This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52003AG0034
Common Position (EC) No 34/2003 of 20 March 2003 adopted by the Council, acting in accordance with the procedure referred to in Article 251 of the Treaty establishing the European Community, with a view to adopting a directive of the European Parliament and of the Council coordinating the procurement procedures of entities operating in the water, energy, transport and postal services sectors
Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 34/2003 van 20 maart 2003, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening en vervoer (richtlijn nutsbedrijven)
Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 34/2003 van 20 maart 2003, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening en vervoer (richtlijn nutsbedrijven)
PB C 147E van 24.6.2003, p. 137–258
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 34/2003 van 20 maart 2003, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening en vervoer (richtlijn nutsbedrijven)
Publicatieblad Nr. C 147 E van 24/06/2003 blz. 0137 - 0258
Gemeenschappelijk Standpunt (EG) nr. 34/2003 vastgesteld door de Raad van 20 maart 2003 met het oog op de aanneming van de Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van...houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening en vervoer en postdiensten (2003/C 147 E/02) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95, Gezien het voorstel van de Commissie(1), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2), Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3), Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4), Overwegende hetgeen volgt: (1) Aangezien er nieuwe wijzigingen worden aangebracht in Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie(5), welke wijzigingen nodig zijn in antwoord op de vereenvoudigings- en moderniseringseisen die zowel de aanbestedende diensten als de ondernemers hebben gesteld in hun antwoorden op het op 27 november 1996 door de Commissie aangenomen Groenboek, dient ter wille van de duidelijkheid tot omwerking van deze richtlijn in één tekst te worden overgegaan. (2) Een belangrijke reden voor de invoering van regels houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in deze sectoren is het feit dat de nationale overheid op velerlei wijze invloed op het gedrag van deze diensten kan uitoefenen, met name door deelneming in het kapitaal of vertegenwoordiging in de directie of in de bestuurs- of toezichtsorganen. (3) Een andere belangrijke reden waarom een coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten door de in deze sectoren werkzame diensten noodzakelijk is, is gelegen in het gesloten karakter van de markten waarop zij werkzaam zijn als gevolg van het bestaan van door de nationale overheid verleende bijzondere of uitsluitende rechten voor de bevoorrading, de terbeschikkingstelling of de exploitatie van de netten die de betreffende dienst verrichten. (4) De Gemeenschapswetgeving en met name Verordeningen van de Raad (EEG) nr. 3975/87 van 14 december 1987 tot vastelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchthavenvervoer(6) en (EEG) nr. 3976/87 van 14 december 1987 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer(7), zijn erop gericht meer mededinging tot stand te brengen tussen de luchtvaartmaatschappijendienst. Bijgevolg behoeven deze diensten niet in deze richtlijn te worden opgenomen. Gezien de huidige mededinging in het communautaire zeevervoer zou het ook niet gepast zijn de regels van deze richtlijn ook voor de opdrachten in deze sector te doen gelden. (5) Het toepassingsgebied van Richtlijn 93/38/EEG omvat thans bepaalde opdrachten die door aanbestedende diensten in de telecommunicatiesector worden geplaatst. Met het oog op de openstelling van de telecommunicatiesector is een regelgevingskader vastgesteld, zoals bedoeld in het vierde verslag over de tenuitvoerlegging van het regelgevingspakket voor de telecommunicatiesector van 25 november 1998. Een van de gevolgen hiervan is de invoering van een daadwerkelijke mededinging in deze sector geweest, zowel rechtens als feitelijk. Ter informatie en rekening houdend met deze situatie, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 8 ervan een lijst(8) van telecommunicatiediensten bekendgemaakt die reeds van de werkingssfeer van de genoemde richtlijn kunnen worden uitgesloten. Nog meer vorderingen zijn bevestigd in het zevende verslag over de tenuitvoerlegging van het regelgevingspakket voor de telecommunicatiesector van 26 november 2001. Het is derhalve niet meer nodig de aankopen van de dienst(en) die in deze sector werkzaam zijn te reglementeren. (6) Derhalve behoeft het speciale, bij Richtlijn 90/531/EEG van de Raad van 17 september 1990 betreffende de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie ingestelde Raadgevende comité voor overheidsopdrachten in de telecommunicatiesector niet meer in stand te worden gehouden(9). (7) Het verdient echter aanbeveling de evolutie van de telecommunicatiemarkt te blijven volgen en de situatie opnieuw te bezien wanneer wordt vastgesteld dat een echte mededinging in deze sector niet meer aanwezig is. (8) Richtlijn 93/38/EEG sluit aankopen van spraaktelefonie-, telex-, mobiele radiotelefonie-, semafoondiensten en telecommunicatiediensten per satelliet van het toepassingsgebied uit. Deze uitzonderingen zijn ingevoerd om rekening te houden met het feit dat dergelijke diensten in een bepaalde geografische zone vaak slechts door één leverancier konden worden geleverd, aangezien er geen daadwerkelijke mededinging was en er bijzondere of uitsluitende rechten waren verleend. Door de invoering van een echte mededinging in de telecommunicatiesector is voor deze uitzonderingen geen grond meer. Dergelijke telecommunicatiediensten moeten derhalve in het toepassingsgebied van deze richtlijn worden opgenomen. (9) De procedures voor de plaatsing van opdrachten die door de in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten werkzame diensten worden gehanteerd, maken een coördinatie noodzakelijk die gebaseerd is op de consequenties van de artikelen 14, 28 en 49 EG-Verdrag en artikel 97 Euratom-Verdrag, dat wil zeggen de beginselen van gelijke behandeling, waarvan het beginsel van niet-discriminatie een bijzondere uiting is, van het beginsel van wederzijdse erkenning, van het beginsel van evenredigheid en van het beginsel van doorzichtigheid, alsmede op een openstelling van de opdrachten voor mededinging. Deze coördinatie moet, zonder aan de genoemde beginselen afbreuk te doen, een kader voor loyale handelspraktijken scheppen en ruimte laten voor de grootst mogelijke soepelheid. (10) Gezien de noodzaak te zorgen voor een werkelijke openstelling van de markt en voor een evenwichtige toepassing van de aanbestedingsvoorschriften in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, dienen de betreffende diensten op een andere wijze te worden omschreven dan door verwijzing naar hun rechtsvorm. Er moet derhalve voor worden gezorgd dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gelijke behandeling van de aanbestedende dienst(en) uit de overheidssector en die uit de particuliere sector. Bovendien moet er overeenkomstig met artikel 295 van het Verdrag ook voor worden gezorgd dat de regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet wordt gelaten. (11) De lidstaten dienen erop toe te zien dat deelname van een publiekrechtelijk lichaam als inschrijver op een overheidsopdracht geen concurrentieverstorende gevolgen heeft voor particuliere inschrijvers. (12) Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap moeten de eisen inzake milieubescherming geïntegreerd worden in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 3 van genoemd Verdrag, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling. In deze richtlijn wordt derhalve aangegeven hoe de aanbestedende diensten aan de bescherming van het milieu en het bevorderen van duurzame ontwikkeling kunnen bijdragen, met de verzekering dat die diensten voor die opdrachten tegelijk de beste prijs-kwaliteitverhouding kunnen verkrijgen. (13) Geen enkele bepaling in deze richtlijn belet dat maatregelen worden voorgeschreven of toegepast die noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare zedelijkheid, orde of veiligheid, de volksgezondheid, het leven van mensen en dieren of de bescherming van planten, in het bijzonder met het oog op duurzame ontwikkeling, op voorwaarde dat deze maatregelen in overeenstemming zijn met het Verdrag. (14) De Raad heeft bij Besluit 94/800/EG van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, met betrekking tot de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten(10), namens de Gemeenschap onder meer zijn goedkeuring gehecht aan de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna "Overeenkomst" genoemd, welke ten doel heeft een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen op het gebied van overheidsopdrachten tot stand te brengen met het oog op een verdere liberalisering en uitbreiding van de wereldhandel. Gezien de internationale rechten en verplichtingen die voor de Gemeenschap uit de aanvaarding van deze Overeenkomst voortvloeien, gelden voor de inschrijvers en producten uit derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, de regelingen van de Overeenkomst. Deze Overeenkomst is niet rechtstreeks toepasselijk. Derhalve dienen de in de Overeenkomst bedoelde aanbestedende dienst(en) die zich aan deze richtlijn houden en die dezelfde bepalingen toepassen ten aanzien van de ondernemers van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, aldus de Overeenkomst na te leven. Deze richtlijn dient de ondernemers van de Gemeenschap ook even gunstige voorwaarden voor deelneming aan overheidsopdrachten te garanderen als die welke gelden voor de ondernemers van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend. (15) Voordat met de procedure voor het plaatsen van een opdracht wordt begonnen, mogen de aanbestedende diensten, met gebruikmaking van een "technische dialoog", bij het opstellen van het bestek advies vragen of aanvaarden, op voorwaarde dat een dergelijk advies niet tot uitschakeling van de mededinging leidt. (16) Gezien de verscheidenheid aan overheidsopdrachten voor werken, moet de aanbestedende dienst kunnen kiezen tussen gescheiden en gemeenschappelijke gunning van de uitvoering en de planning van de werken. Met de richtlijn wordt niet beoogd om een gemeenschappelijke of een afzonderlijke gunning voor te schrijven. Het besluit of een gescheiden of een gemeenschappelijke gunning van de opdracht plaatsvindt, zou moeten worden gebaseerd op kwalitatieve en economische criteria, die in de nationale wetgevingen bepaald kunnen worden. Een overeenkomst wordt alleen geacht een opdracht voor werken te zijn indien zij specifiek betrekking heeft op de in bijlage XII bedoelde activiteiten, zelfs indien de opdracht de verrichting van andere voor die activiteiten benodigde diensten omvat. Opdrachten voor diensten, waaronder diensten inzake eigendomsbeheer, kunnen onder bepaalde omstandigheden ook werken omvatten. Indien dergelijke werken ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de overeenkomst van bijkomende aard zijn en daarvan een mogelijk uitvloeisel zijn of daarop een aanvulling vormen, is het feit dat die werken deel uitmaken van de overeenkomst geen reden om de overeenkomst als een opdracht voor werken aan te merken. Om de waarde van een overheidsopdracht voor werken te ramen, is het dienstig om als basis te nemen de waarden van de werken zelf alsmede de geraamde waarde van de eventuele leveringen en diensten die de aanbestedende diensten ter beschikking stellen van de contractanten, voorzover deze diensten of leveringen nodig zijn voor de uitvoering van de werken in kwestie. In deze alinea wordt met "diensten" bedoeld: de diensten die door de aanbestedende diensten middels hun eigen personeel worden geleverd. Overigens gelden voor de berekening van de waarde van overheidsopdrachten voor diensten, die al dan niet ter beschikking zullen worden gesteld van een contractant met het oog op de uitvoering van werken, de op overheidsopdrachten voor diensten toepasselijke regels. (17) Zowel met het oog op de toepassing van de procedurevoorschriften van deze richtlijn als voor controledoeleinden wordt de dienstensector het best omschreven door deze diensten onder te verdelen in categorieën die met bepaalde posten van een gemeenschappelijke indeling overeenkomen en deze bijeen te brengen in twee bijlagen, XVII A en XVII B, naar gelang van de regeling waaraan zij onderworpen zijn. Wat de in bijlage XVII B bedoelde diensten betreft, mogen de relevante bepalingen in deze richtlijn geen afbreuk doen aan de toepassing van specifieke voorschriften voor de desbetreffende diensten. (18) Wat de opdrachten voor diensten betreft, moet gedurende een overgangsperiode de volledige toepassing van deze richtlijn worden beperkt tot de opdrachten waarvoor deze bepalingen de mogelijkheden tot uitbreiding van het verkeer over de grenzen heen ten volle garanderen. De opdrachten voor andere diensten moeten gedurende deze overgangsperiode worden gevolgd, alvorens wordt besloten deze richtlijn daarop volledig toe te passen. In dit verband dient het controlemechanisme te worden omschreven. Dit mechanisme dient terzelfder tijd de betrokkenen toegang tot de relevante informatie te verzekeren. (19) Het is noodzakelijk belemmeringen voor de vrije dienstverrichting te vermijden. Derhalve kunnen dienstverrichters natuurlijke personen of rechtspersonen zijn. Deze richtlijn laat evenwel de toepassing, op nationaal niveau, van de voorschriften inzake de voorwaarden voor de uitoefening van een werkzaamheid of van een beroep onverlet, voorzover deze voorschriften verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. (20) Een aantal nieuwe elektronische aankooptechnieken is in