecten die de begunstigde zonder die steun niet als zodanig zou hebben uitgevoerd.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„steun”: elke maatregel die aan alle criteria van artikel 87, lid 1, van het Verdrag voldoet;

b)

„steunregeling”: elke regeling op grond waarvan aan ondernemingen die in de regeling op algemene en abstracte wijze zijn omschreven, individuele steun kan worden toegekend zonder dat hiervoor nog uitvoeringsmaatregelen vereist zijn, alsmede elke regeling op grond waarvan steun die niet aan een specifiek project is gebonden, voor onbepaalde tijd en/of voor een onbepaald bedrag aan een of meer ondernemingen kan worden toegekend;

c)

„steunintensiteit”: het steunbedrag, uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten;

d)

„visserijproducten”: alle producten van de visvangst op zee en in de binnenwateren en van de aquacultuur, als genoemd in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000;

e)

„verwerking en afzet”: alle handelingen, met inbegrip van de behandeling, de bewerking, de productie en de distributie, tussen het moment van de aanlanding of oogst en de fase van het eindproduct;

f)

„kleine en middelgrote ondernemingen” („KMO's”): ondernemingen als omschreven in bijlage I van Verordening (EG) nr. 70/2001;

g)

„transparante steun”: steun waarvan het bruto-subsidie-equivalent vooraf precies kan worden berekend zonder dat een risicoanalyse hoeft te worden uitgevoerd.

Artikel 3

Voorwaarden voor vrijstelling

1.   Individuele steun die buiten een regeling valt en aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, op voorwaarde dat de beknopte informatie zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, is verstrekt en een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening bevat, met vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Steunregelingen die aan alle voorwaarden van deze verordening voldoen, zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en zijn vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

alle steun die krachtens een dergelijke regeling kan worden toegekend, aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet;

b)

de regeling een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening bevat, met vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie;

c)

de beknopte informatie zoals bedoeld in artikel 24, lid 1, is verstrekt.

3.   Krachtens de in lid 2 bedoelde regelingen toegekende steun is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, op voorwaarde dat de toegekende steun zonder meer aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet.

4.   Alvorens steun in het kader van deze verordening toe te kennen, vergewissen de lidstaten zich ervan dat de gefinancierde maatregelen en de gevolgen ervan met het Gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn. Tijdens de steunverleningsperiode vergewissen de lidstaten zich ervan dat de begunstigden van de steun de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid naleven. Indien tijdens die periode blijkt dat een begunstigde de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid niet naleeft, moet de steun worden terugbetaald naargelang van de ernst van de inbreuk.

Artikel 4

Transparantie van de steun

1.   Deze verordening is uitsluitend van toepassing op transparante steun. Met name de volgende soorten steun gelden als transparant:

a)

steun in de vorm van leningen indien voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent de marktrente is gebruikt die van toepassing is op het tijdstip van toekenning van de steun, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat de gebruikelijke zekerheden zijn gesteld en/of dat aan de lening geen abnormaal risico is verbonden;

b)

steun vervat in garantieregelingen indien de methodiek voor het berekenen van het bruto-subsidie-equivalent na aanmelding daarvan bij de Commissie is aanvaard en indien de goedgekeurde methodiek uitdrukkelijk is toegespitst op het soort garanties en het soort onderliggende transacties, die in het kader van de toepassing van deze verordening in het geding zijn;

c)

steun vervat in belastingmaatregelen indien door de maatregel wordt voorzien in een maximum dat garandeert dat de toepasselijke drempel niet wordt overschreden.

2.   De volgende soorten steun gelden niet als transparant:

a)

steun in de vorm van kapitaalinjecties;

b)

steun in de vorm van risicokapitaalmaatregelen.

3.   Steun in de vorm van terugbetaalbare voorschotten geldt slechts als transparante steun indien het totale bedrag van het terugbetaalbare voorschot niet uitkomt boven de krachtens deze verordening toepasselijke drempel. Wordt de drempel uitgedrukt als steunintensiteit, dan mag het totale bedrag van het terugbetaalbare voorschot, uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten, niet hoger liggen dan de toepasselijke steunintensiteit.

Artikel 5

Cumulering

1.   Om te bepalen of de in artikel 1 vastgestelde drempels voor individuele aanmelding en de in hoofdstuk 2 vastgestelde maximale steunintensiteiten worden nageleefd, dient het totale bedrag aan overheidssteun voor de gesteunde activiteit of het gesteunde project in aanmerking te worden genomen, ongeacht of de steun uit lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen wordt gefinancierd.

