EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0310

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 ten aanzien van haring, makreel, horsmakreel en octopus en vaartuigen die illegale visserij bedrijven

/* COM/2005/0310 def. */

52005PC0310

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 ten aanzien van haring, makreel, horsmakreel en octopus en vaartuigen die illegale visserij bedrijven /* COM/2005/0310 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 12.7.2005

COM(2005) 310 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 ten aanzien van haring, makreel, horsmakreel en octopus en vaartuigen die illegale visserij bedrijven

TOELICHTING

Bij Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad[1] zijn voor 2005 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld.

1. De Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) heeft in september 2004 een aanbeveling goedgekeurd om de vangstmogelijkheden voor haring voor 2004 in Management Unit 3 met 10 000 ton te verhogen, waardoor die voor Finland met 8 199 ton zouden worden uitgebreid. De Commissie heeft bij de Raad een voorstel ingediend (COM(2004)797) om deze aanbeveling ten uitvoer te leggen in het kader van Verordening (EG) nr. 2287/2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften[2]. Door tijdgebrek bij de Raad is de aanbeveling niet in Gemeenschapswetgeving omgezet. Bijgevolg heeft Finland zijn quotum voor 2004 met 7 856 ton overschreden doordat het aandeel van dit land in de extra 10 000 ton niet is toegewezen. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota[3] heeft de Commissie op grond van deze overbevissing de vangstquota van Finland voor 2005 wat haring betreft met 7 856 ton verlaagd bij Verordening (EG) nr. … van … houdende aanpassing van sommige vangstquota voor 2005 op grond van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota[4]. De Finse quota voor haring in deelsectoren 30-31 moeten derhalve met 7 856 ton worden verhoogd aangezien de verlaging het gevolg was van het feit dat de aanbeveling van de IBSFC niet in Gemeenschapwetgeving is omgezet. Deze wijziging zal niet leiden tot een verhoging van de in 2005 door Finland gevangen hoeveelheid haring.

2. De voor makreel en horsmakreel vastgestelde TAC voor ICES-sector Vb omvatte geen vangstmogelijkheden in internationale wateren. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat vangsten in de communautaire wateren verkeerdelijk worden aangegeven als vangsten in internationale wateren. Om foutieve aangiften te voorkomen moet het beheersgebied worden uitgebreid met de internationale wateren van ICES-sector Vb.

3. Tijdens de Visserijraad van december 2004 is de Commissie bij een verklaring van Commissie en Raad uitgenodigd om begin 2005 een voorstel te doen voor een regeling waardoor pelagische vis na vervoer van de haven van aanlanding kan worden gewogen. Na herhaaldelijk overleg met de betrokken lidstaten is een dergelijk voorstel opgesteld.

4. Het minimumgewicht voor octopus of gewone achtarm ( Octopus vulgaris ) is bij Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen[5] vastgesteld op 750 gram.

Deze minimummaat is uitsluitend van toepassing op de vangst, aanvoer en verkoop van octopus in de maritieme wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten en in een van de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad vermelde gebieden.

Ter bevordering van de instandhouding van dit bestand en met name om de jonge exemplaren te beschermen moet ook een minimummaat worden vastgesteld voor octopus afkomstig uit de maritieme wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen in het CECAF-gebied.

De minimummaat moet 450 gram (levend gewicht) of 400 gram (schoongemaakt) bedragen. Ondermaatse octopus uit dit gebied mag niet aan boord worden gehouden of worden overgeladen, aangevoerd, vervoerd, opgeslagen, verkocht, uitgestald of te koop aangeboden.

5. In mei 2005 heeft de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) bij stemming per brief een aanbeveling goedgekeurd om verscheidene vaartuigen op te nemen in de lijst van vaartuigen waarvan is aangetoond dat zij illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst hebben bedreven. Over de maatregelen die ten aanzien van dergelijke vaartuigen moeten worden getroffen is in februari 2004 een aanbeveling goedgekeurd. Deze aanbevelingen moeten worden omgezet in communautaire wetgeving.

De Raad wordt verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren om de vissers in staat te stellen hun activiteiten voor het visseizoen te plannen.

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 ten aanzien van haring, makreel, horsmakreel en octopus en vaartuigen die illegale visserij bedrijven

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid[6], en met name op artikel 20,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad[7] zijn voor 2005 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld.

