This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52005DC0016
Communication from the Commission - Report on the implementation of the Environmental Technologies Action Plan in 2004 {SEC(2005)100}
Mededeling van de Commissie - Verslag over de tenuitvoerlegging van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) in 2004 {SEC(2005)100}
Mededeling van de Commissie - Verslag over de tenuitvoerlegging van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) in 2004 {SEC(2005)100}
/* COM/2005/0016 def. */
Mededeling van de Commissie - Verslag over de tenuitvoerlegging van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) in 2004 {SEC(2005)100} /* COM/2005/0016 def. */
Brussel, 27.1.2005 COM(2005) 16 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Verslag over de tenuitvoerlegging van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) in 2004{SEC(2005)100} MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Verslag over de tenuitvoerlegging van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) in 2004 (Voor de EER relevante tekst) Het Actieplan voor de Europese Unie inzake Milieutechnologieën[1] (ETAP) werd op 25-26 maart 2004 door de Europese Raad bekrachtigd. Heel wat stakeholders, waaronder organisaties uit het bedrijfsleven, financiële actoren, de onderzoekswereld, niet-gouvernementele organisaties, reageerden positief op ETAP. In zijn conclusies van 14 oktober 2004[2] dringt de Raad Milieu aan op een snelle uitvoering van het Actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP) om milieuefficiënte innovaties een vooruitzicht op een eerlijke en concurrerende markt te bieden en maatregelen te nemen voor het internaliseren van externe kosten door middel van een doeltreffende mix van instrumenten, waaronder op prestaties gebaseerde groene overheidsopdrachten, fiscale stimulansen, hervorming van subsidies die sterke negatieve effecten op het milieu hebben en die niet verenigbaar zijn met een duurzame ontwikkeling, en voorzieningen voor risicodeling, met name voor KMO's. In het rapport ‘Aan de slag – de Lissabon-strategie voor groei en werkgelegenheid’ van de groep op hoog niveau onder het voorzitterschap van Wim Kok, worden nog meer argumenten aangereikt voor de tenuitvoerlegging van ETAP en worden de lidstaten opgeroepen een stappenplan op te stellen met specifieke maatregelen en termijnen. De Commissie heeft, gesteund door de lidstaten en de Europese Investeringsbank aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van het actieplan. Dit verslag biedt een overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen, vermeldt een aantal maatregelen die de lidstaten hebben genomen en waarop ETAP verder kan bouwen en geeft aan op welke terreinen meer inspanningen kunnen worden gedaan zodat de potenties van milieutechnologieën sneller ten volle kunnen worden benut. 1. ETAP EN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE EU Het wordt steeds duidelijker dat milieubescherming het concurrentievermogen van het bedrijfsleven in de hele EU bevordert. Wanneer alleen de milieu-industrie in beschouwing wordt genomen, vertegenwoordigde de wereldmarkt voor milieugoederen en -diensten in 2003 een waarde van meer dan 500 miljard euro, een bedrag dat vergelijkbaar is met omzet van de lucht- en ruimtevaartindustrie of de farmaceutische sector en jaarlijks met ongeveer 5% blijft groeien[3]. Op deze wereldwijde markt kan Europa profiteren van een voortrekkersrol door zich te concentreren op milieutechnologieën die later door andere landen zullen worden overgenomen. Europa is nu al toonaangevend op een aantal milieutechnologische terreinen zoals windenergie, maar de concurrentie groeit en de belangrijkste concurrenten volgen hun eigen strategie: Japan bijvoorbeeld streeft er via het “top-runner programme” naar wereldleider te worden inzake energiebesparende technologieën; Canada heeft bekendgemaakt dat het een budget van 1 miljard CAD heeft vrijgemaakt voor een ambitieus plan op het vlak van milieutechnologieën. Wereldwijd heeft de sterke stijging en schommeling van de olieprijzen de jongste maanden het debat over de noodzaak