Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005PC0253

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

    /* COM/2005/0253 def. - COD 2005/0111 */

    52005PC0253

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen /* COM/2005/0253 def. - COD 2005/0111 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 14.6.2005

    COM(2005) 253 definitief

    2005/0111 (COD)

    Voorstel voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | Motivering en doel van het voorstel Doel van dit voorstel is de termijn voor de omzetting door de lidstaten van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten (Markets in Financial Instruments Directive – MiFID) te verlengen en een latere uiterste datum vast te stellen waarop de gereglementeerde ondernemingen aan deze richtlijn moeten voldoen. Dit is nodig omdat de sector en de lidstaten hebben medegedeeld dat de gereglementeerde entiteiten bijzonder veel moeite zullen hebben om de huidige uiterste datum voor de toepassing van de richtlijn (30 april 2006) te halen. 1. De vaststelling van uitvoeringsmaatregelen leidt in de praktijk tot een kortere omzettingstermijn De omzettingstermijn waarover in de Raad en door het Europees Parlement overeenstemming was bereikt, was de standaardtermijn van 24 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn. Een groot deel van deze periode zal evenwel in beslag worden genomen door de uitwerking van de nodige uitvoeringsmaatregelen voor de 17 bepalingen van de richtlijn die niet effectief kunnen worden toegepast zonder dat dergelijke maatregelen zijn vastgesteld. Volgens de huidige planning zou het volledige pakket uitvoeringsmaatregelen begin 2006 door de Commissie worden goedgekeurd. De aanneming van deze maatregelen kan niet worden versneld omdat zij zo complex zijn, omdat een brede raadpleging moet plaatsvinden en een consensus tot stand moet worden gebracht, alsook omdat het proces moet verlopen volgens de comitéprocedure van Besluit 1999/468/EG. Er kan niet worden overgegaan tot de omzetting van de door uitvoeringsmaatregelen aan te vullen bepalingen van de richtlijn voordat de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen definitief zijn vastgesteld. Dit uitstel heeft op zijn beurt nadelige gevolgen voor de tijdige omzetting van andere bepalingen van de richtlijn welke samenhangen met de bepalingen waarvoor uitvoeringsmaatregelen zijn vereist. Dit alles heeft tot gevolg dat de lidstaten geen tijd genoeg meer zullen hebben om de gehele richtlijn volledig in nationaal recht om te zetten in de periode tussen het verwachte tijdstip van de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen (begin 2006) en de thans geldende uiterste omzettingsdatum (april 2006). Om ervoor te zorgen dat alle lidstaten de MiFID vanaf de uiterste omzettingsdatum op effectieve en eenvormige wijze toepassen, verdient het derhalve aanbeveling de omzettingstermijn te verlengen. 2. Concrete gevolgen voor de betrokken ondernemingen Tal van partijen uit alle geledingen van de sector hebben de diensten van de Commissie erop gewezen dat het huidige tijdschema voor de toepassing van de MiFID onmogelijke termijnen oplegt aan de entiteiten die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Zij voeren aan dat de inachtneming van de MiFID ingrijpende en tijdrovende aanpassingen kan vereisen van hun technologie-infrastructuur en van hun IT-programma’s, alsook van hun systemen voor het bijhouden en rapporteren van gegevens. Bovendien kunnen de betrokken ondernemingen zich verplicht zien aanpassingen aan te brengen in hun interne gedragslijnen en richtsnoeren voor relaties met cliënten, de afscheiding van activa en het beheer van belangenconflicten. De marktdeelnemers beweren bovendien dat zij geen definitieve beslissingen ten aanzien van de te zetten operationele stappen kunnen nemen voordat de uitvoeringsmaatregelen definitief zijn vastgesteld. In Richtlijn 2004/39/EG worden immers alleen algemene beginselen met betrekking tot de bovenbedoelde vereisten neergelegd; de precieze technische bijzonderheden zullen worden vastgelegd in de uitvoeringswetgeving, die pas aan het einde van het jaar beschikbaar zal zijn. |

    120 | Algemene context Technische wijziging van Richtlijn 2004/39/EG. |

    139 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Richtlijn 2004/39/EG |

    141 | Samenhang met andere beleidsonderdelen en doelstellingen van de EU Richtlijn 2004/39/EG |

    RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    Raadpleging van belanghebbende partijen |

    219 | Met betrekking tot dit voorstel is weliswaar geen specifieke raadpleging gehouden, maar de indiening ervan is om de volgende redenen gerechtvaardigd: - de Commissie heeft talrijke bijdragen uit de sector ontvangen waarin uitvoerig wordt aangetoond dat uitstel van de uiterste datum voor de toepassing van de richtlijn van essentieel belang is om de marktdeelnemers genoeg tijd te gunnen om hun systemen en procedures aan te passen teneinde aan de MiFID te voldoen; - uit besprekingen met de lidstaten in het kader van het Europees comité voor het effectenbedrijf is gebleken dat de lidstaten na raadpleging van hun markten en na evaluatie van de vereiste omzettingswerkzaamheden bijna unaniem voorstander zijn van het voorgestelde uitstel van de uiterste omzettings- en toepassingsdatum; - uit de in het kader van een algemene raadpleging over de wetgevingsprocedures voor de effectenmarkten ontvangen reacties kan worden opgemaakt dat er in deze sector zeer brede steun bestaat voor een verlenging van omzettingstermijnen in het algemeen; een aantal respondenten bestempelde de MiFID als een treffend voorbeeld van een richtlijn die dermate complex is dat een verlenging van de omzettingstermijn gerechtvaardigd is; - ook in het derde verslag van de Interinstitutionele Controlegroep van 17 november over de controle van het Lamfalussy-proces werd bevestigd dat de termijnen dienen te worden verlengd. |

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    229 | Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

    230 | Effectbeoordeling Zie Richtlijn 2004/39/EG |

    JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Dit voorstel heeft ten doel de moeilijkheden te verhelpen waarmee de lidstaten en de sector zullen worden geconfronteerd bij de omzetting en toepassing van de richtlijn. Te dien einde wordt voorgesteld: - de termijn waarbinnen de lidstaten de MiFID in nationaal recht moeten omzetten met 6 maanden te verlengen, namelijk tot oktober 2006; - na de omzetting in nationaal recht een extra termijn van 6 maanden, namelijk tot april 2007, toe te staan voordat de MiFID effectief moet worden toegepast, teneinde de betrokken ondernemingen genoeg tijd te gunnen om hun systemen en interne procedures aan te passen zodat zij aan de vereisten van de richtlijn voldoen. Gezien de nauwe wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van de MiFID is dit voorstel van toepassing op de gehele richtlijn (en niet alleen op de bepalingen die met uitvoeringsmaatregelen zullen worden aangevuld). 1. Technische wijzigingen Alle wijzigingen op Richtlijn 2004/39/EG zijn samengebracht in een enkel artikel (artikel 1). Het betreft: 1) de vervanging van de uiterste datum voor de omzetting van de richtlijn door de lidstaten door een nieuwe datum, namelijk 30.10.2006; 2) de verlenging met 6 maanden tot 30.4.2007 van de uiterste termijn voor de toepassing van de nieuwe nationale wetten tot uitvoering van de MiFID; 3) een aantal andere noodzakelijke wijzigingen die uit de eerste twee voortvloeien: a. teneinde het ontstaan van een juridisch vacuüm te vermijden, dient de datum van intrekking van Richtlijn 93/22/EG (Richtlijn Beleggingsdiensten), die wordt vervangen door de MiFID, met 6 maanden te worden verschoven zodat hij samenvalt met de latere uiterste datum voor de omzetting van de MiFID. Om dezelfde reden wordt tevens voorgesteld de lidstaten ertoe te verplichten hun huidige nationale regelgeving tot uitvoering van Richtlijn 93/22/EG nog gedurende 6 maanden na de intrekking van deze richtlijn te handhaven; b. de datum van inwerkingtreding van de in artikel 71 vervatte overgangsbepalingen. Deze bepalingen moeten van kracht worden op het tijdstip waarop de MiFID in de lidstaten volledig van toepassing wordt; c. de diverse data waarop de Commissie telkens een verslag moet indienen over aangelegenheden die met de MiFID en de werking ervan verband houden. Het tijdschema voor de indiening van de verslagen was zodanig vastgesteld dat de Commissie in staat was na te gaan hoe de MiFID in de praktijk wordt toegepast. Het is bijgevolg niet meer dan logisch dat ook deze data met 12 maanden worden uitgesteld. Deze wijzigingen zijn van louter technische aard. Zij zijn noodzakelijk om de consistentie van het tijdschema voor de verschillende fasen van de inwerkingtreding en evaluatie van de richtlijn te handhaven. 2. Omzetting - inwerkingtreding Omwille van de coherentie is de uiterste datum voor de omzetting van dit richtlijnvoorstel gelijkgetrokken met de voorgestelde latere uiterste datum (namelijk 30 oktober 2006) voor de omzetting van Richtlijn 2004/39/EG (artikel 2). De nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van het vorige, door Richtlijn 93/22/EG tot stand gebrachte rechtskader mag evenwel van kracht blijven totdat de MiFID volledig door de lidstaten wordt toegepast (d.w.z. 30 april 2007). De voorgestelde richtlijn zou na de aanneming ervan door de Raad en het Europees Parlement in werking treden op de dag volgende op die van haar bekendmaking. Het betreft hier een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van een basisrichtlijn die voorziet in een harmonisatie van vergunningsvoorwaarden teneinde effectieve vrijheid van vestiging en vrijheid van dienstverrichting te waarborgen ("coördinatierichtlijn"). Het voorstel heeft louter betrekking op een aantal technische wijzigingen die uitsluitend bestaan in de verlenging van de diverse termijnen die in de basisrichtlijn zijn vastgelegd; het voorstel brengt geen verdere wijzigingen van betekenis in de basisrichtlijn aan. |

