Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0382

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende roaming op publieke mobiele netwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten {SEC(2006) 925} {SEC(2006) 926}

    /* COM/2006/0382 def. - COD 2006/0133 */

    52006PC0382

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende roaming op publieke mobiele netwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten {SEC(2006) 925} {SEC(2006) 926} /* COM/2006/0382 def. - COD 2006/0133 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 12.7.2006

    COM(2006) 382 definitief

    2006/0133 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende roaming op publieke mobiele netwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten

    (door de Commissie ingediend) {SEC(2006) 925}{SEC(2006) 926}

    TOELICHTING

    1. Achtergrond van het voorstel

    - Motivering en doelstellingen van het voorstel

    De mogelijkheid voor gebruikers van mobiele elektronische communicatiediensten om met hun mobiele telefoon in het buitenland gesprekken te initiëren en te ontvangen ('internationale roaming') is een belangrijk onderdeel van de geleverde dienst en draagt bij tot de maatschappelijke en economische welvaart in de gehele Gemeenschap. De hoge tarieven die mobiele gebruikers betalen voor het gebruik van deze dienst zijn echter door consumentenorganisaties, regelgevers en beleidsmakers in de gehele Gemeenschap aangemerkt als een blijvend probleem. Hoewel in de afgelopen jaren een reeks acties is opgezet om dit probleem met gebruikmaking van de bestaande wetgeving aan te pakken, zijn de beschikbare instrumenten ontoereikend gebleken om de tarieven te verlagen naar een niveau dat de onderliggende kosten voor de desbetreffende dienstverlening weerspiegelt.

    De doelstelling van dit voorstel is dan ook om het bestaande regelgevingskader voor elektronische communicatie aan te passen en zo de vereiste rechtsgrondslag tot stand te brengen voor doeltreffende en tijdige actie om op een geharmoniseerde manier het niveau van de roamingtarieven in de Gemeenschap drastisch te verlagen. Dit moet bereikt worden door het beginsel ten uitvoer te leggen dat de tarieven die door de gebruikers van openbare mobiele netwerken worden betaald voor roamingdiensten wanneer zij reizen binnen de Gemeenschap, niet ongerechtvaardigd hoger mogen liggen dan de tarieven die hen worden aangerekend wanneer zij in hun eigen land telefoneren (de "Europese-thuismarktaanpak").

    Het mechanisme waarvoor gekozen is om deze doelstelling op een evenredige wijze te bereiken, is de invoering voor de exploitanten van terrestrische mobiele netwerken van maximumtarieven voor de levering van roamingdiensten voor gesprekken tussen de lidstaten op zowel retail- als wholesale-niveau.

    - Algemene context

    Het probleem van de hoge roamingtarieven voor mobiele gebruikers die in Europa reizen, kwam voor het eerst aan het licht medio 1999 na het besluit van de Commissie om een sectorenquête te houden betreffende de nationale en internationale roamingdiensten. Het resultaat daarvan was dat de Commissie tegen bepaalde exploitanten van mobiele netwerken in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland inbreukprocedures heeft opgestart wegens niet-naleving van artikel 82 van het Verdrag.

    Ook ten tijde van de vaststelling van het regelgevingspakket voor elektronische communicatie in 2002 werd internationale roaming aangemerkt als een probleem waarvoor eventueel regelgeving ex ante moest worden uitgewerkt. Meer bepaald werd de 'nationale wholesale-markt voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken' in de aanbeveling van de Commissie van 11 februari 2003 betreffende relevante producten– en dienstenmarkten in de elektronische–communicatiesector genoemd als een van de markten waarvoor dergelijke regelgeving aangewezen was.

    De Europese Groep van regelgevende instanties (European Regulators' Group - ERG) heeft in mei 2005 opgemerkt dat de retail-tarieven zonder duidelijke rechtvaardiging zeer hoog lagen; dat dit een gevolg leek te zijn van zowel de hoge wholesale-tarieven die werden aangerekend door de buitenlandse gastheer-exploitanten als in vele gevallen van de hoge retail-winstmarges die door de eigen netwerkexploitant van de klant werden gehanteerd; dat verlagingen van de wholesale-tarieven vaak niet werden doorberekend in de retail-tarieven; en dat de gebruikers vaak niet voldoende werden ingelicht over de roamingtarieven.

    In oktober 2005 heeft de Commissie de aandacht gevestigd op het probleem van de hoge internationale roamingtarieven en het gebrek aan prijstransparantie, meer bepaald door het opzetten van een consumenteninformatie-website waarop niet alleen werd bevestigd dat de aangerekende tarieven in vele gevallen onmiskenbaar overdreven hoog zijn, maar ook werd aangetoond dat er binnen de Gemeenschap niet te rechtvaardigen prijsverschillen bestaan voor gesprekken met dezelfde kenmerken.

    In zijn resolutie van 1 december 2005 inzake Europese elektronische-communicatieregelgeving en -markten in 2004 heeft het Europees Parlement het initiatief van de Commissie voor meer transparantie in de sector van de internationale roaming toegejuicht en heeft het de Commissie verzocht nieuwe maatregelen te treffen om de hoge kosten van grensoverschrijdend mobiel telefoonverkeer terug te dringen.

    In december 2005 heeft de Europese Groep van regelgevende instanties de Europese Commissie erop gewezen dat door de nationale regelgevende instanties (NRI's) getroffen maatregelen niet zullen volstaan om het probleem van de hoge tarieven op te lossen aangezien roaming een uitzonderlijk geval is waarbij het huidige regelgevingskader niet volstaat om een duidelijke benadeling van de consument op te lossen.

    In maart 2006 heeft de Europese Raad in zijn conclusies gewezen op het belang voor het concurrentievermogen van een verlaging van de roamingkosten, dit in de context van de behoefte aan een gericht, doeltreffend en geïntegreerd beleid voor de sector van de informatie- en communicatietechnologie (ICT), zowel op Europees als op nationaal niveau, meer bepaald met het oog op het bereiken van de herziene doelstellingen van de Lissabon-strategie voor economische groei en productiviteit.

    Hoewel sommige exploitanten in reactie op de EU-initiatieven plannen hebben aangekondigd om hun tarieven voor internationale roamingdiensten te verlagen, is er geen algemeen antwoord van de industrie dat ertoe strekt de doelstellingen van dit voorstel te bereiken op een andere manier dan via regulering. Er is met name geen garantie dat alle gebruikers van internationale roaming zullen kunnen genieten van de met dit voorstel beoogde tariefverlagingen.

    Het is derhalve de bedoeling om met dit voorstel een geharmoniseerde rechtsgrondslag te leggen voor maatregelen die de voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie kunnen vergemakkelijken.

    - Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    De instrumenten waarover de Gemeenschap en de nationale mededingingswetgeving beschikken, maken het voor de bevoegde instanties mogelijk sancties op te leggen aan afzonderlijke ondernemingen waarvan het gedrag indruist tegen de mededingingsregels. De instrumenten van de mededingingswetgeving hebben echter uitsluitend betrekking op de activiteiten van individuele ondernemingen en bieden dus geen oplossing die de belangen van alle gebruikers van elektronische communicatie en alle marktdeelnemers binnen de Gemeenschap veilig stelt.

    Het bestaande regelgevingskader voor elektronische communicatie bevat een mechanisme voor het opleggen via regelgeving van verplichtingen ex ante aan ondernemingen binnen de sector van de elektronische communicatie, meer bepaald op basis van een selectie van de relevante markten waarvoor regelgeving ex ante kan worden uitgewerkt, gepaard aan een proces van marktanalyse door de regelgevende instanties. Op die basis kunnen verplichtingen via regulering worden opgelegd aan bepaalde ondernemingen die op de desbetreffende markten over een aanmerkelijke marktmacht beschikken. De nationale wholesale-markt voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken is aangemerkt als een dergelijke relevante markt. Anderzijds is geen enkele retail-markt voor de levering van roamingdiensten aangemerkt als een relevante markt, aangezien die diensten op retail-niveau niet afzonderlijk worden aangekocht, maar slechts één element vormen van een breder retail-pakket. Gezien de specifieke kenmerken van de markten voor internationale roaming en de grensoverschrijdende aard van deze diensten is het voor de regelgevers bijgevolg niet mogelijk gebleken om de hoge tarieven voor roaming met behulp van deze procedure aan te pakken.

