Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006DC0040

    Mededeling van de Commissie - Vierde verslag van de Europese Gemeenschap over de nationale mededelingen in het kader van het raamverdrag van de verenigde naties inzake klimaatverandering (verslag vereist uit hoofde van artikel 12 van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering) {SEC(2006) 138}

    /* COM/2006/0040 def. */

    52006DC0040




    NL

    Brussel, 08.02.2006

    COM(2006) 40 definitief

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

    VIERDE VERSLAG VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP OVER DE NATIONALE MEDEDELINGEN IN HET KADER VAN HET RAAMVERDRAG VAN DE VERENIGDE NATIES INZAKE KLIMAATVERANDERING

    (verslag vereist uit hoofde van artikel 12 van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering)

    {SEC(2006) 138}

    Inhoud

    1. Samenvatting (...)3

    1.1. Nationale omstandigheden (...)4

    1.2. Broeikasgasseninventaris (...)4

    1.3. Beleidsmaatregelen (...)5

    1.4. Prognoses (...)5

    1.5. Kwetsbaarheidsbeoordeling, effecten van klimaatverandering en aanpassingsmaatregelen (...)6

    1.6. Onderzoek en systematische observatie (...)7

    1.7. Financiële middelen en overdracht van technologie (...)7

    1.8. Onderwijs, opleiding en publieksvoorlichting (...)7

    .

    1. Samenvatting

    Dit vierde verslag van de Europese Gemeenschap over de nationale mededelingen is opgesteld uit hoofde van artikel 12 van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). [1]

    Hoewel de EU slechts verantwoordelijk is voor 14% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen levert zij met haar 25 lidstaten al gedurende een aantal jaren grote inspanningen om het probleem van de klimaatverandering aan te pakken. Een stevig binnenlands beleid ondersteunt de voortrekkersrol van de EU, bijvoorbeeld via een veelomvattend pakket van beleids- en wetgevingsmaatregelen op EU-niveau dat is uitgewerkt in het kader van het Europees Programma inzake klimaatverandering (European Climate Change Programme - ECCP). Elke lidstaat heeft ook een reeks eigen binnenlandse maatregelen uitgewerkt, waarvan de uitvoering wordt besproken in de afzonderlijke verslagen van de lidstaten. Het ECCP heeft betrekking op alle economische sectoren en omvat beleid dat relevant is voor huishoudens, industrie, handel en de vervoerssector.

    Het klimaatbeleid van de EU eindigt niet in 2012. Veel van de reeds uitgevoerde EU-beleidsmaatregelen zullen een grote impact hebben in de periode na de eerste Kyoto-verbintenisperiode. De EU-regeling voor handel in broeikasgassen loopt door na 2012. De tweede fase van het Europese klimaatveranderingsprogramma is al in oktober 2005 van start gegaan en omvat maatregelen met betrekking tot het invangen en opslaan van kooldioxide, passagiersvervoer over de weg en de luchtvaart, alsmede strategieën ter aanpassing aan de effecten van klimaatverandering. Dit beleid geeft de industrie, overheidsinstanties in de lidstaten en de bredere internationale gemeenschap sterke langetermijnsignalen dat de EU vastbesloten is de klimaatverandering aan te pakken en verwacht dat al haar instellingen, ondernemingen en burgers daarin hun rol spelen.

    De Europese Commissie heeft zich ertoe verbonden deze maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering ten uitvoer te leggen en zal tegelijkertijd waken over de effecten ervan op de economische ontwikkeling en het welzijn van de burger. Meer specifiek zal de Commissie de vooruitgang volgen en nieuwe acties verkennen om systematisch gebruik te maken van kosteneffectieve opties inzake emissiebeperking, in samenhang met de strategie van Lissabon [2].

    De door de Europese Commissie voorgestelde strategie voor verdere actie na 2012 beklemtoont de behoefte aan een ruimere deelname door landen en sectoren, de ontwikkeling van technologieën met lage koolstofemissie, het verdere en ruimere gebruik van marktmechanismen en de behoefte om zich aan te passen aan de onvermijdelijke effecten van klimaatverandering.

    De EU werkt ook op internationaal niveau om landen buiten de Unie te helpen hun broeikasgasemissies terug te dringen. Zij werkt momenteel samen met landen over de hele wereld om de invoering van duurzame energiebronnen te bevorderen en energie-efficiëntie te stimuleren, met als einddoel een betere levenskwaliteit en duurzame ontwikkeling. De EU verleent financiële steun aan programma's op het gebied van onder meer: het gebruik van zonne-energie voor de winning van zuiver drinkwater in de Sahel, de bevordering van de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen in China, bosbouwprojecten om 'clean development mechanism'-inkomsten te genereren in Zuid-Amerika en de versterking van de institutionele capaciteit inzake klimaatverandering in India.

