Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0084

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds

    /* COM/2007/0084 def. */

    52007PC0084




    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 7.3.2007

    COM(2007) 84 definitief

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. De Euro-mediterrane Associatieovereenkomst met Libanon vormt de juridische grondslag voor de bilaterale betrekkingen tussen de Europese Unie en Libanon.

    2. Deze overeenkomst trad in werking op 1 april 2006 en voorziet in de geleidelijke liberalisering van de handel en de instelling van een vrijhandelszone gedurende een overgangsperiode van maximaal twaalf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. De vrijhandelszone zal bijdragen aan de versterking van de integratie van de economische, institutionele en sociale systemen van de partnerlanden.

    3. De overeenkomst biedt ook een passend kader voor de politieke dialoog en voor de bevordering van de samenwerking op economisch, sociaal, cultureel, financieel en monetair gebied en op andere terreinen van wederzijds belang.

    4. Volgens artikel 80 van de Associatieovereenkomst kunnen organen worden opgericht voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

    5. Er is een institutionele structuur, bestaande uit een aantal subcomités, opgezet voor de uitvoering van de overeenkomsten met andere Euro-mediterrane landen, zoals Israël, Marokko, Tunesië en Jordanië. Het huidige voorstel volgt hetzelfde schema en dezelfde structuur.

    6. Libanon is bereid de samenwerking op de diverse terreinen van de Associatieovereenkomst te intensiveren. In het kader van het Europese nabuurschapsbeleid is het daarnaast de bedoeling dat de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Libanon zich ontwikkelen tot een algemeen partnerschap met een coherente aanpak, gewaarborgd door nauwe, permanente coördinatie van alle elementen.

    7. In dit verband stelt de Europese Commissie de Raad voor tien subcomités op te richten om de Associatieraad en het Associatiecomité bij te staan bij de uitvoering van de overeenkomst. Deze subcomités zullen de vraagstukken van technische aard behandelen die niet volledig in het kader van het Associatiecomité kunnen worden behandeld.

    8. De tien subcomités zullen betrekking hebben op: i) mensenrechten, democratie en bestuur; ii) economische en financiële zaken; iii) industrie, handel en diensten; iv) interne markt; v) sociale zaken en migratie; vi) justitie, vrijheid en veiligheid; vii) landbouw en visserij; viii) vervoer, energie en milieu; ix) douanesamenwerking en belastingen en x) onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, onderwijs en cultuur.

    9. Qua organisatie zullen de subcomités worden voorgezeten door de Commissie krachtens het besluit van de Raad van 25 maart 2002. In overeenstemming met datzelfde besluit wordt het voorzitterschap van het subcomité “Justitie en veiligheid” wat de EU betreft, vervuld volgens dezelfde regels als het voorzitterschap van het Associatiecomité. Als het besproken onderwerp buiten de bevoegdheid van de Gemeenschap valt, zal een vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad het comité voorzitten en het standpunt van de lidstaten verwoorden. In dat geval wordt de Commissie volledig betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden en bij de vaststelling van de doelstellingen voor de vergaderingen van de subcomités.

    10. De doelstellingen van de subcomités, de onderwerpen die zij behandelen en de uitvoeringsprocedures zijn opgenomen in het aangehechte reglement van orde.

    11. De Gemeenschap en de Republiek Libanon nemen de uitgaven terzake van hun deelneming aan de vergaderingen van het Associatiecomité, zowel wat personeelsuitgaven, reis- en verblijfkosten betreft, als wat de uitgaven inzake post- en telecommunicatie betreft, voor hun rekening. Andere uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de tenuitvoerlegging van artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 300, lid 2, tweede alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie[1],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, is op 17 juni 2002 ondertekend en op 1 april 2006 in werking getreden.

    (2) In artikel 80 van de overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad kan besluiten werkgroepen of organen op te richten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst,

    BESLUIT:

    Enig artikel

    Het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, inzake de tenuitvoerlegging van artikel 80 van die overeenkomst, stemt overeen met het aan dit besluit gehechte ontwerp van besluit van de Associatieraad.

    De op te richten subcomités worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Commissie namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten. De lidstaten worden in kennis gesteld van en hebben het recht deel te nemen aan de vergaderingen van bedoelde subcomités.

    Een vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad brengt het standpunt van de EU naar voren over aangelegenheden die vallen onder de Titels V en VI van het Verdrag van de Europese Unie. De Commissie wordt volledig betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden en de vaststelling van de doelstellingen van de vergaderingen van de subcomités.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Ontwerp

    BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-LIBANON

    houdende oprichting van subcomités van het Associatiecomité

    DE ASSOCIATIERAAD EU-LIBANON,

    Gelet op de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Uiterlijk 1 maart 2015 moet een vrijhandelszone tussen de EU en de Republiek Libanon tot stand zijn gebracht.

    (2) De betrekkingen van de Europese Unie met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied worden technisch gezien steeds complexer als gevolg van de tenuitvoerlegging van de Euro-mediterrane overeenkomsten en de voortzetting van het Euro-mediterrane partnerschap.

