Atlasiet eksperimentālās funkcijas, kuras vēlaties izmēģināt!

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 52003PC0297

    Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (gecodificeerde versie)

    /* COM/2003/0297 def. - CNS 2003/0104 */

    52003PC0297

    Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (gecodificeerde versie) /* COM/2003/0297 def. - CNS 2003/0104 */


    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (gecodificeerde versie)

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

    Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

    Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

    2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

    [1] COM(1987) 868 PV.

    3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

    [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

    Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

    Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

    4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees [3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

    [3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM (2001) 645 def.

    [4] Zie bijlage I bij dit voorstel.

    5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Verordening (EEG) nr. 2759/75 en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde verordening.

    2759/75 (aangepast)

    2003/0104 (CNS)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement [5],

    [5] PB C

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [6],

    [6] PB C

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees [7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd [8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

    [7] PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1365/2000 (PB L 156 van 29.6.2000, blz. 5).

    [8] Zie bijlage I.

    2759/75

    (2) De werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten moeten gepaard gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwbeleid, en dit beleid dient met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten te omvatten die verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de producten.

    (3) Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel de in artikel 33 van het Verdrag gestelde doeleinden te bereiken. Met name in de sector varkensvlees is het, teneinde de markten te stabiliseren en de betrokken landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, noodzakelijk dat maatregelen ter vergemakkelijking van de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt, alsmede interventiemaatregelen kunnen worden getroffen. Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van aankopen door de interventiebureaus. Er dient echter eveneens gebruik te worden gemaakt van de maatregelen tot steunverlening aan de particuliere opslag, aangezien deze de normale commercialisatie van de producten het minst beïnvloeden en de omvang van de aankopen door de interventiebureaus kunnen beperken. Daartoe dient met name een basisprijs te worden vastgesteld, bij het bereiken waarvan de interventiemaatregelen kunnen worden overwogen en dient te worden bepaald onder welke voorwaarden de interventie plaatsvindt.

    2759/75 (aangepast)

    (4) De totstandbrenging van één gemeenschappelijke markt in de sector varkensvlees brengt de instelling van een uniforme regeling van het handelsverkeer aan de buitengrenzen van de Gemeenschap mee.

    3290/94 Overweging (2) (aangepast)

    (5) De Gemeenschap heeft in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde na onderhandeling overeenstemming bereikt over een aantal overeenkomsten. Enkele van deze overeenkomsten, met name de Overeenkomst inzake de landbouw [9] (hierna "de Overeenkomst" te noemen), hebben betrekking op de landbouwsector.

    [9] PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.

    3290/94 Overweging (3) (aangepast)

    (6) De douanerechten die volgens de Overeenkomst van toepassing zijn op landbouwproducten, zijn vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief.

    3290/94 Overweging (4) (aangepast)

    (7) Met het oog op het behoud van een minimum aan bescherming tegen de nadelige marktconsequenties die het gevolg kunnen zijn van de tarificatie, is het in de Overeenkomst toegestaan om onder nauwkeurig bepaalde voorwaarden en uitsluitend voor de producten waarvoor de tarificatie geldt aanvullende douanerechten toe te passen.

    3290/94 Overweging (5) (aangepast)

    (8) De Overeenkomst voorziet in een zeer groot aantal tariefcontingenten in het kader van de "vigerende markttoegang" en de "minimummarkttoegang". De voorwaarden voor deze contingenten zijn uitvoerig gepreciseerd in de Overeenkomst. Gezien het grote aantal contingenten en met het oog op een zo efficiënt mogelijke toepassing, moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven deze contingenten te openen en te beheren , met name door te vereisen dat een invoercertificaat wordt overgelegd.

    3290/94 Overweging (9) (aangepast)

    (9) Op grond van de Overeenkomst mogen uitvoersubsidies nog slechts worden toegekend voor bepaalde daarin gedefinieerde groepen landbouwproducten. Voorts gelden voor de toekenning van uitvoersubsidies beperkingen wat betreft de hoeveelheden en de bedragen.

    3290/94 Overweging (11) (aangepast)

    (10) Voor het toezicht op de naleving van de beperkingen ten aanzien van de uitgevoerde hoeveelheden moet een betrouwbare en efficiënte bewakingsregeling worden ingevoerd. Daartoe moet worden bepaald dat uitvoerrestituties slechts worden toegekend bij overlegging van een uitvoercertificaat.

    3290/94 Overweging (12) (aangepast)

    (11) In de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees behoort de uitsluiting van het stelsel van het actieve veredelingsverkeer tot de uitsluitende bevoegdheid van de Raad. Het zou in de economische situatie die door de Overeenkomst is geschapen noodzakelijk kunnen blijken om snel te reageren op marktproblemen die uit de toepassing van het genoemde stelsel voortvloeien. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om dringende, tijdelijke maatregelen te treffen.