(2) De Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) heeft in september 2004 een aanbeveling goedgekeurd om de vangstmogelijkheden voor haring voor 2004 in Management Unit 3 met 10 000 ton te verhogen, waardoor die voor Finland met 8 199 ton zouden worden uitgebreid. Deze aanbeveling is niet omgezet in Gemeenschapswetgeving. Aangezien hierdoor de extra vangstmogelijkheden niet zijn toegewezen, heeft Finland zijn quotum voor 2004 met 7 856 ton overschreden. Bij Verordening (EG) nr. 776/2005 van de Commissie van 19 mei 2005 houdende aanpassing van sommige vangstquota voor 2005 op grond van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota [8] is het Finse quotum voor haring voor 2005 met 7 856 ton verlaagd. De Finse quota voor haring in deelsectoren 30-31 moeten derhalve met 7 856 ton worden verhoogd aangezien de verlaging het gevolg was van het feit dat de aanbeveling van de IBSFC niet in Gemeenschapwetgeving is omgezet. Deze wijziging zal niet leiden tot een verhoging van de in 2005 door Finland gevangen hoeveelheid haring.

(3) De totaal toegestane vangst (total allowable catch, TAC) die is vastgesteld voor makreel in beheersgebied IIa (niet-EG-wateren), Vb (EG-wateren), VI, VII, VIIIa,b,d,e, XII, XIV moet zowel de Gemeenschapswateren als de internationale wateren van sector Vb omvatten om foutieve aangiften te voorkomen. Het beheersgebied moet derhalve worden gewijzigd.

(4) De TAC die is vastgesteld voor horsmakreel in beheersgebied Vb (EG-wateren), VI, VII, VIIIa,b,d,e, XII, XIV moet zowel de Gemeenschapswateren als de internationale wateren van sector Vb omvatten om foutieve aangiften te voorkomen. Het beheersgebied moet derhalve worden gewijzigd.

(5) Om mogelijk te maken dat hoeveelheden haring, makreel en horsmakreel na transport van de haven van aanlanding worden gewogen, moeten in 2005 aanvullende maatregelen ten uitvoer worden gelegd.

(6) Ter bevordering van de instandhouding van octopus en met name om de jonge exemplaren te beschermen moet in 2005 een minimummaat worden vastgesteld voor octopus afkomstig uit de maritieme wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen in het CECAF-gebied, in afwachting van de goedkeuring van een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen[9].

(7) In mei 2005 heeft de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) een aanbeveling goedgekeurd om verscheidene vaartuigen op te nemen in de lijst van vaartuigen waarvan is aangetoond dat zij illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst hebben bedreven. Over de maatregelen die ten aanzien van dergelijke vaartuigen moeten worden getroffen is in februari 2004 een aanbeveling goedgekeurd. Deze aanbevelingen moeten worden omgezet in communautaire wetgeving.

(8) Om het inkomen van de vissers in de Gemeenschap veilig te stellen, is het belangrijk dat de visserij zo spoedig mogelijk worden opengesteld. Gezien de urgentie van deze kwestie moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van zes weken, als vermeld in punt I.3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie.

(9) Verordening (EG) nr. 27/2005 dient derhalve te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen IA, IB en III bij Verordening (EG) nr. 27/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 27/2005 worden als volgt gewijzigd:

1) Bijlage IA

De tabel betreffende haring in deelsectoren 30-31 wordt vervangen door:

“Soort: | Haring | Zone: | Deelsectoren 30-31 |

Clupea harengus | HER/3D30.; HER/3D31. |

Finland | 60 327 |

Zweden | 11 529 |

EG | 71 856 |

TAC | 71 856 | Voorzorgs-TAC waarop de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 niet van toepassing zijn. ’ |

2) Bijlage IB

a) De tabel betreffende makreel in zone IIa (niet-EG-wateren), Vb (EG-wateren), VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII, XIV wordt vervangen door:

“Soort: | Makreel | Zone: | IIa (niet-EG-wateren), Vb (EG-wateren en internationale wateren), VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII, XIV |

Scomber scombrus | MAC/2CX14- |

Duitsland | 13 845 |

Spanje | 20 |

Estland | 115 |

Frankrijk | 9 231 |

Ierland | 46 149 |

Letland | 85 |

Litouwen | 85 |

Nederland. | 20 190 |

Polen | 844 |

Verenigd Koninkrijk | 126 913 |

EG | 217 477 |

Noorwegen | 8 500 | (1) |

Faeröer | 3 322 | (2) |

TAC | 420 000 | (3) | Voorzorgs-TAC waarop de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 niet van toepassing zijn. |

