EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006DC0735

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Eén jaar algehele aanpak van migratie: naar een alomvattend Europees migratiebeleid

/* COM/2006/0735 def. */

52006DC0735

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Eén jaar algehele aanpak van migratie: naar een alomvattend Europees migratiebeleid /* COM/2006/0735 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.11.2006

COM(2006) 735 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Eén jaar algehele aanpak van migratie: naar een alomvattend Europees migratiebeleid

Eén jaar algehele aanpak van migratie: naar een alomvattend Europees migratiebeleid

1. REAGEREN OP DE UITDAGINGEN VAN MIGRATIE

In oktober 2005 bogen de staatshoofden en regeringsleiders zich over migratie, omdat het een van de voornaamste uitdagingen van de mondialisering is, en waren zij het erover eens dat er dringend meer maatregelen moeten worden genomen. De EU kon snel reageren. Binnen een maand stelde de Commissie een plan voor een breed actieprogramma op: „Prioritaire acties om een antwoord te bieden op de uitdagingen van de migratie: eerste follow-up van Hampton Court”[1]. In deze mededeling werd een reeks concrete maatregelen voorgesteld om migratie op een alomvattende wijze aan te pakken. Dit vormde het uitgangspunt voor verdere besprekingen in de Europese Raad, die gericht waren op Afrika en het Middellandse Zeegebied.

In december 2005 keurde de Europese Raad de „Algehele aanpak van migratie: prioritaire acties gericht op Afrika en het Middellandse Zeegebied” goed. De algehele aanpak formuleert samenhangende beleidsmaatregelen en maatregelen op het gebied van migratie, die een brede waaier van migratievraagstukken aanpakken en de verschillende relevante beleidsterreinen samenbrengen, waaronder buitenlandse betrekkingen, ontwikkeling, werkgelegenheid en justitie, vrijheid en veiligheid. De gevolgde aanpak is gestoeld op tastbare, actieve solidariteit, waarbij de verantwoordelijkheid wordt gedeeld tussen lidstaten en met derde landen.

Migratie is een fenomeen van alle tijden. Vandaag zijn de aantallen migranten wereldwijd in verhouding tot de wereldbevolking niet hoger dan in andere perioden van de geschiedenis. Voor Europa is migratie echter belangrijker geworden. In enkele decennia heeft Europa zich ontwikkeld van een regio van emigratie tot een belangrijke immigratiebestemming. Volgens de gegevens van de OESO en Eurostat kwamen de voornaamste migratiestromen van derde landen naar de EU in 2004 uit Roemenië, Marokko, Bulgarije, Turkije, Oekraïne en de Russische Federatie. De stromen zijn meer gediversifieerd geworden, met toenemende aantallen immigranten uit nieuwe landen van herkomst in Centraal- en Oost-Europa, Azië (in het bijzonder China) en Centraal- en Latijns-Amerika (vooral Ecuador). De voorbije maanden is de migratie uit Afrika aanzienlijk toegenomen. Het is onwaarschijnlijk dat in de nabije toekomst aan deze ontwikkeling een einde komt en de migratiedruk zal waarschijnlijk groeien. Tezelfdertijd zal de EU migranten nodig hebben om de duurzaamheid van haar arbeidsmarkten in het licht van haar demografische ontwikkelingen te garanderen. De EU moet met andere regio's in de wereld concurreren en hiervoor heeft zij migranten met passende vaardigheden nodig.

Deze mededeling heeft twee doelen. Ten eerste is zij het antwoord op het verzoek van de Europese Raad aan de Commissie uiterlijk eind 2006 een voortgangsverslag van de eerste fase van de algehele aanpak en de prioritaire acties gericht op Afrika en het Middellandse Zeegebied uit te brengen . Ten tweede worden manieren voorgesteld om de aanpak van de Europese Unie daadwerkelijk alomvattend te maken . Dit beantwoordt aan de verzoeken van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in Tampere op 21 september en van de staatshoofden en regeringsleiders in Lahti op 20 oktober, om de inspanningen te intensiveren. In deze mededeling wordt derhalve voorgesteld om andere beleidsterreinen die geen deel uitmaakten van de algehele aanpak van december 2005, zoals legale migratie en integratiemaatregelen, in de alomvattende aanpak op te nemen. Op die manier zal partnerschap met derde landen het volledige scala van kwesties bestrijken die voor alle betrokkenen van belang zijn.

Gelet op de dringende noodzaak het EU-beleid op het gebied van migratie en aanverwante kwesties te versterken, is het in dit kader van belang dat de doeltreffendheid van de besluitvormingsprocedures , waaronder die op het gebied van legale migratie, wordt versterkt, zodat de Unie kan reageren op de verwachtingen van de burgers op dit punt. Het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa biedt de adequate oplossing om de huidige zwakke punten van het besluitvormingsproces te verhelpen, door legale migratie onder de stemming met gekwalificeerde meerderheid en de gewone wetgevingsprocedure (medebeslissing) te laten vallen. In de huidige situatie is de overbruggingsclausule van artikel 67 van het EG-Verdrag een belangrijk instrument om dit doel te bereiken, dat moet worden toegepast in afwachting van een alomvattende institutionele regeling in het kader dat door de Europese Raad van juni 2006 is geschapen.

Met het oog op de verdere versterking van het alomvattende migratiebeleid van de EU heeft de Commissie een groep van commissarissen inzake migratie opgericht. Enkele lidstaten kennen een soortgelijke ontwikkeling waarbij verschillende doch aanverwante beleidsterreinen bijeen worden gebracht en deze ontwikkeling moet worden verwelkomd en waar mogelijk aangemoedigd.

Aangezien deze mededeling gericht is op Afrika en het Middellandse Zeegebied, moet de alomvattende aanpak in de toekomst ook in geografische termen worden vertaald . Het moet ernstig in overweging worden genomen om de aanpak op andere regio's toe te passen, in het bijzonder die aan de oostelijke en zuidoostelijke buitengrenzen van de EU, aangezien die migratieroutes belangrijke problemen opleveren. Bovendien moet worden gedacht aan het toenemende belang van met migratie verwante vraagstukken in onze betrekkingen met de landen van Azië en Latijns-Amerika en de toegenomen verwachtingen die deze landen omtrent samenwerking met de EU koesteren, ofschoon dit geen prioriteit op korte termijn is. Voorts verzocht de recente Ibero-Amerikaanse Top om intensivering van de dialoog en samenwerking op het gebied van migratie, en om een concrete neerslag van het compromis van Montevideo inzake migratie en ontwikkeling in nationale beleidsmaatregelen, subregionale fora en internationale overeenkomsten. Veel maatregelen en beleidskeuzes die in punt 3 zijn beschreven, zouden inderdaad op dezelfde manier in onze samenwerking en dialoog met Latijns-Amerika en Azië kunnen worden toegepast.

2. TENUITVOERLEGGING VAN DE ALGEHELE AANPAK: RESULTATEN VAN HET EERSTE JAAR IN AFRIKA EN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

2006 was het jaar waarin met Afrika een agenda werd afgesproken. In juli 2006 vond in Rabat een ministeriële conferentie inzake migratie en ontwikkeling plaats, waaraan ongeveer 60 landen deelnamen die aan de migratieroutes van West- en Centraal-Afrika liggen. Staten van Afrika en de EU namen in september 2006 deel aan de VN-dialoog op hoog niveau over migratie en ontwikkeling. In november 2006 vond in Libië een ministeriële conferentie inzake migratie en ontwikkeling plaats, met de bedoeling voor de eerste maal een gezamenlijke aanpak van migratie te formuleren voor de EU en geheel Afrika. Migratie stond telkens op de agenda in programma's voor dialoog en samenwerking met de landen van het Middellandse Zeegebied, voortbouwend op het aanzienlijke werk dat reeds is verricht in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, en het EuroMed-forum werd gebruikt om verder beproefde methoden uit te wisselen en aan een gezamenlijk activiteitenprogramma te werken. Migratie stond ook op de agenda van de ontmoetingen op hoog niveau met de Afrikaanse Unie en de regionale organisaties. Met de voornaamste staten van Afrika bezuiden de Sahara werd op grond van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou een dialoog inzake migratievraagstukken opgestart. Het mechanisme voor snelle reactie werd gebruikt om de inspanningen van Mauritanië en Senegal op het gebied van illegale migratie te ondersteunen.

In minder dan twaalf maanden zijn er in verband met werkelijk alle prioritaire acties werkzaamheden gestart. Tegen het eind van het jaar zal FRONTEX verschillende gezamenlijke operaties in de regio's van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee gelanceerd en gecoördineerd hebben, de risicoanalyses over Afrika hebben voltooid en haalbaarheidsstudies hebben voorgesteld in verband met de oprichting van een netwerk van kustpatrouilles in het Middellandse Zeegebied en een bewakingssysteem dat de volledige zuidelijke zeegrens van de EU en de Middellandse Zee bestrijkt. Langs de belangrijkste migratieroutes in Afrika worden regionale netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen (ILO's) opgericht. De Commissie heeft een voorstel ingediend voor de oprichting van snelle interventieteams aan de grenzen en heeft een analyse van het internationaal zeerecht uitgevoerd.

In bijlage B is een gedetailleerd verslag opgenomen over de tenuitvoerlegging van de algehele aanpak.

3. VERSTERKING VAN DE SAMENHANG: NAAR EEN ALOMVATTEND EUROPEES MIGRATIEBELEID

De alomvattende aanpak moet sterk gebaseerd zijn op drie beginselen: solidariteit tussen de lidstaten, partnerschap met derde landen en bescherming van migranten, met name kwetsbare groepen zoals niet-begeleide minderjarigen en vrouwen. In de volgende drie punten worden voorstellen gedaan voor manieren om deze aanpak te ontwikkelen, zowel in Afrika als daarbuiten.