voortdurende ontwikkeling. Deze technieken maken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen, met name door de besparing van tijd en kosten die het gebruik van deze technieken met zich meebrengt. De aanbestedende diensten kunnen gebruikmaken van elektronische aankooptechnieken mits de bepalingen van deze richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen. Daartoe kan de indiening van een inschrijving, met name in het kader van een kaderovereenkomst of met het oog op de toepassing van een dynamisch aankoopsysteem, de vorm aannemen van de elektronische catalogus van de inschrijver, wanneer deze de door de aanbestedende dienst in overeenstemming met artikel 48 gekozen communicatiemiddelen gebruikt. (21) Gezien de zich snel uitbreidende elektronische aankoopsystemen moeten nu reeds adequate voorschriften worden opgesteld zodat de aanbestedende diensten ten volle profijt kunnen trekken van de mogelijkheden die deze systemen bieden. Met het oog hierop moeten geheel elektronische dynamische aankoopsystemen voor de aankoop van leveringen of diensten voor regelmatig gebruik worden gedefinieerd, en moeten er specifieke voorschriften worden vastgesteld voor het opzetten en de werking van dergelijke systemen teneinde een eerlijke behandeling te garanderen van elke ondernemer die eraan deel wenst te nemen. Elke ondernemer die een indicatieve inschrijving indient die voldoet aan het bestek en zelf voldoet aan de selectiecriteria, moet van een dergelijk systeem gebruik kunnen maken. Dankzij deze aankooptechniek kunnen de aanbestedende diensten een lijst van reeds geselecteerde inschrijvers opstellen en deze openstellen voor nieuwe inschrijvers, en zo beschikken over een buitengewoon groot scala van inschrijvingen - dankzij de gebruikte elektronische middelen - en er aldus voor zorgen dat de overheidsgelden op basis van een brede concurrentie optimaal benut worden. (22) Aangezien de techniek van de elektronische veilingen wellicht uitbreiding zal nemen, moet een communautaire definitie van deze veilingen worden gegeven en een specifiek regelgevend kader worden ingesteld om te waarborgen dat de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie volledig in acht worden genomen; daartoe moet worden gestipuleerd dat elektronische veilingen slechts betrekking hebben op opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvoor nauwkeurige specificaties kunnen worden opgesteld. Met datzelfde doel kan worden bepaald dat de respectieve klassering van de inschrijvers op ieder moment van de elektronische veiling moet kunnen worden vastgesteld. Dankzij het gebruik van elektronische veilingen kunnen de aanbestedende diensten de inschrijvers vragen een nieuwe verlaagde prijs in te dienen en, wanneer de opdracht wordt gegund aan de economisch voordeligste inschrijving, ook andere elementen van de inschrijvingen dan de prijs te verbeteren. Niettemin mogen met het oog op de eerbiediging van het transparantiebeginsel alleen die elementen worden verbeterd die automatisch langs elektronische weg zonder betrokkenheid van de aanbestedende dienst kunnen worden beoordeeld. Daartoe moeten deze elementen kwantificeerbaar zijn in cijfers of in percentages. (23) In de lidstaten zijn bepaalde centrale aankooptechnieken ontwikkeld. Verscheidene aanbestedende dienst(en) zijn belast met het verrichten van aankopen of het gunnen van overheidsopdrachten/het sluiten van raamovereenkomsten voor andere aanbestedende diensten. Door de omvang van de aankopen maken deze technieken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen. Er moet dus worden voorzien in een communautaire definitie van voor aanbestedende dienst(en) werkende aankoopcentrales. Tevens moeten de voorwaarden worden vastgesteld waaronder aanbestedende dienst(en) die met eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie en het gelijkheidsbeginsel via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, kunnen worden geacht de bepalingen van deze richtlijn te hebben nageleefd. (24) Teneinde rekening te houden met de bestaande verschillen in de lidstaten moeten zij zelf kunnen kiezen of zij bepalen dat de aanbestedende dienst(en) gebruik kunnen maken van aankoopcentrales, dynamische aankoopsystemen en elektronische veilingen als omschreven en geregeld bij deze richtlijn. (25) Er dient een passende definitie te worden opgesteld voor het begrip bijzondere en uitsluitende rechten. Deze definitie heeft tot gevolg dat het feit dat wanneer een dienst voor de aanleg van netten of voor de installatie van haven- en luchthavenvoorzieningen gebruik kan maken van een onteigeningsprocedure, ofwel delen van het net op, in of boven de openbare weg kan aanbrengen, dit op zichzelf geen bijzonder of uitsluitend recht vormt in de zin van deze richtlijn. Het feit dat een dienst die drinkwater, elektriciteit, gas of verwarming aan een net levert dat zelf door een dienst wordt geëxploiteerd waaraan door een bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, vormt op zichzelf geen bijzonder of uitsluitend recht in de zin van deze richtlijn. Ook rechten die door een lidstaat aan een beperkt aantal ondernemingen zijn toegekend op basis van objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria die eenieder die daaraan voldoet de mogelijkheid bieden van deze rechten gebruik te maken, kunnen niet worden aangemerkt als bijzondere of uitsluitende rechten. (26) De aanbestedende dienst(en) dienen gemeenschappelijke aanbestedingsvoorschriften voor hun werkzaamheden met betrekking tot water toe te passen en deze regels dienen eveneens van toepassing te zijn wanneer aanbestedende diensten in de zin van deze richtlijn aanbestedingen uitschrijven voor hun werkzaamheden in verband met projecten op het gebied van waterhuishouding, bevloeiing, drainage, alsmede verwijdering en behandeling van afvalwater. De voorschriften als die welke zijn voorgesteld voor opdrachten voor leveringen zijn echter ongeschikt voor de aankoop van water, gezien de noodzaak zich te bevoorraden bij bronnen in de nabijheid van de plaats van gebruik. (27) Bepaalde dienst(en) die een openbare busdienst verzorgen waren reeds van het toepassingsgebied van Richtlijn 93/38/EEG uitgesloten; dergelijke dienst(en) dienen ook van het toepassingsgebied van deze richtlijn te worden uitgesloten. Om te voorkomen dat er een groot aantal regelingen ontstaan die alleen voor bepaalde sectoren van toepassing zijn, dient de algemene procedure, bedoeld om rekening te houden met de gevolgen van de openstelling voor mededinging, ook van toepassing te zijn op alle dienst(en) die andere busvervoerdiensten aanbieden dan die welke krachtens artikel 2, lid 4, van Richtlijn 93/38/EEG buiten het toepassingsgebied van die richtlijn vallen. (28) In verband met de voortschrijdende openstelling van de postdiensten van de Gemeenschap voor mededinging en het feit dat deze diensten zowel door aanbestedende diensten, overheidsbedrijven als andere ondernemingen via een netwerk worden geleverd, is het dienstig te bepalen dat opdrachten geplaatst door aanbestedende dienst(en) die postdiensten aanbieden, onderworpen zijn aan de voorschriften van de onderhavige richtlijn, inclusief die van artikel 30, welke de toepassing van de in overweging 9 bedoelde beginselen vrijwaren en tegelijkertijd een kader voor loyale handelspraktijken scheppen en een grotere flexibiliteit verschaffen dan mogelijk is op grond van het bepaalde in Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van...(11). Voor de vaststelling van de beoogde activiteiten moeten de definities van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst(12) in aanmerking worden genomen. Ongeacht hun rechtspositie zijn dienst(en) die postdiensten leveren momenteel niet onderworpen aan de regels van Richtlijn 93/38/EEG. De aanpassing van de aanbestedingsprocedures aan deze richtlijn zou voor deze dienst(en) dan ook meer tijd kunnen vergen dan voor dienst(en) die reeds aan deze regels onderworpen zijn en hun procedures slechts hoeven aan te passen aan de bij deze richtlijn aangebrachte wijzigingen. Derhalve moet voorzien worden in de mogelijkheid om de toepassing van de richtlijn uit te stellen om de nodige aanpassingen te kunnen verrichten. Gezien de uiteenlopende situaties waarin bedoelde dienst(en) zich bevinden, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om voor de toepassing van deze richtlijn een overgangsperiode vast te stellen voor aanbestedende dienst(en) die actief zijn op het gebied van postdiensten. (29) Opdrachten kunnen worden gegund om te voorzien in verscheidene noodzakelijke activiteiten waarvoor verschillende wettelijke regelingen kunnen gelden. Er dient duidelijk te worden gesteld dat de wettelijke regeling die van toepassing is op een enkele opdracht ter dekking van verschillende activiteiten, onderworpen is aan de regels voor de activiteit waarvoor ze in hoofdzaak bedoeld was. Voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld was, kan worden vastgesteld aan de hand van een analyse van de behoeften waarin de specifieke opdracht moet voorzien, uitgevoerd door de aanbestedende dienst met de bedoeling de waarde van de opdracht te ramen en de aanbestedingsdocumenten op te stellen. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij aankoop van een enkel stuk uitrusting voor de voortzetting van activiteiten waarvoor gegevens zouden ontbreken om een raming van de respectieve gebruikspercentages te kunnen maken, kan het objectief onmogelijk zijn vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld is. Er moet worden bepaald welke regels in dergelijke gevallen van toepassing zijn. (30) Onverminderd de internationale rechten en verplichtingen van de Gemeenschap dient de tenuitvoerlegging van deze richtlijn te worden vereenvoudigd, met name door de drempels te vereenvoudigen en door de bepalingen inzake de aan de deelnemers te verstrekken informatie betreffende de beslissingen in verband met de procedures voor het plaatsen van de opdrachten en de resultaten daarvan, voor alle aanbestedende dienst(en) te laten gelden, ongeacht de sector waarin zij werkzaam zijn. Voorts is het, rekening houdend met de monetaire unie, wenselijk drempels in euro vast te stellen. Derhalve dienen de drempels in euro op zodanige wijze te worden vastgesteld dat de toepassing van deze bepalingen wordt vereenvoudigd en tegelijkertijd de in de Overeenkomst bepaalde drempels, die in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt, in acht worden genomen. In verband daarmee dient dus ook te worden voorzien in een periodieke herziening van de in euro uitgedrukte drempels, teneinde deze indien nodig aan te passen naar gelang van de eventuele negatieve schommelingen van de waarde van de euro ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht. De drempels voor de prijsvragen dienen gelijk te zijn aan die voor de opdrachten voor diensten. (31) Er moet een regeling komen voor gevallen waarin deze richtlijn niet noodzakelijk van toepassing dient te zijn om redenen van staatsveiligheid of vertrouwelijkheid of als gevolg van de toepasselijkheid van specifieke aanbestedingsregels, b.v. aanbestedingsregels uit hoofde van internationale overeenkomsten, aanbestedingsregels betreffende de legering van strijdkrachten, of regels die door internationale organisaties zijn vastgesteld. (32) Sommige opdrachten voor diensten, leveringen en werken, toegekend aan een verbonden onderneming waarvan de voornaamste activiteit erin bestaat deze diensten, leveringen of werken te verrichten voor de groep waarvan zij deel uitmaakt en niet op de markt te verhandelen, moeten worden uitgesloten. Ook bepaalde opdrachten voor diensten, leveringen en werken die een aanbestedende dienst plaatst bij een gemeenschappelijke onderneming, bestaande uit verscheidene aanbestedende dienst(en), voor de uitoefening van de onder deze richtlijn vallende activiteiten, en waar zij zelf deel van uitmaakt, dienen van het toepassingsgebeid van deze richtlijn te worden uitgesloten. Er dient evenwel te worden voorkomen dat deze uitsluiting leidt tot verstoringen van de mededinging ten gunste van de ondernemingen of gemeenschappelijke onderneming die verbonden zijn met de aanbestedende dienst(en); er dient te worden voorzien in adequate regels, met name wat betreft de grenzen tot welke de ondernemingen een deel van hun omzet op de markt mogen halen en waarboven zij de mogelijkheid tot overheidsopdrachten zonder oproep tot mededinging verliezen, de samenstelling van de gemeenschappelijke ondernemingen en de stabiliteit van de betrekkingen tussen deze gemeenschappelijke ondernemingen en de aanbestedende dienst(en) waaruit zij bestaan. (33) In de context van diensten vertonen overeenkomsten met betrekking tot de verwerving of huur van gronden, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken dan wel de rechten hierop bijzondere kenmerken, waardoor het niet passend is daarop aanbestedingsvoorschriften toe te passen. (34) Diensten van arbitrage en bemiddeling worden meestal verricht door instanties of personen die worden aangewezen of gekozen op een wijze die niet door aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld. (35) Conform de overeenkomst omvatten de in deze richtlijn bedoelde financiële diensten niet de opdrachten met betrekking tot de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, met name niet verrichtingen om de aanbestedende diensten van geld of kapitaal te voorzien. (36) Deze richtlijn dient slechts het verlenen van diensten te bestrijken voor zover deze op opdrachten berusten (37) Krachtens artikel 163 van het Verdrag is het stimuleren van onderzoek en technologische ontwikkeling een van de middelen om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie in de Gemeenschap te versterken en het openstellen van overheidsopdrachten draagt tot de verwezenlijking van die doelstelling bij. Op de medefinanciering van onderzoeksprogramma's heeft deze richtlijn