    2759/75 Overweging (11)

    (12) Uit de toepassing van maatregelen ter bestrijding van de verbreiding van veeziekten voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer kunnen moeilijkheden op de markt van een of meer lidstaten veroorzaken. Er dient te worden voorzien in de mogelijkheid tot het nemen van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt die ertoe strekken de situatie het hoofd te bieden.

    2759/75 Overweging (14) (aangepast)

    (13) Bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees moet gelijkelijk en op passende wijze rekening worden gehouden met de in de artikelen 33 en 131 van het Verdrag gestelde doeleinden.

    2759/75 Overweging (13)

    (14) De totstandbrenging van één gemeenschappelijke markt die berust op een stelsel van gemeenschappelijke prijzen zou door de toepassing van bepaalde steunmaatregelen in gevaar kunnen worden gebracht. Het is derhalve dienstig dat de bepalingen van het Verdrag die het mogelijk maken de door de lidstaten verleende steun te beoordelen en die steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden, van toepassing worden verklaard op de sector varkensvlees.

    (15) De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [10].

    [10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    2759/75 Overweging (15) (aangepast)

    (16) De uitgaven die de lidstaten verrichten op grond van de verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze verordening, overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid [11] komen voor rekening van de Gemeenschap,

    [11] PB L Ö 160 Õ van Ö 26.6.1999 Õ , blz. Ö 103 Õ.

    2759/75 (aangepast)

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    Werkingssfeer

    Artikel 1

    3906/87 art. 1, punt 1

    De gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees omvat een prijsregeling en een regeling van het handelsverkeer en geldt voor de volgende producten:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2759/75

    HOOFDSTUK II

    Prijsregeling

    2759/75 (aangepast)

    Artikel 2

    1. Teneinde de initiatieven van het betrokken bedrijfsleven aan te moedigen om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken, kunnen voor de in artikel 1 bedoelde producten de volgende communautaire maatregelen worden genomen:

    a) maatregelen die kunnen bijdragen tot een betere organisatie van de productie, de verwerking en de commercialisatie;

    b) maatregelen tot verbetering van de kwaliteit;

    c) maatregelen ertoe strekkende het opstellen van ramingen op korte en lange termijn mogelijk te maken aan de hand van gegevens betreffende de gebruikte productiemiddelen;

    d) maatregelen ertoe strekkende de waarneming van het prijsverloop op de markt te vergemakkelijken.

    2. De algemene voorschriften betreffende de in lid 1 bedoelde maatregelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 37 , lid 2, van het Verdrag.

    Artikel 3

    1. De volgende interventiemaatregelen kunnen worden genomen om een aanzienlijke daling van de prijzen te vermijden of in te perken:

    a) steunverlening aan de particuliere opslag;

    b) aankopen door interventiebureaus.

    2. Voor de producten bepaald volgens de regels van artikel 5, kan steun aan de particuliere opslag worden verleend.

    3906/87 art. 1, punt 2 (aangepast)

    3. Aankopen door de interventiebureaus hebben betrekking op hele of halve geslachte varkens, vers of gekoeld, van onderverdeling 0203 11 10 van de gecombineerde nomenclatuur en kunnen op buiken (ook buikspek), vers of gekoeld, van onderverdeling ex 0203 19 15, en spek, vers of gekoeld van onderverdeling ex 0209 00 11 betrekking hebben.

    2759/75

    Artikel 4

    1365/2000 art. 1, punt 1 (aangepast)

    1. De basisprijs voor vlees van varkens (huisdieren), aangeboden in hele of halve dieren, hierna te noemen «geslachte varkens», van de standaardkwaliteit wordt vastgesteld op 1 509,39 EUR/t.

    2. Naargelang van het gewicht en het aandeel mager vlees van geslachte varkens, die worden bepaald overeenkomstig artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 3220/84 van de Raad [12], wordt de standaardkwaliteit als volgt vastgesteld:

    [12] PB L 301 van 20.11.1984, blz. 1.

    a) geslachte dieren met een gewicht van 60 tot minder dan 120 kg: klasse E,

    b) geslachte dieren met een gewicht van 120 tot 180 kg: klasse R.

    2759/75 (aangepast)

    3. Wanneer de communautaire marktprijs van geslachte varkens, welke wordt vastgesteld op basis van de prijzen, waargenomen in elke lidstaat op de representatieve markten van de Gemeenschap en gewogen door middel van coëfficiënten die de relatieve betekenis van de varkensstapel van elke lidstaat uitdrukken, lager ligt dan 103% van de basisprijs en er mag worden verwacht dat hij op dat niveau zal blijven, kan tot interventiemaatregelen worden besloten.