3.1. Versterking van de dialoog en samenwerking met Afrikaanse landen van herkomst en doorreis

3.1.1. Dialoog met Afrikaanse landen

Het algemene kader voor de samenwerking van de EU met Afrika is vastgelegd in de EU - strategie voor Afrika , die door de Europese Raad op 15 en 16 december 2005 werd aangenomen. De voornaamste doelen van deze strategie zijn het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en het bevorderen van duurzame ontwikkeling, veiligheid en goed bestuur in Afrika. Toekomstige inspanningen op het gebied van migratie moeten rekening houden met deze strategie, met name wat betreft het aanpakken van de diepere oorzaken van migratie zoals armoede, conflict en werkloosheid. Op andere beleidsterreinen van de EU, met inbegrip van handel, landbouw en visserij, moeten dezelfde doelstellingen worden nagestreefd via de versterkte samenhang in het ontwikkelingsbeleid

Op de ministeriële conferentie van de EU en Afrika inzake migratie en ontwikkeling, die op 22 en 23 november 2006 in Libië plaatsvond , werden de prioriteiten voor samenwerking vastgesteld en werd een ambitieuze verklaring aangenomen die de weg effent voor gezamenlijke actie van Afrika en de EU op verschillende gebieden op continentaal, regionaal en nationaal vlak, gaande van de bestrijding van illegale migratie tot het vergemakkelijken van regelmatig verkeer van mensen en het aanpakken van de diepere oorzaken van migratie. Afrika en de EU moeten zich serieus inzetten voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen die zijn opgenomen in de slotverklaring, teneinde concrete resultaten te bereiken waarover verslag moet worden uitgebracht op de tweede ministeriële conferentie, die over drie jaar zal plaatsvinden.

Op regionaal vlak was ook de conferentie van Rabat van juli 2006 een succes: daar werd het pad voor op specifieke migratieroutes gerichte maatregelen geëffend. De inspanningen moeten nu worden geconcentreerd op adequate follow-up, zodat de vooruitgang kan worden beoordeeld op een tweede ministeriële conferentie, die over twee jaar zal plaatsvinden . Om langs de migratieroutes van Oost-Afrika concrete samenwerking te ontwikkelen, moeten ook de contacten tussen de EU en de Oost-Afrikaanse staten verder worden aangemoedigd.

Op basis van de werkzaamheden in verband met migratieroutes zal de EU meer specifieke samenwerking met verschillende regio's in Afrika aanmoedigen. Om migratie doeltreffender te beheren in het belang van alle betrokkenen, zullen Afrikaanse landen, lidstaten van de EU en internationale organisaties in samenwerkingsverbanden worden bijeengebracht. Dit gemeenschappelijk kader zou kunnen leiden tot de sluiting van regionale overeenkomsten met Afrikaanse landen die daarvoor belangstelling hebben.

Dialoog en samenwerking met Noord-Afrikaanse landen op bilateraal en regionaal niveau zullen verder worden ontwikkeld in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid . Migratiekwesties zijn een essentieel onderdeel van de actieplannen van het Europees nabuurschapsbeleid, van de politieke dialoog en van de financiële bijstand om de capaciteit van deze landen voor het beheer van migratie doeltreffender te versterken. De werkzaamheden moeten ook worden voortgezet in het kader van Euromed . De partners hebben afgesproken dat er concrete follow-up zal worden gegeven aan het hoofdstuk in verband met migratie, sociale integratie, justitie en veiligheid van het vijfjarenwerkprogramma, dat in november 2005 in Barcelona werd goedgekeurd. Te dien einde zou in de tweede helft van 2007 een ministeriële conferentie worden bijeengeroepen.

De EU zal migratiekwesties ook blijven integreren in de regelmatige politieke dialoog met alle ACS - landen en de belangrijkste regionale economische gemeenschappen . Deze dialoog is gebaseerd op artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou, dat een breed scala aan onderwerpen op het gebied van migratie en ontwikkeling bestrijkt. Aan de zijde van de EU zal de dialoog overeenkomstig artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou worden gevoerd door de delegaties van de Commissie en de ambassades van het voorzitterschap in de betrokken landen. Lidstaten die dit wensen, kunnen hierbij worden betrokken. Indien nodig zal de dialoog worden verdiept door middel van specifieke missies van de Commissie. In 2006 vonden drie missies op basis van artikel 13 plaats. In 2007 zullen andere belangrijke Afrikaanse landen volgen, waaronder Kameroen, Ethiopië, Ghana en Nigeria. In 2007 zal voor de eerste maal een gezamenlijke werkgroep inzake migratie van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) en de EU bijeenkomen.

De EU moet ook een actieve rol spelen in de follow - up van de VN - dialoog op hoog niveau over migratie en ontwikkeling , met name wanneer het wereldforum inzake migratie is opgericht. De Commissie is bereid actief bij te dragen aan de eerste bijeenkomst van dit forum , die in de zomer van 2007 in België zal plaatsvinden.

3.1.2. Bevorderen van de agenda voor migratie en ontwikkeling

Voor de agenda voor migratie en ontwikkeling moeten in de eerste plaats de voornaamste factoren worden aangepakt die migratie in gang zetten: armoede en gebrek aan werkgelegenheid. De EU moet zich ervan bewust zijn dat de schepping van werkgelegenheid in ontwikkelingslanden de migratiedruk uit Afrika aanzienlijk zou kunnen doen afnemen. Migranten moeten worden ondersteund in hun inspanningen om aan de ontwikkeling van hun land van herkomst bij te dragen. Daarnaast zullen migranten in toenemende mate geld overmaken en de Commissie onderzoekt samenwerkingsmechanismen op dit gebied met instellingen zoals de Wereldbank en de Europese Investeringsbank. De inspanningen zullen worden gericht op het verbeteren van de gegevensinzameling, het beperken van de overmakingskosten, het vergemakkelijken van het gebruik van de financiële sector voor het overmaken van geld, en het onderzoeken van de manieren waarop de overmakingen meer effect op het ontwikkelingsbeleid kunnen hebben.

Met het EU - programma voor migratie en ontwikkeling in Afrika moet op korte termijn een antwoord in termen van ontwikkeling worden gegeven op het migratieprobleem waarmee de ACS-landen te kampen hebben. De eerste doelstelling van dit gezamenlijk programmeringsinitiatief is het zoeken naar een oplossing voor het gebrek aan degelijke arbeidsplaatsen in Afrika. In een ruimere context van het vergemakkelijken van intra-Afrikaanse arbeidsmigratie en -mobiliteit, is het aanmoedigen van investeringen in arbeidsintensieve sectoren in regio's met een hoge migratiegraad een belangrijke prioriteit. Andere samenwerkingsgebieden zijn geldovermaking, braindrain, diaspora, goed bestuur, illegale migratie en mensenhandel. De lidstaten zal worden gevraagd om samen met de Commissie deze maatregelen te programmeren. De Commissie zal voor de eerste fase van dit initiatief een bedrag van 40 miljoen euro uittrekken (van het 9e EOF), dat met bijdragen van de lidstaten moet worden aangevuld. Het geografische bereik van het initiatief is Afrika bezuiden de Sahara, maar maatregelen kunnen ook worden gericht op specifieke landen of regio's en - in de eerste fase - met name op West-Afrika.

De EU moet de Afrikaanse staten blijven helpen met de opbouw van capaciteit om migratie en asiel te beheren , met inbegrip van de zuid-zuidstromen, onverminderd de bestaande regionale overeenkomsten inzake migratie en mobiliteit. In de landen van het Europees nabuurschapsbeleid worden belangrijke initiatieven in verband met capaciteitsopbouw genomen, in het bijzonder in verband met grensbeheer en institutionele ondersteuning om de opvang van migranten en de bescherming van hun rechten te verbeteren. Voorts heeft de Commissie voorgesteld om voor elk van de betrokken ontwikkelingslanden een migratieprofiel op te stellen[2]. Migratieprofielen zijn een beleidsinstrument waarmee de informatie kan worden verzameld en geanalyseerd die nodig is voor het uitwerken van concrete maatregelen in een bepaalde situatie op het gebied van migratie en ontwikkeling. Voor alle ACS-landen worden beknopte migratieprofielen opgenomen als bijlage bij de nieuwe generatie nationale strategiedocumenten. Op middellange termijn zouden voor alle relevante partnerlanden migratieprofielen moeten worden opgesteld. Die informatie kan dan worden gebruikt om de Afrikaanse landen technische en financiële bijstand te verstrekken bij het aanpakken van de diepere oorzaken van migratiestromen. Hierbij zou kunnen worden gedacht aan de oprichting van migratieondersteuningsteams , samengesteld uit deskundigen uit lidstaten van de EU, die de Afrikaanse staten desgewenst de nodige bijstand zouden kunnen verstrekken. Europa zou bij migratiekwesties actiever en behulpzamer moeten optreden.

Beleidsmaatregelen op het gebied van migratie moeten op betrouwbare gegevens gebaseerd zijn en op andere, aanverwante beleidsmaatregelen aansluiten. De versterking van de verbanden tussen beleid en onderzoek kan bijdragen tot een beter inzicht in de migratiefenomenen en de beleidsontwikkeling. In navolging van het universitaire netwerk van onderzoeksinstellingen op het gebied van migratie in de landen van het Middellandse Zeegebied (CARIM) zal de Commissie initiatieven steunen die de oprichting van een pan-Afrikaans netwerk van waarnemingscentra voor migratie en/of onderzoeksinstellingen op het gebied van migratie aanmoedigen.

Met EG-middelen moeten ook twinningmaatregelen ten uitvoer worden gelegd om de Afrikaanse landen bij te staan in de ontwikkeling van hun migratie- en asielbeleid. Voorts moeten de delegaties van de Commissie en de ambassades van de lidstaten in Afrikaanse landen ervoor zorgen dat zij zich met migratiekwesties kunnen bezighouden. Hiervoor zouden zij een contactpersoon voor migratiekwesties moeten aanwijzen.

3.2. Legale migratie

De verdere ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees beleid inzake arbeidsimmigratie is een belangrijke factor van de algehele aanpak. Voor een werkelijk alomvattend Europees migratiebeleid moet legale migratie zowel in de interne als in de externe beleidsterreinen van de EU worden opgenomen. Migratie kan mede een antwoord bieden op de veranderende behoeften van de arbeidsmarkt en er moet rekening worden gehouden met de economische aspecten van migratiebeleid. Op 28 november 2006 keurde de Raad Economische en Financiële Zaken conclusies goed over beleidsmaatregelen om de economische baten van migratie voor de EU te vergroten. Zoals gezegd in het beleidsplan legale migratie - en overeenkomstig de doelstellingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie - volgt de EU de komende jaren een tweesporenbeleid: de toelating van bepaalde categorieën immigranten op basis van de behoeften vergemakkelijken (bijvoorbeeld hooggeschoolde arbeidskrachten en seizoenarbeiders), zonder afbreuk te doen aan het beginsel van de communautaire preferentie, en zorgen voor gemeenschappelijke rechtszekerheid voor alle legale immigranten.