om de olieafhankelijkheid van de EU terug te dringen en een krachtiger beleid te voeren inzake energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en brandstoffen met een laag koolstofgehalte nieuw leven ingeblazen. Energie-efficiëntie kan de energievraag op een kosteneffectieve manier verminderen. Investeringen in deze technologieën verminderen de afhankelijkheid van olie en beschermen op die manier de economie tegen dalingen van het BBP als gevolg van olieprijsschommelingen: recente berekeningen[4] tonen aan dat een verhoging van het aandeel van duurzame energiebronnen in de elektriciteitsproductie met 10% kan leiden tot een vermindering van de oliegerelateerde dalingen van het BBP met een bedrag tussen 29 en 53 miljoen dollar in de VS en de EU (49 tot 90 miljoen dollar in de OESO). De verliezen die hierdoor vermeden worden compenseren een vijfde van het bedrag dat volgens ramingen van de Renewables Energy Council nodig is voor investeringen in hernieuwbare energie en de helft van de door een G8-taskforce geraamde investeringen in de OESO. In de mededeling van de Commissie “Het aandeel van hernieuwbare energie in de EU[5]” wordt de stand van zaken opgemaakt van de ontwikkelingen op het vlak van hernieuwbare energie en worden concrete maatregelen voorgesteld in de lidstaten en de Gemeenschap om de EU-doelstellingen inzake hernieuwbare energie voor 2010 te halen. Investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie zullen Europa een grotere zekerheid bieden op het stuk van energievoorziening. Het beleid van de EU inzake klimaatverandering is medebepalend voor de technologische ontwikkelingen in de energiesector, met name op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. De start van de emissiehandel op 1 januari 2005 zal in dit verband eveneens een stimulans zijn. Technologische ontwikkelingen zijn tevens cruciaal om de stappen voor te bereiden die na de in Kyoto vastgestelde deadlines zullen worden genomen in de strijd tegen klimaatverandering. De Mededeling van de Commissie betreffende de kosten en baten van een strategie inzake klimaatverandering op lange en middellange termijn ("post-2012") zal een aantal elementen bevatten die aangeven welk beleid de EU dient te voeren. 2. DE TENUITVOERLEGGING VAN ETAP IN 2004 De tenuitvoerlegging van de belangrijkste prioriteiten van het actieplan loopt vlot. In het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling van de EU wordt een hogere prioriteit toegekend aan milieutechnologieën. Technologische platformen werden ontwikkeld voor technologiesectoren die potenties bezitten inzake milieuinnovatie. Er worden netwerken van testcentra uitgebouwd die de eventuele ontwikkeling van een certificeringsysteem voor milieutechnologie op EU-niveau moeten voorbereiden. De verordeningen die voor de volgende periode van het cohesiebeleid worden voorgesteld moeten investeringen in duurzame technieken en oplossingen bevorderen, terwijl de EU in een toekomstig kaderprogramma inzake concurrentievermogen en innovatie meer instrumenten moet krijgen om milieutechnologieën te ondersteunen. Om gunstigere marktomstandigheden te creëren voor de invoering van milieutechnologieën heeft de EIB een mechanisme ontwikkeld om particuliere investeringen in het kader van de Europese emissiehandelsregeling te ondersteunen. Voorbereidende werkzaamheden in het kader van het Nederlandse voorzitterschap moeten voorts leiden tot maatregelen op het vlak van de risicofinanciering De afronding van een aantal belangrijke richtinggevende documenten inzake groene overheidsopdrachten[6], standaardisering[7], en milieubelastende subsidies[8] moet de lidstaten en de Gemeenschap stimuleren om maatregelen te nemen op deze terreinen. Het handboek inzake groene overheidsopdrachten fungeert als basis voor de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten bij de opmaak van nationale actieplannen, de beoordeling van de vorderingen en de eventuele bepaling van gemeenschappelijke doelstellingen. Daarnaast wordt voortgewerkt aan de ontwikkeling en de invoering van milieuprestatiedoelstellingen voor belangrijke