    Er kan worden opgemerkt dat het regelgevingskader van de Gemeenschap de lidstaten enige ruimte laat om de problemen op de internationale roamingmarkten aan te pakken via andere wetgevingsmaatregelen, zoals de wetgeving op de consumentenbescherming. Gezien de grensoverschrijdende aard van de internationale roamingdiensten, waarbij de wholesale-leveranciers gevestigd zijn in andere lidstaten dan die van de klanten die bedoelde diensten gebruiken, zou elke wetgevingsactie door afzonderlijke lidstaten echter ondoeltreffend zijn en, zonder de harmonisatie die door dit voorstel gewaarborgd wordt, onderling afwijkende resultaten opleveren in het geheel van de Gemeenschap.

    Het bestaande regelgevingskader van de Gemeenschap (artikel 19 van Kaderrichtlijn 2002/21/EG) maakt het voor de Commissie mogelijk om aanbevelingen te doen betreffende de geharmoniseerde toepassing van de richtlijn. Een dergelijke aanbeveling is op dit gebied echter weinig doeltreffend, aangezien zij niet juridisch bindend is en de lidstaten waartoe deze aanbeveling gericht is vervolgens nog altijd slechts over de bestaande regelgevingsinstrumenten beschikken.

    De retail– en wholesale-roamingmarkten hebben bepaalde unieke kenmerken die uitzonderlijke maatregelen, welke verder gaan dan de mechanismen die normaliter beschikbaar zijn krachtens het regelgevingskader van 2002, rechtvaardigen.

    - Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

    Dit voorstel strookt met de vernieuwde Lissabon-strategie ter bevordering van groei en werkgelegenheid dankzij een groter concurrentievermogen en het daarmee verbonden i-2010-initiatief van de Commissie. Het belang van de verlaging van de internationale roamingtarieven binnen de Gemeenschap is uitdrukkelijk bevestigd op de Europese Raad van maart 2006.

    2. Raadpleging van de betrokken partijen en effectenbeoordeling

    - Raadpleging van de betrokken partijen

    Methode, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

    De Commissie is begin 2006 begonnen met een raadpleging in twee fasen[1]. In de eerste fase werd gepeild naar de algemene feedback wat de basisbeginselen betreft. Vervolgens werd door de Commissiediensten een tweede raadplegingsronde gestart waarin het concretere concept van regulering als basis voor de discussie naar voren werd geschoven. In beide fasen samen werden 152 reacties ontvangen van diverse betrokken partijen, zoals netwerkexploitanten, NRI's, lidstaten en handels- en consumentenorganisaties.

    Samenvatting van de reacties en manier waarop daarmee rekening is gehouden

    Uit de raadpleging bleek dat er van de lidstaten, NRI's, consumentenorganisaties en zelfs sommige netwerkexploitanten brede steun kwam voor de algemene Commissiedoelstelling om de roamingtarieven te verminderen. Hoewel de meeste exploitanten zicht kantten tegen regulering en aanvoerden dat er voldoende concurrentie is op de markt en dat de tarieven dalen, stelden sommigen hetzij zelfregulering hetzij enige vorm van regulering voor.

    Op basis van de ontvangen reacties heeft de Commissie haar oorspronkelijke concept van het "thuistariefbeginsel", waarbij de tarieven voor internationale roaming werden gekoppeld aan de tarieven die door de roamende klanten worden betaald voor equivalente gesprekken op hun thuisnetwerk, aangepast om te komen tot het concept van een "Europese-thuismarktaanpak", waarbij de roamingtarieven nauwer aansluiten bij de tarieven van gesprekken op het thuisnetwerk. Dit moet gebeuren door de toepassing van gemeenschappelijke voor de gehele Gemeenschap geldende tariefmaxima, waardoor een hoog niveau van bescherming van de consument kan worden gewaarborgd en tegelijk de vrije mededinging kan worden gevrijwaard.

    - Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid afgezien van de input van de betrokken partijen in het kader van de openbare raadpleging.

    - Effectenbeoordeling

    Bij de beoordeling van de effecten van dit voorstel werden de volgende opties onderzocht: geen beleidswijziging, zelfregulering, co-regulering, zachte regulering en gerichte regulering.

    'Geen beleidswijziging' houdt in dat voor de oplossing van het probleem wordt gerekend op de markt en de technologische ontwikkelingen en dat de bestaande regelgevingsinstrumenten en instrumenten van het mededingingsrecht gewoon verder worden gebruikt. Er moet echter worden opgemerkt dat de nationale regelgevende instanties reeds hebben onderstreept dat de bestaande regelgevingsinstrumenten niet volstaan om dit probleem op te lossen.

    Ook zelfregulering en co-regulering werden in overweging genomen, hoewel er tot dusverre geen initiatief van het geheel van de sector is gekomen om dergelijke maatregelen voor te stellen. Het risico dat voor bepaalde gebruikers extreem hoge tarieven blijven gelden, ook als het gemiddelde tariefniveau naar omlaag gaat, kan echter de algemene doelstelling van een dergelijke aanpak ondermijnen.

    Ook de optie om het probleem aan te pakken via aanbevelingen of een andere vorm van zachte regulering is bestudeerd. Gezien echter de structurele aard van het probleem van de hoge gebruikerstarieven voor internationale roaming en het feit dat de bestaande bepalingen van het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie niet blijken te volstaat om het probleem op te lossen, is het duidelijk dat initiatieven waarbij het wettelijke kader voor remediëringsactie ongewijzigd blijven, onmogelijk het gewenste resultaat kunnen bereiken.

    Binnen de bredere optie van gerichte regulering, is er gekeken naar drie benaderingen: uitsluitend regulering op wholesale-niveau, uitsluitend regulering op retail-niveau en een combinatie van wholesale- en retail-regulering.

    Uitsluitend regulering op wholesale-niveau zou een oplossing kunnen zijn voor het probleem van de hoge tarieven tussen de exploitanten, maar biedt – gezien het ontbreken van de relevante concurrentiedruk – niet de garantie dat de lagere wholesale-tarieven worden doorberekend aan de roamende consument. Er is hierbij dus geen waarborg dat de doelstelling van aanzienlijke verlaging van de retail-tarieven voor de Europese gebruikers wordt bereikt.

    Er is ook gekeken naar de mogelijkheid van regulering uitsluitend op retail-niveau omdat dit het probleem op een directe wijze zou aanpakken. Aangezien het wholesale-niveau dan ongemoeid wordt gelaten, kan dit voor de kleinere exploitanten een overmatige druk op de prijzen meebrengen en dus leiden tot grootschalige stopzetting van de dienstverlening.

    Tenslotte werden diverse varianten van een combinatie van wholesale- en retail-regulering onderzocht. De conclusie van de effectenbeoordeling was dat een dergelijke gecombineerde wholesale-/retail-aanpak, met daarbij de invoering van een gemeenschappelijke voor de gehele Gemeenschap geldende maximumtarieven op zowel wholesale- als retail-niveau de beste oplossing is.

    3. Juridische elementen van het voorstel

    - Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    Het voorstel voorziet in de invoering, op basis van de 'Europese-thuismarktaanpak', van gemeenschappelijke, voor de gehele Gemeenschap geldende maximumgrenzen voor de tarieven die de exploitanten van mobiele netwerken mogen aanrekenen voor de wholesale-levering van roamingdiensten voor mobiele spraaktelefonie-oproepen vanuit een in de Gemeenschap bezocht netwerk en afgegeven op een openbaar telefoonnetwerk dat zich eveneens binnen de Gemeenschap bevindt.