Andere maatregelen moeten het mogelijk maken vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. De toekomstige EU-portaalsite over immigratie, de Europese portaalsite over arbeidsmobiliteit, de nieuwe richtsnoeren voor het Eures-netwerk voor de periode 2007-2010 en de Europese portaalsite over mobiliteit van onderzoekers zijn essentiële instrumenten om deze doelstelling te bereiken. Derde landen zullen informatie krijgen over de legale mogelijkheden om in Europa te werken, onder meer via specifieke informatiecampagnes. Door beroepsopleiding, programma's voor beroepsvaardigheden en talencursussen aan te moedigen krijgen potentiële migranten meer uitzicht op het vinden van legaal werk. Te dien einde zouden in partnerlanden specifieke migratiecentra kunnen worden opgericht, die met EG-middelen worden ondersteund. Dergelijke centra kunnen ook een rol spelen bij het vergemakkelijken van het beheer van seizoenarbeiders, de uitwisseling van studenten en onderzoekers en andere vormen van legaal verkeer van personen.

De mogelijkheden die nieuwe vormen van migratie bieden, in het bijzonder circulaire migratie, moeten verder worden onderzocht. Daarnaast moet de ontwikkeling van instrumenten voor een beter beheer van de arbeidsmigratie naar de EU in derde landen worden ondersteund. Dit vergt de ondersteuning van activiteiten zoals de versterking van de administratieve diensten van derde landen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van arbeidsmigratie, de capaciteitsopbouw van de nationale werkgelegenheidsdiensten in derde landen, de ontwikkeling van bemiddelingskantoren en de tenuitvoerlegging van pre-immigratieplannen in de landen van herkomst.

Zodra bepaalde voorwaarden zijn vervuld, zoals samenwerking inzake illegale migratie en doeltreffende overnamemechanismen, kan de doelstelling erin bestaan dat met bepaalde landen die hiervoor belangstelling hebben, mobiliteitspakketten worden afgesproken, waardoor hun onderdanen betere toegang tot de EU krijgen. Er bestaat duidelijk behoefte aan een betere organisatie van de verschillende vormen van legaal verkeer tussen de EU en derde landen. Mobiliteitspakketten zouden zorgen voor een algemeen kader voor het beheer van dit verkeer en zouden de door de lidstaten en de Europese Gemeenschap geboden mogelijkheden bundelen, terwijl de bevoegdheidsverdeling van het Verdrag volledig in acht wordt genomen.

In het kader van bredere pakketten kunnen de sluiting van overnameovereenkomsten, de versterking van de samenwerking op het gebied van illegale immigratie en de samenwerking voor doeltreffend grensbeheer voorwaarden zijn voor het versoepelen van de visumregeling. De Commissie is van oordeel dat het vergemakkelijken van mobiliteit van groot belang is voor een alomvattende aanpak van migratie, vooral voor de landen die door het Europees nabuurschapsbeleid worden bestreken. Voor die landen zal grondig moeten worden onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen om ervoor te zorgen dat de visumprocedures niet langer een belemmering vormen voor legale reizen naar en vanuit de EU[3].

Bij de ontwikkeling van beleid dat rekening houdt met de mogelijke voordelen die derde landen hebben bij arbeidsmigratie naar Europa, moet de EU zich ten zeerste bewust zijn van het risico van braindrain en de sociaal-economische gevolgen daarvan in ontwikkelingslanden. Zo heeft de erkenning van de negatieve effecten van buitensporige emigratie van geschoolde arbeidskrachten voor de gezondheidsdiensten in bepaalde landen, de EU ertoe gebracht een gecoördineerde strategie op te stellen. Om te voorkomen dat fragiele gezondheidssystemen in de toekomst onder te grote druk komen te staan, moeten beginselen voor ethische aanwerving van gezondheidswerkers worden ontwikkeld en moet het worden aangemoedigd dat veel meer gezondheidswerkers in Europa zelf worden opgeleid. Ook in andere sectoren moeten soortgelijke initiatieven worden genomen om (mogelijke) tekorten aan vaardigheden en braindrain aan te pakken. In dit verband moeten de baten van de mobiliteit van hoogopgeleide personen ernstig in overweging worden genomen.

3.3. Integratie en interculturele dialoog

Het verband tussen immigratie en integratie is een prioritair onderwerp voor de EU. De Commissie zal actief de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke agenda voor integratie bevorderen. Deze is gebaseerd op de gemeenschappelijke basisbeginselen inzake integratie, die betrekking hebben op alle belangrijke gebieden, waaronder arbeid, volksgezondheid en sociaal-economische, culturele en politieke aspecten. De Commissie zal instrumenten ontwikkelen waardoor de verschillende belanghebbenden , waaronder migranten zelf, in ruimere mate kunnen deelnemen , wat moet bijdragen tot het bevorderen van een doeltreffende integratiestrategie. Het gaat onder meer om a) de oprichting van een integratieforum waarin betrokkenen op gezette tijden van gedachten kunnen wisselen, b) de consolidatie van de rol van plaatselijke autoriteiten, op basis van de succesvolle conferentie van Rotterdam van 9 en 10 oktober 2006: „ Integrating cities: European policies, local practices ”, en c) de oprichting van een website over integratie en het uitgeven van nieuwe versies van het integratiehandboek en het jaarverslag inzake migratie en integratie.

Het is van essentieel belang dat integratie op de arbeidsmarkt verbeterd wordt. Verwacht wordt dat de groep op hoog niveau inzake de sociale integratie van etnische minderheden en hun volledige toegang tot de arbeidsmarkt in 2007 praktische aanbevelingen zal doen die de bestaande beleidsmaatregelen kunnen verrijken. De EU moet zich specifiek blijven richten op onderwijs voor kinderen met een migratie-achtergrond en kan hiervoor gebruikmaken van het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010”. Er moeten ook meer maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat migranten een cursus maatschappijleer volgen over de fundamentele Europese waarden en dat zij de taal van hun gastland leren. Mogelijke belemmeringen voor taalopleidingen moeten zo snel mogelijk worden weggenomen. Tegelijkertijd is het van belang dat het vermogen van de gastsamenleving om zich aan diversiteit aan te passen, wordt versterkt. Het Europees Jaar van gelijke kansen voor allen (2007) wil het bewustzijn rond dit thema doen toenemen.

Ook interculturele dialoog moet als instrument voor integratie worden gebruikt. Het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) zal prioriteit geven aan dialoog in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld in scholen, sport- en culturele activiteiten en op het werk. Daarnaast moet de EU projecten op het gebied van intercultureel onderwijs, onderwijs van immigranten en de integratie van jongeren met een achterstand, via relevante programma's blijven ondersteunen.

3.4. Bestrijding van illegale migratie en mensenhandel

Op het niveau van de EU moet de strijd tegen illegale migratie worden versterkt op de prioritaire gebieden die in de mededeling van de Commissie van 19 juli 2006 worden genoemd. Het gaat om het versterken van het wederzijds vertrouwen en het uitwisselen van informatie tussen lidstaten, onder meer over de regularisatie van illegale immigranten, het verbeteren van de controle op de toegang tot het grondgebied van de EU, en het vaststellen van sancties voor werkgevers die onderdanen van derde landen die hier illegaal verblijven, tewerkstellen. Ofschoon het fenomeen van het zwartwerk niet tot migranten beperkt is, zal in het voorjaar van 2007 nieuwe wetgeving op het gebied van sancties voor werkgevers worden voorgesteld, aangezien de mogelijkheid om in de EU werk te vinden zonder legaal verblijf een belangrijke factor is die illegale immigratie bevordert. Daarnaast zal de klemtoon meer worden gelegd op het versterken van de bestaande wetgeving, die ook de migranten beschermt, in het bijzonder de richtlijnen betreffende de gezondheid en de veiligheid op het werk. Daarnaast moeten staten moeten worden aangemoedigd om toe te treden tot de VN-Protocollen tegen mensensmokkel en mensenhandel .

In 2007 zal Europol aandacht besteden aan het bestrijden van hulpverlening bij illegale immigratie en mensenhandel en zal het operationele inlichtingen en ondersteunings- en opleidingssessies blijven verzorgen, waaraan ook rechtshandhavingsinstanties van derde landen kunnen deelnemen. FRONTEX zal binnen het kader van het Europees buitenlands beleid technische regelingen vaststellen voor gezamenlijke operaties met derde landen, en deze landen uitnodigen om in voorkomend geval deel te nemen aan operationele activiteiten. Voor de verschillende migratieroutes worden actieplannen voorbereid op basis van de aanbevelingen van de immigratieverbindingsfunctionarissen langs de routes. De netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen moeten worden versterkt, zodat elk belangrijk Afrikaans land van herkomst en doorreis ten minste één immigratieverbindingsfunctionaris telt. Daarnaast moet het mandaat worden opgesteld van een EU-immigratieverbindingsfunctionaris, die namens verschillende lidstaten kan optreden.

Terugkeer en overname blijven een essentieel onderdeel van het beheer van migratie. De lidstaten moeten ondersteund worden bij het opstellen en ten uitvoer leggen van programma's voor vrijwillige terugkeer en plannen voor gedwongen terugkeer , met inbegrip van gezamenlijke terugkeervluchten. Ondersteuning van de lidstaten bij het verkrijgen van de nodige reisdocumenten voor een onmiddellijke terugkeer en overname van illegale immigranten blijft een prioriteit.

In het kader van de voorbereidende acties inzake terugkeer hebben de lidstaten financiële steun gekregen voor hun inspanningen om het beheer van terugkeer in al zijn dimensies te verbeteren. Op basis van de resultaten daarvan zal de meerjarenprogrammering van het toekomstige Europees Terugkeerfonds worden opgesteld. In dit verband is het evenzeer van belang dat de voorgestelde richtlijn tot vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de terugkeerprocedures van de lidstaten zo snel mogelijk wordt aangenomen.

De onderhandelingen over een overnameovereenkomst tussen de EG en Oekraïne zijn afgerond, terwijl de onderhandelingen met Marokko vergevorderd zijn. Verwacht wordt dat soortgelijke onderhandelingen met Moldavië en Algerije binnenkort formeel van start zullen gaan. Als onderdeel van een evenwichtige aanpak en op basis van de dialoog over migratie- en visumkwesties waarin de actieplannen van het Europees nabuurschapsbeleid voorzien, zijn onderhandelingen over overname en soepeler visumvoorwaarden met elk naburig land mogelijk, zodra bepaalde voorwaarden zijn vervuld. In de samenwerking met de ACS-landen is de overnameverplichting van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou van cruciaal belang en vormt zij een passende grondslag voor aanvullende bilaterale overnameovereenkomsten tussen EU-lidstaten en geselecteerde ACS-landen. De toepassing daarvan moet echter in het ruimere kader van artikel 13 worden bekeken.