__________ |

(1) Mag alleen worden gevist in IIa, VIa (benoorden 56°30’ NB), IVa, VIId, e, f, h. (2) Waarvan 1 002 ton mag worden gevist in ICES-sector IVa benoorden 59°NB (EG-zone) van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december. Een hoeveelheid van 2 763 ton van het eigen quotum van de Faeröer mag worden gevist in ICES-sector VIa (benoorden 56°30'NB) gedurende het gehele jaar en/of in ICES-sectoren VIIe, f, h, en/of ICES-sector IVa. (3) TAC overeengekomen door de Gemeenschap, Noorwegen en de Faeröer voor het noordelijk gebied. |

Bijzondere voorwaarden: |

In de betrokken zones mogen, binnen de limieten van bovenstaande quota, niet meer dan de opgegeven hoeveelheden worden gevangen, en uitsluitend van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december. |

IVa (EG- wateren) MAC/*04A-C |

Duitsland | 4 175 |

Spanje | 0 |

Frankrijk | 2 784 |

Ierland | 13 918 |

Nederland. | 6 089 |

Verenigd Koninkrijk | 38 274 |

EG | 65 240 |

Noorwegen | 8 500 |

Faeröer | 1 002 | (1) |

(1) Benoorden 59° NB (EG-zone) van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december.’ |

b) De tabel betreffende horsmakreel in zone Vb (EG-wateren), VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII, XIV wordt vervangen door:

“Soort: | Horsmakreel | Zone: | Vb (EG-wateren en internationale wateren), VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII, XIV |

Trachurus spp. | JAX/578/14 |

Denemarken | 12 088 |

Duitsland | 9 662 |

Spanje | 13 195 |

Frankrijk | 6 384 |

Ierland | 31 454 |

Nederland. | 46 096 |

Portugal | 1 277 |

Verenigd Koninkrijk | 13 067 |

EG | 133 223 |

Faeröer | 4 955 | (1)(2) |

TAC | 137 000 | Analytische TAC waarop de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing zijn. |

__________ |

(1) Mag enkel worden gevangen in ICES-gebieden IV, VIa (benoorden 56°30' NB) en VIIe, f, h.. (2) Binnen een totaal quotum van 6 500 ton voor ICES-gebieden IV, VIa (benoorden 56°30'NB) en VIIe, f, h.’ |

3) Bijlage III

a) Punt 9 wordt vervangen door:

‘9. Aanvoer- en weegprocedures voor haring, makreel en horsmakreel

9.1. Werkingssfeer

9.1.1. De volgende procedures zijn van toepassing op aanvoer in de Europese Gemeenschap door vaartuigen uit de Gemeenschap en uit derde landen van hoeveelheden die per aanvoer meer dan 10 ton haring, makreel, horsmakreel of een combinatie daarvan bedragen, gevangen in:

a) voor haring, ICES-deelgebieden I, II en sectoren IIIa en Vb,

b) voor makreel en horsmakreel in ICES-deelgebieden III, IV, VI en VII en sector IIa.

9.2 Aangewezen havens

9.2.1 In punt 9.1 bedoelde aanvoer is alleen toegestaan in daartoe aangewezen havens.

9.2.2 Elke betrokken lidstaat stuurt de Commissie alle wijzigingen toe in de in 2004 meegedeelde lijst van aangewezen havens waarin haring, makreel en horsmakreel mag worden aangevoerd, evenals wijzigingen in de inspectie- en controleprocedures voor die havens, inclusief de regels en voorwaarden voor het registreren en aangeven van de hoeveelheden voor elk van de in punt 9.1.1 bedoelde bestanden en soorten per aanvoer. Deze wijzigingen dienen ten minste 15 dagen voor de inwerkingtreding ervan te worden meegedeeld. De Commissie zendt deze informatie en de door derde landen aangewezen havens toe aan alle betrokken lidstaten.