    (3) Bij de Associatiecomités van de andere geassocieerde landen zijn subcomités opgericht met het oog op het toezicht op de tenuitvoerlegging van de prioriteiten van het partnerschap en de harmonisatie van de wetgeving.

    (4) Er bestaat een groeiende noodzaak om het milieubeleid in de verschillende beleidsterreinen te integreren, aangezien duurzame ontwikkeling de doelstelling is.

    (5) Artikel 80 van de overeenkomst voorziet in de oprichting van werkgroepen of organen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst,

    BESLUIT:

    Enig artikel

    De in bijlage 1 vermelde subcomités bij het Associatiecomité EU-Libanon worden hierbij opgericht, en de in bijlage 2 vermelde reglementen van orde van deze subcomités worden hierbij vastgesteld.

    De subcomités werken onder het gezag van het Associatiecomité, waaraan zij na elke vergadering verslag uitbrengen. De subcomités zijn niet bevoegd om besluiten te nemen.

    Het Associatiecomité neemt alle andere nodige maatregelen met het oog op hun goede functioneren en stelt de Associatieraad daarvan in kennis.

    De Associatieraad kan besluiten andere subcomités of groepen op te richten, of bestaande subcomités of groepen op te heffen.

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

    Gedaan te

    Voor de Associatieraad

    BIJLAGE 1

    ASSOCIATIEOVEREENKOMST EU-LIBANON

    SUBCOMITÉS TOEGEVOEGD AAN HET ASSOCIATIECOMITÉ

    (1) Mensenrechten, democratie en bestuur

    (2) Economische en financiële zaken

    (3) Industrie, handel en diensten

    (4) Interne markt

    (5) Sociale zaken en migratie

    (6) Justitie, vrijheid en veiligheid

    (7) Landbouw en visserij

    (8) Vervoer, energie en milieu

    (9) Douanesamenwerking en belastingen

    (10) Onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, onderwijs en cultuur

    BIJLAGE II

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 1

    Mensenrechten, democratie en bestuur

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Versterking van de democratie, bestuur en de rechtsstaat, waaronder de onafhankelijkheid van justitie en toegang tot justitie

    3(b) Ratificatie en tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale overeenkomsten inzake mensenrechten en fundamentele vrijheden, en van de bijbehorende protocollen. Voldoen aan de vereisten met betrekking tot verslaglegging en herziening van de gemaakte voorbehouden

    3(c) Bestuurscapaciteit en nationale instellingen

    3(d) Samenwerking op het gebied van buitenlands beleid en crisisbeheer, onder meer in internationale organisaties

    3(e) Regionale samenwerking (waaronder de coördinatie van regionale kwesties die in andere subcomités worden besproken)

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden bijeengeroepen door de verantwoordelijke secretaris, in overleg met de voorzitter. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 2

    Economische en financiële zaken

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Macro-economisch beleid

    3(b) Economisch structuurbeleid

    3(c) Financiële diensten (macro-economische aspecten) en kapitaalmarkten

    3(d) Kapitaalverkeer en betalingen

    3(e) Beheer van de overheidsfinanciën, waaronder interne financiële controle

    3(f) Pensioenen en sociale zekerheid (economische aspecten)

    3(g) Statistieken

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 3

    Industrie, handel en diensten

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Ondernemingenbeleid en industriële samenwerking

    3(b) Tenuitvoerlegging van de handelsbepalingen van de Associatieovereenkomst en het actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid

    3(c) Bilaterale handelskwesties

    3(d) Diensten en investeringen

    3(e) Voorbereiding van handelsovereenkomsten inzake technische regelingen, normen en conformiteitsbeoordeling

    3(f) Samenwerking inzake kwesties op het gebied van elektronische handel

    3(g) Toerisme

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 4

    Interne markt

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Wetgevende en bestuurlijke samenwerking inzake technische regelingen, normen en conformiteitsbeoordeling

    3(b) Mededingingsbeleid

    3(c) Overheidsopdrachten

    3(d) Intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten

    3(e) Diensten (beleid en regelgevingskwesties)

    3(f) Recht van vestiging, vennootschapswetgeving

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 5

    Sociale zaken en migratie

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Bestrijding van discriminatie, onder meer ten aanzien van mensen met een handicap

    3(b) Volksgezondheid

    3(c) Gelijke kansen

    3(d) Verkeer van werknemers

    3(e) Migratiebeleid

    3(f) Arbeidsmarktbeleid

    3(g) Sociale bescherming

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 6

    Justitie, vrijheid en veiligheid

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Migratie

    3(b) Asiel

    3(c) Specifieke acties op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid ter bestrijding van terrorisme

    3(d) Bestrijding van de georganiseerde misdaad, waaronder mensensmokkel

    3(e) Drugs

    3(f) Witwaspraktijken, financiële en economische misdrijven

    3(g) Samenwerking op het gebied van politie en justitie

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 7

    Landbouw en visserij

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten, waaronder handel

    3(b) Sanitaire en fytosanitaire kwesties

    3(c) Landbouwbeleid, plattelandsontwikkeling en regionale samenwerking

    3(d) Visserijproducten, waaronder handel

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 8

    Vervoer, energie en milieu

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Vervoer

    3(b) Energie

    3(c) Milieu

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 9

    Douanesamenwerking en belastingen

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Douaneregelingen, douanenomenclatuur, douanewaarde