De ervaring heeft geleerd dat de EU soms iets in ruil moet geven, wil zij een overeenkomst tot stand laten komen. In hun bilaterale overnameovereenkomsten bieden de lidstaten ook steeds meer andere vormen van steun en bijstand aan derde landen om de sluiting van dergelijke overeenkomsten te vergemakkelijken. Er moet worden nagegaan of het mogelijk is om deze bredere aanpak op EU-niveau toe te passen.

Geïntegreerd beheer van de zeegrenzen is een belangrijk onderdeel van de algehele aanpak en komt aan bod in een afzonderlijke mededeling over de versterking van het beheer van de zuidelijke zeegrenzen van de Europese Unie.

3.5. Asiel en bescherming van vluchtelingen

De inspanningen om illegale migratie aan te pakken, moeten worden opgevoerd, maar er moet ook voor worden gezorgd dat personen in gemengde migratiestromen die internationale bescherming nodig hebben, toegang hebben tot de asielprocedures. De voorstellen in het 10-puntenactieplan van het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor vluchtelingen, dat op de conferentie van Rabat werd voorgesteld, moeten worden gebruikt om operationele samenwerking aan te moedigen. Het is van vitaal belang dat asiel- en beschermingskwesties deel blijven uitmaken van onze ruimere samenwerking en dialoog met derde landen. De tenuitvoerlegging van regionale beschermingsprogramma's en activiteiten op andere gebieden om asielzoekers en personen die internationale bescherming behoeven, te ondersteunen, bijvoorbeeld in Mauritanië en zuidelijk Afrika, moet worden voortgezet. Er zullen ook middelen ter beschikking worden gesteld voor de financiering van een project van het UNHCR voor beschermingsactiviteiten in alle zuidelijke en oostelijke landen van het Middellandse Zeegebied (Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Jordanië, Syrië en Libanon).

4. FINANCIËLE STEUN VOOR HET ALOMVATTENDE EUROPEES MIGRATIEBELEID

4.1. Ondersteuning van de externe dimensie

Zoals gezegd in de context van de conclusies van de Europese Raad van december 2005, bevestigt de Commissie haar voornemen om in het kader van haar betrekkingen met derde landen haar financiële bijstand op gebieden die betrekking hebben op migratie of daarmee verband houden, te intensiveren, onder meer door een toewijzing van 3% van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en vergelijkbare inspanningen met andere relevante financiële instrumenten. Om de diepere oorzaken van migratie aan te pakken, zullen vergelijkbare inspanningen worden verricht, in het bijzonder in Afrika bezuiden de Sahara. De middelen zullen worden verstrekt via geografische programma's die uit hoofde van de relevante instrumenten voor externe steun en het thematische programma inzake migratie en asiel zijn opgesteld .

Wat het Europees Ontwikkelingfonds (EOF) betreft, is het EU-bestuursinitiatief voor ACS-landen een relevant mechanisme waarmee deze landen aanzienlijke aanvullende financiële steun kunnen krijgen voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van bestuurshervormingen. Toegang tot deze middelen uit het 10e EOF hangt af van het resultaat van een dialoog tussen de Commissie en het partnerland over de geleverde prestaties en het toekomstige engagement op het gebied van bestuur, onder meer in verband met migratie. Andere middelen zullen uit hoofde van het EU-programma voor migratie en ontwikkeling in Afrika ter beschikking worden gesteld.

Gevolg gevend aan de conferentie inzake migratie en ontwikkeling tussen de EU en Afrika, die in Tripoli plaatsvond, moet daarnaast worden onderzocht hoe de Noord-Afrikaanse landen die de migratiedruk in de landen bezuiden de Sahara willen verlichten, kunnen worden geholpen met financiële steun voor de coördinatie van hun inspanningen met die van de EU. Het nieuwe thematische programma inzake migratie en asiel is opgesteld op basis van de ervaring die met het Aeneas-programma is opgedaan en bouwt op de geleerde lessen voort. Een belangrijke innovatie is dat de financiële middelen nu ofwel geografisch zullen worden toegewezen, rekening houdend met het concept „migratieroute”, ofwel transversaal via algemene en multiregionale initiatieven die niet exclusief met één migratieroute verband houden.

Ten slotte kunnen ook uit hoofde van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het regionaal beleid maatregelen worden genomen om migratie samen met naburige landen te beheren, bijvoorbeeld in de vorm van gemeenschappelijke opleidingen voor grenspatrouilles, douaneautoriteiten en politiediensten, versterkte controles in havens en luchthavens, netwerken voor de uitwisseling van informatie over migratie, capaciteitsopbouw en adequate wetgeving op het gebied van migratie in de landen van herkomst.

In bijlage C is meer gedetailleerde informatie over de beschikbare bedragen uit hoofde van de verschillende financieringsinstrumenten te vinden.

4.2. Aanmoedigen van solidariteit tussen lidstaten

Het bedrag van 4,020 miljard euro dat de begrotingsautoriteit voor de periode 2007-2013 aan het kaderprogramma „ Solidariteit en beheer van migratiestromen ” heeft toegewezen, is verdeeld over vier afzonderlijke instrumenten, die elk andere doelstellingen inzake het beheer van de migratiestromen naar de EU nastreven: het Buitengrenzenfonds (1,820 miljard euro), het Terugkeerfonds (676 miljoen euro), het Europees Vluchtelingenfonds (699 miljoen euro) en het Integratiefonds (825 miljoen euro). Voor elk fonds zal het grootste deel van de middelen rechtstreeks naar de lidstaten gaan uit hoofde van regelingen voor gedeeld beheer . Deze nieuwe instrumenten zijn specifiek en vormen een aanvulling op andere financiering van de Gemeenschap voor het aanpakken van migratiekwesties, met inbegrip van instrumenten voor regionaal beleid.

De lidstaten moeten actief een strategische aanpak op lange termijn volgen om deze middelen te gebruiken en nationale maatregelen die solidariteit tussen de lidstaten aanmoedigen , te ondersteunen. Omdat het voornaamste doel van het kaderprogramma bestaat in de versterking van de tenuitvoerlegging van de interne dimensie van de beleidsmaatregelen van de Gemeenschap op het gebied van asiel, immigratie en grenscontroles, is het waarschijnlijk dat veel van die maatregelen het bereiken van de in deze mededeling besproken doelstellingen in de hand werken. Om dit verband te onderstrepen, zal de Commissie strategische richtsnoeren voorstellen om de agenda van het migratiebeleid in het operationele kader van elk fonds te doen opnemen. Er zal rekening mee worden gehouden dat dergelijke maatregelen alomvattend zijn en verschillende doelen nastreven en het doel van het kaderprogramma, namelijk het ondersteunen van de continuïteit van de door lidstaten genomen maatregelen op het gebied van migratiebeheer, zal worden versterkt.

De Commissie zal er ook voor zorgen dat de maatregelen van de Gemeenschap uit hoofde van deze vier rechtstreeks door de Commissie beheerde fondsen, mogelijkheden bieden om de lidstaten te ondersteunen in de tenuitvoerlegging van een alomvattend migratiebeleid, door middelen te verstrekken voor praktische samenwerking, ontwikkeling van gemeenschappelijke instrumenten en referentiedocumenten en innovatieve proefprojecten, en door de belanghebbenden de kans te bieden hun specifieke deskundigheid ter beschikking te stellen van de beleidsontwikkeling van de EG via beleidsgericht onderzoek en beleidsgerichte werkzaamheden. De Commissie zal ook nagaan hoe met de fondsen een hefboomeffect kan worden bewerkstelligd door met andere belanghebbenden, zoals de Europese Investeringsbank, financiële regelingen op te stellen.

5. CONCLUSIES

De Europese Unie moet op alomvattende wijze reageren op de groeiende en veranderende problemen die het beheer van migratiestromen in een mondiale omgeving met zich brengt. 2006 was een proefjaar voor de algehele aanpak. De EU en haar lidstaten zijn erin geslaagd een nooit eerder geziene samenwerking op te zetten. In 2006 nam de migratiedruk op de EU echter nog verder toe, in het bijzonder aan haar zuidelijke grenzen. Daarom moeten op alle fronten meer en ingrijpendere maatregelen worden genomen, zodat de EU beter kan reageren op de migratieproblematiek.

Sedert 1999 heeft de Europese Unie een reeks initiatieven genomen in de richting van een gemeenschappelijk migratiebeleid, met het oog op de vaststelling van een gemeenschappelijk asielbeleid, de bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel, de correcte behandeling van reguliere migranten en de totstandbrenging van partnerschappen met de landen van herkomst en doorreis. De Commissie is vastbesloten om op de ingeslagen weg door te gaan en zal onder meer verdere wetgevingsvoorstellen inzake legale migratie en de rechten van migranten-werknemers bij de Raad en het Parlement indienen. Maar ook de lidstaten moeten hun inspanningen opvoeren, om de reeds afgesproken maatregelen snel ten uitvoer te leggen en de maatregelen van de EU met eigen initiatieven aan te vullen.

Het is van het allergrootste belang dat de lopende werkzaamheden op gezette tijden geëvalueerd worden en dat de strategieën van de EU dienovereenkomstig worden aangepast, aangezien een blijvende en doeltreffende respons op het fenomeen migratie voortdurende inspanningen op lange termijn en aanzienlijke middelen zal vergen.

Annex A REFERENCES

The following list contains the full reference of each document quoted in the Communication, as well as some additional recent documents of relevance.

COMMISSION COMMUNICATIONS

- Communication from the Commission on Reinforcing the Management of the European Union's Southern Maritime Borders, COM(2006) of 29 November 2006.

- Communication from the Commission on Strengthening the European Neighbourhood Policy, COM(2006) of 29 November 2006.

- Communication from the Commission on The demographic future of Europe – from challenge to opportunity, COM(2006) 571 of 12 October 2006.

- Communication from the Commission on Policy priorities in the fight against illegal immigration of third country nationals, COM (2006) 402 final of 19 July 2006.

- Communication from the Commission on Implementing the Hague Programme: the way forward, COM (2006) 331 final of 28 June 2006.

- Communication from the Commission on Promoting decent work for all: The EU contribution to the implementation of the decent work agenda in the world, COM(2006) 249 of 24 May 2006.

- Policy Plan on Legal Migration, COM(2005) 669 final of 21 December 2005.

- Communication from the Commission on an EU Strategy for Action on the Crisis in Human Resources for Health in Developing Countries, COM(2005) 642 of 12 December 2005.