producten, diensten en processen. Ook wat de mondiale dimensie betreft, werd vooruitgang gemaakt met enerzijds de oprichting van een Patient Capital Initiative, een fonds ter ondersteuning van investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, en anderzijds internationaal overleg over exportkredieten en handelsovereenkomsten. Door de uitbouw van de ACS-EU-faciliteiten voor water en energie in het kader van het ontwikkelingsbeleid ontstaan aanzienlijke kansen voor milieutechnologieën. De ontwikkeling van informatiebronnen en het mobiliseren van betrokkenen moet nieuwe mogelijkheden bieden voor initiatieven inzake bewustmaking en doelgerichte opleiding. In de bijlagen bij dit document wordt meer informatie gegeven over de voortgang bij de tenuitvoerlegging van ETAP (bijlage I) en ervaringen en initiatieven van lidstaten die nuttig kunnen zijn voor de verdere tenuitvoerlegging van ETAP (bijlage II). 3. VOLGENDE STAPPEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN ETAP Om het gebruik van milieutechnologieën drastisch te doen stijgen, dient het beleid van de EU op dit vlak versterkt te worden: - De financiële instrumenten van de Gemeenschap moeten worden ingezet om de aanwending van risicokapitaal voor kennisgerelateerde activiteiten en innovaties op milieuvlak beter te promoten. Op die manier wordt zowel in de lidstaten als de hele EU de beschikbaarheid van durfkapitaal bevorderd voor KMO’s met een hoog groeipotentieel die dergelijke innovaties willen ontwikkelen. De EIB zou meer moeten doen om investeringen te bevorderen in milieu-innovatie en de verspreiding van milieutechnologieën in KMO’s. - De Commissie moet een prioriteit maken van de vaststelling van milieuprestatiedoelstellingen voor producten, processen en diensten. Voor de belangrijkste uitdagingen op het stuk van milieu, zoals klimaatverandering, lucht- en waterverontreiniging, efficiënt energieverbruik en afvalreductie, moeten dergelijke prestatiedoelstellingen worden vastgesteld. De traditionele normen waaraan groepen producten, processen en diensten moeten voldoen om op de markt te kunnen worden gebracht, moeten worden aangevuld met ambitieuze benchmarks inzake milieuprestaties. De milieuprestatiedoelstellingen moeten kunnen worden vastgesteld aan de hand van een praktisch mechanisme waarbij wordt voorzien in een periodieke herziening zodat klanten, bedrijven, overheden en financiers beschikken over een praktisch instrument om keuzes te maken en milieu-innovatie te promoten, zowel op lidstaat- als Gemeenschapsniveau. - De inspanningen om een test- en certificeringsysteem voor milieutechnologieën te ontwikkelen voor de hele EU moeten worden opgevoerd. Dankzij dit systeem zou aan producenten een certificaat kunnen worden toegekend voor innovaties en andere nieuwe technologieën die aan de vastgestelde milieuprestatiedoelstellingen voldoen. Dit certificeringsysteem moet klanten en bedrijven meer vertrouwen geven in nieuwe technologieën die op de markt worden gebracht. - De regels inzake staatssteun bieden reeds mogelijkheden om milieuvriendelijke investeringen te ondersteunen en streven naar gelijke concurrentievoorwaarden voor milieu-innovaties en milieuvriendelijke technologieën. De werkzaamheden voor de herziening van de richtsnoeren voor overheidssteun op milieugebied starten in de loop van 2005. In deze context zal worden onderzocht of dergelijke regels de ontwikkeling en marktintroductie van milieu-innovaties in voldoende mate bevorderen. - In het kader van het Actieplan inzake milieutechnologieën moeten aangepaste indicatoren worden ontwikkeld om de evolutie op het vlak van milieu-innovatie en de markt voor milieutechnologieën beter te monitoren. Deze indicatoren moeten zowel de marktontwikkelingen als de prestaties van de industrie in de EU op de markt in kaart brengen. Tevens moeten ze een weergave bieden van de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van het actieplan en van de milieu-efficiëntie van de economie in de EU. De indicatoren moeten worden ontwikkeld aan de hand van eerdere werkzaamheden van de Commissie (Eurostat) op het vlak van milieuboekhouding