    4. De door de lidstaten aangewezen interventiebureaus treffen de interventiemaatregelen met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5 , 6 en 7.

    1249/89 art. 1, punt 3 (aangepast)

    5. De Raad stelt, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, het communautaire indelingsschema voor geslachte varkens vast.

    6. Volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure:

    a) wordt besloten tot het nemen van de interventiemaatregelen en tot het beëindigen van de toepassing ervan;

    b) wordt de lijst van representatieve markten vastgesteld;

    c) worden de bepalingen ter uitvoering van dit artikel vastgesteld.

    2759/75

    Artikel 5

    1423/78 art. 1

    1. De aankoopprijs voor geslachte varkens van de standaardkwaliteit mag niet meer bedragen dan 92% en niet minder dan 78% van de basisprijs.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 2

    2. Voor andere producten van een standaardkwaliteit dan geslachte varkens worden de aankoopprijzen afgeleid van de aankoopprijs voor geslachte varkens, door toepassing van de verhouding tussen de handelswaarde van deze producten enerzijds en de handelswaarde van geslachte varkens anderzijds.

    2759/75 (aangepast)

    3. Voor de producten, andere dan die van de standaardkwaliteit, worden de aankoopprijzen afgeleid van de aankoopprijzen voor de desbetreffende standaardkwaliteiten, rekening houdend met de kwaliteitsverschillen ten opzichte van de standaardkwaliteit. Deze prijzen gelden voor welbepaalde kwaliteiten.

    4. Volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure:

    a) worden de producten vastgesteld waarop de interventiemaatregelen betrekking hebben alsmede, ten aanzien van de aankopen, de kwaliteiten van deze producten; voorts kunnen voor bepaalde gebieden van de Gemeenschap bepaalde gewichtscategorieën van de toepassing van de interventiemaatregelen worden uitgesloten, indien deze categorieën niet representatief zijn voor de kenmerken van de varkensproductie in deze gebieden;

    b) worden de aankoopprijzen en het bedrag van de steun aan de particuliere opslag vastgesteld;

    c) worden de uitvoeringsbepalingen van dit artikel vastgesteld, met name de voorwaarden voor aankoop en opslag van de producten waarop de in artikel 3 bedoelde interventiemaatregelen worden toegepast;

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 3 (aangepast)

    d) wordt de coëfficiënt vastgesteld die de in lid 2 van dit artikel bedoelde verhouding weergeeft.

    2759/75 (aangepast)

    Artikel 6

    1. De afzet van de door de interventiebureaus overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 aangekochte producten geschiedt onder zodanige voorwaarden dat verstoringen van de markt worden voorkomen en dat de kopers op voet van gelijkheid worden behandeld en gelijke toegang tot deze producten hebben.

    2. De wijze van toepassing van dit artikel, met name ten aanzien van de verkoopprijzen, de voorwaarden voor de uitslag en, in voorkomend geval, de verwerking van de producten die door de interventiebureaus werden aangekocht, wordt vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    Artikel 7

    1. Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene regels voor het verlenen van steun aan de particuliere opslag vast.

    2. De uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    HOOFDSTUK III

    Regeling van het handelsverkeer met derde landen

    Artikel 8

    1. Voor alle invoer in of uitvoer uit de Gemeenschap van de in artikel 1 bedoelde producten kan een in- of uitvoercertificaat verplicht worden gesteld.

    2. Het in- of uitvoercertificaat wordt, onverminderd de bepalingen voor de toepassing van de artikelen 11 en 13, door de lidstaten afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap.

    3. Het in- of uitvoercertificaat is geldig in de hele Gemeenschap. De afgifte van deze certificaten is afhankelijk van het stellen van een zekerheid, als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot in- of uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat; deze zekerheid wordt, behalve in geval van overmacht, geheel of gedeeltelijk verbeurd als de transactie niet of slechts ten dele binnen deze termijn wordt uitgevoerd.

    4. De geldigheidsduur van het in- of uitvoercertificaat en de overige bepalingen voor de toepassing van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4

    Artikel 9

    Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening gelden voor de in artikel 1 bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.

    Artikel 10

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    1. Om de nadelen voor de markt van de Gemeenschap die het gevolg kunnen zijn van de invoer van bepaalde in artikel 1 genoemde producten, te voorkomen of te beperken, wordt bij de invoer van een of meer van deze producten tegen het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde recht een aanvullend invoerrecht toegepast, indien wordt voldaan aan voorwaarden die voortvloeien uit artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw tenzij de invoer de markt van de Gemeenschap niet dreigt te verstoren en de gevolgen niet in verhouding zouden staan tot het beoogde doel.