2.   Steun die krachtens deze verordening is vrijgesteld, mag met andere krachtens deze verordening vrijgestelde steun worden gecumuleerd mits die steunmaatregelen verschillende, identificeerbare in aanmerking komende kosten betreffen.

Wanneer de identificeerbare in aanmerking komende kosten van de verschillende, krachtens deze verordening vrijgestelde steunmaatregelen elkaar gedeeltelijk of geheel overlappen, geldt voor het gemeenschappelijke deel de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die/dat krachtens deze verordening geldt.

3.   Steun die krachtens deze verordening is vrijgesteld, wordt niet gecumuleerd met enige andere staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, noch met andere steunmaatregelen, met inbegrip van steun die voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1860/2004 van de Commissie (11), noch met andere communautaire financiering voor dezelfde in aanmerking komende kosten, indien een dergelijke cumulering ertoe zou leiden dat daarmee de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag dat krachtens deze verordening voor die steun geldt, wordt overschreden.

HOOFDSTUK II

STEUNCATEGORIEËN

Artikel 6

Steun voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteit

Steun voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteit van vissersvaartuigen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 7

Steun voor de tijdelijke beëindiging van de visserijactiviteit

Steun voor de tijdelijke beëindiging van de visserijactiviteit van vissersvaartuigen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 8

Steun voor sociaaleconomische compensatie voor het beheer van de communautaire visserijvloot

Steun voor de financiering van sociaaleconomische maatregelen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 26, lid 3, en artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 9

Steun voor productieve investeringen in aquacultuur

Steun voor productieve investeringen in aquacultuur is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 28 en 29 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 10

Steun voor maatregelen inzake het aquatische milieu

Steun ter compensatie van het gebruik van aquacultuurmethoden die bijdragen aan de bescherming en verbetering van het milieu en aan de instandhouding van de natuur, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 28 en 30 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 11

Steun voor maatregelen inzake de volksgezondheid

Steun ter compensatie van schelp- en weekdierkwekers die de oogst van gekweekte schelp- en weekdieren tijdelijk moeten stilleggen, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 28 en 31 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 12

Steun voor maatregelen inzake de diergezondheid

Steun voor maatregelen inzake de diergezondheid is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 28 en 32 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 13

Steun voor de binnenvisserij

Steun voor de binnenvisserij is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 14

Steun voor verwerking en afzet

Steun voor de verwerking en afzet van visserijproducten is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 15

Steun voor collectieve acties

Steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang die worden uitgevoerd met de actieve steun van marktdeelnemers of door organisaties die handelen namens producenten of andere door de lidstaat erkende organisaties, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 37 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 16

Steun voor maatregelen ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna en flora

Steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna en flora die ook het aquatische milieu verbeteren, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 38 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 17

Steun voor investeringen in vissershavens, aanvoer- en beschuttingsplaatsen

Steun voor investeringen in openbare of particuliere vissershavens, aanvoer- en beschuttingsplaatsen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 39 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 18

Steun voor de ontwikkeling van nieuwe markten en promotiecampagnes

Steun voor maatregelen van gemeenschappelijk belang voor een beleid ter bevordering van kwaliteit en rendement, de ontwikkeling van nieuwe markten of promotiecampagnes voor visserij- en aquacultuurproducten is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 40 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 19

Steun voor proefprojecten

Steun voor proefprojecten is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 41 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 20

Steun voor aanpassing voor de omschakeling

Steun om vissersvaartuigen op zodanige wijze aan te passen dat zij onder de vlag van een lidstaat, en geregistreerd in de Gemeenschap, voor opleiding of onderzoek in de visserijsector of voor andere activiteiten buiten de visserij kunnen worden gebruikt, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 36 en 42 van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 21

Steun voor technische bijstand

Steun voor technische bijstand is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 46, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1198/2006, en

b)

het bedrag van de steun, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1198/2006 vastgestelde totale percentage voor overheidsbijdragen.

Artikel 22

Vrijstellingen van belasting overeenkomstig Richtlijn 77/388/EEG en Richtlijn 2003/96/EG

Voor de gehele visserijsector geldende belastingvrijstellingen die de lidstaten invoeren op grond van artikel 15 van Richtlijn 77/388/EEG of op grond van artikel 14 of artikel 15 van Richtlijn 2003/96/EG, zijn, voor zover deze belastingvrijstellingen als staatssteun worden beschouwd, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag.