- Communication from the Commission on Priority actions for responding to the challenges of migration: First follow-up to Hampton Court, COM(2005) 621 final of 30 November 2005.

- Communication from the Commission on Migration and Development: Some concrete orientations, COM(2005) 390 final of 1 September 2005.

- Communication from the Commission on A Common Agenda for Integration: Framework for the Integration of Third-Country Nationals in the European Union, COM(2005) 389 final of 1 September 2005.

COUNCIL AND EUROPEAN COUNCIL CONCLUSIONS

- Presidency Conclusions on the Global Approach to Migration: Priority actions focusing on Africa and the Mediterranean, European Council, Brussels, 15-16 December 2005.

- EU Strategy for Africa, European Council, SEC 15961/07, 15-16 December 2005.

- A Strategy for the External Dimension of JHA: Global Freedom, Security and Justice, 14366/3/05, 12 December 2005.

- Council Conclusions on A Common Agenda for Integration, 14390/05, 1-2 December 2005.

OTHER DOCUMENTS

- Annual Report on Migration and Integration SEC(2006) 892.

- National Action Plans for Social Inclusion 2006-2008.

- European Commission, DG Justice, Freedom and Security, Handbook on integration for policy makers and practitioners , November 2004, written by the Migration Policy Group, Brussels. The handbook can be downloaded from the following address:http://europa.eu.int/comm/justice_home/doc_centre/immigration/integration/doc/handbook_en.pdf

- Labour Migration Patterns in Europe: Recent Trends, Future Challenges , published in September 2006 in the series Economic Papers and available on the website: http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/economicpapers_en.htm ).

ANNEX B

OVERVIEW OF WORK CARRIED OUT ON EACH PRIORITY ACTION IN 2006

The following gives details of work carried out on the priority actions during the course of 2006. Its purpose is to give an idea regarding the amount and type of work that has taken place, but is not intended to be comprehensive.

I. INCREASING OPERATIONAL COOPERATION BETWEEN MEMBER STATES

The FRONTEX Agency has coordinated several important joint operations to assist southern Member States. These activities have been a first test for the Agency and a show of solidarity with those Member States most affected by high numbers of migrants arriving every day. Among the important operations that have been carried out in the autumn are HERA II in the Canary Islands and off the coast of North-western Africa and NAUTILUS in the central Mediterranean. The purpose of these operations, which have also involved the cooperation of neighbouring African States, has been to enforce the control of the external maritime borders of the European Union, thereby disrupting and preventing illegal immigration by sea, and at the same time contribute to saving the lives of illegal immigrants in distress at sea (search and rescue operations). Moreover, FRONTEX has coordinated the detachment of experts in nationality identification from other Member States to Spain and Malta to assist the authorities of these two Member States in repatriating third country nationals who cannot legally remain in their territories.

Two important studies will inform future work. In July FRONTEX completed the feasibility study on a Mediterranean Coastal Patrols Network (MEDSEA). The study calls for the establishment of National Coordination Centres in the Member States, which would, twenty-four hours a day and seven days a week, coordinate the activities of the different national authorities involved, in cooperation with the national coordination centres of neighbouring Member States and third countries. FRONTEX is also carrying out the study on the technical feasibility of establishing a surveillance system covering the whole southern maritime borders of the EU and the Mediterranean Sea (BORTEC). This study will comprise an overview of the existing monitoring and surveillance systems in use, their area of coverage and their technical solutions, as well as the needs and wishes for further development with modern technology to cover the entire EU southern maritime borders. It is due to be completed by the end of 2006.

The development of Regional Networks of Immigration Liaison Officers (ILOs) has progressed well as part of the overall Migration Routes Initiative. Four key migration routes from Africa to Europe were identified, and the presence of ILOs along these routes was determined. Reports on illegal immigration were drafted by these ILOs, which gave a picture of the situation in their respective countries and operational recommendations for stepping up cooperation along the routes. Meanwhile, Spain, France, Italy and the UK accepted leadership for each of the Regional Networks, and preparatory meetings got underway quickly. The Regional Networks will now work on developing an action plan for each route, consisting of concrete, operational projects that can be implemented to help combat illegal immigration.

In July the Commission put forward a proposal for the establishment of Rapid Border Intervention Teams to be managed by FRONTEX. Such teams would be made up of specially trained border guard officers of the national services of Member States who on short notice can be deployed to a requesting Member State to provide technical and operational assistance. All costs associated with the training and deployment of these officers by FRONTEX will according to the proposal be covered by the Community. The proposal is currently being discussed in the Council; quick adoption would mean they could become operational in the foreseeable future.

The Commission has also been carrying out an analysis of the law of the sea from the point of view of the fight against illegal immigration. The study examines Member State control powers in the different maritime spaces, as well as third countries' obligations on the basis of international sea law and maritime law and as regards the fight against the smuggling of migrants. The possibility for an institutionalised regional cooperation mechanism along the lines of the one existing amongst the Baltic States is also explored.

EU Member States and the Commission played an active role in preparations for the UN High Level Dialogue on international migration and development. An EU Common Position was developed in the Council as a contribution to the Dialogue, supplemented by a Commission Communication. It set out the EU's approach to issues being covered by the Dialogue. The event itself was a success. High-level representatives from around the world joined together for two days to pledge their support for closer cooperation on migration and development issues. Many States expressed their wish to continue the dialogue through a global, informal and voluntary Forum. Belgium has offered to host the Global Forum on migration and development in July 2007. The aim will be to share expertise and best practice and enhance co-operation in the area of migration and development.

PART I: INCREASING OPERATIONAL COOPERATION BETWEEN MEMBER STATES |

Call on FRONTEX to: |

1.1.implement border management measures in the Mediterranean region, in particular joint operations and pilot projects, as early as possible in 2006 |

Several joint operations and pilot projects were planned and implemented during 2006. The UK negotiated a framework partnership agreement with FRONTEX to allow UK officials to participate in joint operations on a case-by-case basis. Project proposals were also submitted by Member States to the various Community programmes, including ARGO and AENEAS. These included the Spanish projects 'Seahorse', 'Atlantis' and 'Gate to Africa'. |

Actions and events: |

25 June-5 July | Operation Poseidon: this project measured the effectiveness of border control on the 'Balkan route'. Joint action was carried out to combat illegal immigration. It took place at various places along the land order between Greece and Turkey, as well as in harbours in Greece and Italy. |

15 July-15 September | Operation AGIOS: a joint operation to tackle forged documents in Spain's Mediterranean ports. Deployment of EU officers started at the beginning of August. The implementation of the AGIOS-Project is closely linked to the ARGO-funded project 'Gate of Africa'. |

HERA I: 17 July-31 October HERA II: 11 August to date | Operation HERA: a project that aimed to reduce the flow of migrants from Senegal and Mauritania towards the Canary Islands. The objective was reached by raising the number of repatriations performed (HERA I – Identification and Return), as well as establishing patrols on the open sea near Senegal and Mauritania to reduce the departure of vessels from these shores (HERA II - Patrolling). |

31 July-31 October Second phase is foreseen from mid-November to mid-December | Operation Migration Flow Malta: the main objective of this operation was to tackle the flow of illegal immigrants embarking from Libyan shores, to enhance knowledge and intelligence of the Maltese authorities and to increase the percentage of successfully identified illegal immigrants. |

5 October-15 October | Operation Nautilus (with FRONTEX project JASON I): the main scope of this joint operation was to patrol the area south of Sicily, Lampedusa and Malta in the Mediterranean Sea to reduce the immigration flows originating mainly from Libya. The involvement of Libya in this project was sought. |

1-22 November | Operation Amazon: so-called Focal Point Offices were established in international airports in Spain, Portugal, UK, France, Italy, Netherlands and Germany, with the objective of preventing illegal immigration. The focus was on Latin American migration routes. |

Next steps: | Continue carrying out joint operations |

1.2. Present a Risk Analysis report on Africa, building on recent studies, by May 2006 |

FRONTEX shared its analysis report, Brief Assessment of Illegal Immigration Flows and Routes on the African Continent, in May. This report assisted in the identification of the main illegal immigration routes from Africa, and was used to support the work on setting up regional ILO networks. |

Actions and events: |

Spring | EUROPOL issued a study on the eastern Mediterranean. |

April | FRONTEX delivered a tailored Risk Analysis report on Illegal Immigration from Mauritania, identifying recently used illegal immigration routes from Western Africa that transit Mauritania. |

30 May | FRONTEX delivered the Risk Analysis on illegal migration from Africa with special focus on Morocco and Libya and presented the results to its Management Board Meeting in Siofok. |

22-23 May, Casablanca | Interpol meeting on illegal migration in Africa |

7-9 June, Brdo, Slovenia | Joint ICMPD-EUROPOL meeting held within the framework of the Dialogue on Mediterranean Transit Migration (MTM), on the topic 'Migration Flows and Trends in the Mediterranean'. |

13-14 November, Porto | Joint ICMPD-EUROPOL-FRONTEX meeting held within the framework of the Dialogue on MTM, on the topic 'Project Towards Comprehensive Response to Mixed Migration Flows'. |

Next steps: | Risk analyses to be used in planning and preparation of further operations. |

1.3. Launch a feasibility study on reinforcing monitoring and surveillance of the southern maritime border of the EU, namely in the Mediterranean Sea, and on a Mediterranean Coastal Patrols Network involving EU Member States and North African countries, as early as possible in 2006 |

A support group currently consisting of 14 Member States was set up to undertake the MEDSEA study, which was completed in July. The main recommendation of the study is to establish national coordination centres in all Member States, which should on a 24/7 basis coordinate the activities of Member States and third countries. |

Actions and events: |

1 March | A core team of experts from SP, IT, FR and GR started work in FRONTEX. Participating Member States submitted answers to a questionnaire circulated by FRONTEX. |

6 April, Warsaw | First meeting of MEDSEA Support Group. |

10 May, Warsaw | Second meeting of MEDSEA Support Group. |

8 June, Helsinki | Third meeting of MEDSEA Support Group. |

20 June, Warsaw | Fourth meeting of MEDSEA Support Group. |

6 July, Warsaw | Fifth meeting of MEDSEA Support Group. |

24 July | Study presented to the Council and the Commission. |

Next steps: | Recommendations of the study to be implemented by Member States as soon as possible, where necessary with support from FRONTEX – timetable and costing to be put together Third countries to be contacted once the EU has a clear view on how it wants to reinforce monitoring and surveillance – sufficient flexibility for modifying the EU approach to be kept to allow for the integration of the wishes and views of third countries |