    Bij de vaststelling van de maximumtarieven wordt rekening gehouden met de verschillen in de onderliggende kosten tussen, enerzijds, de levering van internationale roamingdiensten met een bestemming binnen het bezochte land en, anderzijds, de levering van dergelijke diensten met een bestemming thuis of in een derde land binnen de Gemeenschap. Het voorstel voorziet daarom in een lagere wholesale-tariefgrens voor de eerste categorie gesprekken (gelegd op tweemaal het gemiddelde afgiftetarief in de Gemeenschap), die geldt voor exploitanten van mobiele netwerken waarvan is vastgesteld dat zij over een aanmerkelijke marktmacht beschikken, en een hogere tariefgrens voor de tweede categorie (gelegd op drie keer het gemiddelde afgiftetarief in de Gemeenschap), geldend voor diezelfde categorie exploitanten.

    Om te voorkomen dat er wurgprijzen ('price squeeze') ontstaan voor de levering van mobiele roamingdiensten op retail-niveau, voorziet het voorstel ook in retail-tariefmaxima voor dezelfde categorieën roaminggesprekken, gelegd op 130% van de geldende wholesale-maximumtarieven.

    In overeenstemming met de "Europese-thuismarktaanpak" en teneinde te waarborgen dat de aan roamende klanten aangerekende tarieven voor de ontvangst van gesprekken terwijl zij in het buitenland reizen in de Gemeenschap meer de desbetreffende onderliggende kosten voor hun thuisaanbieder weerspiegelen, bevat het voorstel ook een bepaling die ertoe strekt deze tarieven onder een maximumgrens te houden.

    De retail–tariefmaxima voor het maken van gereguleerde roaminggesprekken treden rechtens in werking zes maanden na de inwerkingtreding van de voorgestelde verordening.

    Het voorstel bevordert de transparantie van de retail-tarieven door de invoering van een verplichting voor de aanbieders van mobiele telefonie om de roamende klant op verzoek en kosteloos gepersonaliseerde informatie over de retail–tarieven te verstrekken. Klanten mogen ervoor kiezen om die informatie via een SMS-bericht (Short Message Service) dan wel via een mobiel telefoongesprek te ontvangen. Bovendien worden de aanbieders van mobiele telefonie ertoe verplicht om bij het nemen van een abonnement, op gezette tijden en bij aanmerkelijke tariefwijzigingen, informatie te verstrekken over hun roaming-tarieven.

    Het voorstel geeft de nationale regelgevende instanties ook de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om de handhaving te waarborgen, dit in overeenstemming met hun huidige rol krachtens het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie. Het geeft hen tevens de taak toe te zien op de ontwikkeling van de retail- en wholesale-tarieven voor de levering aan klanten die roamen binnen de Gemeenschap van spraaktelefonie- en gegevenscommunicatiediensten, inclusief SMS (Short Message Service) en MMS (Multimedia Message Service).

    Om duidelijk te maken dat de in het voorstel vervatte maatregelen van specifieke aard zijn binnen het algemene regelgevingskader als vastgelegd bij Kaderrichtlijn 2002/21/EG en om te waarborgen dat de algemene bepalingen van dit regelgevingskader van toepassing blijven op de door het onderhavige voorstel gereguleerde roamingdiensten (onverlet de specifieke eisen daarvan), wijzigt het voorstel ten slotte de bepalingen van het bestaande regelgevingskader, meer bepaald van Richtlijn 2002/21/EG.

    - Rechtsgrondslag

    Artikel 95 van het EG-Verdrag

    - Subsidiariteitsbeginsel

    Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel niet valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap.

    Gezien de specifieke grensoverschrijdende aard van de roamingdiensten waarop de voorgestelde maatregel betrekking heeft, waardoor de exploitanten die op wholesale-niveau roamingdiensten aanbieden gevestigd zijn in andere lidstaten dan de lidstaat van de thuisaanbieder van de klant, en gezien het feit dat de voorgestelde maatregel een wijziging vergt van het bestaande regelgevingskader van de Gemeenschap, kan actie van uitsluitend de lidstaten niet volstaan en is dergelijke actie ontoereikend om de doelstellingen van het voorstel te bereiken.

    Actie van uitsluitend de lidstaten om het probleem waarop dit voorstel betrekking heeft aan te pakken, kan het probleem doen rijzen van de conformiteit met het bestaande communautaire regelgevingskader (als dit ongewijzigd blijft) en/of resulteren in onderling afwijkende resultaten, wat de voltooiing van de interne markt in het gedrang kan brengen.

    Aangezien de levering van mobiele roamingdiensten binnen de Gemeenschap uit de aard der zaak effect heeft op alle lidstaten en raakt aan de belangen van partijen in verschillende lidstaten tegelijk, is een geharmoniseerde aanpak op Gemeenschapsniveau essentieel om een samenhangende toepassing te waarborgen en te garanderen dat de belangen van de gebruikers en ondernemingen in alle lidstaten worden gevrijwaard.

    Aangezien de voorgestelde actie een wijziging vergt van het bestaande communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie, alsook de vaststelling van gemeenschappelijke tariefgrenzen voor gebruikers en exploitanten van mobiele netwerken op een niet-discriminerende basis in de gehele Gemeenschap, kunnen de doelstellingen van dit voorstel niet op een zekere, geharmoniseerde en tijdige wijze worden bereikt door de lidstaten en kunnen zij beter worden bereikt door de Gemeenschap als geheel.

    Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

    - Evenredigheidsbeginsel

    De regelgevingsmaatregel waarvoor in het geval van dit voorstel gekozen is, houdt de kleinst mogelijke verstoring in van het commerciële optreden van de betrokken ondernemingen. Door de vaststelling van maximumtariefgrenzen op wholesale– en retail-niveau worden de concurrentievoorwaarden, rekening houdend met de doelstellingen van de verordening, zo weinig mogelijk verstoord, aangezien het de exploitanten vrij blijft staan om met elkaar te concurreren en hun aanbod te differentiëren binnen de vastgestelde grenzen. Van alle eventuele regelgevingsopties brengt de gekozen maatregel ook het kleinste risico mee van verstoring van verwante maar verschillende markten voor mobiele diensten op retail- of wholesale-niveau. Overeenkomstig de voorgestelde actie blijft de taak van monitoring en handhaving van de toepassing ook berusten bij de regelgevende instanties die in elke lidstaat bevoegd zijn voor elektronische communicatie, aangezien zij het dichtst staan bij de betrokken markten en exploitanten.

    Gezien de eenvoud van het bij de voorgestelde verordening in te voeren mechanisme en het feit dat het, aangezien het via een verordening wordt ingevoerd, rechtstreeks binnen de Gemeenschap toepasselijk wordt, is de administratieve en financiële belasting voor de Gemeenschap, de nationale regeringen en de regelgevende instanties minimaal. De voorschriften in kwestie moeten niet in nationaal recht worden omgezet of ten uitvoer gelegd en het proces van toezicht op de toepassing valt onder de normale activiteiten van de nationale regelgevende instanties. Het voorstel zal zelfs de administratieve belasting van de nationale regelgevers verlichten aangezien voor hen de noodzaak wegvalt om op hun grondgebied op gezette tijden de nationale wholesale–markt voor internationale roaming via publieke mobiele netwerken te analyseren en te beoordelen.

    - Keuze van instrumenten

    Voorgesteld instrument: verordening.

    Gezien de urgentie en hardnekkigheid van het vastgestelde probleem is een eenvoudige, doeltreffende en tijdige oplossing vereist voor de Europese consument, die op een geharmoniseerde wijze in de gehele Gemeenschap wordt toegepast zonder dat omzetting of uitgebreide tenuitvoerlegging op nationaal niveau vereist is. Een dergelijk nationaal tenuitvoerleggingsproces zou immers de impact van de maatregel in sommige lidstaten aanzienlijk vertragen, wat zou resulteren in een verstoring van de mededingingsvoorwaarden voor de aanbieders van mobiele telefonie in de verschillende lidstaten. Een verordening is daarom het enige instrument dat het mogelijk maakt de doelstelling te bereiken.

    4. Gevolgen voor de begroting

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

    5. Aanvullende informatie

    - Vereenvoudiging

    Door de vervanging van de bestaande mechanismen van het huidige regelgevingskader, waarvan de toepassing op internationale roamingdiensten voor spraaktelefonie onzeker is, door een eenvoudig mechanisme dat voor alle betrokkenen transparant en voorspelbaar is, creëert het voorstel rechtszekerheid voor zowel mobiele gebruikers als marktspelers.