en milieu-efficiëntie-indicatoren. Ook de lidstaten hebben actieplannen voor milieu-innovatie opgesteld. De “beste praktijk” uit nationale actieprogramma’s of instrumenten vormen naast het beleid of de actieplannen van lidstaten een goede basis voor de uitwisseling van ervaringen, gezamenlijke acties of benchmarking ter ondersteuning van het actieplan van de EU. Om ten volle profijt te trekken uit de bestaande “beste praktijken” moet een aantal beslissende stappen worden genomen: - De lidstaten dienen voor eind 2005 een stappenplan op te stellen voor de tenuitvoerlegging van ETAP. Op basis van bestaande strategieën en actieplannen moeten in dit stappenplan concrete maatregelen en termijnen worden opgenomen. De “beste praktijk” uit de lidstaten kan worden gebruikt om benchmarks en aangepaste indicatoren op te stellen voor de ontwikkeling en het op de markt brengen van milieutechnologieën. De actieplannen kunnen vervolgens door de EU worden vastgesteld als basis voor de samenwerking tussen de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van ETAP. - De lidstaten nemen maatregelen om meer risicokapitaal vrij te maken voor milieu-innovaties en milieutechnologieën. Dit kan door investeringsfondsen op te richten die zich concentreren op milieu-innovatie en milieutechnologieën. Het groene investeringsfonds in Nederland en het Fonds d’investissements de l’environnement et de la maîtrise de l’énergie (FIDEME) in Frankrijk zijn goede voorbeelden van efficiënte instrumenten om risicokapitaal te mobiliseren voor de financiering van milieu-innovaties in KMO’s. - Er moeten nationale actieplannen worden opgesteld voor groene overheidsopdrachten. In deze plannen moeten naast doelstellingen en benchmarks voor het bevorderen van groene overheidsopdrachten, ook richtsnoeren en praktische hulpmiddelen voor instanties die overheidsopdrachten uitschrijven worden opgenomen. Zowel het handboek inzake groene overheidsopdrachten van de EU, als het groene aankoopbeleid en de groene actieplannen van Oostenrijk, Denemarken, Finland, Nederland, Zweden, en het Verenigd Koninkrijk bevatten goede voorbeelden voor het opstellen van dergelijke actieplannen. Er moet worden gezocht naar zinvolle verbanden tussen de actieplannen van de lidstaten en de milieuprestatiedoelstellingen voor producten, diensten en processen en het test- en certificeringsysteem voor milieutechnologieën dat op het niveau van de EU wordt overwogen. - Naar analogie met de afbakening van de prioriteiten in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (FP6), moeten de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's van de verschillende lidstaten en regio's, bijvoorbeeld via het ERA-NET, op elkaar worden afgestemd om fragmentatie en verlies van efficiëntie te vermijden. In 2005 zal de Commissie een bijeenkomst organiseren van de verantwoordelijken van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's om deze coördinatie op gang te brengen. De Europese Commissie zal verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van ETAP aan de Europese Raad in de lente van 2007, onder meer over de eerste resultaten van de samenwerking met de lidstaten. [1] Mededeling van de Commissie – ‘Stimulering van technologieën voor duurzame ontwikkeling: een Actieplan voor de Europese Unie inzake Milieutechnologieën’ (COM (2004) 38 def. van 28.1.2004). [2] Schoon, intelligent, concurrerend: De door milieu-efficiënte innovaties in het kader van het proces van Lissabon geboden mogelijkheden [3] Presentatie van Adrian Wilkes van het European Committee of Environmental Technologies Suppliers Associations op de Groene Week 2004, juni 2004. [4] Shimon Awerbuch, Exploiting the oil-GDP effect to support renewables deployment, januari 2005. [5] COM(2004) 366 def. [6] European Commission, Buying green! A handbook on environmental public procurement, Luxemburg 2004, niet verschenen in het Nederlands. [7] Mededeling van de Commissie - Integratie van milieuaspecten in de Europese normalisatie (COM (2004) 130 def.), van 25.2.2004. [8] OESO, Environmentally-harmful subsidies – policy issues and challenge, Parijs 2003.