geen betrekking. Derhalve vallen buiten deze richtlijn andere opdrachten voor diensten voor onderzoek en ontwikkeling dan die waarvan de resultaten in hun geheel toekomen aan de aanbestedende dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, voor zover de dienstverrichting volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond. (38) (13) Om te voorkomen dat er een groot aantal regelingen ontstaan die alleen voor bepaalde sectoren van toepassing zijn, verdient het aanbeveling de thans geldende speciale regelingen van artikel 3 van Richtlijn 93/38/EEG en artikel 12 van het Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen(14) met betrekking tot dienst(en) die een geografisch gebied exploiteren voor de prospectie of de winning van aardolie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen, te vervangen door een algemene procedure waarmee sectoren die rechtstreeks aan mededinging blootstaan worden vrijgesteld. Er moet echter voor worden gezorgd dat dit gebeurt zonder afbreuk te doen aan Beschikking 93/676/EEG van de Commissie van 10 december 1993(15), waarbij wordt vastgesteld dat de exploitatie van geografische gebieden met het oogmerk van prospectie of winning van aardolie of gas in Nederland niet een relevante activiteit vormt in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), punt i), van Richtlijn 90/531/EEG van de Raad en dat de dienst(en) welke deze activiteit uitoefenen in Nederland niet geacht worden in aanmerking te komen voor bijzondere of uitsluitende rechten in de zin van artikel 2, lid 3, onder b), van deze richtlijn(16) en Beschikking 97/367/EG van de Commissie van 30 mei 1997 waarin wordt vastgesteld dat de exploitatie van geografische gebieden met het oogmerk van prospectie of winning van aardolie of gas in het Verenigd Koninkrijk geen activiteit is in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), punt i), van Richtlijn 93/38/EEG en dat de dienst(en) die een zodanige activiteit uitoefenen in het Verenigd Koninkrijk niet worden geacht bijzondere of uitsluitende rechten te genieten in de zin van artikel 2, lid 3, onder b), van deze richtlijn(17) en Beschikking 2002/205/EG van de Commissie van 4 maart 2002 ingevolge het verzoek van Oostenrijk om gebruik te maken van de speciale regeling van artikel 3 van Richtlijn 93/38/EEG. (39) Deze richtlijn dient niet van toepassing te zijn op contracten betreffende in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten noch op prijsvragen georganiseerd om een dergelijke activiteit voort te zetten indien de activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks blootstaat aan mededinging op markten waar de toegang niet beperkt is. Het verdient derhalve aanbeveling een procedure in te voeren die voor alle onder deze richtlijn vallende sectoren geldt, zodat met de gevolgen van de huidige of van een toekomstige openstelling voor mededinging rekening wordt gehouden. Een dergelijke procedure moet de betrokken diensten rechtszekerheid en een passende besluitvormingsprocedure bieden, die er op korte termijn voor zorgt dat het Gemeenschapsrecht op dit gebied op uniforme wijze wordt toegepast. (40) De rechtstreekse blootstelling aan de mededinging moet worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke eigenschappen van de betrokken sector. De uitvoering en de toepassing van de passende communautaire wetgeving waarmee een bepaalde sector of een deel ervan wordt opengesteld, worden als voldoende beschouwd voor het vermoeden van vrije toegang tot de betreffende markt. Een dergelijke passende wetgeving dient te worden omschreven in een bijlage die door de Commissie kan worden bijgewerkt. Wanneer de vrije toegang tot een markt niet uit de implementatie van de passende communautaire wetgeving voortvloeit, moet worden aangetoond dat deze toegang rechtens en feitelijk vrij is. In dit verband geldt de toepassing door een lidstaat van een richtlijn, zoals Richtlijn 94/22/EG waarbij een sector voor mededing wordt opengesteld, op een andere sector, b.v. de kolensector, als een omstandigheid waarmee rekening moet worden gehouden voor de toepassing van artikel 30. (41) De door aankopers opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld in termen van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese - of bij ontstentenis daarvan naar de nationale - norm, inschrijvingen op basis van andere gelijkwaardige oplossingen die voldoen aan de voorschriften van de aanbestedende diensten en die qua veiligheid gelijkwaardig zijn, door de aanbestedende diensten in overweging worden genomen. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. De aanbestedende dienst(en) moeten iedere beslissing dat er geen sprake is van gelijkwaardigheid, kunnen motiveren. Aanbestedende diensten die in de technische specificatie van een bepaalde opdracht milieueisen wensen op te nemen, kunnen de milieukenmerken en/of het milieueffect van specifieke productgroepen of diensten voorschrijven. Zij kunnen, zonder dat daartoe een verplichting bestaat, de passende specificaties gebruiken die zijn omschreven in milieukeuren, zoals de Europese milieukeur, (pluri-)nationale milieukeuren of een andere milieukeur indien de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld en aangenomen op grond van wetenschappelijke gegevens via een proces waaraan de betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties, kunnen deelnemen en indien de keur toegankelijk en beschikbaar is voor alle betrokken partijen. (42) Om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten te bevorderen, moeten bepalingen over onderaanneming worden opgenomen. (43) De uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht zijn met de richtlijn verenigbaar indien zij niet direct of indirect discriminerend zijn en indien zij in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt of in het bestek worden vermeld. Zij kunnen met name ten doel hebben de beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te bestrijden of het milieu te beschermen. Als voorbeeld kan worden verwezen naar de verplichtingen om voor de uitvoering van de opdracht langdurig werkzoekenden aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of jongeren te voorzien, om inhoudelijk de belangrijkste verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) na te leven indien deze niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal gehandicapten aan te werven. (44) Tijdens de uitvoering van de opdracht zijn zowel de nationale als de communautaire wetten, regelingen en collectieve overeenkomsten inzake sociale zekerheid en veiligheid van kracht, op voorwaarde dat deze regels en hun toepassing in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht. Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers van een lidstaat ter verwezenlijking van een opdracht in een andere lidstaat diensten verrichten, zijn in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten(18) de minimumvoorwaarden bepaald waaraan het land van ontvangst ten aanzien van deze ter beschikking gestelde werknemers moet voldoen. Indien het nationaal recht daartoe strekkende bepalingen bevat, kan niet-naleving van die verplichtingen worden beschouwd als een ernstige fout of een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van de betrokken ondernemer, hetgeen kan leiden tot uitsluiting van deze ondernemer van de procedure voor de gunning van een opdracht. (45) Gezien de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en de vereenvoudigingen die deze voor de bekendmaking van opdrachten en uit het oogpunt van doeltreffendheid en doorzichtigheid van de aanbestedingsprocedures kunnen meebrengen, dienen elektronische middelen te worden gelijkgesteld met de klassieke middelen voor communicatie en informatie-uitwisseling. Het middel en de technologie waarvoor wordt gekozen, moeten zoveel mogelijk met de in de andere lidstaten gebruikte technieken verenigbaar zijn. (46) Door het gebruik van elektronische middelen wordt tijd bespaard. Bijgevolg dienen de minimale termijnen bij gebruik van deze elektronische middelen te worden verkort, op voorwaarde echter dat deze met de op communautair niveau toegepaste wijzen van doorgifte verenigbaar zijn. Er moet echter op worden toegezien dat het gecumuleerde effect van het korter maken van de termijnen niet tot te korte termijnen leidt. (47) Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen(19) en Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt(20) dienen in het kader van deze richtlijn op de doorgifte van informatie door middel van elektronische middelen te worden toegepast. De procedures voor overheidsopdrachten en de regels voor prijsvragen voor diensten vereisen een hoger niveau van veiligheid en vertrouwelijkheid dan het bij die richtlijnen vereiste niveau. Middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming, verzoeken om erkenning, alsmede plannen en ontwerpen moeten daarom voldoen aan specifieke aanvullende eisen. Voorts kan het bestaan van vrijwillige accreditatieregelingen een gunstig kader vormen voor de verbetering van het niveau van de voor deze middelen verrichte certificatiedienst. (48) De deelnemers aan een procedure voor de gunning van opdrachten dienen in kennis te worden gesteld van besluiten om kaderovereenkomsten te sluiten of een overeenkomst te gunnen of van de procedure af te zien, binnen termijnen die kort genoeg zijn om de indiening van verzoeken om herziening niet onmogelijk te maken; deze informatie dient derhalve zo spoedig mogelijk te worden gegeven, in het algemeen binnen 15 dagen nadat het besluit is genomen. (49) Er moet worden gestipuleerd dat de aanbestedende dienst(en) hun selectiecriteria in een openbare procedure en volgens objectieve regels en criteria moeten vaststellen, zoals ook de selectiecriteria bij de niet-openbare procedures en de procedures van gunning via onderhandelingen objectief moeten zijn. Aan deze objectieve regels en criteria hoeft niet per se een relatief gewicht te worden toegekend. (50) Het is van belang rekening te houden met de jurisprudentie van het Hof van Justitie wanneer een ondernemer zich in zijn verzoek tot inschrijving beroept op de economische, financiële of technische capaciteiten van andere dienst(en), ongeacht de juridische aard van de band tussen de ondernemer en die dienst(en), om aan de selectiecriteria te voldoen of, in de context van erkenningsregelingen, ter ondersteuning van zijn aanvraag tot erkenning. In het laatste geval moet de ondernemer bewijzen dat hij gedurende de totale looptijd van zijn inschrijving daadwerkelijk over deze middelen beschikt. Met het oog op deze erkenning kan een aanbestedende dienst in dat geval een aantal vereisten formuleren waaraan voldaan moet worden, met name bijvoorbeeld, wanneer deze ondernemer zich beroept op de financiële capaciteit van een andere dienst, de - indien nodig solidaire - betrokkenheid van laatstgenoemde dienst. Erkenningsregelingen moeten werken volgens objectieve regels en criteria die, naar keuze van de aanbestedende dienst(en), de capaciteit van de ondernemingen kunnen betreffen en/of de kenmerken van de werken, leveringen of diensten waarop de regeling betrekking heeft. Met het oog op erkenning mogen aanbestedende diensten eigen tests doen om de kenmerken van de betrokken werken, leveringen en diensten te beoordelen, met name wat compatibiliteit en veiligheid betreft. (51) De communautaire voorschriften inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten of andere titels zijn van toepassing, wanneer voor deelneming aan een aanbestedingsprocedure of aan een prijsvraag voor diensten een bepaalde beroepsbekwaamheid wordt vereist. (52) In bepaalde gevallen waarin de aard van de werken en/of de diensten de toepassing van milieubeheermaatregelen of -systemen bij de uitvoering van de overheidsopdracht rechtvaardigt, kan de toepassing van dergelijke maatregelen of systemen verlangd worden. Ongeacht of deze milieubeheersystemen overeenkomstig de communautaire instrumenten zoals Verordening (EG) nr. 761/2001 (EMAS)(21) geregistreerd zijn, kunnen zij uitwijzen of een ondernemer over de technische capaciteit beschikt om de opdracht uit te voeren. Voorts dient een beschrijving van de maatregelen die de ondernemer toepast om hetzelfde milieubeschermingsniveau te waarborgen, als alternatief bewijs aanvaard te worden in plaats van de geregistreerde milieubeheersystemen. (53) Voorkomen moet worden dat overheidsopdrachten worden gegund aan ondernemers die hebben deelgenomen aan een criminele organisatie of die zich schuldig hebben gemaakt aan omkoping, aan fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap, of aan het witwassen van geld. Echter, gegeven het feit dat overheidsdiensten die geen aanbestedende diensten zijn geen toegang hebben tot onweerlegbaar bewijsmateriaal ter zake, moeten deze aanbestedende diensten kunnen kiezen of zij de uitsluitingscriteria van artikel 45, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG al dan niet toepassen. De verplichting artikel 45, lid 1, toe te passen, moet derhalve worden beperkt tot de aanbestedende dienst(en) die aanbestedende diensten zijn. De aanbestedende diensten verzoeken in voorkomend geval de aanvragers van een erkenning, gegadigden of inschrijvers om passende documenten en kunnen, in geval van twijfel over de persoonlijke situatie van deze ondernemers, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat om medewerking verzoeken. Zulke ondernemers moeten worden uitgesloten zodra de aanbestedende dienst kennis heeft van een overeenkomstig het nationale recht uitgesproken en in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing met betrekking tot dergelijke strafbare feiten. De niet-naleving van de milieuwetgeving of van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, ten aanzien waarvan een onherroepelijk vonnis of een beslissing met vergelijkbare werking wegens onwettige afspraken is uitgesproken, kan