Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005IE0849

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over „De bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan de betrekkingen tussen de EU en Rusland”

    PB C 294 van 25.11.2005, p. 33–37 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    25.11.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 294/33


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over „De bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan de betrekkingen tussen de EU en Rusland”

    (2005/C 294/07)

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 1 juli 2004, op grond van art. 29 van zijn reglement van orde, besloten een advies uit te brengen over „De bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan de betrekkingen tussen de EU en Rusland”.

    De gespecialiseerde afdeling „Externe betrekkingen”, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar ontwerpadvies goedgekeurd op 20 mei 2005. Rapporteur was de heer Hamro-Drotz.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 419e zitting (vergadering van 13 juli 2005) het volgende advies uitgebracht, dat werd goedgekeurd met 109 stemmen vóór en 2 stemmen tegen, bij 6 onthoudingen:

    1.   Redenen voor het uitbrengen van dit advies

    1.1

    De Russische Federatie, die internationaal een belangrijke rol speelt, is een strategische partner van de EU. Sinds de uitbreiding van de Europese Unie is de samenwerking tussen de EU en Rusland er alleen maar belangrijker op geworden. Het opbouwen van zo goed mogelijke onderlinge betrekkingen, binnen het kader van de ontwikkeling van gemeenschappelijke Europese waarden als democratie en eerbiediging van de mensen- en burgerrechten, is voor beide partijen van vitaal belang.

    1.2

    Wil men een nieuwe samenleving opbouwen, het leefklimaat verbeteren, een rechtsstaat tot stand brengen, een gunstiger klimaat voor ondernemingen scheppen en een markteconomie van de grond krijgen, dan zal er in Rusland doortastend moeten worden opgetreden. Ook al verzekert de politieke elite in de Russische Federatie dat ze achter deze doelstellingen staat, toch blijft de dagelijkse praktijk, alsmede de mate waarin deze doelstellingen zijn verwezenlijkt, ver achter bij de maatschappelijk verwachtingen in zowel Rusland als daarbuiten. Naar de mening van het EESC wordt de verklaring van goede wil t.a.v. de bevordering van de democratie en versterking van het maatschappelijk middenveld die de huidige politieke leiding in Rusland heeft afgegeven, niet gestaafd door de houding die ze aanneemt tegenover de economische actoren en de media. De feitelijke ontwikkelingen in de Russische samenleving baren niet alleen de burgers in het land zelf zorgen. Rusland keert zich systematisch af van de met de mond beleden democratische beginselen, de staat controleert de media, het Russische leger handhaaft, in weerwil van internationale afspraken, troepen in Moldavië en Georgië en het rechtssysteem is ondergeschikt aan de politiek. Gegeven deze omstandigheden is het in de praktijk buitengewoon moeilijk om een civiele samenleving op te bouwen.

    1.3

    Het zich verdiepende integratieproces in de EU — interne markt, gemeenschappelijke munt, toenemende samenwerking in steeds meer beleidssectoren — is een historisch streefdoel waarop alle lidstaten zich hebben vastgelegd, niettegenstaande de tegenslagen die de Unie de laatste tijd te verwerken heeft gekregen. Het proces van interne integratie in de EU mag evenwel niet inhouden dat de EU zich verwijdert van Rusland en andere delen van Europa, waar de ontwikkeling anders is dan in de EU. Dit zou immers een tweedeling van het Europese continent in de hand kunnen werken.

    1.4

    In de verklaring over de vereniging van Europa die de Franse minister van Buitenlandse Zaken,Robert Schuman, op 9 mei 1950 heeft uitgegeven, wordt ervan uitgegaan dat het verenigde Europa alleen kan worden opgebouwd als het stoelt op de bereidheid om op basis van gelijkwaardigheid gezamenlijk overeengekomen doelstellingen te verwezenlijken, op gemeenschappelijke waarden en een geest van verzoening, en op bepaalde voorstellingen bij de burgers omtrent een gezamenlijke toekomst. Tegelijkertijd heeft Schuman vastgesteld dat Europa niet zomaar ineens kan worden opgebouwd, maar via concrete verwezenlijkingen en vooral door het ontwikkelen van een waarachtige solidariteit. Deze woorden zijn ook van toepassing op de betrekkingen tussen de EU en Rusland en de pogingen om de onderlinge samenwerking te versterken.

