Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0590

Voorstel voor een besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van Besluit 2005/446/EG van 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan

/* COM/2007/0590 def. */

52007PC0590

Voorstel voor een besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen, in het kader van de Raad bijeen, houdende wijziging van Besluit 2005/446/EG van 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan /* COM/2007/0590 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 11.10.2007

COM(2007) 590 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

houdende wijziging van Besluit 2005/446/EG van 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000 en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn (hierna "het Intern Akkoord van het 9e EOF" genoemd)[1], bepalen de lidstaten vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het 9e EOF een datum na welke de middelen van het 9e EOF niet meer worden vastgelegd.

Bij Besluit 2005/446/EG van 30 mei 2005 en op grond van een beoordeling van de mate waarin de vastleggingen en betalingen in het kader van het 9e EOF zijn gerealiseerd, hebben de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de uiterste datum voor het aangaan van betalingsverplichtingen uit de middelen van het 9e EOF op 31 december 2007 vastgesteld, waarbij werd gepreciseerd dat deze datum eventueel kon worden herzien (de "uitdovingsclausule")[2].

De uiterste datum voor het aangaan van betalingsverplichtingen uit de middelen van het 9e EOF kan thans worden bevestigd. Gezien de veranderende context worden drie inhoudelijke wijzigingen van het besluit voorgesteld, met het oog op een uitbreiding van de niet aan de uitdovingsclausule onderworpen uitzonderingen op de algemene regel die oorspronkelijk beperkt waren tot het voor de financiering van de Investeringsfaciliteit uitgetrokken bedrag dat door de EIB als een roulerend fonds werd beheerd.

- Overeenkomstig een juridisch advies inzake het statuut van de middelen voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) uit hoofde van de EOF's voorafgaand aan het 9e EOF, heeft de ACS-EG-Raad van Ministers bij de vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013[3] ermee ingestemd dat de resterende middelen en de na 31 december 2007 geannuleerde middelen van het STABEX-stelsel niet aan de uitdovingsclausule zijn onderworpen. Bij Besluit C(2007) 2149 van de Commissie van 24 mei 2007 zullen deze middelen ter beschikking worden gesteld van de respectieve nationale indicatieve programma's van de desbetreffende ACS-staten.

- Gezien de mogelijke late inwerkingtreding van het 10e EOF stemde de ACS-EG-Raad van Ministers bij de vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 ook in met het beginsel dat betalingsverplichtingen tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van het 10e EOF kunnen worden aangegaan, maar uitsluitend "om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten".

- De renteopbrengst uit de EOF-kredieten is niet aan de uitdovingsclausule onderworpen. De reden hiervoor is dat deze ontvangsten uitsluitend worden gebruikt voor "kosten in verband met de benutting van de middelen van het 9e EOF", tenzij anders wordt besloten door de Raad (Intern Akkoord van het 9e EOF, artikel 9), of "voor ondersteunende uitgaven in verband met het EOF" (Intern Akkoord van het 10e EOF, artikel 6)[4].

Twee administrateurs van de Commissie en verscheidene ambtenaren van de Franse landen en gebieden overzee ("de LGO's") in het gebied van de Stille Oceaan die verantwoordelijk waren voor het onderzoek van de projecten en programma's van het 9e EOF in deze LGO's kwamen op 9 augustus 2007 bij een vliegtuigongeluk om het leven. Gezien dit tragische geval van overmacht wordt tevens voorgesteld de uiterste datum voor het aangaan van betalingsverplichtingen uit de middelen van het 9e EOF te verschuiven naar 30 juni 2008 voor projecten en programma's die worden gefinancierd in de Franse LGO's waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (Nieuw-Caledonië en Frans Polynesië).

De Commissie stelt derhalve voor dat de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten bijgaand besluit goedkeuren.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

houdende wijziging van Besluit 2005/446/EG van 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000[5] en herzien te Luxemburg op 25 juni 2005[6] (hierna "de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst" genoemd),

Gelet op het Besluit van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO's met de Europese Economische Gemeenschap[7], hierna "het LGO-besluit" genoemd, en met name op artikel 33 bis,

Gelet op het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten[8] (hierna "het Intern Akkoord van het 9e EOF" genoemd), en met name op artikel 2, lid 4,

Gelet op het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn[9] (hierna "het Intern Akkoord van het 10e EOF" genoemd),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 30 mei 2005[10] is vastgesteld dat de middelen uit hoofde van het 9e EOF die door de Commissie worden beheerd, de rentesubsidies die door de Europese Investeringsbank (hierna "de EIB" genoemd) worden beheerd en de renteopbrengst uit deze kredieten na 31 december 2007 niet meer mogen worden vastgelegd.