    2. De prijzen beneden welke een aanvullend invoerrecht kan worden opgelegd, zijn die welke door de Gemeenschap aan de Wereldhandelsorganisatie worden doorgegeven.

    De hoeveelheden die moeten worden overschreden voor de toepassing van een aanvullend invoerrecht, worden met name vastgesteld op basis van de invoer in de Gemeenschap tijdens de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de in lid 1 bedoelde nadelen zich voordoen of zich dreigen voor te doen.

    De cif-invoerprijzen worden daartoe geverifieerd op basis van de representatieve prijzen voor het desbetreffende product op de wereldmarkt of op de communautaire invoermarkt voor het product.

    3. De invoerprijzen die in aanmerking dienen te worden genomen voor de toepassing van een aanvullend invoerrecht, worden vastgesteld op basis van de cif-invoerprijzen van de zending in kwestie.

    4. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure. Deze bepalingen hebben met name betrekking op:

    a) de producten waarop aanvullende invoerrechten worden toegepast overeenkomstig artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw;

    b) de overige criteria die noodzakelijk zijn om te waarborgen dat lid 1 wordt toegepast overeenkomstig artikel 5 van genoemde Overeenkomst.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    Artikel 11

    1. De tariefcontingenten voor de in artikel 1 bedoelde producten die voortvloeien uit de overeenkomsten die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde zijn gesloten, worden geopend en beheerd volgens bepalingen die worden vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    2. De contingenten kunnen worden beheerd volgens een van de onderstaande methoden, dan wel door middel van een combinatie van deze methoden:

    a) op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel «wie het eerst komt, het eerst maalt»);

    b) evenredige verdeling van de hoeveelheden waarom bij de indiening is verzocht (de zogeheten methode van het gelijktijdige onderzoek);

    c) rekening houdend met de traditionele handelsstromen (de zogeheten methode van de traditionele en de nieuwe marktdeelnemers).

    Andere passende methoden kunnen worden vastgesteld.

    Deze methoden moeten elke vorm van discriminatie tussen de betrokken marktdeelnemers voorkomen.

    3. In de vastgestelde beheersmethode wordt, indien zulks passend is, rekening gehouden met de voorzieningsbehoeften van de markt van de Gemeenschap en met de noodzaak het evenwicht op deze markt te vrijwaren, waarbij kan worden uitgegaan van de methoden die in het verleden zijn gehanteerd voor contingenten die overeenkomen met de in lid 1 bedoelde contingenten, onverminderd de rechten die voortvloeien uit de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten overeenkomsten.

    4. De in lid 1 bedoelde bepalingen voorzien in de opening van de contingenten op jaarbasis en, waar nodig, op passende wijze gespreid; zij bevatten, zo nodig:

    a) de bepalingen die de aard, de herkomst en de oorsprong van het product waarborgen;

    b) bepalingen betreffende de erkenning van het document aan de hand waarvan de onder a) bedoelde waarborgen kunnen worden gecontroleerd;

    c) de voorwaarden voor de afgifte en de geldigheidsduur van de invoercertificaten.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    Artikel 12

    1. Wanneer een aanmerkelijke prijsstijging op de markt van de Gemeenschap wordt waargenomen, kan, indien de mogelijkheid bestaat dat deze toestand voortduurt en deze markt als gevolg daarvan verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan, de in lid 4 bedoelde maatregel worden genomen.

    2. Van een aanmerkelijke prijsstijging in de zin van lid 1 is sprake wanneer na een algemene evaluatie van de prijzen in alle regio's van de Gemeenschap het gemiddelde van de op de representatieve markten van de Gemeenschap van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2123/89 van de Commissie [13] voor geslachte varkens waargenomen prijzen hoger ligt dan het gemiddelde van deze prijzen dat is vastgesteld voor de voorafgaande drie verkoopseizoenen, van 1 juli tot en met 30 juni, eventueel aangepast op grond van de cyclische ontwikkeling van deze prijzen, waarbij dit gemiddelde wordt vermeerderd met het verschil tussen genoemd gemiddelde en het gemiddelde van de basisprijzen die van kracht waren gedurende de betrokken periode, rekening houdend met iedere wijziging van de basisprijs ten opzichte van die welke resulteert uit het gemiddelde van genoemde periode.

    [13] PB L 203 van 15.7.1989, blz. 23.