    2.   De bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan de betrekkingen tussen de EU en Rusland

    2.1

    De betrekkingen tussen de EU en Rusland kunnen niet worden verbeterd als niet ook de maatschappelijk organisaties in de EU zich hier volledig voor inzetten. Het streven van het maatschappelijk middenveld in de EU is gericht op verbetering van de samenwerking tussen de EU en Rusland en het verlenen van hulp bij de ontwikkeling van de structuren van de civiele samenleving en de democratie in Rusland.

    2.2

    De ervaringen van de nieuwe EU-lidstaten, die in een tijdsbestek van tien jaar de erfenis van het communisme van zich hebben afgeschud, kunnen worden gebruikt bij de samenwerking tussen de EU en Rusland. Vooral de actoren van de civiele samenleving (ngo's) in deze landen kunnen een belangrijke rol spelen in het proces van democratisering en bij de bescherming van mensenrechten en burgerrechten in Rusland.

    2.3

    Het samenwerkingsverband van werkgeverscentrales in de EU-lidstaten (UNICE) formuleert al jaren aanbevelingen en standpunten inzake het ontwikkelen van de economische betrekkingen. Ondernemers uit de twee blokken komen regelmatig bijeen op een EU-Russia Industrialists' Round-Table om hierover ideeën uit te wisselen en standpunten te formuleren met het oog op de topontmoetingen tussen de EU en Rusland. De overkoepelende organisatie van werknemerscentrales in Europa, het EVV, formuleert ook standpunten voor de Europees- Russische Toppen en heeft in 2004 samen met de Russische vakcentrale (FNPR) een brief gestuurd aan de voorzitter van de Europese Commissie en aan de president van Rusland, waarin wordt voorgesteld om aan de vakbeweging in de EU en Rusland eenzelfde rol toe te kennen als aan de EU-Russia Industrialists' Round-Table. Andere maatschappelijke actoren hebben op eigen initiatief methoden ontwikkeld om standpunten over de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Rusland kenbaar te maken. Het maatschappelijk middenveld in Rusland is nog steeds slecht georganiseerd, ngo's komen er slechts langzaam tot ontwikkeling en hun rol is beperkt.

    2.4

    Van zijn kant heeft het EESC de afgelopen jaren verschillende adviezen over de betrekkingen tussen de EU en Rusland opgesteld, waarin het zich o.a. heeft geconcentreerd op de wijze waarop het maatschappelijk middenveld in Rusland functioneert. De belangrijkste van deze adviezen staan vermeld in onderstaande voetnoot (1). De aanbevelingen en conclusies hieruit zijn terug te vinden in onderhavig advies, zonder dat verder expliciet wordt verwezen naar de documenten in kwestie. Dankzij deze werkzaamheden heeft het EESC directe contacten weten op te bouwen met een groot aantal van de belangrijkste maatschappelijke actoren in Rusland.

    3.   Aanbevelingen

    3.1   De EU zal een coherenter Ruslandbeleid moeten voeren en dit op pragmatische wijze in praktijk moeten brengen

    3.1.1

    De ontwikkeling van een systematische samenwerking tussen de EU en Rusland is tegengewerkt door het feit dat enkele lidstaten hun eigenbelang voorop stellen en het verkiezen om, ook op terreinen waar de EU bevoegd is, bilateraal zaken te doen met Rusland. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het ontwikkelen van constructieve en open bilaterale betrekkingen tussen afzonderlijke EU-lidstaten en Rusland op terreinen waar de EU niet bevoegd is, aan beperkingen moet worden gebonden. Integendeel, bilaterale, regionale en sectorale activiteiten zijn buitengewoon nuttig en elke EU-lidstaat draagt hier zijn eigen verantwoordelijkheid.