9.3. Binnenlopen van de haven

9.3.1. De kapitein van een in punt 9.1.1 bedoeld vaartuig of zijn gemachtigde stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de aanvoer zal plaatsvinden ten minste 4 uur vóór het binnenlopen van de aanvoerhaven van de betrokken lidstaat in kennis van:

a) de haven die hij wil aandoen alsmede de naam en het registratienummer van het vaartuig;

b) het verwachte tijdstip van aankomst in die haven;

c) de hoeveelheid in kilogram in levend gewicht per aan boord aanwezige soort;

d) het in bijlage I van deze verordening vermelde beheersgebied waar de vangst is gedaan.

9.4. Lossen

9.4.1. De bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat verlangen dat het lossen niet begint voordat daartoe toestemming is gegeven.

9.5 Logboek

9.5.1. In afwijking van het bepaalde in punt 4.2 van bijlage IV van Verordening (EEG) nr. 2807/83 legt de kapitein van een vissersvaartuig onmiddellijk na aankomst in de haven de door de bevoegde autoriteit van de aanvoerhaven gevraagde bladzijde(n) uit het logboek over.

De aan boord aanwezige hoeveelheden die overeenkomstig punt 9.3.1, onder c), vóór de aanvoer zijn opgegeven dienen gelijk te zijn aan de in het logboek vermelde hoeveelheden nadat dit is ingevuld.

In afwijking van het bepaalde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 geldt voor de in het logboek vermelde ramingen van de hoeveelheden van aan boord aanwezige vis (in kilogram) een tolerantiemarge van 8%.

9.6 Wegen van verse vis

9.6.1 Kopers van verse vis zien erop toe dat alle ontvangen hoeveelheden worden gewogen op door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde systemen. Dit wegen gebeurt voordat de vis gesorteerd, verwerkt, opgeslagen, uit de haven van aanlanding vervoerd of doorverkocht wordt. Het resultaat van de weging moet worden gebruikt voor het invullen van de aanvoeraangifte en verkoopdocumenten.

9.6.2. Bij de gewichtsbepaling mag de aftrek voor water niet meer bedragen dan 2%.

9.7. Wegen van verse vis na vervoer

9.7.1 In afwijking van punt 9.6.1 kan lidstaten worden toegestaan verse vis te wegen na vervoer van de aanvoerhaven mits de vis wordt vervoerd naar een bestemming op het grondgebied van de lidstaat die niet meer dan 60 km verwijderd is van de haven van aanvoer en:

a) de container waarin de vis wordt vervoerd, van de aanvoerhaven naar de plaats van weging wordt begeleid door een inspecteur, of

b) de bevoegde autoriteiten toestemming geven om de vis van de aanvoerhaven te vervoeren onder de volgende voorwaarden:

i) onmiddellijk voordat de container de aanvoerhaven verlaat, verstrekt de koper of zijn gemachtigde de bevoegde autoriteiten een schriftelijke verklaring met de soort vis, de naam van het vaartuig waaruit de vis is gelost, het unieke identificatienummer van de container en bijzonderheden over de bestemming waar de vis wordt gewogen, evenals het verwachte tijdstip van aankomst van de container op de plaats van bestemming;

ii) een kopie van de onder i) bedoelde ervaring wordt door de chauffeur tijdens het transport bewaard en op de plaats van bestemming aan de ontvanger van de vis overhandigd.

9.8. Factuur

9.8.1 Naast de verplichtingen vermeld in artikel 9, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 2847/93 dient de verwerker of koper van de aangevoerde hoeveelheden [verse vis] bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat een kopie van de rekening of een document ter vervanging daarvan, als bedoeld in artikel 22, lid 3, van de zesde richtlijn van de Raad 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag[10] over te leggen.

9.8.2. Op dergelijke rekeningen en vervangende documenten moeten steeds alle op grond van artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2847/93 vereiste gegevens worden vermeld, evenals de naam en het registratienummer van het vaartuig waarvan de vis is gelost. Deze rekening of dit document moet op verzoek of binnen 12 uur na voltooiing van de weging worden ingediend.

9.9 Wegen van bevroren vis

9.9.1. Alle kopers of houders van bevroren vis zien erop toe dat de aangevoerde hoeveelheden worden gewogen voordat de vis gesorteerd, verwerkt, opgeslagen, uit de haven van aanlanding vervoerd of doorverkocht wordt. Eventueel tarragewicht dat overeenstemt met het gewicht van de dozen, plastic of andere kratten waarin de af te wegen vis is verpakt, mag worden afgetrokken van het gewicht van alle aangelande hoeveelheden.