    310 | Rechtsgrondslag Artikel 47, lid 2, van het EG-Verdrag |

    320 | Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voorzover het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: |

    321 | zie Richtlijn 2004/39/EG |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt: |

    324 | zie Richtlijn 2004/39/EG |

    Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

    Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |

    331 | De voorgestelde termijnverlengingen zijn evenwichtig en evenredig. Zij bieden de lidstaten en de gereglementeerde entiteiten de extra tijd die zij nodig hebben om naar behoren aan de vereisten van de richtlijn te voldoen, maar gaan niet verder dan hetgeen daartoe noodzakelijk is. |

    Keuze van het instrument |

    341 | Voorgesteld instrument: richtlijn. |

    342 | Een andere vorm zou niet geschikt zijn om de volgende redenen: Het betreft een wijzigingsrichtlijn die technische aanpassingen aanbrengt in Richtlijn 2004/39/EG: een richtlijn kan alleen worden gewijzigd bij een andere richtlijn. |

    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de Gemeenschapsbegroting. |

    AANVULLENDE INFORMATIE |

    550 | De lidstaten dienen de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn mede te delen. In deze richtlijn is geen verplichting opgenomen om een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en de richtlijn te verstrekken omdat de basisrichtlijn evenmin in een dergelijke verplichting voorziet. |

    E-7052 |

    1. 2005/0111 (COD)

    Voorstel voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot bepaalde termijnen

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie[1],

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad[2] voert een allesomvattend regelgevingskader in om te garanderen dat de uitvoering van transacties van beleggers aan de hoogste normen beantwoordt.

    (2) Richtlijn 2004/39/EG bepaalt dat de lidstaten uiterlijk op 30 april 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen moeten vaststellen om aan deze richtlijn te voldoen. Om een uniforme toepassing in de lidstaten te garanderen, moet een groot aantal complexe bepalingen van de desbetreffende richtlijn worden aangevuld met uitvoeringsmaatregelen die door de Commissie dienen te worden vastgesteld tijdens de periode waarbinnen de lidstaten de richtlijn in nationaal recht moeten omzetten. Aangezien de lidstaten hun nationale wetten pas volledig kunnen opstellen en in definitieve vorm kunnen gieten wanneer duidelijkheid bestaat over de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen, kunnen zij moeite hebben om de huidige omzettingstermijn in acht te nemen.