    De voorgestelde maatregel maakt de verplichting overbodig voor de nationale regelgevende instanties om uitgebreide en ingewikkelde gegevensvergaring uit te voeren met het oog op de analyse van de nationale wholesale-markt voor internationale roaming op openbare mobiele netwerken en heft de noodzaak op voor de nationale regeringen en instanties om middelen te besteden aan de zoektocht naar alternatieve oplossingen en strategieën op nationaal niveau.

    Aangezien hij voorziet in een eenvoudige en doorzichtige tariefgrens voor gereguleerde roaminggesprekken brengt de voorgestelde maatregel geen grote administratieve belasting mee voor de ondernemingen en andere betrokken partijen. Het zal bovendien niet langer noodzakelijk zijn om analyses te maken van de wholesale-markt voor internationale roaming, waardoor het proces van periodieke gegevensvergaring en raadpleging, vereist voor de beoordeling van de markt, wordt verlicht. De gegevens die nodig zijn voor de toepassing van het voorstel zijn beschikbaar bij de exploitanten en de inzameling ervan vergt dus geen extra werk.

    - Herziening/intrekking

    Het voorstel voorziet in een evaluatie van de verordening na twee jaar. Dit houdt in dat als de marktontwikkelingen op dat moment aantonen dat de verordening overbodig is geworden, de Commissie zal voorstellen ze overeenkomstig de beginselen van goed bestuur in te trekken.

    - Europese economische ruimte

    De voorgestelde maatregel heeft betrekking op een EER-kwestie en moet daarom van toepassing zijn in het geheel van de Europese economische ruimte.

    - Gedetailleerde toelichting van het voorstel

    In artikel 1 worden het doel en de werkingssfeer van de verordening omschreven, namelijk invoering van de 'Europese-thuismarktaanpak' voor de gebruikers van openbare mobiele telefoonnetwerken voor internationale roaming-spraaktelefoniediensten wanneer zij reizen binnen de Gemeenschap. De Europese-thuismarktaanpak heeft tot doel een hoog niveau van bescherming voor deze gebruikers tot stand te brengen door een maximumgrens vast te leggen voor de wholesale- en retail-tarieven die door de exploitanten van mobiele netwerken mogen worden aangerekend voor de levering van roamingdiensten binnen de Gemeenschap.

    In artikel 2 worden de definities van de verordening gegeven. De nieuwe definities zijn: 'thuisaanbieder, 'thuisnetwerk', 'internationale roaming', 'gereguleerd roaminggesprek', 'roamende klant' en 'bezocht netwerk'.

    Bij artikel 3 worden de maximumgrenzen vastgelegd voor de tarieven die de exploitanten van mobiele netwerken mogen aanrekenen voor de levering van gereguleerde roamingdiensten op wholesale-niveau. Het maximale wholesale-tarief voor gereguleerde roaminggesprekken, die door de roamende klant worden geïnitieerd met een bestemming in zijn/haar thuisland of in een derde land binnen de Gemeenschap, is drie keer het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte, terwijl het maximale wholesale-tarief voor gereguleerde roaminggesprekken met een bestemming binnen het bezochte land twee keer het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte bedraagt.

    Bij artikel 4 wordt het retail-maximumtarief vastgelegd dat de thuisaanbieder aan zijn roamende klant kan aanrekenen voor het initiëren van gereguleerde roaminggesprekken. Dit bedraagt 130% van het geldende wholesale-tariefmaximum voor een dergelijk gesprek (exclusief BTW).

    Krachtens artikel 5 treden de bij artikel 4 vastgestelde retail-tariefmaxima in werking na zes maanden.

    Bij artikel 6 wordt het retail-maximumtarief vastgelegd dat de thuisaanbieder aan zijn roamende klant kan aanrekenen voor het ontvangen van gesprekken terwijl hij/zij reist binnen de Gemeenschap. Dit bedraagt 130% van het gemiddelde mobiele afgiftetarief als gepubliceerd overeenkomstig artikel 9 (exclusief BTW).

    Artikel 7 voorziet in een grotere transparantie voor de roamingtarieven voor de consument, meer bepaald door de invoering van een verplichting voor de thuisaanbieder om zijn roamende klanten op verzoek en kosteloos informatie te verstrekken over deze tarieven via een SMS-bericht (Short Message Service) dan wel via een mobiel telefoongesprek. Bovendien worden de aanbieders van mobiele telefonie ertoe verplicht om bij het nemen van een abonnement, op gezette tijden en bij aanmerkelijke tariefwijzigingen, informatie te verstrekken over hun roaming-tarieven.

    In artikel 8 worden de bevoegdheden en verplichtingen omschreven van de nationale regelgevende instanties om toe te zien op de toepassing en handhaving van de verordening op hun grondgebied.

    Krachtens artikel 9 moeten de lidstaten regels vaststellen voor de sancties die zij kunnen opleggen bij inbreuken op de verordening.

    In artikel 10 worden de voorschriften omschreven voor de vaststelling en bekendmaking van de gemiddelde mobiele afgiftetarieven die worden gebruikt voor de berekening van de maximumtarieven van artikel 3 en 6.

    Artikel 11 bevat de wijziging die in de kaderrichtlijn moet worden aangebracht om een samenhangende toepassing van de richtlijnen die het regelgevingskader vormen en van de verordening zelf te waarborgen.

    In artikel 12 wordt de termijn voor de herziening van de verordening vastgelegd.

    Krachtens artikel 13 wordt de Commissie bijgestaan door een Comité voor communicatie, opgezet overeenkomstig de kaderrichtlijn.

    Krachtens artikel 14 moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de gegevens betreffende hun nationale regelgevende instanties die belast zijn met de uitvoering van taken overeenkomstig de verordening.

    Artikel 15 voorziet in maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging van de richtlijn, die moeten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13 bedoelde comitéprocedure.

    Artikel 16 bepaalt dat de verordening in werking reedt op de dag volgende op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2006/0133 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende roaming op publieke mobiele netwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

    Gezien het voorstel van de Commissie[2],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[3],

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Het hoge niveau van de tarieven die de gebruikers van openbare publieke telefoonnetwerken betalen wanneer zij hun mobiele telefoon gebruiken op buitenlandse reizen binnen de Gemeenschap wordt door de nationale regelgevende instanties als een probleem gezien. De Europese Groep van regelgevende instanties (European Regulators Group – ERG)[5] heeft op zijn plenaire vergadering van mei 2005 (onder meer) opgemerkt dat de retail-tarieven zonder duidelijke rechtvaardiging uiterst hoog liggen; dat dit een gevolg bleek te zijn zowel van de hoge wholesale-tarieven die door de exploitant van het buitenlandse netwerk worden aangerekend als, in vele gevallen, van de hoge retail-tarieven die door de exploitant van het eigen netwerk van de gebruiker worden aangerekend; dat een verlaging van de wholesale-tarieven vaak niet wordt doorberekend aan de gebruiker; en dat er een sterke vervlechting is van de markten in de verschillende lidstaten.

    (2) De richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad, meer bepaald Richtlijn 2002/21/EG van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en –diensten (Kaderrichtlijn)[6], Richtlijn 2002/19/EG van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn)[7], Richtlijn 2002/20/EG van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en –diensten (Machtigingsrichtlijn)[8], Richtlijn 2002/22/EG van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en –diensten (Universeledienstrichtlijn)[9] en Richtlijn 2002/58/EG van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie[10], samen "het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002", hadden tot doel binnen de Gemeenschap een interne markt voor elektronische communicatie tot stand te brengen waarin door meer concurrentie een hoog niveau van bescherming van de consument wordt gewaarborgd.

