Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006XC0916(04)

    Inleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden of van oorsprong uit Taiwan en op de invoer van bepaalde navulbare zakaanstekers met vuursteentje van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden of van oorsprong uit Taiwan

    PB C 223 van 16.9.2006, p. 7–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    16.9.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 223/7


    Inleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden of van oorsprong uit Taiwan en op de invoer van bepaalde navulbare zakaanstekers met vuursteentje van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden of van oorsprong uit Taiwan

    (2006/C 223/05)

    Na de publicatie van een bericht (1) dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjes uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”) — maatregelen die zijn uitgebreid tot dezelfde aanstekers van oorsprong of verzonden uit Taiwan en tot bepaalde navulbare zakaanstekers met vuursteentjes uit de Volksrepubliek China of verzonden of van oorsprong uit Taiwan — spoedig vervallen, heeft de Commissie op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad (3), een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek in te stellen.

    1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

    Het verzoek is op 16 juni 2006 ingediend door de EG-producent BIC S.A., die goed is voor meer dan 50 % van de totale productie van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjes in de Gemeenschap.

    2.   Product

    Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjes. Bij Verordening (EG) nr. 192/1999 van de Raad, gehandhaafd bij Verordening (EG) nr. 1824/2001, is de werkingssfeer uitgebreid tot navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjes en een plastic brandstofreservoir. Het betrokken product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 9613 10 00 en ex 9613 20 90. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

    3.   Bestaande maatregelen

    Bij Verordening (EEG) nr. 3433/91 van de Raad, uitgebreid bij Verordening (EG) nr. 192/1999 van de Raad (4) en gehandhaafd bij Verordening (EG) nr. 1824/2001 van de Raad (5), is een definitief antidumpingrecht ingesteld.

    4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

    Volgens de indiener van het verzoek zal bij het vervallen van de maatregelen de schadelijke dumping wellicht worden voortgezet of zich herhalen.

    Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de prijs in het onder punt 5.1 c) genoemde geschikte derde land met een markteconomie. De bewering dat het betrokken product verder wordt gedumpt, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.

    De zo berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

    De indiener van het verzoek beweert ook dat het waarschijnlijk weer tot schadelijke dumping zal komen. Hij legt in dit verband bewijzen voor waaruit blijkt dat bij het vervallen van de maatregelen de invoer van het betrokken product waarschijnlijk zal toenemen aangezien de producenten/exporteurs in het betrokken land over voldoende productiefaciliteiten beschikken om de productie van het betrokken product gemakkelijk te hervatten of te verhogen.

    Hij beweert ook dat de aantrekkelijke EU-markt de invoer van het betrokken product wellicht zal doen toenemen. Dit kan ertoe leiden dat de uitvoer uit andere derde landen naar de Gemeenschap wordt verlegd.

    Bovendien voert de indiener van het verzoek aan dat de producenten in de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade zullen lijden als de antidumpingmaatregelen vervallen en weer aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product tegen dumpingprijzen uit de Volksrepubliek China worden ingevoerd.

    Hij wijst er voorts op dat de producenten/exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China in de periode dat de antidumpingmaatregelen van kracht waren, hebben gepoogd de bestaande maatregelen te ontduiken. Deze pogingen zijn verijdeld dankzij Verordening (EG) nr. 192/1999 van de Raad (6).

    5.   Procedure

    Na raadpleging van het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om bij het vervallen van de maatregelen een nieuw onderzoek in te leiden. Zij opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

    5.1.   Procedure voor het vaststellen van dumping en schade

    Onderzocht zal worden of het bij het vervallen van de maatregelen opnieuw tot dumping en schade kan komen.

    a)   Steekproef

    Aangezien er kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening een steekproef doen.

    i)   Steekproef van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China

    Om de noodzaak van een steekproef te kunnen beoordelen en — zo nodig — een steekproef te kunnen samenstellen, worden alle producenten/exporteurs of hun vertegenwoordigers verzocht zich bij de Commissie aan te melden en de onderstaande informatie over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken binnen de in punt 6 b) i) vermelde termijn en op de in punt 7 beschreven wijze:

    naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon;

    de hoeveelheid (het aantal stuks) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 naar de Gemeenschap is uitgevoerd, en de waarde ervan in plaatselijke valuta;

    een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van het bedrijf met betrekking tot de productie van het betrokken product, het aantal geproduceerde stuks van het betrokken product, de productiecapaciteit en de investeringen in productiecapaciteit tijdens de periode van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006;

    de naam van alle verbonden bedrijven (7) die bij de productie en/of de verkoop (in binnen- en/of buitenland) van het betrokken product betrokken zijn, en een nauwkeurige beschrijving van hun activiteiten;

    alle andere gegevens die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn.