    3.1.2

    Om positieve resultaten te boeken bij de samenwerking tussen de EU en Rusland, zou het maatschappelijk middenveld in de EU zich actiever moeten inzetten voor de uitwisseling van praktijken op het gebied van zelforganisatie en voor de ondersteuning van de wederopbouw van solidariteitsnetwerken met het maatschappelijk middenveld in Rusland. De Europese Unie zou haar sterke kanten, te weten haar diversiteit, de heterogeniteit van haar maatschappelijke organisatievormen en de wijze van verspreiding van haar democratische, sociale en culturele waarden die aan deze diversiteit en heterogeniteit ten grondslag liggen, ten dienste kunnen stellen van het maatschappelijk middenveld in Rusland. Alle lidstaten dienen in hun optreden de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen na te streven en dit is er sinds de uitbreiding alleen maar belangrijker op geworden. Ook behoeft het geen betoog dat een gerichte aanpak de beste resultaten oplevert als het gaat om het uitbouwen van de samenwerking tussen de EU en Rusland. Verder zou de EU nieuwe mechanismen voor technische bijstand moeten ontwikkelen om Rusland te helpen een stabiel, democratisch en welvarend land te worden. De huidige opzet van de technische bijstand zou opnieuw onder de loep moeten worden genomen. Men bereikt de beste resultaten als er kleine maar zekere stapjes vooruit worden gezet.

    3.2   De routekaarten dienen de weg vrij te maken voor een dynamisch akkoord tussen de EU en Rusland

    3.2.1

    De EU en Rusland streven naar uitbreiding en versterking van hun betrekkingen op basis van de routekaarten voor de totstandbrenging van de vier zog. gemeenschappelijke ruimtes, te weten: 1) de gemeenschappelijke economische ruimte 2) de gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht 3) de gemeenschappelijke ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en 4) de gemeenschappelijke ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur. De routekaarten bevatten zo'n 400 maatregelen voor de komende paar jaar. Het EESC acht dit een uitstekende aanpak. De EU zal haar inspanningen om open en veelzijdige onderlinge contacten op politiek, economisch en sociaal gebied met Rusland aan te knopen, moeten opvoeren.

    3.2.2

    De routekaarten bevatten verschillende aspecten die van belang zijn voor het maatschappelijk middenveld, zoals: het prioriteren van de sectoren waar een dialoog moet plaatsvinden; het gemakkelijker maken van mededinging, investeringen en handel; de interregionale en grensoverschrijdende samenwerking; het milieu; het bevorderen van rechtstreekse contacten tussen burgers; het vrije verkeer van personen; het jongerenbeleid; de samenwerking op het gebied van burgerbescherming; onderzoek en onderwijs, en de geleidelijke integratie van transportnetwerken.

    3.2.3

    Het EESC dringt er bij de EU en Rusland op aan de routekaarten onverwijld in praktijk te brengen. Ze dienen inhoudelijk voortdurend te worden bijgewerkt om de haalbaarheid ervan te garanderen, terwijl het daarnaast raadzaam zou zijn om elk jaar gezamenlijk te evalueren in hoeverre de routekaarten zijn verwezenlijkt. Verder is het van belang dat zowel de EU als Rusland instanties aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de maatregelen. Van zijn kant is het Comité bereid om — als follow-up van dit advies–actief tot dit proces bij te dragen op terreinen die van belang zijn voor het maatschappelijk middenveld. In dit verband is het van plan om voorstellen in te dienen m.b.t. de inhoud en uitvoering van de routekaarten en om de eigen rechtstreekse contacten met de voornaamste maatschappelijke actoren in Rusland op te voeren (zie par. 3.4.3 en par. 3.5.5).