2. Explore the technical feasibility of establishing a surveillance system covering the whole southern maritime border of the EU and the Mediterranean Sea by the end of 2006. Such a system would use modern technology with the aim of saving lives at sea and tackling illegal immigration |

Working arrangements for the 'BORTEC' study were transferred from the Commission to FRONTEX. |

Actions and events: |

Spring | Expert group established to carry out the study, bringing together both technical and operational people, including those with expertise with the Galileo system. |

5 April | Coordination meeting between Commission and FRONTEX to enable transfer and continuation of the work. |

2 June | Project template approved. |

7 July | First meeting of the Support Group. |

Next steps: | Study due in December |

3. Establish regional networks of Immigration Liaison Officers (ILOs) involving priority countries or regions as early as possible in 2006, and present reports on illegal immigration and trafficking, with the assistance where appropriate of ILOs in key countries, by May 2006 |

The work to set up regional networks of ILOs has been closely linked to the migration routes initiative and the EU-Africa Ministerial Regional Conference held in Rabat. On the basis of existing data and statistics, four key migration routes from the African continent towards Europe were identified and selected for detailed work. For each of these routes the presence of ILOs in the relevant countries was determined. The ILOs were approached to draft targeted illegal immigration reports and to submit concrete, operational recommendations for stepping up cooperation along the routes. EC Delegations in the relevant third countries identified immigration contact persons who supported the reporting activity. The ICONet system was adapted for specific use by the ILO Networks. In addition, for each key route a lead Member State was identified: SP, FR, IT and UK for regional networks 1 to 4 respectively. Leading Member States were requested to draft a six-month calendar of activities, including start-up regional meetings, with the final objective of developing an operational action plan for each route. |

Actions and events: |

May-June | Illegal immigration reports drafted by ILOs. |

14 June, Madrid | Joint preparatory meeting for ILO regional networks 1 and 2, organised by SP and FR. |

6 July, Las Palmas de Gran Canarias | Joint start up meeting for ILO regional networks 1 and 2 organised by SP and FR, bringing together ILOs along both routes. |

6 October, London | Joint preparatory meeting for ILO regional networks 3 and 4 organised by IT and UK. |

14-15 November, Rome | Joint start up meeting for ILO regional networks 3 and 4, bringing together ILOs along both routes. |

Next steps: | Local meetings of ILO regional networks to be held regularly Operational action plans to be drafted |

4. Bring forward a proposal for the creation of rapid reaction teams made up of national experts able to provide rapid technical and operational assistance at times of high influxes of migrants, in accordance with the Hague Programme, by Spring 2006 |

In July the Commission put forward a proposal for the establishment of Rapid Border Intervention Teams to be managed by FRONTEX. Such teams would be made up of specially trained border guard officers of the national services of Member States who on short notice can be deployed to a requesting Member State to provide technical and operational assistance. All costs associated with the training and deployment of these officers by FRONTEX will, according to the proposal, be covered by the Community. |

Actions and events: |

April | Study on legal competences of border guards completed. |

19 July | Proposal for a Regulation on the setting up of a mechanism for the creation of Rapid Border Intervention Teams (RABITs) submitted by the Commission to the European Parliament and the Council. |

Next steps: | Council discussion of proposal, followed by adoption of the Regulation Continued work by Commission on a proposal for expert intervention teams in the asylum context |

5. Ensure a substantial follow-up to the report of the Global Commission on International Migration, and prepare for the UN High Level Dialogue on Migration and Development that will be launched in September 2006 |

Several preparatory events were organised in the lead-up to the HLD, and the Commission and Member States took an active part in all of them. A Commission Memorandum on EU policies, a Communication and an EU Common Position were all submitted as contributions to the preparations.The HLD itself was a success. High-level representatives from around the world committed to closer co-operation on migration and development issues and agreed to continue dialogue through a global forum. |

Actions and events: |

4-7 April, New York | 39th Session of the Commission on Population and Development. |

May | Commission Memorandum on EU policies sent to the UN Secretary-General by President Barroso. |

12 June, Brussels | BE organised a seminar to discuss follow up to the HLD. |

28-30 June, Turin | International Symposium on Migration and Development organised by DESA – Commission organised a session on EU policies on migration and development, including as a speaker a representative from the ACP Secretariat. |

14 July | Commission Communication issued. |

17 July, Brussels | EU Common Position adopted by the General Affairs and External Relations Council. |

14-15 September, New York | UN High Level Dialogue on International Migration and Development. |

Next steps: | Participation in and support to the Global forum to be hosted by BE in July 2007 |

6. Present an analysis of the existing international instruments on the law of the sea, including relevant aspects of refugee law, by March 2006 |

The Commission has been carrying out this study with a particular focus on the Mediterranean. The study is essentially a gaps analysis identifying the issues that could be further explored. It is due to be published shortly. |

Actions and events: |

23-24 May, Madrid | Meeting on Rescue at Sea and Maritime Interception in the Mediterranean, organised by UNHCR, attended by maritime and immigration representatives of almost all states bordering the Mediterranean, as well as other interested countries. The meeting illustrated the need for a concerted and complementary approach that involves all state actors, not only those engaged in rescue at sea and interception activities. Three specific recommendations to come out of the meeting were: discussion on issues including rescue at sea, interception and disembarkation needs to continue; IMO Member States have a collective responsibility to comply with the SAR and SOLAS Conventions and the IMO guidelines; and with improved data collection and strengthened cooperation, states can continue to draw lessons from good practices identified elsewhere and seek to benefit from the complementary roles that may be played by IGOs in the area of reception, screening and assistance in finding solutions for the various categories of people. |

Next steps: | Commission to present report Discussion of the analysis, and development of an EU common position on the open legal questions |

II. DIALOGUE AND COOPERATION WITH AFRICA

This first year has very much been a year of agenda-setting. With the recognition of the necessity to work in partnership with African and Mediterranean countries and to address the needs and concerns of all concerned, 2006 has acted as a preparatory year, paving the way for engagement with African states on the range of migration issues.

The amount of agenda space given to migration in regional fora this year has to some extent been surprising. An EU-Africa Ministerial Conference on Migration and Development was held in Tripoli on 22-23 November, which adopted a Joint Declaration. This was a highly significant event, with the EU and the whole of Africa coming together for the first time to make a political commitment to working together on migration. Similarly, other regional bodies gave their attention to migration – the ACP states held their first meeting of ministers responsible for asylum and migration, which resulted in a declaration and plan of action; migration was discussed and featured prominently in the conclusions of the EU-ECOWAS Troika; and for the first time migration was on the agenda as a discussion point at the ACP-EU Council.

The ministerial conference held in Rabat in July was a successful and important event. A joint initiative between Morocco, Spain and France and co-financed by the Commission, the conference brought together West, Central and North African states with EU Member States to discuss common responses to migratory flows along the West African route. States committed themselves to developing a close partnership "to work together, in the framework of a global, balanced, pragmatic and operational approach, with respect for the fundamental rights and dignity of migrants and refugees, on the phenomenon of migratory routes". The conference agreed that this framework must involve countries of origin, transit and destination, and that central to this partnership is the fight against poverty and the promotion of sustainable development in African states. It will now be important to implement initiatives contained in the Action Plan, so as "to respond to the urgency of the situation and give visibility and credibility to the new dynamic brought about by the conference". The Rabat Declaration called for a second, follow up ministerial conference in two years' time at the latest.

Dialogue on the basis of article 13 of the Cotonou Agreement has been initiated with certain key Sub-Saharan African states. Meetings with the authorities in Mauritania, Senegal and Mali were extremely positive and productive, and discussion on migration now continues as part of the political dialogue led by Heads of Missions. Linked to this, migration is currently being incorporated into the programming exercise for the 10th European Development Fund (EDF). Where relevant, every Country Strategy Paper for ACP countries should contain a migration profile, and discussions between delegations, Member States and the third countries concerned should result in the identification of priorities for the funding of migration-related activities and projects for the next five years. Given the importance of assisting developing countries in managing migration, an intra-ACP migration facility of €25 million has been developed and programming work is underway. It will focus in particular on the management of south-south migration.

Mention should also be made of other ongoing work on the migration and development agenda. In March Belgium and the IOM, with the support of the World Bank and the Commission, organised a conference on migration and development. It successfully brought together high level representatives from across continents, to discuss achieving greater coherence between migration and development policies, forming partnerships among countries of origin, transit and destination, and involving migrant communities in the development of their home countries. In June the Commission hosted an expert meeting on migration and development. This was a good opportunity to share experiences and information on current projects, in particular regarding the four main topics: remittances, working with the diaspora, temporary and circular migration and brain drain. Participants agreed on the need to share information better and improve coordination in this field. Of course, this agenda links in with the UN High Level Dialogue, and it also needs to be reflected in EU assistance to interested countries in Africa.

With much of the political agenda-setting now in place, it will be important to move quickly to implement the commitments taken between Africa and the EU in the course of 2007 and beyond.

PART II: DIALOGUE AND COOPERATION WITH AFRICA |

7. Work to make migration a shared priority for political dialogue between the EU and the African Union, including through regular senior officials' meetings to prepare for EU-Africa Ministerial Troika discussions |

Migration has featured prominently on the agenda of the AU and joint meetings between the AU and EU this year, with senior officials' meetings to prepare them as appropriate. Dialogue culminated in an EU-Africa Ministerial Conference on Migration and Development in Tripoli in November 2006. |

Actions and events: |

1 March, Addis Ababa | AU Commission and EU Commission Task Force – included discussion of the possibilities for a dialogue on migration. |

3-5 April, Algiers | AU expert meeting – defined a draft common position on migration and development. |

8 May, Vienna | EU-Africa Ministerial Troika, preceded by a senior officials' meeting – discussion included the EU-pan African conference on migration |

1-2 July, Banjul | AU common position on migration and development formally adopted at AU Summit. |

11-12 September, Brussels | EU-AU Commissions Joint Task Force – discussion focused on exchange of information and preparation of the Tripoli conference. |

2 October, Addis Ababa | Commission to Commission meeting involving many Commissioners from both sides – migration was high on the agenda and the principle of the Tripoli conference was endorsed. |

9 October, Brazzaville | EU-Africa Ministerial Troika – concluded that the ministerial conference on migration and development will take place in Tripoli on 22-23 November. |

22-23 November, Libya | EU-Africa Ministerial Conference on Migration and Development – joint declaration adopted. Preparations took place in the High Level Working Group on Asylum and Migration; an extended Troika meeting hosted by Malta; and a senior official's meeting held in Tripoli on 21 November. |