    (3) Het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002 is gebaseerd op het beginsel dat verplichtingen via regelgeving ex ante slechts kunnen worden opgelegd als de markt niet voldoende concurrerend is, en voorziet[11] in een procedure van periodieke marktanalyse en herziening van verplichtingen door de nationale regelgevende instanties. Een en ander leidt tot het opleggen van verplichtingen ex ante aan exploitanten waarvan is geconstateerd dat zij over een aanmerkelijke marktmacht beschikken. Elementen van deze procedure zijn onder meer de afbakening van de relevante markten in overeenstemming met de aanbeveling van de Commissie van 11 februari 2003 betreffende relevante producten– en dienstenmarkten in de elektronische-communicatiesector[12] (de aanbeveling), de analyse van de vastgestelde markten overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie[13], de aanwijzing van de exploitanten met aanmerkelijke marktmacht en het opleggen van verplichtingen ex ante aan de op die wijze aangewezen exploitanten.

    (4) In de aanbeveling wordt de nationale wholesale-markt voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken aangewezen als een relevante markt voor regulering ex ante [14]. De werkzaamheden van de nationale regelgevende instanties (zowel afzonderlijk als in het kader van de Europese Groep van regelgevende instanties) ter analyse van de nationale wholesale-markten voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken hebben echter aangetoond dat het voor de nationale regelgevende instanties nog niet mogelijk is gebleken om het hoge niveau van de tarieven voor internationale roaming aan te pakken gezien de moeilijkheid om ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht te identificeren wegens de specifieke kenmerken van internationale roaming, onder meer de grensoverschrijdende aard ervan.

    (5) Wat de retail–aanbieding van internationale roamingdiensten betreft, wordt daarentegen in de aanbeveling geen enkele retail–markt voor internationale roaming aangewezen als een relevante markt, dit (onder meer) ten gevolge van het feit dat de internationale roamingdiensten op retail-niveau niet afzonderlijk worden aangekocht, maar slechts één element vormen van het bredere retail-pakket dat de klanten kopen bij hun thuisaanbieder.

    (6) Bovendien zijn de nationale regelgevende instanties, die verantwoordelijk zijn voor de bescherming en bevordering van de belangen van mobiele klanten die wonen op hun grondgebied, niet in staat het gedrag te controleren van de exploitanten van het bezochte netwerk, dat zich bevindt in een andere lidstaat en waarvan deze klanten afhangen wanneer zij van internationale roamingdiensten gebruik maken. Deze beperking verlaagt ook de doeltreffendheid van maatregelen die door afzonderlijke lidstaten worden genomen op basis van hun residuale bevoegdheid om regels ter bescherming van de consument vast te stellen.

    (7) Bijgevolg is er druk op de lidstaten om maatregelen op het gebied van de internationale roamingtarieven te treffen, maar de praktijk heeft uitgewezen dat het door het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002 ingestelde mechanisme voor regulering ex ante door de nationale regelgevende instanties niet volstaat om het voor die instanties mogelijk te maken om op dit specifieke gebied op een beslissende wijze op te treden in het belang van de consument.

    (8) Voorts werd de Commissie in de resolutie van het Europees Parlement van 1 december 2005 inzake Europese elektronische-communicatieregelgeving en -markten in 2004[15] verzocht nieuwe initiatieven te nemen om de hoge kosten van het grensoverschrijdende telefoonverkeer terug te dringen, terwijl op de Europese Raad van 23–24 maart 2006 werd geconcludeerd dat een gericht, doeltreffend en geïntegreerd beleid voor de informatie- en communicatietechnologie (ICT), zowel op Europees als op nationaal niveau, essentieel is voor het behalen van de doelstellingen van de vernieuwde Lissabon-strategie van economische groei en productiviteit[16] en er in dat verband werd gewezen op het belang van lagere roamingtarieven voor het concurrentievermogen.

    (9) Hoewel het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002 op basis van de overwegingen die toen duidelijk waren, voorzag in het wegwerken van alle hinderpalen voor de handel op het gebied dat door dit kader werd geharmoniseerd, belet niets de vaststelling van geharmoniseerde regels uit hoofde van andere overwegingen teneinde op de meest doeltreffende wijze een hoog niveau van consumentenbescherming gepaard aan een verbetering van de voorwaarden voor de functionering van de interne markt te bereiken.

    (10) Het is daarom noodzakelijk het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002 te wijzigen om een afwijking mogelijk te maken van de voor het overige geldende regel - meer bepaald dat, wanneer er geen ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht zijn, de tarieven voor dienstverlening moeten worden bepaald door commerciële regelingen - en daarbij aanvullende verplichtingen op basis van regulering in te voeren die rekening houden met de specifieke kenmerken van internationale roamingdiensten.

    (11) De retail- en wholesale-roamingmarkten hebben unieke kenmerken die buitengewone maatregelen rechtvaardigen welke verder gaan dan de mechanismen die voor het overige overeenkomstig het regelgevingskader van 2002 beschikbaar zijn.

    (12) Om de belangen van de roamende klant te beschermen moeten er verplichtingen op basis van regulering worden ingevoerd, op zowel het retail- als het wholesale-niveau, aangezien uit ervaring is gebleken dat een verlaging van de wholesale-tarieven voor internationale roamingdiensten, wegens het ontbreken van stimulansen daartoe, vaak niet uitmondt in lagere roamingtarieven op retail-niveau. Anderzijds kan actie om het niveau van de retail-tarieven te drukken zonder het probleem van de wholesale-kosten voor de levering van de desbetreffende diensten aan te pakken, de ordelijke functionering van de internationale roamingmarkt verstoren.

    (13) De resulterende verplichtingen moeten rechtstreeks gelden in alle lidstaten en moeten zo spoedig mogelijk in werking treden, maar tegelijk moeten de betrokken exploitanten een redelijke termijn krijgen om hun tarieven en aangeboden diensten aan de nieuwe verplichtingen aan te passen.

    (14) Er moet een gemeenschappelijk mechanisme, de 'Europese–thuismarktaanpak' genoemd, worden ingevoerd om te voorkomen dat de gebruikers van openbare mobiele telefoonnetwerken die reizen binnen de Gemeenschap buitensporige tarieven betalen voor internationale roaming bij spraaktelefonie wanneer zij gesprekken initiëren of een gesprek ontvangen, waarbij een hoog niveau van bescherming van de consument wordt bereikt zonder dat de vrije mededinging tussen de exploitanten van mobiele netwerken in het gedrang komt. Gezien de grensoverschrijdende aard van de betrokken diensten is er een gemeenschappelijk mechanisme nodig opdat de exploitanten kunnen werken binnen één samenhangend regelgevingskader dat gebaseerd is op objectieve criteria.

    (15) Het meest doeltreffende en evenredige mechanisme ter regulering van de tarieven voor internationale roaminggesprekken in overeenstemming met de hierboven omschreven overwegingen is de vaststelling op communautair niveau van maximumtarieven per minuut op zowel het retail- als het wholesale-niveau.

    (16) Dit gemeenschappelijk mechanisme moet ervoor zorgen dat de retail-tarieven voor internationale roaming de onderliggende kosten voor de levering van de desbetreffende dienst op een redelijker wijze weerspiegelen dan tot nog toe het geval is, terwijl de exploitanten de vrijheid behouden om hun aanbod te differentiëren en hun tariefstructuur aan te passen aan de marktomstandigheden en de voorkeuren van de consument.

    (17) Het gemeenschappelijk mechanisme moet op een eenvoudige wijze kunnen worden ingevoerd en gecontroleerd teneinde de administratieve belasting te minimaliseren voor zowel de exploitanten die onder de relevante verplichtingen vallen als de nationale regelgevende instanties die moeten toezien op de naleving en handhaving.

    (18) Bij de vaststelling van de maximumgrenzen voor de tarieven moet rekening worden gehouden met de verschillende elementen van een internationaal roaminggesprek (inclusief kosten van overhead, signalering en gespreksopbouw, -doorgifte en -afgifte) en met de verschillen in de onderliggende kosten voor de levering van internationale roamingdiensten tussen, enerzijds, oproepen naar een bestemming binnen een bezocht land en, anderzijds, oproepen vanuit dat land terug naar het thuisland van de roamende klant of naar een derde land binnen de Gemeenschap.