    3.2.4

    De in de eerste helft van de jaren '90 opgestelde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Rusland, die oorspronkelijk voor een periode van tien jaar was bedoeld, zal in 2007 ten einde lopen, indien beide partijen dit wensen. Op basis van de routekaarten voor de vier terreinen van samenwerking zal er een nieuwe en eigentijdse overeenkomst tussen de EU en Rusland, waarin het strategische partnerschap tussen de twee blokken centraal staat, worden gesloten. Rusland moet worden aangemoedigd om de nog altijd bestaande belemmeringen voor de handel in goederen en diensten op te ruimen en ervoor te zorgen dat er een goed functionerend rechtskader voor investeringen komt, zodat de EU en Rusland een begin kunnen maken met het opstellen van een vrijhandelsakkoord, gebaseerd op Ruslands status als markteconomie en aanstaande WTO-lidmaatschap.

    3.2.5

    Ook de regionale samenwerking — in het kader van de Noordelijke dimensie (o.a. in het Oostzeegebied en het Noordpoolgebied) en de samenwerking in het Zwarte-Zeegebied — zal op overeenkomstige wijze in overleg met Rusland op nieuwe leest moeten worden geschoeid. Het EESC stelt met voldoening vast dat ook dit aspect de vereiste aandacht krijgt in de routekaarten en dringt aan op nog meer maatregelen ter ontwikkeling van de regionale samenwerking als onderdeel van de totale betrekkingen tussen de EU en Rusland.

    3.3   De rol van het maatschappelijk middenveld moet worden versterkt in het kader van de routekaarten voor de samenwerking tussen de EU en Rusland

    3.3.1

    De betrekkingen tussen de EU en Rusland zullen slechts in beperkte mate duurzaam kunnen worden versterkt als beide partijen niet worden geïnspireerd door dezelfde waarden. Hiertoe behoren o.a. individuele verantwoordelijkheid, eerbiediging van de rechtstaat, respect voor het individu en particulier eigendom, naleving van mensenrechten (persvrijheid, vrije verkiezingen, politiek pluralisme, gelijke kansen, rechten van minderheden enz.), transparantie, integriteit, menselijke waardigheid, gelijkheid tussen man en vrouw, vrijheid van meningsuiting, vrije vakbonden en grondrechten voor werknemers, gezonde arbeidsmarktverhoudingen en een degelijke sociale zekerheid. Zolang deze waarden niet duurzaam verankerd zijn in het Russische sociaal-economische en politieke leven, kan er ook geen basis zijn voor samenwerking en begrip.

    3.3.2

    Het EESC kan zich vinden in de algehele doelstellingen van de routekaarten. Het constateert met voldoening dat het belang van gemeenschappelijke waarden de nodige aandacht krijgt in drie van de routekaarten (ruimte van externe veiligheid, ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur).

    3.3.3

    Intensivering van de samenwerking tussen de EU en Rusland kan niet los worden gezien van de wijze waarop de situatie zich in Rusland ontwikkelt. Het EESC zou graag willen dat een en ander speciale nadruk krijgt bij de uitvoering van de routekaarten. Het wil er krachtig voor pleiten dat in de routekaarten meer concrete maatregelen worden opgenomen, zonder welke er geen goed functionerende civiele samenleving kan worden opgebouwd.

    3.3.4

    Het is belangrijk dat er in Rusland een klimaat wordt geschapen waarin de sociale partners en andere actoren uit het maatschappelijk middenveld onafhankelijk kunnen opereren en in vol vertrouwen kunnen deelnemen aan de voorbereiding van besluiten die voor henzelf van belang zijn. Hiertoe zijn een in wederzijdse openheid te voeren dialoog en netwerkvorming nodig. Daarvoor zijn weer onafhankelijke media onmisbaar. Voorwaarde is verder dat in de praktijk de belangrijkste internationale verdragen, waaronder de ILO-normen, worden nageleefd.