9.9.2. Bij wijze van alternatief mag het gewicht van in dozen verpakte bevroren vis worden bepaald door vermenigvuldiging van het gemiddelde gewicht van een representatief monster gebaseerd op de weging van de uit de doos verwijderde inhoud zonder plastic verpakking, al dan niet na het ontdooien van eventueel ijs dat nog op de vis aanwezig is. De lidstaten leggen iedere wijziging in de door de Commissie in 2004 goedgekeurde bemonsteringsmethode ter goedkeuring aan haar voor. Deze wijzigingen worden door de Commissie goedgekeurd. Het resultaat van de weging moet worden gebruikt voor het invullen van de aanvoeraangifte en verkoopdocumenten.

9.10 Weegvoorzieningen

9.10.1. Indien openbare weeginstallaties worden gebruikt, verstrekt de partij die de vis weegt, de koper een weegbrief met vermelding van de datum en het tijdstip van de weging en het identificatienummer van de container. Een kopie van de weegbrief wordt gevoegd bij de rekening die overeenkomstig punt 9.8 bij de bevoegde autoriteiten wordt ingediend.

9.10.2. Indien particuliere weeginstallaties worden gebruikt, moet het systeem door de bevoegde autoriteiten worden goedgekeurd, geijkt en verzegeld, en moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

a) de partij die de vis weegt houdt een gepagineerd weeglogboek bij, waarin het volgende wordt vermeld:

i) naam en registratienummer van het vaartuig waarvan de vis is gelost;

ii) het identificatienummer van de containers indien de vis vóór de weging van de haven van aanvoer is vervoerd;

iii) de soort vis;

iv) het gewicht van iedere aanvoer;

v) de datum en het tijdstip van aanvang en einde van de weging;

b) indien de weging wordt uitgevoerd op een transportband dient een zichtbaar systeem te worden aangebracht waarop het cumulatieve gewicht van de aanvoer wordt geregistreerd. Dit cumulatieve totale gewicht dient in het onder a) bedoelde gepagineerde logboek te worden vermeld;

c) het weeglogboek en de kopieën van de in punt 9.7.1, onder b), punt ii), bedoelde schriftelijke verklaringen dienen drie jaar te worden bewaard.

9.11 Toegang door de bevoegde autoriteiten

De bevoegde autoriteiten hebben te allen tijde vrijelijk toegang tot het weegsysteem, de weeglogboeken, schriftelijke verklaringen en alle gebouwen waar vis wordt verwerkt en bewaard.

9.12 Kruiscontroles

9.12.1. De bevoegde autoriteiten voeren bij iedere aanvoer administratieve kruiscontroles uit ter vergelijking van:

a) de hoeveelheden per soort die zijn vermeld in de voorafgaande verklaring van aanvoer als bedoeld in punt 9.3.1 met de hoeveelheden die zijn vermeld in het logboek van het vaartuig;

b) de hoeveelheden per soort die zijn vermeld in het logboek van het vaartuig met de aanvoeraangifte of de rekening of een vervangend document als bedoeld in punt 9.8;

c) de hoeveelheden per soort die zijn vermeld in de aanvoeraangifte met de rekening of een vervangend document als bedoeld in punt 9.8.

9.13 Volledige inspectie

9.13.1 De bevoegde autoriteiten van een lidstaat zien erop toe dat ten minste 15% van de aangevoerde hoeveelheden vis en ten minste 10% van het aantal aanlandingen volledig worden geïnspecteerd, wat ten minste het volgende moet omvatten:

a) controle van de weging van de vangsten van het vaartuig per soort. Indien een voor inspectie geselecteerd vaartuig zijn vangst aan wal pompt, wordt de volledige lossing van het vaartuig gecontroleerd. Bij diepvriestrawlers worden alle kisten geteld. Een representatieve steekproef van de kisten/pallets wordt gewogen voor de berekening van het gemiddelde gewicht van de kisten/pallets. De kisten worden bemonsterd volgens een erkende methode om het gemiddelde nettogewicht van de vis (d.w.z. zonder verpakking, ijs enz.) te bepalen;

b) naast de in punt 9.12 bedoelde kruiscontroles vindt een vergelijking plaats van:

i) de per soort in het logboek geregistreerde hoeveelheden met de per soort op de rekening of een vergelijkbaar document als bedoeld in punt 9.8 geregistreerde hoeveelheden;