    3. De situatie van aanmerkelijke prijsstijging duurt mogelijk voort in de zin van lid 1 wanneer er geen evenwicht is tussen aanbod en vraag van varkensvlees en dit gebrek aan evenwicht van duurzame aard is vanwege met name:

    a) de conjuncturele ontwikkeling van het aantal dekkingen en van de prijs van biggen,

    b) de enquêtes en ramingen uit hoofde van Richtlijn 93/23/EEG van de Raad [14],

    [14] PB L 149 van 21.6.1993, blz. 1.

    c) de te verwachten ontwikkeling van de marktprijzen voor geslachte varkens.

    4. Wanneer aan de voorwaarde van de leden 1, 2 en 3 is voldaan, kan volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure worden besloten de invoerrechten geheel of gedeeltelijk op te schorten. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden zo nodig volgens dezelfde procedure vastgesteld.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    Artikel 13

    1. Voorzover nodig om de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten op basis van de wereldmarktprijzen van deze producten mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, kan het verschil tussen deze prijzen en de prijzen van de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

    2. Voor de toewijzing van de hoeveelheden die met restitutie kunnen worden uitgevoerd, wordt gekozen voor de methode die:

    a) het best past bij de aard van het product en de situatie van de betrokken markt, zodat de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk kunnen worden gebruikt, rekening houdend met de doeltreffendheid en de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap, doch zonder dat dit leidt tot discriminatie tussen kleine en grote marktdeelnemers;

    b) rekening houdend met de eisen van het beheer, de minste administratieve belasting voor de marktdeelnemers met zich brengt;

    c) discriminatie tussen de betrokken marktdeelnemers vermijdt.

    3. De restitutie is voor de hele Gemeenschap gelijk. Zij kan variëren naar gelang van de bestemming, indien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten dat noodzakelijk maakt of maken.

    De restituties worden volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure vastgesteld. Deze vaststelling vindt, behalve in geval van inschrijving, met name periodiek plaats.

    4. De lijst van producten waarvoor een restitutie bij uitvoer wordt toegekend en het bedrag van deze restitutie worden ten minste eens in de drie maanden vastgesteld. De restituties kunnen echter langer dan drie maanden op hetzelfde niveau gehandhaafd worden en ook, indien nodig, op verzoek van een lidstaat of op haar eigen initiatief door de Commissie worden gewijzigd.

    5. Bij de vaststelling van de restituties worden de volgende punten in aanmerking genomen:

    a) de situatie en de vooruitzichten:

    - van de prijzen en de beschikbaarheid van de producten van de sector varkensvlees op de markt van de Gemeenschap,

    - van de prijzen van de producten van de sector varkensvlees op de wereldmarkt;

    b) het belang storingen die het evenwicht tussen aanbod en vraag op de markt van de Gemeenschap langdurig kunnen verstoren, te vermijden;

    c) het economische aspect van de overwogen uitvoer;

    d) begrenzingen die voortvloeien uit overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

    Bij de vaststelling van de restitutie wordt bovendien rekening gehouden met de noodzaak een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van basisproducten uit de Gemeenschap voor uitvoer van verwerkte producten naar derde landen en het gebruik van tot het zogeheten veredelingsverkeer toegelaten producten uit deze landen.

    Voorts wordt voor de berekening van de restitutie voor de in artikel 1 bedoelde producten rekening gehouden met het verschil tussen de prijzen in de Gemeenschap enerzijds en op de wereldmarkt anderzijds, van de hoeveelheid voedergranen die in de Gemeenschap noodzakelijk is voor de productie van 1 kg varkensvlees en rekening houdend, voor wat betreft de andere producten dan geslachte varkens, met de in artikel 5, lid 2, bedoelde coëfficiënten.

    6. De in lid 1 bedoelde prijs in de Gemeenschap wordt vastgesteld rekening houdend met:

    a) de prijzen in de diverse handelsstadia in de Gemeenschap;

    b) de prijzen bij uitvoer.

    7. De in lid 1 bedoelde prijzen op de wereldmarkt worden vastgesteld rekening houdend met:

    a) de prijzen op de markten van derde landen;

    b) de gunstigste prijzen bij invoer uit derde landen, in de derde landen van bestemming;

    c) de bij de productie vastgestelde prijzen in de uitvoerende derde landen, in voorkomend geval rekening houdend met de door deze landen toegekende subsidies;

    d) de aanbiedingsprijzen franco grens van de Gemeenschap.

    8. De restitutie wordt uitsluitend toegekend op aanvraag en na overlegging van het uitvoercertificaat.

    9. De restitutie bij uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten is het bedrag dat geldt op de dag van de aanvraag van het certificaat en, wat een gedifferentieerde restitutie betreft, de restitutie die op diezelfde dag geldt:

    a) voor de op het certificaat aangegeven bestemming of, eventueel,

    b) voor de werkelijke bestemming, indien deze verschilt van de op het certificaat aangegeven bestemming. In dat geval mag het toepasselijke bedrag niet hoger zijn dan het bedrag dat geldt voor de op het certificaat vermelde bestemming.