Next steps: | Follow-up to the Joint Declaration of the ministerial conference |

8. Work in partnership with African countries and regional organisations, such as ECOWAS, through a range of fora, initiatives and regional meetings, including an EU-Africa Ministerial Conference in Morocco in 2006 and a conference on migration and development in Brussels in March 2006 |

Some successful high profile events have acted to keep migration firmly on the international agenda this year and the subject of much political debate. |

Actions and events: |

6-8 February, Kenya | IOM workshop on 'International Travel Documents and Issuance Systems: Technical review of standards and systems for East and Central African Governments, and participating West African Governments. |

15-16 March, Brussels | Migration and Development Conference organised by BE and IOM, with the support of the World Bank and the Commission |

4-6 April, Brussels | African-European Inter-regional Dialogue on Managing Labour Migration for Integration and Development, organised by ILO with financial support from the EU. |

13 April, Brussels | First meeting of ACP Ministers in charge of Asylum, Migration and Mobility – declaration and plan of action adopted. |

22-23 May, Vienna | EU-ECOWAS Troika – migration was on the agenda and figured prominently in the conclusions; agreement to set up a joint working group on migration. |

6 June, Lisbon | IOM seminar on "Migration and development within the Portuguese Speaking Countries Community – engaging diasporas as agents for development". |

6 June, Papua New Guinea | ACP-EU Council – migration was on the agenda as a 'C' point (discussion) for the first time |

28-29 June, Niamey | Technical seminar, funded by the AENEAS 2004 Across Sahara project – focused on the situation in Libya and Niger concerning a range of issues such as illegal immigration, transit migration, visas, to readmission and return, asylum and statistics, and included an analysis report drawn up on the basis of questionnaire replies from the Nigerian and Libyan authorities |

10-11 July, Rabat | Euro-Africa ministerial conference on migration and development – declaration and action plan adopted, with the commitment to hold a next ministerial within two years to assess progress. Preparation took place in steering committee meetings, senior officials' meetings (including one hosted by Senegal), and in the High Level Working Group on Asylum and Migration with the participation of the Ambassador of Morocco. |

26-27 October, Niamey | EU-ECOWAS Troika – migration was once again high on the agenda and in the conclusions. |

Next steps: | Ongoing follow-up and implementation of initiatives contained in the Rabat action plan Develop East Africa migration route initiative Rapidly set up EU-ECOWAS joint working group on migration and initiate its work |

9. Explore the feasibility of a migration routes initiative for operational cooperation between countries of origin, transit and destination, with a view to developing a concrete initiative in 2006 |

Development of the migration route concept has made good headway, with several steps being taken to bring together countries of origin, transit and destination along the same migratory route. Four key migration routes on the African continent towards Europe were identified, as set out in action 3 above. Other related initiatives include a General Action Plan prepared by EUROPOL concerning cooperation with third countries for the purposes of Police Chiefs Task Force; and a pilot project proposal submitted by BE to Morocco on return and reintegration of Malians, as well as a regional initiative to help Mali dismantle smuggling networks. |

Actions and events: |

10-11 July, Rabat | Euro-Africa ministerial conference on migration and development, which aimed at identifying operational action along the West Africa migration routes. |

7-10 November, Las Palmas | SP hosted a police conference in the framework of the Seahorse project, which was attended by Member States, FRONTEX and EUROPOL. |

July | UK presented proposals for an East Africa Migration Routes Initiative to the High Level Working Group on Asylum and Migration. This includes a stock-take of Member States' activities in the region; an analysis of the gaps in relevant transit countries and the requirements; and the ILO regional network developments with Italy. |

Next steps: | A global approach action plan for each of the routes will be developed, using a variety of sources including the ILO reports |

10. Enhance dialogue by spring 2006 with key sub-Saharan African states on the basis of Article 13 of the Cotonou Agreement, covering a broad range of issues from institution and capacity building and effective integration of legal migrants to return and the effective implementation of readmission obligations, in order to establish a mutually beneficial cooperation in this field |

The Commission proposed launching bilateral dialogue on migration on the basis of article 13 of the Cotonou Agreement between the EU and Senegal, Mali, Cameroon, Ghana, Nigeria, Mauritania and Niger. This has so far proceeded with Mauritania, Senegal and Mali. Three other countries had to be removed from the list due to varying political circumstances. Seven Member States proposed adding Ethiopia, Sudan, Eritrea and Somalia to this initial list of countries; BE proposed adding Guinea (Conakry) and Rwanda; and DE proposed adding Burkina Faso. At the same time migration is being integrated into the Country Strategy Papers for ACP countries, as part of the programming exercise for the 10th European Development Fund (EDF). Once drafted by Delegations and ACP countries, with the participation of Member States, they will be formally adopted by the EDF-Committee. |

Actions and events: |

January | Commission delegations in selected countries were contacted to explore the possibilities of article 13 Cotonou dialogue. |

April-June | Technical mission Mauritania in the framework of the Rapid Reaction Mechanism; the final decision on financial support was taken in June to a total of 2.45 million euro. |

5-6 June, Dakar | Informal contacts were made with several African countries in the margins of the meeting in Dakar that prepared the Rabat Ministerial Conference on migration and development. |

23-25 May | Commission mission to Mauritania and Senegal to initiate article 13 dialogue, so that it can continue at Head of Mission level in the context of the regular political dialogue (article 8 Cotonou). |

25-28 September | Commission mission to Mali in context of article 13. |

September-November | Technical mission to Senegal in the framework of the Rapid Reaction Mechanism; the financial decision will be taken shortly. |

18-20 October, Brussels | Training workshop for EC delegations on migration in EC external assistance. |

Next steps: | Heads of Mission in Ethiopia, Sudan, Eritrea and Somalia to assess the feasibility of launching dialogue with these countries Article 13 dialogue to be initiated with further key countries, with regular reporting back to Member States, and to be actively continued with all relevant countries |

11. Establish and implement a pilot Regional Protection Programme (RPP) involving Tanzania as early as possible in 2006, with a steering group to oversee the programme. Based on findings from the pilot, develop plans for further programmes in Africa |

Following the Council Conclusions on Regional Protection Programmes in November 2005, several proposals for projects to initiate the pilot RPPs were submitted under the 2005 AENEAS call for proposals. One of these was submitted by UNHCR and focused specifically on Tanzania and the surrounding region. The proposal was selected by the AENEAS Management Committee, and is expected to get underway in 2007. The project will include strengthening the capacity of national authorities to protect refugees, improving security in refugee camps, promoting voluntary return of Burundian refugees, enhancing access to resettlement, and registration of refugees. |

Actions and events: |

14 February, Brussels | Expert meeting with Member States convened by the Commission. |

July | AENEAS project proposal for Tanzania accepted. |

Next steps: | Initiate projects as soon as contracts signed Initiate UNHCR-run project for North Africa Develop further protection-oriented projects with UNHCR |

12. Carry out a study to improve understanding of the root causes of migration to underpin the long-term approach |

The Joint Research Centre is currently carrying out a case study focusing on Senegal and Mali. It will analyse the root causes of migration in these two countries and their policy implications. |

Actions and events: |

July | Drafting commenced and Member States were invited to provide information on existing studies on root causes. |

Next steps: | Study expected in November 2006 Study should be discussed and used as part of the long-term EU approach |

13. Develop regular dialogue with UNHCR as early as possible in 2006, to share experience and expertise on working with countries in Africa |

Dialogue with UNHCR on the implementation continued via regular meetings. |

Next steps: | A high-level meeting will be organised between the Commission and UNHCR in early January in order to operationalise the UNHCR 10-Point Plan of Action presented at the Rabat conference; the feasibility of holding such meetings regularly to update on the situation in different countries will be examined |

14. Launch initiatives in early 2006 to promote cheaper and more easily available remittance services, and support ongoing efforts by international organisations to improve data on remittance flows; consider supporting efforts of African states to facilitate members of diasporas to contribute to their home countries, including through co-development actions, and explore options to mitigate the impact of skill losses in vulnerable sectors |

This wide agenda was the subject of much discussion during the year. An expert meeting organised by the Commission in June was a useful opportunity to share experiences and best practice, while productive discussion took place in the UN High Level Dialogue on Migration and Development in New York and the Africa-EU Ministerial Conference on Migration and Development in Libya. |

Actions and events: |

15-16 March, Brussels | Migration and Development Conference organised by BE and IOM, with the support of the World Bank and the Commission. |

20 June, Brussels | Member State expert meeting on the main subjects covered by the September 2005 Migration and Development Communication convened by the Commission. |

10-11 July, Rabat | Euro-Africa ministerial conference on migration and development. |

14-15 September, New York | UN High Level Dialogue on Migration and Development. |

13-14 November, London | UK-World Bank Conference on Remittances – UK also made available its publication on the UK remittances market. |

22-23 November, Tripoli | EU-Africa Ministerial Conference on Migration and Development |

Next steps: | Establish 'virtual' working groups on each of the main topics on the migration and development agenda, involving Member States, international organisations, Commission services and other experts as appropriate Support projects on migration and development in interested African countries as part of EU financial assistance under the EDF, the MEDA programme, Aeneas or the future thematic programme on migration |

15. Establish information campaigns targeting potential migrants to highlight the risks associated with illegal migration and raise awareness about legal channels for migration |

IOM carried out information campaign work with Senegal during the summer. Portugal has also organised information campaigns in embarkation/disembarkation bulletins disseminated at airports of origin and destination and travel agencies, with information concerning the requirements for legal entry in Portugal and raising awareness of the risks of illegal migration and networks of trafficking in human beings. |

III. WORK WITH NEIGHBOURING COUNTRIES

Although progress in the EuroMed framework has not developed as quickly as was hoped, important and productive senior officials' meetings were held in June and October. These renewed motivation and optimism for furthering cooperation on migration, which has been given concrete expression through the preparation of a working document detailing projects and best practices of each of the EuroMed partners relating to legal migration, migration and development and the fight against illegal migration, and a more detailed action programme with recommendations for future cooperation. Portugal has also offered to host a EuroMed Ministerial meeting on migration in 2007.

Meanwhile, work with individual North African countries has made good headway. The dialogue and cooperation with Morocco has intensified and the EU has decided to grant political and considerable financial support to Morocco (up to €90 million) to assist this country in its efforts to better manage migration. A major step forward was taken with a twinning project on the fight against illegal migration, as well as budgetary support for purchasing border control equipment. Negotiations on an EC Readmission agreement have also continued, and are expected to be launched with Algeria soon. An important programme of support (€10 million) to the Algerian border police, approved in 2005, is ongoing. Discussions with Libya on issues concerning migration have also continued and Libya has invited a team of EU experts to carry out a mission to its southern borders. All in all, cooperation with the Mediterranean countries is set to develop strongly in the future, on the basis of the relevant Association Agreements and Neighbourhood Policy Action Plans.