ii) de door de bevoegde autoriteiten op grond van punt 9.7.1, onder b), punt i), ontvangen verklaringen met de schriftelijke verklaringen in het bezit van de ontvanger van de vis als bedoeld in punt 9.7.1, onder b), punt ii);

iii) de identificatienummers van de containers als vermeld in de schriftelijke verklaringen bedoeld in punt 9.7.1, onder b), punt i), met de weeglogboeken;

c) indien het lossen wordt onderbroken, kan dit pas worden hervat nadat hiervoor toestemming is verleend;

d) zodra het lossen is beëindigd, moet worden gecontroleerd of het vaartuig volledig leeg is.

9.13.2. Van alle in punt 9 genoemde inspectie-activiteiten moet verslag worden opgemaakt. Deze documenten moeten gedurende drie jaar worden bewaard.

b) Het volgende deel I wordt toegevoegd:

“DEEL I

CECAF

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2 en 17 en in bijlage XII van Verordening (EG) nr. 850/98 bedragen de minimummaten voor octopus (Octopus vulgaris) gevangen in de maritieme wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen in het CECAF-gebied 450 gram (levend gewicht) en 400 gram (schoongemaakt).

c) Het volgende deel J wordt toegevoegd:

"DEEL J

Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan Vaartuigen die illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visserij bedrijven

Vaartuigen die door de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) zijn geplaatst op een lijst van vaartuigen waarvan is aangetoond dat zij illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst hebben bedreven (IUU-vaartuigen), staan vermeld in aanhangsel 5. Op deze vaartuigen zijn de volgende maatregelen van toepassing:

a) IUU-vaartuigen die een haven aandoen krijgen geen toestemming om te lossen of over te laden en worden door de bevoegde autoriteiten geïnspecteerd. Deze inspectie heeft betrekking op de documenten van het vaartuig, de logboeken, het vistuig, de vangsten aan boord evenals alle andere zaken in verband met de visserijactiviteiten van het vaartuig in het gereglementeerde gebied van de NEAFC. Informatie over de resultaten van de inspectie wordt onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld;

b) vissersvaartuigen, ondersteuningsvaartuigen, bunkerschepen, moederschepen, en vrachtvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen op geen enkele wijze bijstand verlenen aan IUU-vaartuigen of deelnemen aan overladingen van of gezamenlijke visserijactiviteiten met vaartuigen van de lijst;

c) in de haven mag aan IUU-vaartuigen geen goederen of brandstof worden geleverd, en er mogen geen diensten worden verleend;

d) het is IUU-vaartuigen niet toegestaan te vissen in Gemeenschapswateren en zij mogen niet gecharterd worden;

e) de invoer van vis afkomstig van IUU-vaartuigen is verboden;

f) lidstaten staan IUU-vaartuigen niet toe om hun vlag te voeren en moedigen importeurs, vervoerders en andere sectoren aan om geen vis te verhandelen met of over te laden van dergelijke vaartuigen.

De Commissie brengt de lijst met die van de NEAFC in overeenstemming zodra de NEAFC een nieuwe lijst vaststelt. ’

d) Er wordt een nieuw aanhangsel 5 toegevoegd:

“ Aanhangsel 5 van bijlage III

Lijst van vaartuigen waarvan is aangetoond dat zij illegale, niet-aangegeven of niet-gereglementeerde visvangst hebben bedreven

Naam van het vaartuig | Vlaggenstaat |

FONTENOVA | Panama |

IANNIS | Panama |

LANNIS I | Panama |

LISA | Gemenebest Dominica |

KERGUELEN | Togo |

OKHOTINO | Gemenebest Dominica |

OLCHAN | Gemenebest Dominica |

OSTROE | Gemenebest Dominica |

OSTROVETS | Gemenebest Dominica |

OYRA | Gemenebest Dominica |

OZHERELYE | Gemenebest Dominica |

[1] PB L 12 van 14.1.2005, blz. 1.

[2] PB L 344 van 31.1.2003, blz. 1.

[3] PB L 115 van 9.6.1996, blz. 3.

[4] PB

[5] PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 602/2004 van 22 maart 2004 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 1).

[6] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

[7] PB L 12 van 14.1.2005, blz. 1.

[8] PB L 130 van 24.5.2005, blz. 7.

[9] PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1.

[10] PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.

Top