HOOFDSTUK III

GEMEENSCHAPPELIJKE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 23

Procedure voorafgaande aan de toekenning van steun

Om voor vrijstelling uit hoofde van deze verordening in aanmerking te komen, mag de steun uitsluitend worden toegekend voor activiteiten die plaatsvinden of diensten die worden verleend nadat de steunregeling is ingesteld en bekendgemaakt overeenkomstig deze verordening.

Indien de steunregeling automatisch en zonder verdere administratieve handelingen recht geeft op steun, mag de steun zelf pas worden toegekend nadat de steunregeling is ingesteld en bekendgemaakt overeenkomstig deze verordening.

Artikel 24

Transparantie en toezicht

1.   Uiterlijk tien werkdagen vóór de inwerkingtreding van een steunregeling of vóór de verlening van individuele steun zonder toepassing van een steunregeling zendt de betrokken lidstaat de Commissie, ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van de Commissie, in elektronische vorm beknopte informatie betreffende deze steun in de in bijlage I vastgestelde vorm. Binnen tien werkdagen na ontvangst van deze beknopte informatie zendt de Commissie de lidstaat een ontvangstbewijs met het identificatienummer van de bewuste steunmaatregel.

2.   Zodra een steunregeling in werking treedt of individuele steun wordt verleend krachtens deze verordening, maakt de betrokken lidstaat de volledige tekst van die steunmaatregel samen met het door de Commissie overeenkomstig lid 1 toegewezen identificatienummer op het internet bekend, met vermelding van de criteria en voorwaarden voor de toekenning van die steun en de identiteit van de steunverlenende autoriteit. Het adres van deze website wordt de Commissie meegedeeld samen met de overeenkomstig lid 1 verlangde beknopte informatie over de steun. Dit adres worden tevens opgenomen in het overeenkomstig lid 4 in te dienen jaarlijkse verslag.

3.   De lidstaten verwijzen naar het door de Commissie overeenkomstig lid 1 toegewezen identificatienummer bij elk aan een eindbegunstigde gericht besluit tot steunverlening.

4.   Overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (12) stellen de lidstaten over de toepassing van deze verordening een verslag in elektronische vorm op voor elk volledig kalenderjaar, of deel daarvan, waarin deze verordening van toepassing is.

5.   De lidstaten leggen gedetailleerde dossiers aan over elke krachtens deze verordening vrijgestelde individuele steun of steunregeling. Deze dossiers bestaan uit transparante en gespecificeerde bewijsstukken en bevatten alle gegevens die nodig zijn om na te gaan of aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden is voldaan, met inbegrip van gegevens waaruit blijkt dat de betrokken onderneming de status van kleine of middelgrote onderneming bezit, indien het daarvan afhangt of zij voor steun of een verhoging in aanmerking komt, gegevens over het stimulerende effect van de steun en gegevens aan de hand waarvan ten behoeve van de toepassing van deze verordening het precieze bedrag van de in aanmerking komende kosten kan worden bepaald.

6.   Voor individuele steun worden de dossiers gedurende tien jaar te rekenen vanaf het tijdstip van steunverlening bewaard. Voor steunregelingen worden de dossiers bewaard gedurende tien jaar te rekenen vanaf het tijdstip van de laatste steunverlening krachtens die regeling.

7.   De Commissie houdt regelmatig toezicht op steunmaatregelen waarvan zij overeenkomstig lid 1 in kennis is gesteld.

8.   De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie op haar schriftelijk verzoek binnen 20 dagen, of binnen de langere termijn die in het verzoek is vastgesteld, alle gegevens die de Commissie nodig acht om toezicht te kunnen houden op de toepassing van deze verordening.

Worden die gegevens niet binnen die periode of binnen een gezamenlijk overeengekomen periode verschaft, dan zendt de Commissie een herinnering waarin een nieuwe termijn voor het verschaffen van de gegevens wordt vastgesteld. Verstrekt de betrokken lidstaat, ondanks die herinnering, de verlangde gegevens nog niet, dan kan de Commissie, na de betrokken lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn standpunt kenbaar te maken, een beschikking geven waarin wordt verklaard dat alle toekomstige individuele steunmaatregelen die op basis van de regeling worden vastgesteld, bij de Commissie moeten worden aangemeld.