(2) In punt 4 van bijlage 1ter (meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013) bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt voorzien in een uitzondering op deze algemene regel voor de resterende middelen en de na 31 december 2007 geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) uit hoofde van de EOF's voorafgaand aan het 9e EOF en resterende bedragen en terugbetalingen van middelen die waren toegewezen aan de Investeringsfaciliteit, met uitzondering van de daarmee verband houdende rentesubsidies[11].

(3) In punt 4 van bijlage 1ter bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt voorts bepaald dat middelen na 31 december 2007 kunnen worden vastgelegd om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het 10e EOF.

(4) De inwerkingtreding van het 10e EOF kan worden uitgesteld tot na 1 januari 2008.

(5) Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 30 mei 2005 en punt 4 van bijlage 1ter bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst moeten met elkaar in overeenstemming worden gebracht.

(6) Als gevolg van overmacht is het onderzoek van de projecten en programma's die na het Besluit C(2007)3859 van de Commissie van 16 augustus 2007 inzake de nieuwe toewijzing naar aanleiding van de evaluatie halverwege met financiële toewijzingen uit hoofde van het 9e EOF zijn gefinancierd, met zes maanden uitgesteld in de Franse LGO's in het gebied van de Stille Oceaan waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn,

BESLUITEN:

Enig artikel

(1) De artikelen 1 en 2 van Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, komen als volgt te luiden:

“Artikel 1

1. De uiterste datum voor het aangaan van betalingsverplichtingen uit de door de Commissie beheerde middelen van het 9e EOF wordt vastgesteld op 31 december 2007, met uitzondering van de resterende middelen en de geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) uit hoofde van de EOF's voorafgaand aan het 9e EOF en van de resterende middelen van het 9e EOF ter financiering van de initiatieven waarnaar wordt verwezen in de enkelvoudige programmeringsdocumenten van de Franse LGO's in het gebied van de Stille Oceaan. Deze datum kan eventueel worden herzien.

2. De resterende middelen en de na 31 december 2007 geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) uit hoofde van de EOF's voorafgaand aan het 9e EOF worden overgeheveld naar het 10e EOF en toegekend aan het indicatief programma van de respectievelijke ACS-staten en LGO's. De uiterste datum voor het aangaan van betalingsverplichtingen uit de door de Commissie beheerde middelen van het 9e EOF ter financiering van de initiatieven waarnaar wordt verwezen in de enkelvoudige programmeringsdocumenten van de Franse LGO's in het gebied van de Stille Oceaan, wordt op 30 juni 2008 vastgesteld.

3. Indien het 10e EOF na 31 december 2007 in werking treedt, kunnen de resterende middelen van het 9e EOF of van vorige EOF's en geannuleerde middelen van projecten in het kader van deze EOF's worden vastgelegd in de periode tussen 31 december 2007 en de inwerkingtreding van het 10e EOF, waarbij zij uitsluitend worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het 10e EOF.

4. De renteopbrengst uit de EOF-kredieten wordt gebruikt ter dekking van de kosten in verband met de benutting van de middelen van het 9e EOF overeenkomstig artikel 9 van het Intern Akkoord van het 9e EOF totdat het 10e EOF in werking treedt, waarna zij worden voorbehouden voor middelen voor ondersteunende uitgaven in verband met het EOF, zoals in artikel 6 van het Intern Akkoord van het 10e EOF is omschreven.

Artikel 2

(1) De uiterste datum voor het vastleggen van de rentesubsidies die de EIB worden beheerd om tegen gunstige voorwaarden te voorzien in middelen van de Investeringsfaciliteit, wordt vastgesteld op 31 december 2007 of op de datum van inwerkingtreding van het 10e EOF, als die later valt. Deze datum kan eventueel worden herzien.

(2) De resterende bedragen en terugbetalingen van middelen die waren toegewezen aan de financiering van de door de EIB beheerde Investeringsfaciliteit, met uitzondering van de daarmee verband houdende rentesubsidies, worden overgeheveld naar het 10e EOF en blijven toegewezen aan de Investeringsfaciliteit."

Gedaan te Brussel, […]

Namens de regeringen van de lidstaten

De voorzitter

[1] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

[2] PB L 156 van 18.6.2005, blz. 19.

[3] PB L 247 van 9.9.2006, blz. 22.

[4] PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32.

[5] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

[6] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27.

[7] PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2007/249/EG van de Raad van 19 maart 2007, PB L 109 van 26.4.2007, blz. 33.

[8] PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

[9] PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32.

[10] PB L 156 van 18.6.2005, blz. 19.

[11] Bijlage 1 ter opgenomen in de bijlage bij Besluit nr. 1/2006 van de ACS-EG-Raad van ministers van 2 juni 2006, PB L 247 van 9.9.2006, blz. 22.

Top