    3.3.5

    Wil men een goed functionerend maatschappelijk middenveld in Rusland, dan moeten de sociaal-economische actoren in het land voldoende representatief zijn, voldoende onafhankelijk kunnen opereren en de bereidheid hebben om, zowel met de autoriteiten als met andere maatschappelijke actoren, een constructieve, transparante en op kennis van zaken gebaseerde dialoog aan te gaan.

    3.3.6

    Het EESC heeft met voldoening vastgesteld dat de EU en Rusland in het voorjaar van 2005 in het kader van de tweede gemeenschappelijke ruimte besprekingen zijn begonnen over mensenrechten en hiermee verwante onderwerpen, zoals de grondrechten van minderheden. Bij deze besprekingen zal naar oplossingen moeten worden gezocht voor kwesties op het gebied van nationale en lokale zelfbeschikking, waarbij het gebruik van conflictmodellen (zie Tsjetsjenië) uit de weg moet worden gegaan, omdat dit gevaar kan opleveren voor de mensen in Rusland en ook risico's voor de burgers in de EU met zich mee kan brengen.

    3.3.7

    De EU heeft door de jaren heen bewezen dat het door het voeren van een dialoog in staat is de nodige veranderingen in derde landen te bewerkstelligen, en zal dit ook gedaan moeten zien te krijgen via een dialoog met Rusland. In dit verband spelen uiteraard ook de Raad van Europa en de OVSE een cruciale rol. Het EESC constateert met voldoening dat de EU en Rusland in de routekaarten hebben afgesproken om hun samenwerking binnen het kader van deze fora te intensiveren.

    3.3.8

    Voor het ontwikkelen van de betrekkingen met Rusland is toereikende financiële ondersteuning door de EU nodig. Er zal meer gebuik moeten worden gemaakt van TACIS- en andere middelen ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld, het onderwijs en onafhankelijke media. Daarmee zal ook in het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument rekening moeten worden gehouden. Het EESC verzoekt de Commissie met een voorstel te komen over de wijze waarop bij de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in Rusland beter kan worden geprofiteerd van de relevante EU-instrumenten.

    3.4   Actoren uit het maatschappelijk middenveld moeten de kans krijgen een passende rol te spelen bij de uitvoering van de routekaarten voor de samenwerking tussen de EU en Rusland

    3.4.1

    De EU hecht er belang aan dat bij het ontwikkelen van de betrekkingen tussen de EU en Rusland wordt gestreefd naar kwalitatief duurzame oplossingen en benaderingen. Om ervoor te zorgen dat dit ook daadwerkelijk gestalte krijgt, moet rekening worden gehouden met de standpunten van de diverse geledingen van het maatschappelijk middenveld. Daarom is het ook zo belangrijk dat het maatschappelijk middenveld in Rusland tot ontwikkeling wordt gebracht.

    3.4.2

    Het EESC beveelt aan om de rol van geloofwaardige actoren uit het maatschappelijk middenveld in de samenwerkingsmechanismen van de EU en Rusland te versterken door de oprichting van een raadgevend comité (o.g.v. artikel 93 van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst). Op deze manier zou bij de samenwerking tussen de EU en Rusland het best profijt kunnen worden getrokken van de know-how van deze actoren. Met een dergelijke aanpak zijn goede ervaringen opgedaan bij de contacten van de EU met de landen in het Middellandse-Zeegebied, India, Latijns-Amerika, de ACS-landen e.a. Naar de indruk van het EESC zijn er ook in Rusland tal van actoren die hiertoe adequaat zijn toegerust.

    3.4.3

    Het EESC is van plan een belangrijke rol te spelen bij het vinden van de beste wijze om het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de samenwerking tussen de EU en Rusland. Het voornemen van het Comité om de contacten met de belangrijkste actoren uit de Russische civiele samenleving te versterken (zie par. 3.2.3 en par. 3.5.5), zou binnen afzienbare tijd bij voorkeur vorm moeten krijgen in een raadgevend forum dat binnen het kader van een formeel samenwerkingsverband tussen de EU en Rusland gaat functioneren.