    De EU heeft tot dusver goede vooruitgang geboekt. Verdere voortgang hangt af van de snelheid en grondigheid van de tenuitvoerlegging door de lidstaten van de communautaire wetgeving en het binnenlandse beleid. De totale prognoses voor de EU15 wijzen erop dat de Kyoto-doelstellingen kunnen worden behaald als de desbetreffende lidstaten geplande aanvullende binnenlandse maatregelen ten uitvoer leggen en flexibele mechanismen toepassen.

    Het bereiken van de Kyoto-doelstelling is niet het einde van het verhaal voor de EU. De EU pleit voor een grotere vermindering van de uitstoot in de volgende decennia om een halt toe te roepen aan de wereldwijde opwarming van het klimaat. De EU is vastbesloten een billijk aandeel op zich te nemen van de wereldwijde inspanningen om antropogene verstoring van het klimaatsysteem te verminderen.

    1.1. Nationale omstandigheden

    · Het institutionele systeem van de Europese Unie is uniek, met 25 lidstaten die voor bepaalde kwesties hun soevereiniteit afstaan aan onafhankelijke instellingen.

    · Het bruto binnenlands product (BBP) van de EU-15 is van 1995 tot 2002 in reële waarde met 18% gestegen (gemiddelde jaarlijkse toename van meer dan 2%), hetgeen een stijgende druk op de broeikasgasemissies betekent.

    · De energieintensiteit is sedert 1990 aanzienlijk afgenomen.

    · Duurzame energie draagt momenteel 6% bij tot de energievoorziening en zal de volgende jaren naar verwachting aanzienlijk groeien.

    · Grondgebruik voor de landbouw neemt af en het bosbouwareaal stijgt gestaag.

    1.2. Broeikasgasseninventaris

    · De totale broeikasgasemissies (BKG-emissies) in de EU-25 (zonder verandering in het landgebruik en bosbouw) zijn van 1990 tot 2003 met meer dan 5% verminderd. In de EU-15 zijn zij in dezelfde periode met bijna 2% gedaald.

    · In de loop van de laatste vijf jaar lagen de emissies in de EU-15 gemiddeld bijna 3% onder het niveau van 1990.

    · Emissies van kooldioxide (CO2) en andere broeikasgassen namen in de EU-15 in 2003 ten opzichte van 2002 met 1,3% toe. Dit was hoofdzakelijk toe te schrijven aan een stijging van het steenkoolgebruik voor elektriciteitsopwekking in 2003.

    1.3. Beleidsmaatregelen

    · In 2005 trad de eerste internationale regeling voor handel in broeikasgassen in de EU in werking.

    · De grote meerderheid van de beleidslijnen en maatregelen die door de Commissie als resultaat van de werkzaamheden in het Europese klimaatveranderingsprogramma (ECCP) I als prioritair voor de EU waren aangegeven, zijn nu ten uitvoer gelegd.

    · Het ECCP blijft het belangrijkste beleidskader om de klimaatverandering aan te pakken en spitst zich in de tweede fase in het bijzonder toe op de vervoerssector (met inbegrip van luchtvaart- en voertuigemissies), het invangen en opslaan van kooldioxide en de rol van de EU in het verminderen van kwetsbaarheid en het bevorderen van aanpassing.

    · De Europese Gemeenschap heeft nieuwe beleidsmaatregelen uitgevaardigd in de meeste sectoren.

    · Banden met de Kyoto-mechanismen moeten ervoor zorgen dat de EU-regeling voor handel in broeikasgassen ook zal bijdragen tot technologieoverdracht naar ontwikkelingslanden.

    · De maatregelen van de Europese Gemeenschap versterken en ondersteunen een hele reeks nationale maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan.

    1.4. Prognoses

    · De emissies van broeikasgassen in de EU-25 zullen in 2010 naar verwachting 5% onder het niveau van 1990 liggen als gevolg van de reeds ten uitvoer gelegde maatregelen.

    · In de EU-15 zullen de emissies van broeikasgassen zonder LULUCF in 2010 1,6% onder de emissies van het referentiejaar liggen als gevolg van de reeds ten uitvoer gelegde maatregelen. Als rekening wordt gehouden met de verminderingen die door de lidstaten worden vooropgezet als gevolg van de toepassing van de Kyoto-mechanismen, dan zullen de verwachte emissies in 2010 4,1 % onder de emissies van het referentiejaar liggen.

    · Alleen al door de tenuitvoerlegging van bestaande en extra voorgestelde maatregelen zullen de BKG-emissies tegen 2010 in de EU-25 naar verwachting tot 9,3% onder het niveau van 1990 en in de EU-15 tot 6,8% onder de emissies van het referentiejaar liggen. De toepassing van de Kyoto-mechanismen zal uiteindelijk de totale emissies voor de EU-15 tegen 2008-2012 in vergelijking met het referentiejaar tot onder -8% brengen, waarmee de collectieve Kyoto-doelstellingen zullen zijn bereikt.00

    Figuur 1: Huidige en verwachte emissies (zonder LULUCF) voor EU-15 en EU-25.

    (...PICT...)