    Door de bovenstaande informatie te verstrekken stemt het bedrijf ermee in eventueel in de steekproef te worden opgenomen. Bedrijven die in de steekproef worden opgenomen, moeten een vragenlijst invullen en ermee instemmen dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Bedrijven die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking worden vermeld in punt 8.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het exporterende land en met alle bekende organisaties van producenten/exporteurs.

    ii)   Definitieve samenstelling van de steekproef

    Opmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de in punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.

    De Commissie zal de steekproef pas definitief samenstellen na alle partijen te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de in punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking aan het onderzoek verlenen.

    Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie punt 8).

    b)   Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de producenten en alle organisaties van producenten in de Gemeenschap, de producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, alle organisaties van producenten/exporteurs, de importeurs, alle organisaties van importeurs die in het verzoek worden genoemd of die hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, alle bekende gebruikers of gebruikersorganisaties en de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

    c)   Keuze van een geschikt land met een markteconomie

    De Commissie is voornemens Brazilië als referentieland te gebruiken om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. Opmerkingen over de keuze van dit land moeten binnen de in punt 6 c) vermelde termijn worden toegezonden.

    5.2.   Procedure voor de beoordeling van het belang van de Gemeenschap

    Als wordt bevestigd dat de schadelijke dumping wellicht zal worden voortgezet of zich zal herhalen, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven of in te trekken. De producenten in de Gemeenschap, importeurs, hun representatieve organisaties, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties kunnen daarom binnen de algemene termijn van punt 6 a) ii) contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken, mits zij kunnen aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen met opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die krachtens artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als deze informatie samen met het nodige bewijsmateriaal wordt ingediend.

    6.   Termijnen

    a)   Algemene termijnen

    i)

    Om een vragenlijst aan te vragen

    Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid, moeten zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, een vragenlijst aanvragen.

    ii)

    Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten — tenzij anders vermeld — uiterlijk 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen. Opgemerkt zij dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

    De in een steekproef opgenomen bedrijven moeten de Commissie de antwoorden op de vragenlijst binnen de in punt 6 b) iii) vermelde termijn doen toekomen.

    iii)

    Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

    b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

    (i)

    De in punt 5.1 a) i) en punt 5.1 a) ii) bedoelde gegevens moeten uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn, aangezien de Commissie de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

    (ii)

    Alle andere gegevens die voor de in punt 5.1 a) ii) vermelde samenstelling van de steekproef van nut kunnen zijn, moeten uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit zijn van de Commissie.

    (iii)

    De antwoorden van de in de steekproef opgenomen bedrijven op de vragenlijst, moeten uiterlijk 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, in het bezit zijn van de Commissie.

    c)   Bijzondere termijn voor de keuze van het land met een markteconomie

    De belanghebbenden kunnen opmerkingen maken over de keuze van Brazilië als referentieland om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5 c)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk 10 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit zijn van de Commissie.

    7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden ingediend met opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de betrokkene. Alle schriftelijk opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), antwoorden op vragenlijsten en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten zijn voorzien van het opschrift „Limited (8) en overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

    Correspondentieadres van de Commissie

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat B

    Kamer: J-79 5/16

    B-1049 Brussel

    Fax (32-2) 295 65 05.

    8.   Niet-medewerking

    Als belanghebbenden binnen de vastgestelde termijnen de toegang tot de nodige gegevens weigeren, geen informatie verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken in zowel positieve als negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze informatie buiten beschouwing gelaten en kan van de beschikbare gegevens worden gebruikgemaakt overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening. Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijke medewerking verleent en bijgevolg van de beschikbare gegevens wordt gebruikgemaakt, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    9.   Tijdschema

    Overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening wordt het onderzoek uiterlijk 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.


    (1)  PB C 321 van 16.12.2005, blz. 4.

    (2)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

    (3)  PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17.

    (4)  PB L 21 van 29.1.1999, blz. 1.

    (5)  PB L 248 van 18.9.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 155/2003 van de Raad.

    (6)  PB L 21 van 29.1.1999, blz. 1.

    (7)  Zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1) voor de betekenis van het begrip verbonden bedrijf.

    (8)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het is een vertrouwelijk document op grond van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).


    Top