    3.5   De samenwerking tussen vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in de EU en Rusland moet verder worden uitgebouwd

    3.5.1

    Een aantal belangengroeperingen, waaronder vakbeweging, consumenten, werkgevers, landbouwers en andere actoren uit het maatschappelijk middenveld, zijn al jaren contacten aan het opbouwen met partnerorganisaties in Rusland. Dit gebeurt zowel op EU- als op bilateraal niveau. Ook de Russische actoren nemen binnen hun eigen sector vaak deel aan internationale samenwerkingsverbanden. Het streven is gericht op bevordering van de directe contacten tussen burgers aan de basis, netwerkvorming, interactie en het uitwisselen van ervaringen en informatie. Een van de belangrijkste doelstellingen bij de samenwerking tussen de maatschappelijke organisaties zou het bevorderen en uitbouwen van vertrouwelijke contacten tussen de EU en Rusland moeten zijn.

    3.5.2

    De betrekkingen zullen echter nog veelzijdiger moeten worden en verder moeten worden ontwikkeld, omdat veel Russische actoren over onvoldoende contacten beschikken, zowel met elkaar als met vergelijkbare organisaties in andere landen. Het EESC doet een beroep op alle actoren van de civiele samenleving om de samenwerking met Russische zusteroganisaties op hun eigen terrein te versterken en uit te breiden. De EU zou zelf het initiatief moeten nemen tot acties om deze samenwerking te vergemakkelijken.

    3.5.3

    De EU-lidstaten dienen zich er meer voor in te spannen dat maatschappelijke organisaties worden betrokken bij het opzetten van gemeenschappelijke projecten, bij het in dit kader bevorderen van educatieve en uitwisselingsprogramma's en bij het lanceren van gemeenschappelijke economische projecten. De regeringen van de lidstaten zouden ook meer moeten doen om het publiek bekend te maken met dergelijke projecten en om maatschappelijke organisaties voorlichting te geven over de wijze waarop projecten kunnen worden voorbereid.

    3.5.4

    Verder is het van belang dat wordt gezocht naar wegen om alle delen van Rusland, waaronder ook Kaliningrad, te bereiken. De aanbevelingen van het Comité van de Regio's (2) ter ontwikkeling van de regionale samenwerking tussen de EU en Rusland zijn waardevol. Het EESC kan zich in deze aanbevelingen vinden en stelt voor dat de Vaste Partnerschapsraad meer aandacht aan dit onderwerp gaat besteden.

    3.5.5

    Op grond van zijn speciale positie is het EESC van plan bij te dragen tot de ontwikkeling van de contacten tussen de maatschappelijke organisaties in de EU en Rusland. Hiertoe zullen om te beginnen regelmatig ontmoetingen en bijv. ook gemeenschappelijke workshops over specifieke thema's met onze Russische partners worden georganiseerd (thema's als „economische hervormingen en werkgelegenheid”, „hervorming van stelsels voor sociale bescherming”, „ontwikkeling van de sociale dialoog in Rusland” en „participatie van de actoren uit het maatschappelijk middenveld in de samenwerking tussen de EU en Rusland”). Het is de bedoeling dat een en ander gaat leiden tot een regelmatige en steeds nauwere onderlinge samenwerking. Uiteindelijk zou dit moeten uitmonden in een raadgevend forum ter ondersteuning van het samenwerkingsverband tussen de EU en Rusland (zie ook de par. 3.2.3, 3.4.2 en 3.4.3).