    Er kunnen passende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van de flexibiliteit waarin dit lid voorziet.

    10. Voor de in artikel 1 bedoelde producten waarvoor restituties worden toegekend in het kader van voedselhulpacties, kan volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure van de bepalingen in de leden 8 en 9 worden afgeweken.

    11. De restitutie wordt betaald wanneer is aangetoond dat de producten:

    a) uit de Gemeenschap zijn uitgevoerd;

    b) van oorsprong uit de Gemeenschap zijn, behoudens in geval van toepassing van lid 12;

    c) in geval van een gedifferentieerde restitutie, de op het certificaat aangegeven bestemming of een andere bestemming waarvoor een restitutie is vastgesteld, hebben bereikt, onverminderd lid 9 , onder b). Er kan echter volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure in afwijkingen van deze regel worden voorzien, mits voorwaarden worden gesteld die gelijkwaardige waarborgen bieden.

    12. Bij de uitvoer van uit derde landen ingevoerde en opnieuw naar derde landen uitgevoerde producten als bedoeld in artikel 1, wordt geen restitutie verleend, behoudens wanneer de exporteur aantoont dat:

    a) het uit te voeren product en het van tevoren ingevoerde product identiek zijn en

    b) alle invoerrechten bij de invoer van dit product geheven zijn.

    In dit geval is de restitutie voor elk product gelijk aan het bij invoer geheven recht indien dit lager ligt dan de restitutie die van toepassing is; indien het bij invoer geheven recht hoger ligt dan de toepasselijke restitutie, is de restitutie gelijk aan deze laatstgenoemde restitutie.

    13. De inachtneming van de maxima met betrekking tot de hoeveelheden, voortvloeiend uit de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, wordt gewaarborgd op basis van de uitvoercertificaten die worden afgegeven uit hoofde van de daarin vermelde referentieperiodes voor de betrokken producten. Wat betreft de inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten overeenkomsten, doet het aflopen van een referentieperiode geen afbreuk aan de geldigheidsduur van de uitvoercertificaten.

    14. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, inclusief de bepalingen betreffende de herverdeling van de niet toegewezen of niet benutte hoeveelheden die voor uitvoer in aanmerking komen, worden vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    3290/94 art. 2 en Bijlage X, I, punt 4 (aangepast)

    Artikel 14

    1. Voorzover nodig voor de goede werking van de gemeenschappelijke marktordening in de sector varkensvlees, kan de Raad op voorstel van de Commissie volgens de stemprocedure van artikel 37 , lid 2, van het Verdrag in bijzondere gevallen de in artikel 1 bedoelde producten die bestemd zijn voor de vervaardiging van de in dat zelfde artikel bedoelde producten, geheel of gedeeltelijk uitsluiten van de regeling actief veredelingsverkeer.

    2. In afwijking van lid 1 besluit de Commissie, indien de in lid 1 bedoelde situatie zich uitzonderlijk dringend laat aanzien en de communautaire markt verstoord wordt of verstoord dreigt te worden door de regeling actief of passief veredelingsverkeer, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief over de noodzakelijke maatregelen, die aan de Raad en aan de lidstaten worden meegedeeld, niet langer dan zes maanden geldig mogen blijven en onmiddellijk van toepassing zijn. Wanneer bij de Commissie een dergelijk verzoek van een lidstaat wordt ingediend, beslist zij hierover binnen een week na ontvangst van het verzoek.

    3. Iedere lidstaat kan binnen een week volgende op de dag waarop van het besluit van de Commissie mededeling wordt gedaan, dit besluit aan de Raad voorleggen. De Raad kan, met gekwalificeerde meerderheid, het besluit van de Commissie bevestigen, wijzigen of intrekken. Indien de Raad binnen drie maanden geen besluit heeft genomen, wordt het besluit van de Commissie geacht te zijn ingetrokken.

    Artikel 15

    1. De algemene bepalingen voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de bijzondere regels voor de toepassing ervan gelden voor de indeling van de onder deze verordening vallende producten; de tariefnomenclatuur die voortvloeit uit deze verordening wordt overgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief.

    2. Behoudens andersluidende bepalingen die in deze verordening of ter uitvoering van een van de bepalingen daarvan zijn vastgesteld, zijn in het handelsverkeer met derde landen verboden:

    a) de toepassing van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht en

    b) de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking.