Artikel 25

Overgangsbepalingen

1.   Aanmeldingen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening nog in behandeling zijn, worden overeenkomstig deze verordening beoordeeld. Indien niet aan de voorwaarden van deze verordening wordt voldaan, zal de Commissie de in behandeling zijnde aanmeldingen beoordelen in het licht van de visserijrichtsnoeren.

Steun die voor de inwerkingtreding van deze verordening is aangemeld of voor die datum zonder goedkeuring van de Commissie en in strijd met de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag is toegekend, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting indien hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van deze verordening, behalve voor wat betreft de op grond van lid 1 en lid 2, onder b), van laatstgenoemd artikel verplichte verwijzing naar deze verordening. Steun die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt door de Commissie beoordeeld overeenkomstig de relevante kaderregelingen, richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen.

2.   Steun die voor de inwerkingtreding van deze verordening is toegekend en niet voldoet aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, maar wel voldoet aan de in Verordening (EG) nr. 1595/2004 vastgestelde voorwaarden, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is bijgevolg vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag.

3.   Krachtens deze verordening vrijgestelde steunregelingen blijven nog vrijgesteld gedurende een aanpassingsperiode van zes maanden volgende op de in artikel 26, tweede alinea, vastgestelde datum.

Artikel 26

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met 31 december 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […].

Voor de Commissie

[…]

Lid van de Commissie

BIJLAGE I

Vorm waarin de beknopte informatie moet worden verstrekt wanneer een krachtens deze verordening vrijgestelde steunregeling ten uitvoer wordt gelegd en wanneer krachtens deze verordening vrijgestelde individuele steun wordt toegekend zonder toepassing van een steunregeling

1.

Lidstaat:

2.

Regio/autoriteit die de steun verleent:

3.

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt:

4.

Rechtsgrondslag (Vermeld de nauwkeurige referentie van de nationale wettelijke bepalingen):

5.

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de verleende individuele steun:

6.

Maximale steunintensiteit:

7.

Datum van inwerkingtreding:

8.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening (niet langer dan 31 december 2013); vermeld:

voor steunregelingen: tot welke datum steun kan worden verleend:

voor individuele steun: de datum waarop naar verwachting de laatste tranche zal worden uitgekeerd:

9.

Doelstelling van de steun:

10.

Vermeld welk(e) artikel(en) van de artikelen 4 tot en met 20 wordt/worden gebruikt:

11.

Betrokken activiteit:

12.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

13.

Website (Vermeld het internetadres waar de volledige tekst van de regeling of de criteria en voorwaarden voor de toekenning van individuele steun zonder toepassing van een steunregeling zijn te vinden):

14.

Motivering (Vermeld waarom een overheidssteunregeling is vastgesteld en geen beroep is gedaan op steun in het kader van het Europees Visserijfonds):

BIJLAGE II

Vorm van het bij de Commissie in te dienen periodieke verslag

Om hun rapporteringsverplichtingen ten aanzien van de Commissie uit hoofde van krachtens Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad vastgestelde groepsvrijstellingsverordeningen na te komen, moeten de lidstaten voor alle onder de onderhavige verordening vallende steunmaatregelen de hieronder aangegeven gegevens in elektronische vorm aan de Commissie verstrekken aan de hand van het door de Commissie aan de lidstaten meegedeelde model.

1.

Lidstaat:

2.

Benaming:

3.

Nummer van de steun:

4.

Jaar waarin de steunmaatregel verstrijkt:

5.

Doelstellingen van de steun:

6.

Aantal begunstigden:

7.

Steuncategorie (bijv. rechtstreekse subsidie, goedkope lening, enz.):

8.

Totale jaarlijkse uitgaven:

9.

Opmerkingen:


(1)  PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1.

(2)  PB C 248 van 23.10.2007, blz. 13.

(3)  PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1857/2006 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3).

(4)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1759/2006 (PB L 335 van 1.12.2006, blz. 3).

(5)  PB C 229 van 14.9.2004, blz. 5.

(6)  PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.

(7)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

(8)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/18/EG (PB L 51 van 22.2.2006, blz. 12).

(9)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/75/EG (PB L 159 van 2.6.2004, blz. 31).

(10)  PB L 291 van 14.9.2004, blz. 3.

(11)  PB L 325 van 28.10.2004, blz. 4.

(12)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.




Top