als een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van de ondernemer of als een ernstige fout worden beschouwd, indien het nationale recht daartoe strekkende bepalingen bevat. (54) De gunning van de opdracht dient te geschieden op basis van objectieve criteria waarbij het discriminatieverbod en de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling in acht worden genomen en de beoordeling van de inschrijvingen onder voorwaarden van daadwerkelijke mededinging wordt gegarandeerd. Derhalve mogen twee gunningscriteria worden toegepast, namelijk het criterium van de "laagste prijs" en het criterium van de "economisch voordeligste inschrijving". Teneinde de inachtneming van het beginsel van gelijke behandeling bij de gunning van opdrachten te waarborgen, moet worden voorzien in de door de jurisprudentie bevestigde verplichting om de nodige transparantie te garanderen teneinde iedere inschrijver de mogelijkheid te bieden redelijkerwijs kennis te nemen van de criteria en de nadere regelingen die zullen worden toegepast ter bepaling van de economisch voordeligste inschrijving. Daarom dienen de aanbestedende diensten tijdig de gunningscriteria en het relatieve gewicht van elk van deze criteria aan te geven zodat de ondernemers er bij de opstelling van hun inschrijving kennis van hebben. De aanbestedende dienst(en) kunnen in naar behoren gemotiveerde gevallen, die zij moeten kunnen toelichten, afzien van de vermelding van het relatieve gewicht van de gunningscriteria, wanneer dat relatieve gewicht niet vooraf kan worden bepaald, met name wegens de complexiteit van de opdracht. In die gevallen moeten zij de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid vermelden. Wanneer de aanbestedende dienst(en) besluiten om de opdracht te gunnen aan de economisch voordeligste inschrijving, gaan zij na welke inschrijving de beste prijskwaliteitverhouding biedt. Daartoe stellen zij economische en kwalitatieve criteria vast, die het over het geheel genomen mogelijk maken om de voor de aanbestedende dienst economisch voordeligste inschrijving te bepalen. Bij de vaststelling van deze criteria wordt rekening gehouden met het voorwerp van de opdracht, aangezien de criteria het mogelijk moeten maken het prestatieniveau van iedere inschrijving in verhouding tot het in de technische specificaties omschreven voorwerp van de opdracht te beoordelen, en de prijs-kwaliteitverhouding van iedere inschrijving te bepalen. Met het oog op het waarborgen van een gelijke behandeling moeten de gunningscriteria de mogelijkheid bieden de inschrijvingen te vergelijken en op een objectieve manier te beoordelen. Indien deze voorwaarden zijn vervuld, bieden economische en kwalitatieve gunningscriteria, bijvoorbeeld criteria betreffende de vervulling van milieueisen, de aanbestedende dienst de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de in de specificaties voor de opdracht vermelde behoeften van het betrokken openbare lichaam. Onder dezelfde voorwaarden kan een aanbestedende dienst criteria gebruiken die ertoe strekken te voldoen aan sociale eisen, waardoor met name tegemoet wordt gekomen aan de - in de specificaties voor de opdracht vermelde - behoeften van bijzonder kansarme bevolkingsgroepen waartoe de begunstigden/gebruikers van de werken, leveringen of diensten welke het voorwerp van de opdracht zijn, behoren. (55) De gunningscriteria mogen geen afbreuk doen aan de toepassing van nationale bepalingen betreffende de beloning van bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld de diensten van architecten, ingenieurs en advocaten. (56) Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden(22) is van toepassing op de berekening van de termijnen in deze richtlijn. (57) Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bestaande internationale verplichtingen van de Gemeenschap of van de lidstaten en laat de toepassing van andere verdragsbepalingen, met name van de artikelen 81 en 86 onverlet. (58) Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de in bijlage XXIII genoemde termijnen binnen welke de lidstaten Richtlijn 93/38/EEG moeten omzetten en toepassen. (59) De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit van de Raad 1999/468/EG van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(23). HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: INHOUD >RUIMTE VOOR DE TABEL> TITEL I OP OPDRACHTEN EN PRIJSVRAGEN TOEPASSELIJKE ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I Basisbegrippen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de definities in dit artikel. 2. a) "Opdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor het verrichten van diensten" zijn schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen één of meer van de in artikel 2, lid 2, bedoelde aanbestedende dienst(en) en een of meer aannemers, leveranciers, of dienstverrichters. b) "Opdrachten voor werken" zijn opdrachten die betrekking hebben op de uitvoering dan wel op het ontwerp en de uitvoering van werken in het kader van een van de in bijlage XII vermelde werkzaamheden of van een werk, dan wel op het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienst vastgestelde eisen voldoet. Deze opdrachten kunnen daarnaast ook de voor uitvoering daarvan vereiste leveringen en diensten omvatten. Een "werk" is het product van een geheel van bouw- of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen. c) "Opdrachten voor leveringen" zijn andere dan de onder b) bedoelde opdrachten, welke betrekking hebben op het kopen, leasen, huren of huurkopen met of zonder koopoptie, van producten. Een opdracht die betrekking heeft op de levering van producten en in bijkomende orde op de werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren, wordt als een "opdracht voor leveringen" beschouwd. d) "Opdrachten voor diensten" zijn andere opdrachten dan de opdrachten voor werken of leveringen die betrekking hebben op het verrichten van de in bijlage XVI vermelde diensten. Een opdracht die zowel op producten als op diensten in de zin van bijlage XVI betrekking heeft, wordt als een "opdracht voor diensten" beschouwd indien de waarde van de desbetreffende diensten hoger is dan die van de in de opdracht opgenomen producten. Een opdracht die op in de bijlage XVI vermelde diensten betrekking heeft en slechts in bijkomende orde ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht in bijlage XI vermelde werkzaamheden omvat, wordt als een overheidsopdracht voor diensten beschouwd. 3. a) De "concessieovereenkomst voor werken" is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor werken, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de uit te voeren werken bestaat hetzij in uitsluitend het recht het werk te exploiteren, hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs. b) De "concessieovereenkomst voor diensten" is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor diensten met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verrichten diensten bestaat hetzij in uitsluitend het recht de dienst te exploiteren, hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs. 4. Een "raamovereenkomst" is een overeenkomst tussen een of meer van de in artikel 2, lid 2, bedoelde aanbestedende dienst(en) en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijs en eventueel de beoogde hoeveelheid. 5. Een "dynamisch aankoopsysteem" is een geheel elektronisch proces voor aankopen voor regelmatig gebruik, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken die overeenkomen met de behoeften van de aanbestedende dienst, beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd open voor elke ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria en die overeenkomstig de eisen van het bestek een indicatieve inschrijving heeft ingediend. 6. Een "elektronische veiling" is een zich telkens herhalend proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen langs elektronische weg, en/of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen die een klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt. 7. Een "aannemer", "leverancier" of "dienstverrichter" kan een natuurlijke of rechtspersoon of een aanbestedende dienst in de zin van artikel 2, onder a) of b), of een combinatie van deze personen en/of dienst(en) zijn, die respectievelijk de uitvoering van werken en/of werkzaamheden producten of diensten op de markt aanbiedt. De term "ondernemer" dekt zowel de termen "aannemer", "leverancier" als "dienstverrichter". De term "ondernemer" wordt louter ter vereenvoudiging van de tekst gebruikt. Een "inschrijver" is een ondernemer die een inschrijving indient, en een "gegadigde" degene die om een uitnodiging tot deelneming aan een niet-openbare procedure of aan een procedure van gunning via onderhandelingen heeft verzocht. 8. Een "aankoopcentrale" is een aanbestedende dienst in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), of een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2003/000/EG die: - leveringen en/of diensten verwerft welke bestemd zijn voor andere aanbestedende dienst(en), of - overheidsopdrachten gunt of raamovereenkomsten sluit met betrekking tot werken, leveringen of diensten welke bestemd zijn voor andere aanbestedende dienst(en). 9. "Openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen" zijn de door de aanbestedende dienst(en) gevolgde aanbestedingsprocedures, waarbij: a) in het geval van openbare procedures, alle belangstellende ondernemers een inschrijving mogen indienen; b) in het geval van niet-openbare procedures, alle ondernemers mogen verzoeken om deel te nemen en alleen de door de aanbestedende dienst aangezochte gegadigden een inschrijving mogen indienen; c) in het geval van de procedures van gunning via onderhandelingen, de aanbestedende dienst de door haar gekozen ondernemers raadpleegt en via onderhandelingen met een of meer van hen de voorwaarden van de opdracht vaststelt; d) "Prijsvragen" zijn procedures welke tot doel hebben de aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van ruimtelijke ordening, stadsplanning, architectuur, engineering of automatische gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen, dat na een oproep tot mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen. 10. De term "schriftelijk" staat voor elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld. Dit geheel kan met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie bevatten. 11. Een "elektronisch middel" is een middel waarbij van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag gebruik wordt gemaakt, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst per draad, via straalverbinding, langs optische weg of met andere elektromagnetische middelen. 12. De "Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten", hierna CPV (Common Procurement Vocabulary)(24) genoemd, verwijst naar de referentienomenclatuur voor overheidsopdrachten als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002, en zorgt voor overeenstemming met de overige bestaande nomenclaturen. In geval van uiteenlopende interpretaties betreffende het toepassingsgebied van deze richtlijn als gevolg van mogelijke uiteenlopende interpretaties van de CPV-nomenclatuur en de in bijlage XII bedoelde NACE-nomenclatuur, of tussen de CPV-nomenclatuur en de in bijlage XVII, A en B, bedoelde nomenclatuur van de centrale productclassificatie (CPC) (voorlopige versie), primeren respectievelijk de NACE-nomenclatuur en de CPC-nomenclatuur. HOOFDSTUK II Toepassingsgebied: definitie van dienst(en) en activiteiten Afdeling 1 Diensten Artikel 2 Aanbestedende dienst(en) 1. In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder: a) "aanbestedende diensten": de Staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen bestaande uit één of meer van dergelijke lichamen, of één of meer van dergelijke publiekrechtelijke instellingen. Als publiekrechtelijke instelling wordt iedere instelling aangemerkt: - die is opgericht met het specifieke doel in andere behoeften van algemeen belang te voorzien dan die van industriële of commerciële aard, - die rechtspersoonlijkheid heeft, en - waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, door territoriale lichamen of door andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van deze laatste, ofwel de leden van het bestuurs-, het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan voor meer dan de helft door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen; b) "overheidsbedrijf": bedrijf waarop aanbestedende diensten rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften. Een overheersende invloed wordt vermoed aanwezig te zijn, wanneer de aanbestedende diensten, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een bedrijf: - de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten, of - over de meerderheid van de stemmen beschikken die aan de door de onderneming uitgegeven aandelen zijn verbonden, of - meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen. 2. Deze richtlijn geldt voor de aanbestedende dienst(en) die: a) overheidsdiensten of overheidsbedrijven zijn en die een van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten uitoefenen; b) die, indien het geen aanbestedende diensten of overheidsbedrijven zijn, één van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten of meer van deze activiteiten uitoefenen en die bijzondere of uitsluitende rechten genieten welke hun door een bevoegde instantie van een lidstaat zijn verleend. 3. Voor de toepassing van deze richtlijn zijn "bijzondere of uitsluitende rechten", rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleende machtiging op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een van de in de artikelen 3 tot en met 6, omschreven activiteiten aan één of meer dienst(en) voorbehouden blijft waardoor de mogelijkheden van andere diensten om dezelfde activiteit uit te oefenen wezenlijk nadelig worden beïnvloed. Afdeling 2 Activiteiten Artikel 3 Bepalingen betreffende gas, warmte en elektriciteit 1. Met betrekking tot gas en warmte is deze richtlijn van toepassing op de volgende activiteiten: a) de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van gas of warmte, of b) de gas- of warmtetoevoer naar deze netten. 