    Artikel 16

    1. Als in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 bedoelde producten als gevolg van de invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan die de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat de verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is.

    De Raad stelt op voorstel van de Commissie volgens de steunprocedure van artikel 37 , lid 2, van het Verdrag de algemene uitvoeringsbepalingen van dit lid vast en bepaalt in welke gevallen en binnen welke grenzen de lidstaten conservatoire maatregelen kunnen treffen.

    2. Als de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, beslist de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief over de noodzakelijke maatregelen, die aan de lidstaten worden meegedeeld en die onmiddellijk van toepassing zijn. Als bij die Commissie een dergelijk verzoek van een lidstaat wordt ingediend, beslist zij hierover binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek.

    3. Iedere lidstaat kan de maatregel van de Commissie binnen drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling daarvan aan de Raad voorleggen. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betreffende maatregel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen.

    4. De bepalingen van dit artikel worden toegepast met inachtneming van de verplichtingen op grond van de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 , lid 2, van het Verdrag.

    2759/75

    HOOFDSTUK IV

    Algemene bepalingen

    2759/75 Artikel 19 (aangepast)

    Artikel 17

    De in artikel 1 genoemde goederen waarin producten welke noch in artikel 23 , lid 2, noch in artikel 24 , lid 1, van het Verdrag zijn bedoeld, verwerkt zijn, of die uit zodanige producten zijn verkregen, worden niet toegelaten tot het vrije verkeer binnen de Gemeenschap.

    1473/86 art. 1 (aangepast)

    Artikel 18

    Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het intracommunautaire handelsverkeer of van het handelsverkeer met derde landen, die zouden kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van veeziekten te bestrijden, kunnen volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt van het gebied of van de lidstaat die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen kunnen slechts worden getroffen in de mate en voor het tijdvak die strikt noodzakelijk zijn voor de ondersteuning van deze markt.

    2759/75 Artikel 21 (aangepast)

    Artikel 19

    Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening zijn de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing op de productie van en de handel in de in artikel 1 genoemde producten.

    2759/75 Artikel 22 (aangepast)

    Artikel 20

    De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens.

    De wijze waarop deze gegevens worden medegedeeld en verspreid, wordt vastgesteld volgens de in artikel 22 , lid 2 , bedoelde procedure.

    2759/75 Artikel 26 (aangepast)

    Artikel 21

    Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 33 en 131 van het Verdrag gestelde doeleinden.

    1365/2000 art. 1, punt 4 (aangepast)

    Artikel 22

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité van beheer voor varkensvlees , hierna «comité» te noemen.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op één maand vastgesteld.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    2759/75 Artikel 25

    Artikel 23

    Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat, aan de orde wordt gesteld.

    Artikel 24

    Verordening (EEG) nr. 2759/75 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

    2759/75 Artikel 29 (aangepast)

    Artikel 25

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    2759/75

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, [...]

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    [...]

    BBLAGE I

    Ingetrokken verordening en de achtereenvolgende wijzigingen daarvan

    Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 9) //

    Verordening (EEG) nr. 367/76 van de Raad (PB L 45 van 21.2.1976, blz. 1) //

    Verordening (EEG) nr. 1423/78 van de Raad (PB L 171 van 28.6.1978, blz. 19) //

    Verordening (EEG) nr. 2966/80 van de Commissie (PB L 307 van 18.11.1980, blz. 5) // uitsluitend artikel 4

    Verordening (EEG) nr. 3768/85 van de Raad (PB L 362 van 31.12.1985, blz. 8) // uitsluitend punt 14 van de bijlage

    Verordening (EEG) nr. 1473/86 van de Raad (PB L 133 van 21.5.1986, blz. 36) //

    Verordening (EEG) nr. 1475/86 van de Raad (PB L 133 van 21.5.1986, blz. 39) // uitsluitend wat de verwijzing in artikel 1 naar artikel 9, lid 1, onder a) van Verordening (EEG) nr. 2759/75 betreft

    Verordening (EEG) nr. 3906/87 van de Raad (PB L 370 van 30.12.1987, blz. 11) // uitsluitend artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 1249/89 van de Raad (PB L 129 van 11.5.1989, blz. 12) //

    Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Raad (PB L 349 van 31.12.1994, blz. 105) // uitsluitend bijlage X, I

    Verordening (EG) nr. 1365/2000 van de Raad (PB L 156 van 29.6.2000, blz. 5) //

    _____________

    BIJLAGE II

    CONCORDANTIETABEL

    Verordening (EEG) nr. 2759/75 // De onderhavige verordening

    Artikel 1, lid 1 // Artikel 1

    Artikel 2, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 2, lid 1, onder a)