    Opmerkingen: De index op de y-as verwijst naar het referentiejaar. Voor de meeste lidstaten is dit 1990 voor CO2, methaan (CH4) en stikstofoxide (N2O), maar 1995 voor gefluoreerde gassen, met de volgende uitzonderingen: het referentiejaar voor CO2, CH4 en N2O voor Hongarije is het gemiddelde van 1985-1987, voor Slovenië 1986 en voor Polen 1988; het referentiejaar voor gefluoreerde gassen is 1990 voor Frankrijk en Finland. Dit houdt in dat voor de EU-15 en EU-25 de waarde voor 1990 niet exact 100 is. 'Business as usual' verwijst naar de verwachte emissies zonder beleid en zonder maatregelen met betrekking tot klimaatverandering.

    1.5. Kwetsbaarheidsbeoordeling, effecten van klimaatverandering en aanpassingsmaatregelen

    · De voorspelde stijging van de zeespiegel kunnen van invloed zijn op 68 miljoen mensen in de EU.

    · De temperatuur zou stijgen, hetgeen zou leiden tot meer sterfgevallen wegens hitte tijdens de zomer maar minder sterfgevallen door koude in de winter.

    · Noord-Europa zou meer neerslag krijgen, Zuid-Europa dan weer minder, met waarschijnlijk meer droogteperioden.

    · De Europese Commissie is reeds bezig met een aantal aanpassingsactiviteiten, o.m. door het organiseren van vroegtijdige waarschuwingssystemen op communautaire schaal voor overstromingen en bosbranden.

    · Nieuwe werkzaamheden met betrekking tot aanpassing zijn gepland voor de volgende fase van het Europees Programma inzake klimaatverandering.

    1.6. Onderzoek en systematische observatie

    · De begrotingsmiddelen voor het thematische gebied dat betrekking heeft op klimaatverandering in het 6e kaderprogramma belopen 2,12 miljard euro. In het 7e kaderprogramma zal dit nog meer zijn.

    · Internationale samenwerking is een integrerend onderdeel van de prioritaire thematische gebieden.

    · Een brede waaier projecten met betrekking tot klimaatwetenschap, effecten, aanpassing en bestrijding wordt door de Europese Unie gesteund.

    · Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie (DG GCO) heeft zijn onderzoekactiviteiten geconcentreerd rond grote beleidsgebieden, waaronder klimaatverandering.

    · Als lid van de Groep voor aardobservatie (GEO) ijvert de EU voor een ongekend niveau van coördinatie en harmonisatie van de aardobservatiesystemen, gericht op de totstandbrenging van het wereldwijde aardobservatiesysteem van systemen (GEOSS).

    1.7. Financiële middelen en overdracht van technologie

    · De Europese Unie is een zeer belangrijke donor op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

    · Er is een specifieke strategie voorgesteld en momenteel wordt een actieplan ten uitvoer gelegd om partnerlanden bij de ontwikkelingshulp van de EU te helpen bij het oplossen van de problemen die door klimaatverandering worden veroorzaakt.

    · Bij bijna 200 projecten met een totale begroting van 300 miljoen euro is een element van klimaatverandering geïdentificeerd.

    · Onderzoek en wetenschappelijk-technologische samenwerking met ontwikkelingslanden zijn essentiële instrumenten voor de tenuitvoerlegging van de EU-strategie inzake klimaatverandering en ontwikkeling. Alle partnerlanden kunnen aan het communautaire onderzoekprogramma (6e kaderprogramma) deelnemen.

    1.8. Onderwijs, opleiding en publieksvoorlichting

    · De Europese Commissie onderschrijft de beginselen van openbaarheid van bestuur en verstrekt in allerlei vormen een grote hoeveelheid informatie aan het publiek.

    · De internetsite van de Europese Commissie is een uitvoerige bron van informatie over communautaire acties en aandachtsgebieden, met inbegrip van klimaatverandering.

    · De Europese Milieuprijzen die door de Europese Commissie worden uitgereikt, zijn bedoeld als erkenning en promotie van bedrijven die een opmerkelijke bijdrage tot duurzame ontwikkeling leveren.

    · De Groene Week 2005 was volledig gewijd aan klimaatverandering en brengt belanghebbenden uit de milieusector bijeen om 'hardop te denken' over hoe wij ons gedrag kunnen veranderen.

    · De lidstaten van de EU steunen activiteiten die door de V.N. in het kader van artikel 6 van de UNFCCC (Onderwijs, opleiding en publieksvoorlichting) worden uitgevoerd. Tot deze activiteiten behoren sedert 2002 verscheidene regionale workshops en de eerste ontwikkeling door de V.N. van een informatie-clearinhouse op het internet, evenals activiteiten die door afzonderlijke lidstaten op nationaal niveau worden ondernomen.

    [1] Op basis van Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994).

    [2] COM(2005) 35 def. van 9.2.2005 - Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Naar de zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering.

    - http://europa.eu.int/comm/environment/climat/pdf/comm_en_050209.pdf.

    --------------------------------------------------

    Top