    3.6   Samenwerking tussen Rusland en zijn buren en tussen de maatschappelijke actoren in deze landen verdient ondersteuning

    3.6.1

    Het is van belang dat de contacten tussen Rusland en zijn Oost-Europese buren — bijv. Oekraïne, maar ook Moldavië en Wit-Rusland — in dezelfde mate worden versterkt als de contacten tussen de EU en haar Oost-Europese buren. Ter bevordering van de samenwerking in Europa zijn nauwere betrekkingen en een intensievere interactie op politiek, economisch en sociaal gebied vereist. Het EESC stelt voor dat de EU een dergelijke ontwikkeling gaat stimuleren binnen het kader van haar nabuurschaps- en partnerschapsbeleid.

    3.6.2

    Het EESC stelt voor om ook de grensoverschrijdende contacten tussen de maatschappelijke actoren in de betrokken landen in dit verband te steunen. Het EESC heeft op eigen initiatief reeds een aantal maatregelen genomen ter ontwikkeling van een desbetreffende dialoog en zal hierover regelmatig verslag uitbrengen aan de Commissie.

    3.7   Grensoverschrijdend verkeer tussen de EU en Rusland dient te worden bevorderd

    3.7.1

    Wil men het grensoverschrijdende verkeer tot ontwikkeling brengen, dan zullen er goede verkeersverbindingen moeten komen en zal het gemakkelijker moeten worden gemaakt om van het ene land naar het andere te reizen. Het EESC steunt de pogingen om de verkeersverbindingen te ontwikkelen en te integreren. Daartoe is het nodig dat er, zowel in de EU als in Rusland, wordt geïnvesteerd in de verbetering van de infrastructuur en de logistiek. Hier zou een prominentere rol moeten worden gespeeld door grote internationale financiële instellingen, met name de EIB en de EBWO.

    3.7.2

    Het EESC constateert met voldoening dat in de routekaarten expliciet rekening wordt gehouden met de doelstelling die inhoudt dat de directe contacten tussen de burgers en het reizen tussen de EU en Rusland gemakkelijker moeten worden (o.a. via integratie van transportnetwerken, bevordering van legaal grensverkeer, verlichting van visumregelingen en een terugnameovereenkomst).

    3.7.3

    De huidige tijdrovende en kostbare visumprocedures vormen een drempel en zelfs sta-in-de-weg voor het toerisme en nauwere grensoverschrijdende contacten tussen de maatschappelijke actoren. Het zijn o.a. jongeren en studenten die hiervan de dupe worden. De procedures om visa, en ook werkvergunningen, aan te vragen zullen dan ook moeten worden versimpeld. Dit zal de mobiliteit en de grensoverschrijdende contacten ten goede komen. Daarom is het van belang dat de huidige onderhandelingen tussen de EU en Rusland over versimpeling van de visumprocedures zo snel mogelijk tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leiden.

    Brussel, 13 juli 2005

    De voorzitter

    van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    A-M. SIGMUND


    (1)  „De betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland”, 1995.

    „Tacis - het EU-programma voor technische bijstand aan het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en Mongolië”, 1996.

    „De betrekkingen tussen de Europese Unie en de oeverstaten van de Oostzee”, 1997.

    „De noordelijke dimensie: Actieplan voor de noordelijke dimensie in het externe en grensoverschrijdende beleid van de EU in de periode 2000-2003”, 2001.

    „Strategisch partnerschap EU/Rusland – Wat zijn de volgende stappen?”, 2002.

    „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden”, 2003.

    (2)  CdR 105/2004.


    BIJLAGE

    bij het Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    A.

    het volgende wijzigingsvoorstel, waar tenminste een kwart van de aanwezigen vóór heeft gestemd, is verworpen door de voltallige vergadering:

    Par. 1.3

    schrappen

    Motivering:

    In par. 1.1 van het advies wordt gesteld dat de Russische Federatie een strategische partner van de Europese Unie is. Dit maakt datgene wat in par. 1.3 wordt gezegd, overbodig.

    Uitslag van de stemming:

    Vóór: 33

    Tegen: 64

    Onthoudingen: 8


    Top