    3(b) Oorsprongsregels

    3(c) Tariefregelingen

    3(d) Samenwerking op douanegebied

    3(e) Belastingen

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    Reglement van orde

    EU-Libanon Subcomité 10

    Onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, onderwijs en cultuur

    1. Samenstelling en voorzitterschap

    Het subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en van de Libanese regering; het wordt beurtelings voorgezeten door de partijen. Elke partij benoemt haar eigen voorzitter.

    2. Taak

    Het subcomité is een forum voor discussie, raadpleging en evaluatie en staat onder gezag van en wordt geleid door het Associatiecomité, waaraan het na elke vergadering verslag uitbrengt. Het subcomité is niet bevoegd om besluiten te nemen, maar kan voorstellen aan het Associatiecomité voorleggen.

    3. Onderwerp

    Het subcomité bespreekt de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst en van het daarmee verwante actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid op onderstaande gebieden. Het beoordeelt de vooruitgang die is gemaakt bij het realiseren van de doelstellingen en bij het nemen van de maatregelen waarover in het kader van het actieprogramma overeenstemming is bereikt. Zo nodig wordt de samenwerking op het gebied van het openbaar bestuur onderzocht. Het subcomité onderzoekt alle problemen die zich op onderstaande gebieden kunnen voordoen en stelt eventueel maatregelen voor.

    3(a) Onderzoek, wetenschap en technologische innovatie

    3(b) Onderwijs, opleiding en jeugd

    3(c) Samenwerking op cultureel gebied

    3(d) Informatiemaatschappij

    3(e) Audiovisueel beleid

    3(f) Samenwerking van maatschappelijke organisaties

    Deze lijst is niet limitatief; het Associatiecomité kan andere thema’s toevoegen.

    Het subcomité kan in een vergadering kwesties betreffende één of meer van de bovenstaande gebieden behandelen.

    4. Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van de Libanese regering treden gezamenlijk op als permanente secretarissen van het subcomité.

    Alle mededelingen betreffende het subcomité worden naar de secretarissen van het subcomité gezonden. Het is de taak van de secretarissen de vergaderingen van de subcomités voor te bereiden, waaronder het vaststellen van data en agenda's.

    5. Vergaderingen

    Het subcomité komt bijeen wanneer de omstandigheden zulks vereisen, maar in beginsel ten minste eenmaal per jaar. Er kan een vergadering worden belegd op verzoek van de voorzitter van een van de partijen; de secretaris van die partij geeft het verzoek door aan de andere partij. Na ontvangst van het verzoek antwoordt de secretaris van de andere partij binnen vijftien werkdagen. Zo mogelijk, en met instemming van beide partijen, kan een aantal vergaderingen van subcomités over verschillende dagen worden gegroepeerd.

    In bijzonder spoedeisende gevallen kan het subcomité met goedkeuring van beide partijen op kortere termijn bijeengeroepen worden. Alle verzoeken om vergaderingen te houden moeten schriftelijk worden gedaan.

    Elke vergadering van het subcomité wordt gehouden op de door beide partijen overeengekomen tijd en plaats.

    De vergaderingen worden voor elke partij met instemming van de voorzitter door de bevoegde secretaris bijeengeroepen. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.

    Met instemming van beide partijen kan het subcomité deskundigen uitnodigen om tijdens de vergaderingen bepaalde inlichtingen te verstrekken.

    6. Agenda

    Alle verzoeken om punten op de agenda van het subcomité te plaatsen worden aan de secretarissen van het subcomité gezonden.

    Voor elke vergadering wordt een voorlopige agenda opgesteld door de voorzitter. Deze wordt uiterlijk tien dagen voor het begin van de vergadering door de secretaris van het subcomité aan de andere partij gezonden.

    De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de secretarissen uiterlijk vijftien dagen voor het begin van de zitting een verzoek tot opname op de agenda hebben ontvangen. De desbetreffende documentatie moet uiterlijk zeven dagen voor de vergadering door beide partijen zijn ontvangen. In spoedeisende gevallen kunnen deze termijnen met instemming van beide partijen worden verkort.

    De agenda wordt aan het begin van iedere vergadering door het subcomité vastgesteld.

    7. Notulen

    Er worden notulen opgesteld van elke vergadering, in overleg tussen de twee secretarissen. Een exemplaar van de notulen, met inbegrip van de voorstellen en aanbevelingen van het subcomité, wordt door de secretarissen van het subcomité aan de secretarissen en aan de voorzitter van het Associatiecomité gezonden.

    8. Openbaarheid

    De vergaderingen van het subcomité zijn niet openbaar en de notulen zijn vertrouwelijk, tenzij anders wordt beslist.

    [1] PB C […] van […], blz. […].

    Top