    (3) Beleggingsondernemingen en andere gereglementeerde entiteiten kunnen zich verplicht zien nieuwe informatietechnologiesystemen, nieuwe organisatiestructuren en nieuwe procedures voor het rapporteren en het bijhouden van gegevens in te voeren, dan wel bestaande systemen en werkwijzen ingrijpend te wijzigen teneinde aan de vereisten van Richtlijn 2004/39/EG en van de nationale uitvoeringswetgeving te voldoen. Dit is alleen mogelijk wanneer de inhoud van zowel de door de Commissie vast te stellen uitvoeringsmaatregelen als de nationale wetgeving tot omzetting van de richtlijn definitief vaststaan.

    (4) Opdat Richtlijn 2004/39/EG ten volle effect sorteert, is het tevens noodzakelijk dat de richtlijn en de uitvoeringsmaatregelen daarvan gelijktijdig in nationaal recht worden omgezet of rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten.

    (5) Het is bijgevolg aangewezen de termijn waarbinnen de lidstaten Richtlijn 2004/39/EG in nationaal recht moeten omzetten te verlengen. Ook de termijn waarbinnen beleggingsondernemingen en banken aan de nieuwe vereisten moeten voldoen, dient te worden verlengd tot na de volledige omzetting van de richtlijn in nationaal recht door de lidstaten.

    (6) Gezien de wisselwerking tussen de diverse bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG verdient het aanbeveling dat elke eventuele termijnverlenging geldt voor alle bepalingen van deze richtlijn. Elk eventueel uitstel van de omzettings- en de toepassingsdatum moet in verhouding staan tot en mag niet verder gaan dan de behoeften van de lidstaten en de gereglementeerde entiteiten. Om elke vorm van fragmentatie te vermijden die de goede werking van de interne effectenmarkt zou kunnen belemmeren, dienen de lidstaten de bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG vanaf hetzelfde tijdstip toe te passen.

    (7) Er zijn verdere overeenkomstige wijzigingen noodzakelijk om de data van de intrekking van Richtlijn 93/22/EEG en van de in Richtlijn 2004/39/EG vervatte overgangsbepalingen naar later te verschuiven en het tijdsbestek waarbinnen de Commissie haar verslagen moet indienen te verruimen.

    (8) Richtlijn 2004/39/EG dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 2004/39/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1) artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

    a) de leden 1 tot en met 4 komen als volgt te luiden:

    “1. Uiterlijk op 30 april 2007 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de mogelijke uitbreiding van de reikwijdte van de in deze richtlijn vervatte bepalingen betreffende de verplichtingen inzake de transparantie vooraf en achteraf tot andere categorieën financiële instrumenten dan aandelen.

    2. Uiterlijk op 30 april 2008 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van artikel 27.

    3. Uiterlijk op 30 oktober 2007 brengt de Commissie op basis van een openbare raadpleging en na overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over:

    a) de wenselijkheid van verdere vrijstelling van de toepassing van deze richtlijn uit hoofde van artikel 2, lid 1, onder k), voor ondernemingen waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het voor eigen rekening handelen in van grondstoffen afgeleide instrumenten;

    b) de inhoud en vorm van evenredige vereisten voor de vergunningverlening aan en het toezicht op dergelijke beleggingsondernemingen als ondernemingen in de zin van deze richtlijn;

    c) de wenselijkheid van regels inzake de aanwijzing van verbonden agenten voor het uitvoeren van beleggingsdiensten en/of -activiteiten, met name wat betreft het toezicht op die verbonden agenten;

    d) de vraag of de vrijstelling in artikel 2, lid 1, onder i), nog steeds dienstig is.

    4. Uiterlijk op 30 oktober 2007 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de vorderingen bij het wegwerken van de hindernissen die de consolidatie op Europees niveau van informatie die handelsplatforms verplicht zijn te publiceren in de weg kunnen staan.”

    b) lid 6 komt als volgt te luiden:

    “6. Uiterlijk op 30 april 2006 brengt de Commissie op basis van overleg met de bevoegde autoriteiten aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de vraag of de krachtens het Gemeenschapsrecht aan tussenpersonen gestelde eisen inzake beroepsaansprakelijkheidsverzekering nog steeds dienstig zijn.”

    2) artikel 69 komt als volgt te luiden:

    “ Artikel 69 Intrekking van Richtlijn 93/22/EEG

    1. Richtlijn 93/22/EEG wordt ingetrokken met ingang van 30 oktober 2006 . Verwijzingen naar Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Verwijzingen naar begrippen die worden omschreven in, dan wel artikelen van Richtlijn 93/22/EEG worden gelezen als verwijzingen naar het overeenkomstige begrip omschreven in, dan wel het artikel van deze richtlijn.