PART III: WORK WITH NEIGHBOURING COUNTRIES |

16. Hold a EuroMed Ministerial meeting on migration in 2006 |

At a positive senior officials' meeting, it was agreed to collect information on projects and best practice in areas identified by the Barcelona Summit in November 2005: legal migration, migration and development and illegal migration, trafficking and return issues. With contributions from all 35 delegations, the Commission undertook to prepare a background document with all the information provided, as well as a more detailed action programme containing recommendations for future cooperation. |

Actions and events: |

20 June, Brussels | Senior officials' meeting to discuss further cooperation and to prepare the Ministerial meeting. |

20 October, Brussels | Second senior officials' meeting, which discussed the draft action programme. |

Next steps: | Continue developing ideas for concrete joint projects Continue preparations for the EuroMed Ministerial, planned to take place during the Portuguese Presidency in 2007 |

17. Engage Mediterranean third countries in the feasibility study of a Mediterranean Coastal Patrols Network, Mediterranean surveillance system and related pilot projects, where appropriate |

See priority action 1.3. |

18. Make available experiences and best practices where appropriate from other regional cooperation structures, including those relating to the Baltic Sea |

9 June, Helsinki | Finland hosted a Member State expert visit to the Helsinki Headquarters of the Border Guards to assess the Baltic experience in dealing with Border security management, comprising technical means, legal framework, regional cooperation and operational activities |

19. Use all available frameworks for cooperation with Mediterranean partners, including those mentioned below, to prevent and combat illegal migration and trafficking in human beings, build capacity to better manage migration, and explore how best to share information on legal migration and labour market opportunities, for example through the development of migration profiles and through strengthening sub-regional fora |

The possibilities of implementing the priority actions in the framework of the 5+5 cooperation were explored in the 5+5 group under the Chair of France and then Spain. For example, France, Spain and Morocco are working on a joint project that aims to promote the institutional capacity between these countries on labour migration, so as to connect labour demand and offer between them. The project started in December 2005 and will finish in November 2008. Meanwhile, the concept of the Migration Profile has been developed. The IOM and the JRC both drafted initial proposals for how the tool could work. The idea was then formally presented at the UN High Level Dialogue in New York on 14-15 September. Funding has been earmarked in the AENEAS 2006 call for proposals to further develop Migration Profiles for key countries. |

Actions and events: |

12 May, Nice | 5+5 Interior Ministers – Commission was invited to take part in the lunch. |

29-30 June, Paris | Follow-up meeting to the ministerial conference on migration held in Paris in November 2005, with discussion including migration and development, labour migration and reception and integration of migrants. |

Next steps: | Continue using all relevant fora to further work on the Global Approach Continue developing the Migration Profile concept, in particular using AENEAS funding |

20. Undertake priority work with the following three countries: |

20.1 Morocco – implement projects to combat trafficking and conclude negotiations of the EC-Morocco readmission agreement as early as possible |

Implementation of various projects using MEDA and AENEAS funding has been promoted, and negotiations on an EC Readmission agreement have continued. Morocco was also host of the Euro-Africa ministerial conference on migration and development, held in Rabat in July. |

Actions and events: |

18 May | EU-Morocco subcommittee on JHA. |

10-11 July, Rabat | Euro-Africa ministerial conference on migration and development. |

22 November, Rabat | Meeting of the EU-Morocco subcommittee on migration and social affairs and readmission discussions. |

November, Rabat | EU-Morocco Working Group on migration and social affairs. |

Next steps: | Continuation of the negotiations on an EC Readmission agreement Effective implementation of cooperation projects and continued dialogue on migration-related issues |

20.2 Algeria – hold a first meeting in early 2006 to take forward cooperation on the basis of the migration provisions of the EC-Algeria Association Agreement and begin the negotiation of the readmission agreement as quickly as possible on the basis of the mandate given to the Commission |

Algeria hosted an AU expert meeting on migration and development in April. Negotiations on the EC readmission agreement are expected to be launched in early 2007. |

Actions and events: |

16 May | First EU-Algeria Association Council meeting. |

Next steps: | First meeting of the EU-Algeria subcommittee on migration and social affairs, 5-6 December, Algiers Effective start of negotiations on an EU-Algeria readmission agreement Effective dialogue on migration-related issues |

20.3 Libya – conclude the work to agree the EU-Libya Action Plan on migration as early as possible in 2006, in accordance with the Council Conclusions of 3 June 2005 on initiating dialogue and cooperation with Libya on migration issues, and implement projects as soon as possible thereafter |

The Commission has been doing its utmost to work bilaterally with Libya in addressing the issue of illegal migration, and there have been various missions to discuss cooperation. Libya hosted the EU-Africa Ministerial Conference on Migration and Development in November. The AENEAS-funded IOM Programme for the Enhancement of Transit and Irregular Migration Management in Libya (TRIM) has continued. |

Actions and events: |

February | Commission visited Tripoli and presented proposals for concrete cooperation and dialogue on migration issues to the Libyan side |

21-22 May | Commission visited Tripoli. Libya confirmed interest in developing dialogue and cooperation with the EU, although not in the framework of the Barcelona process. |

May | Response received from Libya, expressing willingness to host the AU-EU conference and inviting an expert mission to the southern border |

4-6 July | Commission visited Libya to discuss enhanced cooperation in several areas including migration |

Next steps: | Organise expert mission to Libya's southern borders as a matter of priority Explore possibilities for developing an EU-Libya joint risk analysis Examine the possibility of establishing direct contacts between FRONTEX and Libya to explore areas for joint cooperation, for instance in carrying out joint risks assessment and joint patrolling |

21. Intensify research to improve understanding and management of migratory flows, building on the migration component of the regional JHA I MEDA programme |

Activities launched by the Consortium for Applied Research on International Migration in the Mediterranean region (CARIM), hosted by the European University Institute in Florence, Italy, were continued throughout the year. |

Actions and events: |

May | Financed by AENEAS 2004, a new website, Migration de retour vers le Maghreb (MIREM), was opened at http://www.mirem.eu. It is hosted by the European University Institute as part of CARIM. The MIREM project aims to examine the current challenges linked to return migration and its impact on development in Maghreb countries. The website includes data and information on the premises and implications of the EU common return policy; patterns of cooperation on readmission and their challenges; and the bilateral agreements linked to readmission involving the Maghreb countries and EU Member States. There is also an annotated inventory of the statistical data on return migration to the Maghreb countries, including various typologies of returnees, and studies related to the return mechanisms that have been implemented in the Maghreb. |

20 June, Brussels | Commission's proposals for JHA MEDA II were presented to the EuroMed partners at the senior officials' meeting on migration. |

Next steps: | CARIM will continue its research on migration in the Maghreb region Inspired by the success of the academic network (CARIM) linking migration research institutes of all the Mediterranean countries and funded by the MEDA programme, the EU should facilitate an academic conference in view of the establishment of a pan-African network of migration 'observatories' and/or migration research institutes |

22. Help strengthen links between North and sub-Saharan African countries in the framework of the possible migration routes initiative |

See priority action 9. |

23. Continue dialogue and cooperation with UNHCR in helping third countries develop capacity for refugee protection |

The Commission has financed a UNHCR project aimed at building asylum capacity in North Africa. The results of the project have been just transmitted to the Commission. In order to ensure continuity and build on this first experience, the Commission intends to finance under AENEAS 2006 another UNHCR project for protection actions in all the Southern and Eastern Mediterranean countries, from Morocco to Syria. |

24. Hold a conference on The role of internal security in relations between the EU and its neighbours in Vienna in May 2006 |

Following adoption by the Council of the Strategy for the External Dimension of the Area of Freedom, Security and Justice in December 2005, the Vienna Ministerial Conference was held on 4-5 May. The 'Vienna Declaration on Security Partnership' was adopted, and then welcomed by the European Council of 15-16 June. |

Actions and events: |

4-5 May, Vienna | Conference took place. |

Next steps: | The Commission will continue to monitor progress of the Strategy and will report to the Council every 18 months |

Annex C FINANCING

In the context of its December 2005 Conclusions on priority actions focusing on Africa and the Mediterranean, the European Council welcomed the increased priority being given to migration and the Commission’s intention to intensify its financial assistance in areas concerning or related to migration in respect of its relations with third countries, including by an allocation of up to 3% of the ENPI, and comparable efforts in respect of other relevant financial instruments. It also called for equivalent efforts in particular in Sub-Saharan Africa, with a view to tackling the root causes of migration.

As said in section 4.1. of this Communication, funding will be channelled through the geographic programmes established under the relevant external assistance instruments and the Thematic programme on migration and asylum.

As regards the European neighbourhood countries, the 3% commitment represents an amount of about €50 million a year, of which €30 million will be brought by the ENPI contribution to the Thematic programme on migration and asylum. The remaining part will be financed under the national, regional and cross-border geographic programmes established within the ENPI.

In addition to the initiatives on migration and asylum financed under the geographic programmes of the DCI, the DCI will contribute for about €25 million a year to the Thematic programme on migration and asylum, for funding projects in developing countries located outside of the European Neighbourhood.

As regards the ACP countries, and within the framework of the 9th EDF, an overall €40 million has been set aside for the EU Programme on Migration and Development in Africa, including the €25 million intra-ACP migration facility, whose specific destination is currently in an identification phase. Concerning the 10th EDF, which covers the period 2008-13, migration is being fully incorporated into the programming of Country and Regional Strategy Papers. Through the EU Governance Initiative and its 'incentive tranche', ACP countries will be able to obtain substantial additional financial support to develop and implement governance reforms. Access to these 10th EDF incentive resources will depend on the outcome of a dialogue between the Commission and the partner country on the past performance and future commitments in the area of governance, including on migration.

Finally, it should not be overlooked that further to the geographic programmes and to the thematic programme on asylum and migration, , other thematic programmes / instruments such as the European Instrument for Democracy and Human Rights (EIDHR), the Thematic programme for cooperation with non-state actors and local authorities or the Thematic programme "investing in people" can also occasionally provide funds on specific migration relevant issues such as trafficking in human beings or on aspects of the migration and development debate.

[1] In bijlage A zijn alle referenties van de aangehaalde documenten opgenomen.

[2] Zie bijlage 8 bij de mededeling over migratie en ontwikkeling.

[3] Zie de mededeling over de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (COM(2006) 726 def.).

Top