    (19) De maximumtarieven voor de levering van internationale roaminggsprekken op wholesale-niveau moeten worden gebaseerd op het gemiddelde tarief per minuut voor mobiele gespreksafgifte voor exploitanten met aanzienlijke marktmacht, aangezien dergelijke gespreksafgiftetarieven al onderworpen zijn aan regulerend toezicht overeenkomstig het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002 en bijgevolg kunnen worden bepaald uitgaande van het beginsel van kostengerelateerde tarieven. Gezien de kenmerken van de markt voor gespreksafgifte op individuele openbare mobiele netwerken en de grensoverschrijdende aard van internationale roaming, leveren zij ook een stabiele basis voor een regulering die de kostenstructuur van mobiele netwerken in het geheel van de Gemeenschap weerspiegelt. De gemiddelde tarieven voor mobiele gespreksafgifte zijn een betrouwbare benchmark voor de bepaling van de centrale kostenelementen op wholesale-niveau en derhalve biedt een maximumgrens voor de wholesale-tarieven, gebaseerd op een passend meervoud van een dergelijk gemiddeld tarief voor mobiele gespreksafgifte, de zekerheid dat de reële kosten voor de levering van gereguleerde roamingdiensten kunnen worden gedekt.

    (20) De maximumgrens voor de tarieven op retail-niveau moet roamende klanten de zekerheid bieden dat zij geen buitensporig hoge tarieven moeten betalen wanneer zij een gereguleerd roaminggesprek voeren en moet de thuisaanbieders voldoende ruimte geven om de door hen aan de consument aangeboden producten te differentiëren.

    (21) De aanbieders van internationale roamingdiensten voor gesprekken die worden geïnitieerd in het buitenland, als gereguleerd bij deze verordening, moeten over een termijn beschikken waarbinnen zij hun retail-tarieven op basis van vrijwilligheid kunnen aanpassen om ze in overeenstemming te brengen met de bij deze verordening vastgestelde maximumgrenzen. Het is passend om in dat verband te voorzien in een termijn van zes maanden waarin de marktdeelnemers de desbetreffende aanpassingen kunnen doorvoeren.

    (22) Er moet ook een bovengrens worden gehanteerd voor het tarief dat roamende klanten eventueel wordt aangerekend voor het ontvangen van mobiele telefoongesprekken terwijl zij op reis zijn in het buitenland binnen de Gemeenschap, dit om te waarborgen dat dit tarief meer op de onderliggende kosten voor deze dienstverlening berust en om de klanten een grotere zekerheid te bieden over de aangerekende kosten wanneer zij in het buitenland op hun mobiele telefoon een oproep beantwoorden.

    (23) Deze verordening vormt geen belemmering voor de invoering van innovatieve consumententarieven die gunstiger zijn dan het in deze verordening bedoelde maximumtarief per minuut.

    (24) Opdat alle gebruikers van mobiele spraaktelefonie er baat bij hebben, moeten de tariefvoorschriften van deze richtlijn gelden ongeacht het feit of roamende klanten een pre-paid- dan wel een post-paid-contract hebben met hun thuisaanbieder.

    (25) Het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte moet voor de toepassing van deze verordening worden bepaald op basis van door de nationale regelgevende instanties verstrekte en op gezette tijden door de Commissie gepubliceerde informatie. De exploitanten waarvoor de verplichtingen van deze verordening gelden, moeten een redelijke termijn krijgen om ervoor te zorgen dat hun tarieven onder de maximumgrenzen vallen als gewijzigd bij dergelijke publicatie.

    (26) Om de transparantie van de retail-tarieven voor het initiëren en ontvangen van roaminggesprekken binnen de Gemeenschap te vergroten en roamende klanten te helpen om te beslissen hoe zij hun mobiele telefoon in het buitenland gebruiken, moeten de leveranciers van mobiele telefoniediensten het voor die klanten gemakkelijk maken om, op verzoek en kosteloos, informatie te verkrijgen over de roamingtarieven die voor hen gelden in de door hen bezochte lidstaten. Transparantie vergt ook dat de aanbieders informatie verstrekken over hun roaming-tarieven wanneer klanten zich op hun diensten abonneren en dat zij hun klanten op gezette tijden en bij belangrijke wijzigingen opnieuw informeren over hun roamingtarieven.

    (27) De nationale regelgevende instanties, die belast zijn met taken overeenkomstig het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002, moeten over de bevoegdheid beschikken om de naleving van de in deze verordening vervatte verplichtingen op hun grondgebied te controleren en te handhaven. Zij moeten ook de ontwikkeling controleren van de tarieven voor spraaktelefonie- en gegevensdiensten voor mobiele klanten die roamen in de Gemeenschap, met name wat de specifieke kosten betreft in verband met roaminggesprekken in de meest perifere regio's van de Gemeenschap en de noodzaak erover te waken dat deze kosten op een adequate wijze kunnen worden terugverdiend op de wholesale-markt. Zij moeten erover waken dat actuele informatie over de toepassing van deze verordening beschikbaar wordt gemaakt voor de mobiele gebruikers.

    (28) De lidstaten moeten voorzien in een regeling van sancties bij inbreuken op de bepalingen van deze verordening.

    (29) De maatregelen die vereist zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[17].

    (30) Aangezien de doelstellingen van deze maatregel, namelijk de invoering van een gemeenschappelijk mechanisme om te voorkomen dat de gebruikers van openbare mobiele telefoonnetwerken die reizen binnen de Gemeenschap buitensporige tarieven betalen voor internationale roamingdiensten wanneer zij gesprekken initiëren of ontvangen, waarbij een hoog niveau van bescherming van de consument wordt bereikt zonder dat de vrije mededinging tussen de exploitanten van mobiele netwerken in het gedrang komt, door de afzonderlijke lidstaten niet op zekere, geharmoniseerde en tijdige wijze kunnen worden bereikt en derhalve beter kunnen worden bereikt op Gemeenschapsniveau, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel als omschreven in artikel 5 van het Verdrag. In overeenstemming met het in datzelfde artikel omschreven evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (31) Om te waarborgen dat deze verordening noodzakelijk en geschikt blijft in het licht van de toekomstige voorwaarden op de markt voor elektronische communicatie, moet zij uiterlijk twee jaar na haar inwerkingtreding worden geëvalueerd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en werkingssfeer

    1. Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk mechanisme ingevoerd, de 'Europese-thuismarktaanpak' genoemd, dat moet voorkomen dat de gebruikers van openbare mobiele telefoonnetwerken die reizen binnen de Gemeenschap buitensporig hoge tarieven betalen voor internationale roamingdiensten wanneer zij gesprekken initiëren of ontvangen, waarbij een hoog niveau van bescherming van de consument wordt gewaarborgd zonder dat de vrije mededinging tussen de exploitanten van mobiele netwerken in het gedrang komt. Bij de verordening, die van toepassing is zowel op de tarieven welke op wholesale-niveau door de exploitanten van netwerken worden aangerekend als op de tarieven die door de thuisaanbieders op retail-niveau worden gehanteerd, worden regels ingevoerd voor de tarieven die door de exploitanten van mobiele netwerken mogen worden gehanteerd voor de levering van internationale roamingdiensten voor spraaktelefonie met gespreksopbouw en -afgifte binnen de Gemeenschap.

    2. Deze verordening is een specifieke maatregel in de zin van artikel 1, lid 5, van Richtlijn 2002/21/EG als gewijzigd bij deze verordening.

    Artikel 2

    Definities

    1. In de zin van deze verordening zijn de definities van artikel 2 van Richtlijn 2002/21/EG, artikel 2 van Richtlijn 2002/19/EG en artikel 2 van Richtlijn 2002/22/EG van toepassing.