2. De toevoer van gas of warmte naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer: a) de productie van gas of warmte door de betrokken dienst het onvermijdelijke resultaat is van de uitoefening van een andere dan de in de leden 1 en 3 van dit artikel of in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde activiteit, en b) de toevoer aan het openbare net uitsluitend tot doel heeft deze productie op economisch verantwoorde wijze te exploiteren en overeenstemt met ten hoogste 20 % van de omzet van de dienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. 3. Met betrekking tot elektriciteit is deze richtlijn van toepassing op de volgende activiteiten: a) de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van elektriciteit, of b) de elektriciteitstoevoer naar deze netten. 4. De toevoer van elektriciteit naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 3 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer: a) de elektriciteitsproductie door de betrokken dienst geschiedt, omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere dan de in de leden 1 en 3 van dit artikel of in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde activiteit, en b) de toevoer aan het openbare net slechts van het eigen verbruik van de dienst afhangt en niet meer heeft bedragen dan 30 % van de totale energieproductie van de dienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. Artikel 4 Water 1. Deze richtlijn is van toepassing op de volgende activiteiten: a) de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater, of b) de drinkwatertoevoer naar deze netten. 2. Deze richtlijn is eveneens van toepassing op de opdrachten of prijsvragen die worden geplaatst of georganiseerd door de diensten die een in lid 1 bedoelde activiteit uitoefenen en die: a) verband houden met waterbouwtechnische projecten, bevloeiing of drainage voor zover de voor drinkwatervoorziening bestemde hoeveelheid water groter is dan 20 % van de totale hoeveelheid water die door middel van deze projecten of deze bevloeiings- of drainage-installaties ter beschikking wordt gesteld, of b) verband houden met de afvoer of behandeling van afvalwater. 3. De toevoer van drinkwater naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer: a) de productie van drinkwater door de betrokken dienst geschiedt omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere dan de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteit, en b) de toevoer naar het openbare net slechts van het eigen verbruik van de dienst afhangt en niet meer heeft bedragen dan 30 % van de totale drinkwaterproductie van de dienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar. Artikel 5 Vervoersdiensten 1. Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten die het ter beschikking stellen of exploiteren van netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein, automatische systemen, tram, trolleybus of autobus of kabel beogen. Ten aanzien van vervoersdiensten wordt ervan uitgegaan dat er een net bestaat, indien de dienst wordt verleend onder door een bevoegde instantie van een lidstaat gestelde voorwaarden, zoals de te volgen routes, de beschikbaar te stellen capaciteit of de frequentie van de dienst. 2. Deze richtlijn is niet van toepassing op dienst(en) die openbare busdienst verzorgen en die op grond van artikel 2, lid 4, van Richtlijn 93/38/EEG van het toepassingsgebied van die richtlijn zijn uitgesloten. Artikel 6 Postdiensten 1. Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten waarmee wordt beoogd voorbehouden postdiensten, andere postdiensten of, overeenkomstig lid 2, onder d), postondersteunende diensten te leveren. 2. Voor de toepassing van deze richtlijn en onverminderd Richtlijn 97/67/EG wordt verstaan onder: a) "postzending": geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht; b) "voorbehouden postdiensten": diensten die bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen die op basis van artikel 7 van Richtlijn 97/67/EG zijn of kunnen worden voorbehouden; c) "andere postdiensten": andere diensten dan die bedoeld onder b), welke bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen; en d) "postondersteunende diensten": diensten die op de volgende gebieden worden geleverd: - beheer van postdiensten (diensten die zowel vóór als na de zending worden geleverd, zoals mailroom management services), en - diensten met een meerwaarde die verband houden met elektronische post en die volledig langs elektronische weg plaatsvinden (met inbegrip van de beveiligde doorgifte van gecodeerde documenten langs elektronische weg, adresbeheersdiensten en doorzenden van geregistreerde elektronische post), - diensten die geen betrekking hebben op onder a) vallende postdiensten, zoals niet-geadresseerde direct mail, - financiële diensten als gedefinieerd in categorie 6 van bijlage XVI A en in artikel 24, onder c), met inbegrip van met name postwissels en girale overschrijvingen, - filateliediensten, en - logistieke diensten (diensten waarbij fysieke levering en/of opslag gecombineerd worden met niet-postale diensten), op voorwaarde dat deze diensten worden geleverd door een dienst die ook postdiensten in de zin van b) en c) verstrekt, en dat met betrekking tot de diensten die onder deze punten vallen niet wordt voldaan aan de in artikel 30, lid 1, genoemde voorwaarden. Artikel 7 Bepalingen betreffende de exploratie en de winning van aardolie, gas, steenkool en andere vaste brandstoffen en betreffende havens en luchthavens Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen met het oogmerk op: a) de prospectie of winning van aardolie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen, of b) de terbeschikkingstelling aan lucht-, zee- of riviervervoerders van luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten. Artikel 8 Lijsten van aanbestedende dienst(en) Niet-limitatieve lijsten van aanbestedende dienst(en) in de zin van deze richtlijn zijn opgenomen in de bijlagen I tot en met X. De lidstaten stelle n de Commissie geregeld in kennis van de in hun lijsten opgetreden wijzigingen. Artikel 9 Opdrachten betreffende verscheidene activiteiten 1. Een opdracht voor meerdere activiteiten volgt de voorschriften die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor de opdracht in de eerste plaats is bestemd. De keuze tussen één opdracht voor meerdere activiteiten en verschillende afzonderlijke opdrachten mag echter niet ingegeven worden door de wens om de opdracht van het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te sluiten, of, in voorkomend geval, van Richtlijn 2003/.../EG betreffende de coördinatie van de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten. 2. Wanneer een van de activiteiten waarvoor de opdracht is bestemd aan deze richtlijn is onderworpen en de andere activiteit aan Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in de eerste plaats bestemd is, wordt de opdracht gegund overeenkomstig Richtlijn 2003/.../EG. 3. Wanneer een van de activiteiten waarvoor de opdracht is bestemd aan deze richtlijn is onderworpen, en de andere activiteit niet aan deze richtlijn of aan de bovengenoemde Richtlijn 2003/.../EG is onderworpen, en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in de eerste plaats bestemd is, wordt de opdracht overeenkomstig de bovengenoemde Richtlijn 2003/.../EG gegund. HOOFDSTUK III Algemene beginselen Artikel 10 Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten Aanbestedende dienst(en) behandelen ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze en handelen op doorzichtige wijze. TITEL II OP OPDRACHTEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 11 Ondernemers 1. Gegadigden of inschrijvers die krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de desbetreffende verrichting uit te voeren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de opdracht wordt gegund, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn. Voor opdrachten voor diensten en werken alsmede voor opdrachten voor leveringen die bijkomende diensten en/of werkzaamheden voor aanbrengen en installeren inhouden, kan van rechtspersonen echter worden verlangd dat zij in de inschrijving of in de aanvraag tot deelneming de namen en de beroepskwalificaties vermelden van de personen die met de uitvoering van de verrichting worden belast. 2. Combinaties van ondernemers mogen inschrijven of zich als gegadigde opgeven. Voor de indiening van een inschrijving of een verzoek tot deelneming mag de aanbestedende dienst van de combinaties van ondernemers niet verlangen dat zij een bepaalde rechtsvorm hebben, maar van de combinatie waaraan de opdracht wordt gegund kan wel worden geëist dat zij een bepaalde rechtsvorm aanneemt, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht nodig is. Artikel 12 Voorwaarden in verband met in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten Bij het plaatsen van opdrachten door de aanbestedende dienst(en) passen de lidstaten in hun onderlinge betrekkingen even gunstige voorwaarden toe als die welke zij bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomst op ondernemers van derde landen toepassen. Te dien einde raadplegen de lidstaten elkaar in het kader van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten over de uit hoofde van de Overeenkomst te treffen maatregelen. Artikel 13 Vertrouwelijkheid 1. Bij het verstrekken van de technische specificaties aan de belangstellende ondernemers, bij de kwalificatie en selectie van de ondernemers en bij de toewijzing en bij de gunning van de opdrachten kunnen de aanbestedende dienst(en) eisen stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de door hen verstrekte inlichtingen. 2. Het recht van de ondernemers om van een aanbestedende dienst overeenkomstig de voor hen geldende nationale wetgeving te eisen dat de door hen aan die dienst verstrekte inlichtingen vertrouwelijk worden behandeld, wordt door deze richtlijn niet beperkt; deze informatie kan met name fabrieks- of bedrijfsgeheimen en vertrouwelijke informatie aangaande inschrijvingen omvatten. Artikel 14 Raamovereenkomsten 1. De aanbestedende dienst(en) kunnen een raamovereenkomst als een opdracht in de zin van artikel 1, lid 2, beschouwen en kunnen deze overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn gunnen. 2. Wanneer de aanbestedende diensten een raamovereenkomst hebben gesloten overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn, kunnen zij bij het plaatsen van op deze overeenkomst gebaseerde opdrachten van artikel 40, lid 3, onder i), gebruik maken. 3. Wanneer een raamovereenkomst niet overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn is gesloten, mogen de aanbestedende dienst(en) geen gebruik maken van artikel 40, lid 3, onder i). 4. De aanbestedende dienst(en) mogen geen oneigenlijk gebruik maken van raamovereenkomsten, met als gevolg dat de mededinging zou worden verhinderd, beperkt of vervalst. Artikel 15 Dynamische aankoopsystemen 1. De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende dienst(en) gebruik maken van dynamische aankoopsystemen. 2. Voor de instelling van een dynamisch aankoopsysteem volgen de aanbestedende diensten de voorschriften van alle fasen van de openbare procedure tot aan de plaatsing van de opdrachten die in het kader van dit systeem worden gegund. Alle inschrijvers die aan de selectiecriteria voldoen en overeenkomstig het bestek en de eventuele aanvullende documenten een indicatieve inschrijving hebben ingediend, worden tot het systeem toegelaten; de indicatieve inschrijvingen kunnen te allen tijde worden verbeterd op voorwaarde dat zij niet afwijken van het bestek. Voor het opzetten van het systeem en voor de gunning van de opdrachten in het kader hiervan gebruiken de aanbestedende dienst(en) uitsluitend elektronische middelen overeenkomstig de bepalingen van artikel 48, leden 2 tot en met 5. 3. Bij de instelling van het dynamisch aankoopsysteem gaan de aanbestedende diensten als volgt te werk: a) zij publiceren een aankondiging van de opdracht en geven daarbij aan dat het om een dynamisch aankoopsysteem gaat; b) in het bestek verstrekken zij nadere gegevens over onder andere de aard van de overwogen aankopen waarop dit systeem betrekking heeft, alle nodige informatie omtrent het aankoopsysteem, de gebruikte elektronische apparatuur en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding; c) tegelijk met de publicatie van de aankondiging en tot aan het vervallen van het systeem bieden zij langs elektronische weg een vrije, rechtstreekse en volledige toegang tot het bestek en alle aanvullende documenten en geven zij in de aankondiging het internetadres aan waar deze documenten kunnen worden geraadpleegd. 4. De aanbestedende dienst(en) verlenen tijdens de gehele duur van het dynamische aankoopsysteem elke ondernemer de mogelijkheid een indicatieve inschrijving in te dienen en toegelaten te worden tot het systeem onder de voorwaarden van lid 2. Zij beëindigen de beoordeling binnen 15 dagen na de indiening van de indicatieve inschrijving. Zij kunnen de beoordeling echter verlengen, op voorwaarde dat er tussentijds geen oproep tot mededinging wordt uitgeschreven. De aanbestedende dienst(en) delen de in de eerste alinea bedoelde inschrijver zo snel mogelijk mee dat zij zijn toegelaten tot het dynamische aankoopsysteem of dat hun indicatieve inschrijving is afgewezen. 