Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004PC0122

    Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr 1036/2001

    /* COM/2004/0122 def. - ACC 2004/0043 */

    52004PC0122

    Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr 1036/2001 /* COM/2004/0122 def. - ACC 2004/0043 */


    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr 1036/2001

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    De instandhouding en het beheer van de Atlantische-tonijnbestanden in de Atlantische Oceaan en aangrenzende zeeën maakt deel uit van de verantwoordelijkheden van de Internationale Commissie voor de Instandhouding van Atlantische Tonijn en aanverwante soorten (ICCAT). De ICCAT draagt zorgt voor een goed beheer van de tonijnbestanden door het instellen van handelssancties tegen partijen die in strijd met haar maatregelen handelen. Als verdragsluitende partij bij de ICCAT dient de Gemeenschap ervoor te zorgen dat de aanbevelingen van de ICCAT op het gebied van handelssancties worden omgezet in communautair recht.

    Bij Verordening (EG) nr. 1036/2001 die op 22 mei 2001 werd vastgesteld, heeft de Gemeenschap de aanbeveling van de ICCAT omgezet met betrekking tot het verbod op de invoer van grootoogtonijn van oorsprong uit Belize, Cambodja, Equatoriaal-Guinea, Saint Vincent en de Grenadines en Honduras. Sindsdien zijn een aantal aanbevelingen met betrekking tot de invoer van dit product uit deze vijf landen en andere landen door de ICCAT vastgesteld. Bijgevolg moet in het communautair recht rekening worden gehouden met deze jongste laatstgenoemde aanbevelingen zoals hieronder beschreven.

    Tijdens de gewone vergadering van november 2002 heeft de ICCAT een aanbeveling aangenomen waarbij het verbod op de invoer door de verdragssluitende partijen van grootoogtonijn afkomstig uit Honduras in welke vorm dan ook wordt opgeheven met ingang van 3 juni 2003, en dit naar aanleiding van de door Honduras met de ICCAT ingestelde samenwerking en zijn toetreding tot deze organisatie.

    Tijdens deze vergadering heeft de ICCAT twee aanbevelingen aangenomen waarbij de invoer door de verdragsluitende partijen van grootoogtonijn afkomstig uit Bolivia en Sierra Leone, in welke vorm dan ook, wordt verboden met ingang van 3 juni 2003. Deze aanbevelingen werden tijdens de vergadering van de ICCAT van november 2003 gehandhaafd.

    De ICCAT heeft in november 2003 besloten het verbod op de invoer van grootoogtonijn uit Belize en Saint Vincent en de Grenadines, in welke vorm dan ook, door de verdragsluitende partijen op te heffen met ingang van 1 januari 2004.

    Tijdens deze vergadering heeft de ICCAT een aanbeveling aangenomen waarbij de invoer door de verdragsluitende partijen van grootoogtonijn afkomstig uit Georgië, in welke vorm dan ook, wordt verboden.

    Tijdens de vergaderingen van 2002 en 2003 werden de invoerverboden van toepassing op Cambodja en Equatoriaal-Guinea gehandhaafd.

    Sinds 14 november 1997 is de Europese Gemeenschap verdragsluitende partij bij de ICCAT, en krachtens de gemeenschappelijk handelspolitiek moeten deze invoerverboden op communautair niveau worden opgelegd. Zoals het geval was bij de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1036/2001 van de Raad is de Gemeenschap van oordeel dat deze maatregelen volledig compatibel zijn met haar verplichtingen krachtens de WTO, GATT-1994 artikel XX (g), dat voorziet in de mogelijkheid handelsmaatregelen toe te passen om uitputbare natuurlijke hulpbronnen te beschermen, en met artikel 2, lid 2, van bijlage V van de in Cotonou ondertekende ACS-EG-partnerschapsovereenkomst (Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone).

    Gezien de verschillende aanbevelingen van de ICCAT wordt voorgesteld Verordening (EG) nr. 1036/2001 van de Raad in te trekken en te vervangen door dit voorstel.

    2004/0043 (ACC)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1036/2001

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De visbestanden zijn een natuurlijke hulpbron die niet onuitputtelijk is en moeten dus in het belang van het biologisch evenwicht en de voedselzekerheid in de wereld worden beschermd.

    (2) De Internationale Commissie voor de Instandhouding van Atlantische Tonijn (ICCAT), waarbij de Europese Gemeenschap verdragsluitende partij is, heeft in 1998 Resolutie 98-18 aangenomen betreffende de illegale, niet-aangemelde en niet-reglementaire vangst van tonijn door grote schepen in de verdragszone.

    (3) De betrokken visbestanden kunnen door de leden van de ICCAT, van wie de vissers worden verplicht hun vangsten van Atlantische tonijn in te krimpen, slechts doeltreffend worden beheerd indien alle niet-leden die op Atlantische grootoogtonijn vissen met de ICCAT samenwerken en haar beschermings- en beheersmaatregelen naleven.