    2. De lidstaten bepalen dat de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld om aan Richtlijn 93/22/EG te voldoen, van kracht blijven totdat de uit hoofde van artikel 70 vastgestelde maatregelen van toepassing zijn en in ieder geval tot uiterlijk 30 april 2007.”

    3) artikel 70, lid 1, komt als volgt te luiden:

    “De lidstaten stellen uiterlijk op 30 oktober 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 mei 2007. ”

    (4) de leden 1 tot en met 4 van artikel 71 komen als volgt te luiden:

    “1. Beleggingsondernemingen die reeds vóór 30 april 2007 in hun lidstaat van herkomst over een vergunning beschikten om beleggingsdiensten te verrichten, worden geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving de toegang tot die werkzaamheden onderworpen is aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke in de artikelen 9 tot en met 14 zijn omschreven.

    2. Een gereglementeerde markt of een marktexploitant die reeds vóór 30 april 2007 in zijn lidstaat van herkomst over een vergunning beschikte, wordt geacht over een vergunning in de zin van deze richtlijn te beschikken wanneer de gereglementeerde markt, of de marktexploitant (al naargelang het geval) volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moet voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij Titel III worden opgelegd.

    3. Verbonden agenten die reeds vóór 30 april 2007 in een openbaar register waren ingeschreven, worden geacht in de zin van deze richtlijn in een openbaar register te zijn ingeschreven indien de verbonden agenten volgens de in deze lidstaat vigerende wetgeving moeten voldoen aan voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke bij artikel 23 worden opgelegd.

    4. Vóór de datum van 30 april 2007 doorgegeven informatie voor de toepassing van de artikelen 17, 18 of 30 van Richtlijn 93/22/EEG wordt geacht te zijn doorgegeven voor de toepassing van de artikelen 31 en 32 van deze richtlijn.”.

    Artikel 2

    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 oktober 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    BIJLAGE

    FINANCIEEL MEMORANDUM |

    DATUM: |

    1. | BEGROTINGSONDERDEEL: geen – GEEN FINANCIËLE CONSEQUENTIES | KREDIETEN: geen |

    2. | TITEL VAN DE MAATREGEL: VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJN 2004/39/EG BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN |

    3. | RECHTSGROND: artikel 47, lid 2 |

    4. | DOEL VAN DE MAATREGEL: verlengen van de termijn voor de omzetting van Richtlijn 2004/39/EG en uitstellen van de toepassingsdatum; dienovereenkomstig aanpassen van andere bij deze richtlijn vastgestelde termijnen |

    5. | FINANCIËLE CONSEQUENTIES – niet van toepassing | 12 MAANDEN (miljoen EUR) | LOPEND BEGROTINGS-JAAR [n] (miljoen EUR) | VOLGEND BEGROTINGS-JAAR [n+1] (miljoen EUR) |

    5.0 | UITGAVEN – niet van toepassing - TEN LASTE VAN DE EG-BEGROTING (RESTITUTIES/INTERVENTIES) - NATIONALE AUTORITEITEN - OVERIGE |

    5.1 | ONTVANGSTEN – niet van toepassing - EIGEN MIDDELEN VAN DE EG (HEFFINGEN/DOUANERECHTEN) - NATIONALE |

    [n+2] | [n+3] | [n+4] | [n+5] |

    5.0.1 | VERWACHTE UITGAVEN |

    5.1.1 | VERWACHTE ONTVANGSTEN |

    5.2 | BEREKENINGSMETHODE: |

    6.0 | IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET DESBETREFFENDE HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGEVOERD? Niet van toepassing | JA NEE |

    6.1 | IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK NAAR EEN ANDER HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING? | JA NEE |

    6.2 | IS EEN AANVULLENDE BEGROTING NODIG? | JA NEE |

    6.3 | MOETEN KREDIETEN OP DE VOLGENDE BEGROTING WORDEN OPGEVOERD? | JA NEE |

    OPMERKINGEN: |

    [1] PB …. van …, blz. … .

    [2] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

    Top