    2. Afgezien van de definities waarnaar wordt verwezen in lid 1, zijn de volgende definities van toepassing:

    1. "thuisaanbieder", de onderneming die de roamende klant terrestrische openbare mobiele telefoniediensten aanbiedt op retail-niveau;

    2. "thuisnetwerk", het terrestrische openbare mobiele netwerk dat zich bevindt binnen een lidstaat en dat door de thuisaanbieder wordt gebruikt voor de levering van terrestrische openbare mobiele telefoniediensten aan de roamende klant;

    3. "internationale roaming", het gebruik door roamende klanten van een mobiele telefoon of een ander apparaat om telefoongesprekken te initiëren of te ontvangen terwijl zij reizen buiten de lidstaat waarin zich hun thuisnetwerk bevindt, op basis van een overeenkomst tussen de exploitant van het thuisnetwerk en de exploitant van het bezochte netwerk;

    4. "gereguleerd roaminggesprek", een mobiel spraaktelefoniegesprek, op een bezocht netwerk geïnitieerd door de roamende klant en ontvangen op een openbaar telefoonnetwerk binnen de Gemeenschap;

    5. "roamende klant", een klant van een aanbieder van terrestrische mobiele telefoniediensten, via een terrestrisch publiek mobiel netwerk in de Gemeenschap, die een mobiele telefoon of een ander apparaat gebruikt om telefoongesprekken te initiëren of te ontvangen, op basis van een overeenkomst tussen de exploitant van het thuisnetwerk en de exploitant van het bezochte netwerk;

    6. "bezocht netwerk", een terrestrisch openbaar mobiel telefoonnetwerk dat zich bevindt in een lidstaat die niet de lidstaat is waarin zich het thuisnetwerk bevindt, en dat het voor een roamende klant mogelijk maakt om oproepen te initiëren of te ontvangen door middel van regelingen met de exploitant van het thuisnetwerk.

    Artikel 3

    Wholesale-tarieven voor gereguleerde roaminggesprekken

    Het totale wholesale-tarief dat de exploitant van een bezocht netwerk mag aanrekenen aan de exploitant van het thuisnetwerk van een roamende klant voor de levering van een gereguleerd roaminggesprek, inclusief onder meer de kosten voor gespreksopbouw, -doorgifte en -afgifte, mag niet hoger liggen dan het bedrag per minuut als bepaald overeenkomstig bijlage I.

    Artikel 4

    Retail-tarieven voor het initiëren van gereguleerde roaminggesprekken

    Onverlet artikel 5, mag het totale retail-tarief, exclusief BTW, dat een thuisaanbieder mag aanrekenen aan zijn roamende klant voor de levering van een gereguleerd roaminggesprek niet hoger liggen dan 130% van het geldende wholesale-maximumtarief voor dat gesprek als bepaald overeenkomstig bijlage I. De in dit artikel bedoelde tariefgrenzen omvatten alle vaste elementen die verband houden met de levering van gereguleerde roaminggesprekken, zoals kosten voor het opbouwen van een verbinding en opt-in-vergoedingen.

    Artikel 5

    Termijn voor de toepassing van de retail-maximumtarieven voor gereguleerde roaminggesprekken

    De verplichting van artikel 4 treedt in werking zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

    Artikel 6

    Retail-tarieven voor de ontvangst van gesprekken bij roaming in de Gemeenschap

    Het totale retail-tarief, exclusief BTW, dat een thuisaanbieder mag aanrekenen aan zijn roamende klant voor de ontvangst door die klant van een spraaktelefoniegesprek bij roaming op een bezocht netwerk mag, per minuut, niet meer bedragen dan 130% van het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte als gepubliceerd overeenkomstig artikel 10, lid 3. De in dit artikel bedoelde tariefgrenzen omvatten alle vaste elementen die verband houden met de levering van gereguleerde roaminggesprekken, zoals one-off-kosten en opt-in-vergoedingen.

    Artikel 7

    Transparantie van de retail-tarieven

    1. Elke thuisleverancier verstrekt de roamende klant op verzoek gepersonaliseerde informatie over de retail-tarieven voor het initiëren en ontvangen van gesprekken door diezelfde klant in de bezochte lidstaat.

    2. De klant kan ervoor kiezen een dergelijk verzoek aan zijn thuisleverancier te richten via een mobiel spraaktelefoniegesprek, dan wel door het versturen van een SMS-bericht (Short Message Service), in beide gevallen op een nummer dat voor dit doel door de thuisleverancier is bestemd, en hij/zij mag ervoor kiezen bedoelde informatie te ontvangen hetzij in de loop van dat gesprek, hetzij via een SMS-bericht (in dat laatste geval zonder noemenswaardig uitstel).

    3. De hierboven bedoelde informatieverstrekking is kosteloos, zowel wat het doen van het verzoek als wat het ontvangen van de desbetreffende informatie betreft.

    4. De in dit artikel bedoelde gepersonaliseerde tariefinformatie omvat de tarieven die overeenkomstig het tariefstelsel van de roamende klant gelden voor het initiëren en ontvangen van gesprekken op om het even welk bezocht netwerk in de lidstaat waarin de roamende klant zich bevindt.

    5. De thuisaanbieders verstrekken nieuwe klanten bij het afsluiten van hun abonnement alle informatie over de door hen gehanteerde roamingtarieven. Zij geven aan hun klanten ook op gezette tijden, en bovendien telkens wanneer er een belangrijke wijziging is, een actualisering van de gehanteerde tarieven.

    Artikel 8

    Toezicht en handhaving

    1. De nationale regelgevende instanties zien toe op de naleving van deze verordening op hun grondgebied.

    2. De nationale regelgevende instanties hebben de bevoegdheid om bij de ondernemingen waarop de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn, alle informatie op te vragen die relevant is voor de tenuitvoerlegging en handhaving van deze verordening. Deze ondernemingen verstrekken dergelijke informatie op verzoek onverwijld en volgens de door de nationale regelgevende instantie vastgestelde termijnen en mate van detail. De door de nationale regelgevende instantie gevraagde informatie dient in evenredigheid te zijn met de uitvoering van haar taak.

    3. De nationale regelgevende instanties kunnen op eigen initiatief optreden om de naleving van deze verordening te waarborgen.

    4. Wanneer de nationale regelgevende instantie een inbreuk op deze verordening constateert, heeft zij de bevoegdheid om onmiddellijk te eisen dat deze inbreuk ophoudt.

    5. De nationale regelgevende instanties stellen geactualiseerde informatie, die betrekking heeft op de toepassing van deze verordening, publiek beschikbaar op een wijze die belangstellenden gemakkelijk toegang tot die informatie biedt.

    6. De nationale regelgevende instanties zien toe op de ontwikkeling van de wholesale- en retail-tarieven voor de levering aan roamende klanten van spraaktelefonie- en gegevenscommunicatiediensten, met inbegrip van Short Message Service (SMS) en Multimedia Messaging Service (MMS), met name in de meest perifere regio's van de Gemeenschap, en delen de resultaten van die monitoring op verzoek aan de Commissie mede.

    7. Geschillen tussen ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken en -diensten leveren, betreffende kwesties die onder deze verordening vallen, worden behandeld overeenkomstig de nationale geschillenbeslechtingsprocedure als uitgewerkt in overeenstemming met de artikelen 20 en 21 van Richtlijn 2002/21/EG.

    8. Bij onopgeloste geschillen over kwesties die onder deze verordening vallen, waarbij consumenten en (wanneer overeenkomstig de nationale wetgeving van toepassing) andere eindgebruikers betrokken zijn, kan ook de procedure van buitengerechtelijke beslechting van geschillen overeenkomstig artikel 34 van Richtlijn 2002/22/EG worden gebruikt.

    Artikel 9

    Sancties

    De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die worden genomen bij inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle mogelijke maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en ontradend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van deze regels en brengen haar bij latere wijzigingen daarvan onverwijld op de hoogte.

    Artikel 10

    Gemiddeld tarief voor mobiele gespreksafgifte

    1. Het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte wordt bepaald overeenkomstig de in bijlage II uiteengezette criteria en methodologie, op basis van de informatie die door de nationale regelgevende instanties overeenkomstig de leden 2 en 4 wordt medegedeeld.

    2. Elke nationale regelgevende instantie deelt de Commissie op verzoek en binnen de door de Commissie vastgestelde termijn de in bijlage II gespecificeerde informatie mede.

    3. Op gezette tijden publiceert de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie het overeenkomstig de leden 1, 2 en 4 bepaalde gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte.