    Artikel 2, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 2, lid 1, onder b)

    Artikel 2, eerste alinea, derde streepje // Artikel 2, lid 1, onder c)

    Artikel 2, eerste alinea, vierde streepje // Artikel 2, lid 1, onder d)

    Artikel 2, tweede alinea // Artikel 2, lid 2

    Artikel 3, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 3, lid 1, onder a)

    Artikel 3, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 3, lid 1, onder b)

    Artikel 3, tweede alinea // Artikel 3, lid 2

    Artikel 3, derde alinea // Artikel 3, lid 3

    Artikel 4, lid 1, eerste alinea // Artikel 4, lid 1

    Artikel 4, lid 1, tweede alinea, eerste streepje // Artikel 4, lid 2, onder a)

    Artikel 4, lid 1, tweede alinea, tweede streepje // Artikel 4, lid 2, onder b)

    Artikel 4, lid 2 // Artikel 4, lid 3

    Artikel 4, lid 3 // Artikel 4, lid 4

    Artikel 4, lid 5 // Artikel 4, lid 5

    Artikel 4, lid 6, eerste streepje // Artikel 4, lid 6, onder a)

    Artikel 4, lid 6, tweede streepje // Artikel 4, lid 6, onder b)

    Artikel 4, lid 6, derde streepje // Artikel 4, lid 6, onder c)

    Artikel 5 // Artikel 5

    Artikel 6 // Artikel 6

    Artikel 7 // Artikel 7

    Artikel 8, lid 1, eerste alinea // Artikel 8, lid 1

    Artikel 8, lid 1, tweede alinea // Artikel 8, lid 2

    Artikel 8, lid 1, derde alinea // Artikel 8, lid 3

    Artikel 8, lid 2 // Artikel 8, lid 4

    Artikel 9 // Artikel 9

    Artikel 10 // Artikel 10

    Artikel 11, lid 1 // Artikel 11, lid 1

    Artikel 11, lid 2, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder a)

    Artikel 11, lid 2, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder b)

    Artikel 11, lid 2, eerste alinea, derde streepje // Artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder c)

    Artikel 11, lid 2, tweede alinea // Artikel 11, lid 2, tweede alinea

    Artikel 11, lid 2, derde alinea // Artikel 11, lid 2, derde alinea

    Artikel 11, leden 3 en 4 // Artikel 11, leden 3 en 4

    Artikel 12 // Artikel 12

    Artikel 13, leden 1 en 2 // Artikel 13, leden 1 en 2

    Artikel 13, lid 3, eerste en tweede alinea // Artikel 13, lid 3

    Artikel 13, lid 3, derde alinea // Artikel 13, lid 4

    Artikel 13, lid 4 // Artikel 13, lid 5

    Artikel 13, lid 5, eerste alinea // Artikel 13, lid 6

    Artikel 13, lid 5, tweede alinea // Artikel 13, lid 7

    Artikel 13, lid 6 // Artikel 13, lid 8

    Artikel 13, lid 7 // Artikel 13, lid 9

    Artikel 13, lid 8 // Artikel 13, lid 10

    Artikel 13, lid 9, eerste streepje // Artikel 13, lid 11, onder a)

    Artikel 13, lid 9, tweede streepje // Artikel 13, lid 11, onder b)

    Artikel 13, lid 9, derde streepje // Artikel 13, lid 11, onder c)

    Artikel 13, lid 10, eerste alinea, eerste streepje // Artikel 13, lid 12, eerste alinea, onder a)

    Artikel 13, lid 10, eerste alinea, tweede streepje // Artikel 13, lid 12, eerste alinea, onder b)

    Artikel 13, lid 10, tweede alinea // Artikel 13, lid 12, tweede alinea

    Artikel 13, lid 11 // Artikel 13, lid 13

    Artikel 13, lid 12 // Artikel 13, lid 14

    Artikel 14 // Artikel 14

    Artikel 15, lid 1 // Artikel 15, lid 1

    Artikel 15, lid 2, eerste streepje // Artikel 15, lid 2, onder a)

    Artikel 15, lid 2, tweede streepje // Artikel 15, lid 2, onder b)

    Artikel 16 // Artikel 16

    Artikel 19 // Artikel 17

    Artikel 20 // Artikel 18

    Artikel 21 // Artikel 19

    Artikel 22 // Artikel 20

    Artikel 26 // Artikel 21

    Artikel 24 // Artikel 22

    Artikel 25 // Artikel 23

    Artikel 27 // __________

    Artikel 28 // __________

    ___________ // Artikel 24

    Artikel 29 // Artikel 25

    Bijlage // __________

    ___________ // Bijlage I

    ___________ // Bijlage II

    Augša