    (4) De ICCAT heeft Belize, Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea, Honduras, St. Vincent en de Grenadines en Sierra Leone aangewezen als landen waarvan de vangsten van Atlantische grootoogtonijn de maatregelen van de organisatie voor instandhouding van de soort in het gedrang brengen, en heeft haar vaststellingen gestaafd met gegevens betreffende vangsten, handel en activiteiten van vaartuigen.

    (5) De invoer van Atlantische grootoogtonijn van oorsprong uit Belize, Cambodja, Equatoriaal-Guinea, St. Vincent en de Grenadines en Honduras valt momenteel onder Verordening (EG) nr. 1036/2001 [1] van de Raad die de invoer van Atlantische grootoogtonijn uit deze vijf landen verbiedt.

    [1] PB L 145 van 31.05.2001, blz. 10.

    (6) De ICCAT heeft geconstateerd dat de samenwerking met Honduras voor de instandhouding van Atlantische grootoogtonijn is verbeterd. De ICCAT heeft op de jaarlijkse bijeenkomst in 2002 aanbevolen dat het verbod op de invoer van Atlantische grootoogtonijn, in welke vorm dan ook, dat door de overeenkomstsluitende partijen ten aanzien van Honduras werd toegepast, wordt opgeheven.

    (7) De ICCAT heeft geconstateerd dat de samenwerking met Belize en St. Vincent en de Grenadines voor de instandhouding van Atlantische grootoogtonijn is verbeterd. De ICCAT heeft op de jaarlijkse bijeenkomst in 2003 besloten dat de twee verboden op de invoer van producten van Atlantische grootoogtonijn van oorsprong uit deze twee landen, in welke vorm dan ook, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2004.

    (8) De pogingen van de ICCAT om Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone aan te sporen de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van Atlantische grootoogtonijn na te leven, hebben niets opgeleverd.

    (9) De ICCAT heeft de verdragsluitende partijen aanbevolen passende maatregelen te nemen voor de instelling van een invoerverbod voor producten van Atlantische grootoogtonijn, in welke vorm dan ook, van oorsprong uit Bolivia, Sierra Leone en Georgië, en de invoer van producten van Atlantische grootoogtonijn, in welke vorm dan ook, van oorsprong uit Cambodja en Equatoriaal-Guinea te blijven verbieden. Die maatregelen zullen worden opgeheven zodra wordt vastgesteld dat de betrokken landen hun visserij-activiteiten in overeenstemming met de maatregelen van de ICCAT hebben gebracht. Deze maatregelen dienen bijgevolg te worden uitgevoerd door de Gemeenschap, die een exclusieve bevoegdheid terzake heeft. Gezien de door de ICCAT vastgestelde kennisgevingstermijnen moet het invoerverbod voor deze producten van oorsprong uit Georgië niet eerder dan 1 juli 2004 in werking treden.

    (10) Omwille van de transparantie dient Verordening (EG) nr. 1036/2001 te worden ingetrokken en te worden vervangen door de onderhavige verordening.

    (11) Deze maatregelen zijn in overeenstemming met de verplichtingen van de Europese Gemeenschap op grond van andere internationale overeenkomsten.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening wordt verstaan onder «invoer »: de in artikel 4, de punten 15(a) en 15(b) en 16(a) tot en met 16(f), van Verordening (EEG) nr. 2913/92 [2] van de Raad bedoelde douaneprocedures.

    [2] PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

    Artikel 2

    1. De invoer in de Gemeenschap van Atlantische grootoogtonijn, (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone vallend onder de GN-codes ex 0301 99 90, 0302 34 00, 0303 44 00, ex 0304 10 38, ex 0304 10 98, ex 0304 20 45, ex 0304 90 97, ex 0305 20 00, ex 0305 30 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 80 en ex 0305 69 80, is verboden.

    2. De invoer van verwerkte producten op basis van de in lid 1 genoemde Atlantische grootoogtonijn en vallend onder codes ex 1604 14 11, ex 1604 14 16, ex 1604 14 18 en ex 1604 20 70, is verboden.

    3. De invoer in de Gemeenschap van Atlantische grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Georgië en vallend onder de GN-codes ex 0301 99 90, 0302 34 00, 0303 44 00, ex 0304 10 38, ex 0304 10 98, ex 0304 20 45, ex 0304 90 97, ex 0305 20 00, ex 0305 30 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 80 en ex 0305 69 80, is verboden.

    4. De invoer van verwerkte producten op basis van de in lid 3 genoemde Atlantische grootoogtonijn en vallend onder codes ex 1604 14 11, ex 1604 14 16, ex 1604 14 18 en ex 1604 20 70, is verboden.

    Artikel 3

    De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op de hoeveelheden van de in artikel 2 bedoelde producten van oorsprong uit Bolivia, Georgië en Sierra Leone waarvan ten genoegen van de bevoegde nationale autoriteiten kan worden aangetoond dat deze op de datum van inwerkingtreding van deze verordening naar het grondgebied van de Gemeenschap werden vervoerd, voorzover de genoemde hoeveelheden uiterlijk veertien dagen na die datum worden ingevoerd.

    Artikel 4

    Verordening (EG) nr. 1036/2001 wordt ingetrokken.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    De leden 3 en 4 van artikel 2 zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Top