    4. Voor de eerste publicatie van het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte kan de Commissie zich baseren op de recentste informatie overeenkomstig bijlage II die is bijeengebracht krachtens artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/21/EG in het kader van de uitvoering van haar taak van toezicht op de tenuitvoerlegging van het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2002.

    5. De ondernemingen waarop de voorschriften van deze verordening van toepassing zijn waken erover dat alle wijzigingen van de door hen gehanteerde tarieven, die worden ingevoerd om de naleving van de artikelen 3, 4 en 5 van deze verordening te verzekeren, van kracht worden binnen twee maanden na elke publicatie overeenkomstig de voorgaande leden van dit artikel.

    6. Wijzigingen met het oog op de aanpassing van bijlage II aan de ontwikkeling van de techniek of de markt, worden door de Commissie aangenomen overeenkomstig de procedure van artikel 13, lid 3.

    Artikel 11

    Wijziging van Richtlijn 2002/21/EG

    In artikel 1 van Richtlijn 2002/21/EG wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

    "5. Deze richtlijn en de bijzondere richtlijnen laten de specifieke maatregelen onverlet die zijn genomen voor de regulering van internationale roamingtarieven voor mobiele spraaktelefoniegesprekken."

    Artikel 12

    Evaluatieprocedure

    De Commissie evalueert de resultaten van deze verordening en brengt daarover uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding verslag uit bij het Europees Parlement en de Raad. In haar verslag omschrijft de Commissie haar redenen om de verordening onverkort van kracht te laten zijn dan wel eventueel in te trekken, dit in het licht van de marktontwikkelingen en de concurrentievoorwaarden. Voor dit doel kan de Commissie bij de lidstaten en de nationale regelgevende instanties informatie opvragen die onverwijld wordt toegezonden.

    Artikel 13

    Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor communicatie dat is opgericht overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn 2002/21/EG.

    2. Wanneer wordt verwezen naar dit lid, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, wat het bepaalde in artikel 8 daarvan betreft.

    De bij artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn is drie maanden.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 14

    Kennisgevingsvoorschriften

    De lidstaten stellen de Commissie binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van de gegevens betreffende de nationale regelgevende instanties die belast zijn met de uitvoering van taken krachtens deze verordening.

    Artikel 15

    Tenuitvoerlegging

    De maatregelen vereist voor de tenuitvoerlegging van deze verordening worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure waarnaar is verwezen in artikel 13, lid 2.

    Artikel 16

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, op …

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    BIJLAGE I

    Wholesale-tarieven voor gereguleerde roaminggesprekken als bedoeld in artikel 3

    Het totale wholesale-tarief dat de exploitant van een bezocht netwerk mag aanrekenen aan de exploitant van het thuisnetwerk van de roamende klant voor het voeren van een gereguleerd roaminggesprek met gespreksopbouw op het bezochte netwerk mag niet hoger liggen, per minuut, dan een bedrag dat gelijk is aan het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte, gepubliceerd overeenkomstig artikel 10, lid 3, vermenigvuldigd met:

    a) een factor twee, in het geval van een gereguleerd roaminggesprek naar een nummer dat is toegewezen aan een openbaar telefoonnetwerk in de lidstaat waarin het bezochte netwerk zich bevindt; of

    b) een factor drie, in het geval van een gereguleerd roaminggesprek naar een nummer dat is toegewezen aan een openbaar telefoonnetwerk in een andere lidstaat dan die waarin het bezochte netwerk zich bevindt.

    De in deze bijlage bedoelde tariefmaxima omvatten alle vaste elementen zoals kosten voor het opbouwen van een verbinding.

    BIJLAGE II

    Methodologie voor de bepaling van het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte als bedoeld in artikel 10

    (1) In de zin van deze bijlage wordt onder de onderstaande begrippen het volgende begrepen:

    (a) "nationaal gewogen gemiddeld tarief voor mobiele gespreksafgifte", het gemiddelde van de tarieven voor mobiele gespreksafgifte per AMM-exploitant (Aanmerkelijke MarktMacht), gewogen op basis van het aantal actieve abonnees per AMM-exploitant;

    (b) "tarief voor mobiele gespreksafgifte per AMM-exploitant", het gemiddelde tarief per minuut (inclusief de kosten voor het opbouwen van de verbinding), gebaseerd op een gesprek van drie minuten tegen piektarief, exclusief BTW, in de nationale munt van de lidstaat in kwestie, gehanteerd voor de afgifte van gesprekken op hun mobiel netwerk door elke AMM-exploitant, als bepaald met behulp van een door de nationale regelgevende instantie goedgekeurde methodologie;

    (c) "AMM-exploitant", exploitant van een terrestrisch mobiel netwerk, die overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG is aangewezen als een exploitant met een aanmerkelijke marktmacht in een markt voor de afgifte van gesprekken op een dergelijk netwerk in de betrokken lidstaat;

    (d) "actieve abonnees per AMM-exploitant", de som van het aantal eigen actieve abonnees van elke AMM-exploitant en het aantal actieve abonnees van alle andere aanbieders van mobiele telefonie die het netwerk van de AMM-exploitant gebruiken voor de afgifte van spraaktelefonie aan hun klanten;

    (e) "actieve abonnees", actieve abonnees van mobiele netwerken (zowel pre-paid als post-paid) bepaald overeenkomstig een door de betrokken nationale regelgevende instantie goedgekeurde methodologie.

    (2) Het overeenkomstig artikel 10, lid 3, gepubliceerde gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte is het gemiddelde van de nationale gewogen gemiddelde tarieven voor mobiele gespreksafgifte, gewogen op basis van totale aantal actieve abonnees in elke lidstaat, als berekend met gebruikmaking van de in het onderstaande punt (3) bedoelde gegevens die door de nationale regelgevende instanties aan de Commissie zijn medegedeeld na een verzoek daartoe overeenkomstig artikel 10, lid 2 of 4.

    (3) De door de nationale regelgevende instanties aan de Commissie mede te delen gegevens zijn:

    (a) het nationale gewogen gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte, en

    (b) de som van alle actieve abonnees per AMM-exploitant in hun lidstaat,

    in beide gevallen op de datum die daartoe door de Commissie in haar verzoek is gespecificeerd.

    (4) Voor lidstaten met een andere munt dan de euro zal de Commissie de medegedeelde tarieven omzetten in euro aan de hand van de wisselkoers als gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie voor de door de Commissie overeenkomstig het bovenstaande punt (3) gespecificeerde datum.

    [1] De eerste raadplegingsronde liep van 20.2.2006 tot 22.3.2006, de tweede van 3.4.2006 tot 12.5.2006. De resultaten zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/information_society/activities/roaming/internal_market/consultation/index_en.htm.

    [2] PB C , , blz. .

    [3] PB C , , blz. .

    [4] PB C , , blz. .

    [5] Zie Besluit 2002/627/EG van de Commissie van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en –diensten (PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38), als gewijzigd bij Besluit 2004/641/EG van 14 september 2004 (PB L 293 van 16.9.2004, blz. 30).

    [6] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

    [7] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.

    [8] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21.

    [9] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.

    [10] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

    [11] Zie met name de artikelen 14 tot en met 16 van de kaderrichtlijn, artikel 7 en 8 van de toegangsrichtlijn en artikel 16 en 17 van de universeledienstrichtlijn.

    [12] Aanbeveling van de Commissie van 11 februari 2003 betreffende re 2003 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en –diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen - C(2003) 497, PB L 114 van 8.5.2003, blz. 45.

    [13] Richtsnoeren van de Commissie voor de marktanalyse en de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht in het bestek van het gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en –diensten (2002/C 165/03), PB C 165 van 11.7.2002, blz.6.

    [14] Markt 17 in de bijlage.

    [15] Resolutie 2005/2052(INI) van het EP.

    [16] Mededeling aan de Europese Voorjaarsraad - Samen werken aan werkgelegenheid en groei - Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie, COM(2005) 24 van 2.2.2005 en Conclusies van het Europees voorzitterschap van 22-23 maart 2005.

    [17] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    Top