5. Voor elke specifieke opdracht moet een oproep tot mededinging worden uitgeschreven. Alvorens deze oproep tot mededinging te plaatsen, publiceren de aanbestedende dienst(en) een vereenvoudigde aankondiging waarin alle belangstellende ondernemers worden uitgenodigd om overeenkomstig lid 4 een indicatieve inschrijving in te dienen, binnen een termijn van ten minste 15 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de vereenvoudigde aankondiging. De aanbestedende dienst(en) gaan pas over tot het uitschrijven van een oproep tot mededinging nadat de beoordeling van alle binnen deze termijn ingediende indicatieve inschrijvingen is afgerond. 6. De aanbestedende dienst(en) nodigen alle tot het systeem toegelaten inschrijvers uit om voor elke specifieke opdracht die binnen dat systeem wordt gegund een inschrijving in te dienen. Daartoe stellen zij een voldoende lange termijn vast voor de indiening van de inschrijvingen. Zij gunnen de opdracht aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft ingediend op grond van de gunningcriteria die zijn vermeld in de aankondiging van de opdracht waarbij het dynamische aankoopsysteem wordt ingesteld. In voorkomend geval kunnen deze criteria gepreciseerd worden in de in eerste alinea bedoelde uitnodiging. 7. Een dynamisch aankoopsysteem mag niet langer dan vier jaar duren, behalve in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen. De aanbestedende diensten mogen geen gebruik maken van dit systeem om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen. Aan de betrokken ondernemers of de partijen bij het systeem mogen geen dossierkosten in rekening worden gebracht. HOOFDSTUK II Toepassingsgebied: drempels en uitsluitingen Afdeling 1 Drempels Artikel 16 Drempelbedragen voor opdrachten Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten die niet op grond van de in de artikelen 19 tot en met 26 bedoelde uitsluitingen of een uit hoofde van artikel 30 genomen besluit zijn uitgesloten, en waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen: a) 499000 EUR voor opdrachten voor leveringen en voor diensten; b) 6242000 EUR voor opdrachten voor de uitvoering van werken. Artikel 17 Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van opdrachten, raamovereenkomsten en dynamische aankoopsystemen 1. De berekening van de geraamde waarde van een opdracht is gebaseerd op het totale bedrag, exclusief BTW, zoals geraamd door de aanbestedende dienst. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het geraamde totaalbedrag, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen van de overeenkomst. Wanneer de aanbestedende dienst voorziet in premies of uitkeringen aan gegadigden of inschrijvers, berekent zij deze door in de geraamde waarde van de opdracht. 2. De aanbestedende dienst(en) mogen de toepassing van deze richtlijn niet omzeilen door voorgenomen werken of voorgenomen aankopen ter verkrijging van bepaalde hoeveelheden leveringen en/of diensten te splitsen of bijzondere regels te gebruiken voor de berekening van de geraamde waarde van de opdrachten. 3. Bij de berekening van de geraamde waarde van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde, exclusief BTW, van alle voor de totale duur van de overeenkomst voorgenomen opdrachten. 4. Voor de toepassing van artikel 16, houden de aanbestedende dienst(en) bij de bepaling van de geraamde waarde van opdrachten voor de uitvoering van werken rekening met de waarde van het werk en van alle leveringen of diensten die voor de uitvoering van het werk noodzakelijk zijn en door de aanbestedende dienst(en) ter beschikking van de aannemer worden gesteld. 5. De waarde van leveringen of diensten die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bepaalde opdracht voor de uitvoering van werken, mag niet bij de waarde van deze opdrachten worden opgeteld met als gevolg dat de verkrijging van deze leveringen of van deze diensten aan de toepassing van deze richtlijn wordt onttrokken. 6. a) Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, moet de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag worden genomen. Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan, of groter is dan het in artikel 16 vermelde drempelbedrag, is de richtlijn op de opdrachten voor alle percelen van toepassing. De aanbestedende dienst(en) mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, minder dan 80000 EUR bedraagt voor diensten en 1 miljoen EUR voor werken, mits het samengetelde bedrag van de percelen niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt. b) Wanneer een voorgenomen verkrijging van homogene leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, moet de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag worden genomen voor de toepassing van artikel 16. Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan, of groter is dan het in artikel 16 bepaalde drempelbedrag, is de richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel. De aanbestedende dienst(en) mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, minder dan 80000 EUR bedraagt, mits het samengetelde bedrag van de percelen in kwestie niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt. 7. In het geval van opdrachten voor leveringen of diensten die met een zekere regelmaat worden verleend of die bestemd zijn om gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, moet voor de berekening van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag worden genomen: a) de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke opeenvolgende opdrachten, indien mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de twaalf maanden volgende op de eerste opdracht, of b) de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten over de twaalf maanden volgende op de eerste levering of over het boekjaar, indien dit zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt. 8. De waarde van een opdracht voor zowel het uitvoeren van diensten als leveringen moet worden geraamd op basis van de totale waarde van de diensten en de leveringen, ongeacht het respectieve aandeel ervan. Deze raming omvat de waarde van de plaatsing en installatie. 9. In het geval van opdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur, of huurkoop van producten wordt de waarde van de opdracht op de volgende grondslag geraamd: a) bij opdrachten met een vaste looptijd, de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf maanden bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde, b) bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48. 10. Voor de berekening van het geraamde bedrag van opdrachten voor diensten worden, indien van toepassing, de volgende bedragen in aanmerking genomen: a) voor verzekeringsdiensten, de te betalen premie, en andere vormen van beloning, b) voor bankdiensten en andere financiële diensten, de honoraria, de provisies en rente, alsmede andere vormen van beloning, c) voor opdrachten die een ontwerp inhouden, de te betalen honoraria of provisies, en andere vormen van beloning. 11. In geval van opdrachten voor diensten zonder opgave van een totale prijs, wordt het geraamde bedrag van de opdracht op de volgende grondslag berekend: a) bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is aan, of korter dan 48 maanden, de totale waarde voor de gehele looptijd, b) bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd langer is dan 48 maanden, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48. Afdeling 2 Opdrachten en concessieovereenkomsten alsmede onder een bijzondere regeling vallende opdrachten ONDERAFDELING 1 Artikel 18 Concessieovereenkomsten voor werken of diensten Deze richtlijn is niet van toepassing op concessieovereenkomsten voor werken of diensten die gesloten worden door aanbestedende dienst(en) die één of meer van de in de artikelen 3 tot en met 6 bedoelde activiteiten uitoefenen indien de concessieovereenkomsten met het oog op de uitoefening van die activiteiten gesloten worden. ONDERAFDELING 2 Voor alle aanbestedende diensten en alle soorten opdrachten toepasselijke uitsluitingsgevallen Artikel 19 Opdrachten geplaatst voor wederverkoop of verhuur aan derden 1. Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die zijn geplaatst voor wederverkoop of verhuur aan derden, indien de aanbestedende dienst geen bijzondere of uitsluitende rechten bezit om het voorwerp van de opdracht te verkopen of te verhuren en het andere instanties vrijstaat dit voorwerp te verkopen of te verhuren op dezelfde voorwaarden als de aanbestedende dienst. 2. De aanbestedende dienst(en) doen de Commissie op haar verzoek mededeling van alle categorieën producten en activiteiten die zij ingevolge lid 1 als uitgesloten beschouwen. De Commissie kan ter informatie periodiek in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijsten bekend maken van de categorieën producten en activiteiten die zij als uitgesloten beschouwt. Daarbij houdt de Commissie met alle gevoelige commerciële aspecten rekening waarop de aanbestedende dienst(en) bij de verstrekking van de informatie wijzen. Artikel 20 Opdrachten geplaatst voor andere doeleinden dan de uitoefening van in deze richtlijn bedoelde activiteiten of voor de uitoefening van dergelijke activiteiten in een derde land 1. Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die de aanbestedende dienst(en) plaatsen voor andere doeleinden dan de uitoefening van hun in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten of voor de uitoefening van deze activiteiten in een derde land, in omstandigheden waarbij er geen fysieke exploitatie is van een net of van een geografisch gebied binnen de Gemeenschap. 2. De aanbestedende dienst(en) doen de Commissie op haar verzoek mededeling van elke activiteit die zij ingevolge lid 1 als uitgesloten beschouwen. De Commissie kan ter informatie periodiek in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijsten bekend maken van de categorieën activiteiten die zij als uitgesloten beschouwt. Daarbij houdt de Commissie met alle gevoelige commerciële aspecten rekening waarop de aanbestedende dienst(en) bij de verstrekking van de informatie wijzen. Artikel 21 Geheime opdrachten of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten wanneer zij door de lidstaten geheim zijn verklaard of wanneer de uitvoering ervan overeenkomstig de in de betrokken lidstaten geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen of wanneer de bescherming van de fundamentele belangen van de staatsveiligheid van dat land zulks vereist. Artikel 22 Op grond van internationale voorschriften geplaatste opdrachten Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden geplaatst: a) krachtens een tussen een lidstaat en één of meer derde landen overeenkomstig het Verdrag gesloten internationale overeenkomst betreffende leveringen, werken, diensten of prijsvragen die bestemd zijn voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project(25) door de ondertekenende staten. Elke overeenkomst wordt ter kennis van de Commissie gebracht, die het in artikel 68 bedoelde Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten kan raadplegen, b) krachtens een in verband met de legering van strijdkrachten gesloten internationale overeenkomst betreffende ondernemingen in een lidstaat of in een derde land, c) volgens de specifieke procedure van een internationale organisatie. Artikel 23 Opdrachten gegund aan een verbonden onderneming, een gemeenschappelijke onderneming of een aanbestedende dienst die deel uitmaakt van een gemeenschappelijke onderneming 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "verbonden onderneming" verstaan, elke onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van de aanbestedende dienst overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 83/349/EEG van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 44, lid 2, onder g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening(26)(27) of, in het geval van aanbestedende dienst(en) die niet onder deze richtlijn vallen, ondernemingen waarop de aanbestedende dienst rechtstreeks of middellijk overheersende invloed kan uitoefenen in de zin van artikel 2, lid 1, onder b), of ondernemingen die een overheersende invloed op een aanbestedende dienst kunnen uitoefenen of die, tezamen met de aanbestedende dienst, onder overheersende invloed staan van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of van de voor deze laatste onderneming geldende voorschriften. 2. Mits aan de in lid 3 vermelde voorwaarden is voldaan, is deze richtlijn niet van toepassing op opdrachten: a) die een aanbestedende dienst bij een met hem verbonden onderneming plaatst, b) die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit verscheidene aanbestedende dienst(en), voor de uitoefening van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten bij een met een van deze aanbestedende dienst(en) verbonden onderneming plaatst. 3. Lid 2 is van toepassing: a) op opdrachten voor diensten mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is, b) op opdrachten voor leveringen mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is, c) op opdrachten voor werken mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is. Wanneer in verband met de datum van oprichting of aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming de omzet over de afgelopen drie jaar niet beschikbaar is, kan deze onderneming ermee volstaan onder andere door het extrapoleren van activiteiten aan te tonen dat de in de punten a), b) of c), bedoelde omzet aannemelijk is. Wanneer dezelfde of soortgelijke diensten, leveringen of werken door meer dan één met de aanbestedende dienst verbonden ondernemingen worden verricht, worden de bovengenoemde percentages berekend rekening houdend met de totale omzet die voortvloeit uit het verrichten van respectievelijk diensten, leveringen of werken door deze ondernemingen. 4. Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten: a) die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit verscheidene aanbestedende dienst(en), voor de uitoefening van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten bij een van deze aanbestedende dienst(en) plaatst, of b) die een aanbestedende dienst plaatst bij een dergelijke gemeenschappelijke onderneming waar zijzelf deel van uitmaakt, mits die gemeenschappelijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit uit te oefenen gedurende een periode van ten minste drie jaar en het instrument tot oprichting van die gemeenschappelijke onderneming bepaalt dat de aanbestedende dienst(en) waaruit zij bestaat, daar voor ten minste dezelfde termijn deel van zullen uitmaken. 5. De aanbestedende dienst(en) verstrekken de Commissie desgevraagd de volgende gegevens betreffende de toepassing van de leden 2, 3 en 4: a) de namen van de betrokken ondernemingen of gemeenschappelijke ondernemingen, b) de aard en de waarde van de desbetreffende opdrachten, c) de gegevens die de Commissie noodzakelijk acht voor het bewijs dat de betrekkingen tussen de aanbestedende dienst en de onderneming of de gemeenschappelijke onderneming waaraan de opdrachten worden gegund, aan de in dit artikel gestelde eisen voldoen. ONDERAFDELING 3 Op alle aanbestedende diensten maar alleen op de opdrachten voor diensten toepasselijke uitsluitingsgevallen Artikel 24 Opdrachten voor bepaalde diensten die van het toepassingsgebied van deze richtlijn zijn uitgesloten Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten voor dienst(en): a) betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden afgesloten, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze richtlijn onderworpen, b) betreffende diensten van arbitrage en bemiddeling, c) op financieel gebied betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, met name verrichtingen van de aanbestedende diensten om geld of kapitaal aan te trekken, d) inzake arbeidsovereenkomsten, e) voor onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van die waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende dienst toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverrichting volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond. Artikel 25 Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten voor diensten die worden gegund aan een dienst die zelf een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten, op basis van een alleenrecht dat zij uit hoofde van bekendgemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen geniet, op voorwaarde dat deze bepalingen met het Verdrag verenigbaar zijn. ONDERAFDELING 4 Alleen op bepaalde aanbestedende diensten toepasselijke uitsluitingsgevallen Artikel 26 Door bepaalde aanbestedende diensten geplaatste opdrachten voor de aankoop van water en voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van energie Deze richtlijn is niet van toepassing op: a) voor opdrachten voor de aankoop van water, geplaatst door aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 4, lid 1; b) voor opdrachten voor de levering van energie of brandstof voor energieopwekking, geplaatst door aanbestedende diensten die een in artikel 3, lid 1, artikel 3, lid 3, of artikel 6, onder a), bedoelde activiteit uitoefenen. ONDERAFDELING 5 Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten, bepalingen inzake aankoopcentrales en het algemeen mechanisme Artikel 27 Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten Onverminderd artikel 30 zorgen het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Oostenrijk er door middel van de machtigingsvoorwaarden of andere passende maatregelen voor, dat elke dienst die in de in Beschikkingen 93/676/EEG(28), 97/367/EEG(29) en 2002/205/EG(30) genoemde sectoren werkzaam is: a) bij de gunning van opdrachten voor leveringen, voor werken en voor diensten, het discriminatieverbod en het beginsel van oproep tot mededinging in acht neemt, met name ten aanzien van de inlichtingen die deze dienst de ondernemingen verstrekt met betrekking tot zijn voornemens inzake het plaatsen van opdrachten, b) de Commissie, onder de in Beschikking 93/327/EEG(31) van de Commissievastgestelde voorwaarden, inlichtingen over de toekenning van de opdrachten verstrekt. Artikel 28 Voorbehouden opdrachten De lidstaten kunnen de deelneming aan procedures voor de gunning van opdrachten voorbehouden aan sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma's voor beschutte arbeid waarbij de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen. De aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt, moet dit artikel vermelden. Artikel 29 Door aankoopcentrales gegunde opdrachten en raamovereenkomsten 1. De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat aanbestedende diensten via aankoopcentrales werken, leveringen en/of diensten verwerven. 2. De aanbestedende diensten die in de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1, lid 8, via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, worden geacht de bepalingen van deze richtlijn te hebben nageleefd, voorzover de aankoopcentrale deze bepalingen of indien van toepassing, het bepaalde in Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad zelf heeft nageleefd. Artikel 30 Procedure om te bepalen of een specifieke activiteit rechtstreeks aan mededinging blootgesteld is 1. De richtlijn is niet van toepassing op de opdrachten voor de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten indien de activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden tot welke de toegang niet beperkt is. 2. Voor de toepassing van lid 1 dient, om na te gaan of een activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat, te worden uitgegaan van criteria die in overeenstemming zijn met de mededingingsbepalingen van het Verdrag zoals de kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, het voorhanden zijn van alternatieve goederen of diensten, de prijzen en de werkelijke of mogelijke aanwezigheid van meer dan één leverancier van de betrokken goederen of diensten. 3. Voor de toepassing van lid 1, wordt de toegang tot een markt als niet-beperkt beschouwd indien de lidstaat de bepalingen van de in bijlage XI vermelde communautaire wetgeving ten uitvoer heeft gelegd en heeft toegepast. Wanneer op grond van de vorige alinea niet van vrije toegang tot een markt kan worden uitgegaan, dient te worden aangetoond dat de toegang tot de betrokken markt rechtens en feitelijk vrij is. 4. Wanneer een lidstaat van mening is dat met naleving van de leden 2 en 3, lid 1 van toepassing is op een specifieke activiteit, stelt hij de Commissie in kennis van dat besluit en van alle terzake dienende feiten, en met name van elke wet, voorschrift of bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst betreffende de overeenstemming met de in lid 1 vermelde voorwaarden, in voorkomend geval samen met het standpunt van een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit. De richtlijn is niet langer van toepassing op de opdrachten voor het uitvoeren van een bepaalde activiteit indien: - de Commissie overeenkomstig lid 6 en binnen de daarin bepaalde termijn een besluit heeft genomen dat bepaalt dat lid 1 van toepassing is, of - binnen genoemde termijn geen besluit over de toepassing heeft genomen. Indien evenwel op basis van lid 3, eerste alinea, van vrije toegang tot een bepaalde markt wordt uitgegaan, en indien een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, heeft bepaald dat lid 1 van toepassing is, is de richtlijn niet langer van toepassing op de opdrachten voor het uitvoeren van de bepaalde activiteit indien de Commissie niet overeenkomstig lid 6 en binnen de daarin bepaalde termijn een besluit heeft genomen dat bepaalt dat lid 1 niet van toepassing is. 5. Wanneer de wetgeving van de betrokken lidstaat daarin voorziet kunnen de aanbestedende diensten de Commissie verzoeken te bepalen dat lid 1 van toepassing is overeenkomstig lid 6. In dat geval stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis. De lidstaat stelt de Commissie, rekening houdende met de leden 2 en 3, in kennis van alle terzake dienende feiten, en met name van elke wet, voorschrift of bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst betreffende de overeenstemming met de in lid 1 vermelde voorwaarden, in voorkomend geval samen met het standpunt van een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit. De Commissie kan ook besluiten de procedure voor het nemen van een besluit dat bepaalt dat artikel 1 van toepassing is, op eigen initiatief in te leiden. In dat geval stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de Commissie na het verstrijken van de in lid 6 bepaalde termijn geen besluit betreffende de toepassing van lid 1 op een specifieke activiteit heeft genomen, wordt lid 1 geacht van toepassing te zijn. 6. Voor het nemen van een besluit uit hoofde van dit artikel, volgens de procedure van artikel 685, lid 2, beschikt de Commissie over een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de eerste werkdag volgende op de dag waarop zij een kennisgeving of het verzoek ontvangt. Deze termijn kan in naar behoren gemotiveerde gevallen, eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd, met name wanneer de gegevens in de kennisgeving of het verzoek of in de bijbehorende documenten onvolledig of onjuist zijn of wanneer de vermelde feiten belangrijke wijzigingen ondergaan. Deze verlenging wordt beperkt tot een maand indien een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, heeft bepaald dat lid 1 van toepassing is, in de in lid 4, derde alinea, bedoelde gevallen. Wanneer voor een activiteit in een bepaalde lidstaat reeds een procedure op grond van dit artikel loopt, worden latere verzoeken betreffende dezelfde activiteit in dezelfde lidstaat die worden ingediend vóór het verstrijken van de termijn die is geopend voor het eerste verzoek, niet beschouwd als nieuwe procedures, maar worden zij in het kader van het eerste verzoek behandeld. De Commissie stelt de praktische regels voor de toepassing van de leden 4, 5 en 6 vast volgens de procedure van artikel 68, lid 2. Deze praktische regels omvatten ten minste: a) de bekendmaking in het Publicatieblad, ter informatie, van de datum waarop de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden begint te lopen, en wanneer deze termijn wordt verlengd, de datum en de duur van de verlenging, b) de bekendmaking van de eventuele toepassing van lid 1 overeenkomstig lid 4, tweede of derde alinea, of overeenkomstig lid 5, vierde alinea, en c) de regelingen voor de toezending van eventuele standpunten van een onafhankelijke instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, over vraagstukken die ten aanzien van de leden 1 en 2 relevant zijn. HOOFDSTUK III Regelingen voor opdrachten voor diensten Artikel 31 Opdrachten voor in bijlage XVII A vermelde diensten De opdrachten voor het verrichten van de in bijlage XVII A vermelde diensten worden overeenkomstig de artikelen 34 tot en met 59 geplaatst. Artikel 32 Opdrachten voor in bijlage XVII B vermelde diensten Het plaatsen van opdrachten voor het verrichten van de in bijlage XVII B opgenomen diensten valt uitsluitend onder de artikelen 34 en 43. Artikel 33 Gemengde opdrachten voor de in bijlagen XVII A en XVII B vermelde diensten De opdrachten die zowel op in bijlage XVII A als op in bijlage XVII B vermelde diensten betrekking hebben, worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 34 tot en met 59 geplaatst indien de waarde van de in bijlage XVII A vermelde diensten hoger is dan die van de in bijlage XVII B vermelde diensten en, zo niet, overeenkomstig artikel 34 en artikel 43. HOOFDSTUK IV Bijzondere voorschriften betreffende het bestek en de aanbestedingsstukken Artikel 34 Technische specificaties 1. De technische specificaties zoals omschreven in punt 1 van bijlage XXI, maken deel uit van de aanbestedingsstukken, zoals de aankondigingen van de opdrachten, het bestek of de aanvullende documenten. 2. De technische specificaties moeten de inschrijvers gelijke toegang bieden en mogen niet tot gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen. 3. Onverminderd de - voor zover met het Gemeenschapsrecht verenigbare - juridisch bindende nationale technische voorschriften, worden de technische specificaties geformuleerd: a) hetzij door verwijzing naar de technische specificaties van bijlage XXI en - in volgorde van voorkeur - naar de nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, de Europese technische goedkeuringen, de gemeenschappelijke technische specificaties, internationale normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij ontstentenis daarvan, de nationale normen, de nationale technische goedkeuringen dan wel de nationale technische specificaties, andere technische referentiesystemen, inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van werken en het gebruik van producten. Elke verwijzing gaat vergezeld van de woorden "of gelijkwaardig"; b) hetzij in termen van prestatie-eisen en functionele eisen, die milieukenmerken kunnen omvatten. Zij moeten echter voldoende nauwkeurig zijn, opdat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen; c) hetzij in de onder b) bedoelde termen van prestatie-eisen en functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestaties en eisen wordt verwezen naar de onder a) bedoelde specificaties; d) hetzij door verwijzing naar de onder a) genoemde specificaties voor bepaalde kenmerken, en door verwijzing naar de onder b) genoemde prestatie-eisen en functionele eisen voor andere kenmerken. 4. Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, onder a), genoemde specificaties, kunnen zij geen inschrijving afwijzen met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan de betrokken specificaties wanneer de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend middel ten genoegen van de aanbestedende dienst kan aantonen dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de eisen die zijn omschreven in de technische specificaties. Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie. 5. Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de in lid 3 geboden mogelijkheid specificaties in termen van functionele prestaties of eisen vast te stellen, mogen zij geen aanbod van producten, diensten of werken afwijzen die beantwoorden aan een nationale norm waarin een Europese norm is omgezet, aan een Europese technische goedkeuring, aan een gemeenschappelijke technische specificatie, aan een internationale norm, aan een door een Europees normalisatieorgaan ingesteld technisch verwijzingssysteem, indien deze specificaties betrekking hebben op de door de aanbestedende dienst vastgestelde functionele prestatie of eisen. De inschrijver dient in zijn inschrijving met elk passend middel ten genoegen van de aanbestedende dienst aan te tonen dat het product, de dienst of het werk in overeenstemming is met de norm en voldoet aan de functionele en prestatie-eisen van de aanbestedende dienst. Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie. 6. Wanneer de aanbestedende diensten milieukenmerken voorschrijven in de vorm van prestatie-eisen of functionele eisen, als bedoeld in lid 3, onder b), kunnen zij gedetailleerde specificaties of indien nodig gedeelten daarvan gebruiken zoals die omschreven worden door Europese, (multi)nationale milieukeuren of een andere milieukeur, voorzover: - die geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft, - de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens, - de milieukeuren zijn aangenomen via een proces waaraan alle betrokkenen, zoals overheidsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties kunnen deelnemen, en - de keuren toegankelijk en beschikbaar zijn voor alle betrokken partijen. De aanbestedende diensten kunnen aangeven dat de van een milieukeur voorziene producten of diensten geacht worden te voldoen aan de technische specificaties die omschreven zijn in het bestek; zij dienen elk ander passend bewijsmiddel te aanvaarden, zoals een technisch dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisatie. 7. "Erkende organisaties" in de zin van dit artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en certificatieorganisaties die voldoen aan de toepasselijke Europese normen. De aanbestedende diensten aanvaarden certificaten van in andere lidstaten gevestigde erkende organisaties. 8. Behalve indien dit door het voorwerp van de opdracht gerechtvaardigd is, mag in de technische specificaties geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een volgens bijzondere werkwijzen verkregen fabrikaat, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of geëlimineerd. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van de leden 3 en 4; deze vermelding of verwijzing moet vergezeld gaan van de woorden "of gelijkwaardig". Artikel 35 Mededeling van de technische specificaties 1. De aanbestedende diensten delen de belangstellende ondernemers desgevraagd de technische specificaties mede die regelmatig in hun opdrachten voor leveringen, werken of diensten worden beoogd, of de technische specificaties die zij voornemens zijn toe te passen voor opdrachten waarover periodieke indicatieve aankondigingen in de zin van artikel 41, lid 1, worden gepubliceerd. 2. Indien deze technische specificaties gebaseerd zijn op documenten waarover belangstellende ondernemers kunnen beschikken, kan ermee worden volstaan een verwijzing naar deze documenten op te nemen. Artikel 36 Varianten 1. Wanneer de economisch voordeligste inschrijving als gunningcriterium wordt gehanteerd, kunnen de aanbestedende diensten door de inschrijvers voorgestelde varianten in aanmerking nemen indien deze aan de door die aanbestedende diensten gestelde minimumeisen voldoen. Aanbestedende diensten vermelden in het bestek of zij varianten al dan niet toestaan, en zo ja, aan welke minimumeisen deze varianten moeten voldoen, alsmede hoe zij moeten worden ingediend. 2. Bij procedures voor het plaatsen van opdrachten voor leveringen of diensten, kunnen aanbestedende diensten die op grond van lid 1 varianten hebben toegestaan, een variant niet afwijzen, uitsluitend omdat hij, indien hij werd gekozen, veeleer tot een van beide type opdrachten zou leiden dan tot het andere. Artikel 37 Onderaanneming In het bestek kan de aanbestedende dienst de inschrijver verzoeken (of kan zij daartoe door een lidstaat verplicht worden) in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij eventueel voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt. Deze mededeling laat de aansprakelijkheid van de leidende ondernemer onverlet. Artikel 38 Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd Aanbestedende diensten kunnen speciale voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits dergelijke voorwaarden met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn en in de oproep tot mededinging of het bestek vermeld zijn. De voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd, kunnen met name verband houden met sociale of milieuoverwegingen. Artikel 39 Verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden 1. De aanbestedende dienst kan, al dan niet daartoe door een lidstaat verplicht, in het bestek aangeven bij welk orgaan of welke organen de gegadigden of inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen verkrijgen over belastingen, milieubescherming en de verplichtingen die ten aanzien van de bepalingen inzake de arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar de verrichtingen moeten worden uitgevoerd, en die gedurende de uitvoering van de opdracht op de op de arbeidsplaats verrichte werken of verleende diensten van toepassing zullen zijn. 2. De aanbestedende dienst die de in lid 1 vermelde informatie verstrekt, verzoekt de inschrijvers of gegadigden voor een aanbestedingsprocedure aan te geven dat zij bij de voorbereiding van hun inschrijving rekening hebben gehouden met de verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de verrichting moet worden uitgevoerd. Het bepaalde in de eerste alinea vormt geen beletsel voor de toepassing van artikel 57 inzake het onderzoek van abnormaal lage inschrijvingen. HOOFDSTUK V Procedures Artikel 40 Toepassing van openbare en niet-openbare procedures en van procedures van gunning door onderhandelingen 1. Bij het plaatsen van opdrachten voor leveringen, werken en diensten passen de aanbestedende diensten procedures toe die voor de toepassing van deze richtlijn zijn aangepast. 2. De aanbestedende diensten kunnen een keuze maken uit de in artikel 1, lid 9, onder a), b) of c) genoemde procedures, mits, behoudens het in lid 3 bepaalde, een oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 42 is gedaan. 3. De aanbestedende diensten kunnen in de volgende gevallen van een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging gebruik maken: a) wanneer in het kader van een procedure met voorafgaande oproep tot mededinging geen of geen geschikte inschrijvingen of geen aanmeldingen zijn ingediend, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk zijn gewijzigd; b) wanneer een opdracht uitsluitend ten behoeve van onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling wordt geplaatst en niet met het doel de rendabiliteit te verzekeren dan wel de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken en voorzover de plaatsing van een dergelijke opdracht niet verhindert dat een oproep tot mededinging wordt gedaan voor latere opdrachten die dit doel in het bijzonder beogen; c) wanneer de uitvoering van de opdracht om technische of artistieke redenen of om redenen van bescherming van uitsluitende rechten slechts aan één bepaalde onderneming kan worden toevertrouwd; d) in strikt noodzakelijke gevallen waarin dringende spoed, voortvloeiende uit gebeurtenissen die door de betrokken aanbestedende diensten niet konden worden voorzien, de inachtneming van de termijnen gesteld voor openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande bekendmaking onmogelijk maakt; e) in het geval van opdrachten voor leveringen ten behoeve van door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van veelvuldig gebruikte leveringen of installaties, hetzij voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende dienst ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid ontstaat of zich onevenredige technische moeilijkheden bij het gebruik en het onderhoud voordoen; f) voor aanvullende werken of diensten die noch in het oorspronkelijk gegunde ontwerp, noch in de eerste gegunde opdracht waren opgenomen, maar die ten gevolge van een onvoorziene omstandigheid voor de uitvoering van deze opdracht noodzakelijk zijn geworden, mits de gunning geschiedt aan de aannemer of dienstverrichter die de eerste opdracht uitvoert: - wanneer deze aanvullende werken of diensten technisch of economisch niet los van de hoofdopdracht kunnen worden uitgevoerd zonder de aanbestedende diensten grote ongemakken te bezorgen, of - wanneer deze aanvullende werken of diensten, hoewel zij van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden gescheiden, strikt noodzakelijk zijn om deze te vervolmaken; g) in het geval van opdrachten voor werken, wanneer het gaat om nieuwe werken bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken die door dezelfde aanbestedende diensten opgedragen zijn aan de aannemer die belast is geweest met een eerdere opdracht, mits deze werken overeenstemmen met een basisproject en dit project het voorwerp vormde van een eerste opdracht die na een oproep tot mededinging werd geplaatst. De mogelijkheid deze procedure toe te passen, moet reeds in de oproep tot mededinging van de aanbesteding van het eerste project worden vermeld, en het totale voor de volgende werken geraamde bedrag dient door de aanbestedende diensten in aanmerking te worden genomen voor de toepassing van de artikelen 16 en 17; h) voor op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte goederen; i) voor opdrachten die op basis van een raamovereenkomst moeten worden geplaatst, voorzover aan de in artikel 14, lid 2, genoemde voorwaarde is voldaan; j) voor gelegenheidsaankopen, wanneer zich gedurende zeer korte tijd een bijzonder voordelige gelegenheid tot aankopen voordoet en de te betalen prijs aanzienlijk lager ligt dan normaal op de markt het geval is; k) voor de aankoop, onder bijzonder voordelige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die zijn handelsactiviteiten staakt, hetzij bij de curator of de vereffenaar in geval van een faillissement, een gerechtelijk akkoord of een soortgelijke procedure van het nationale recht; l) wanneer de opdracht voor diensten voortvloeit uit een overeenkomstig deze richtlijn georganiseerde prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften aan de winnaar of aan één van de winnaars van die prijsvraag moet worden gegund. In het laatstgenoemde geval moeten alle winnaars van de prijsvraag tot deelneming aan de onderhandelingen worden uitgenodigd. HOOFDSTUK VI Regels voor bekendmaking en voor doorzichtigheid Afdeling 1 Bekendmaking van de aankondigingen Artikel 41 Periodieke indicatieve aankondigingen en aankondigingen betreffende het bestaan van een erkenningsregeling 1. De aanbestedende diensten maken ten minste eenmaal per jaar door middel van de in bijlage XV A bedoelde periodieke indicatieve aankondiging die door de Commissie of door de diensten zelf via hun in bijlage XX, punt 2, onder b), bedoelde kopersprofiel wordt verspreid, het volgende bekend: a) voor leveringen, het geraamde totale bedrag van de opdrachten of de raamovereenkomsten per productgroep die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde totale bedrag, de artikelen 16 en 17 in aanmerking genomen, 750000 EUR of meer bedraagt. De aanbestedende diensten stellen de productgroepen vast volgens de posten van de CPV; b) voor diensten, het geraamde totale bedrag van de opdrachten of de raamovereenkomsten voor elk van de in bijlage XVI A vermelde dienstencategorieën die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde totale bedrag, de artikelen 16 en 17 in aanmerking genomen, 750000 EUR of meer bedraagt; c) voor werken, de hoofdkenmerken van de opdrachten of de raamovereenkomsten die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde bedrag, artikel 17 in aanmerking genomen, gelijk is aan of meer bedraagt dan de in artikel 16 vermelde drempel. De onder a) en b) bedoelde aankondigingen worden zo spoedig mogelijk na het begin van het begrotingsjaar toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel. De onder c) bedoelde aankondiging wordt zo spoedig mogelijk nadat het besluit is genomen tot goedkeuring van het programma voor de opdrachten voor werken of de raamovereenkomsten die de aanbestedende diensten voornemens zijn te plaatsen, toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel. De aanbestedende diensten die de periodieke indicatieve aankondiging via hun kopersprofiel bekendmaken, zenden de Commissie langs elektronische weg overeenkomstig het formaat en de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, een kennisgeving toe waarin de bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging op het kopersprofiel wordt meegedeeld. Bekendmaking van onder a), b) en c) bedoelde aankondigingen is alleen verplicht wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid om de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen overeenkomstig artikel 45, lid 4, in te korten. Dit lid is niet van toepassing op procedures zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van een opdracht. 2. De aanbestedende diensten kunnen met name periodieke indicatieve aankondigingen over belangrijke projecten bekend maken of door de Commissie bekend laten maken, zonder de reeds eerder in een periodieke indicatieve aankondiging vervatte inlichtingen te herhalen, mits duidelijk wordt vermeld dat deze aankondigingen een aanvulling zijn. 3. Wanneer de aanbestedende diensten een erkenningsregeling overeenkomstig artikel 53 willen invoeren, moet aangaande deze regeling een aankondiging worden opgesteld als bedoeld in bijlage XIV, waarin het doel van de regeling en de wijze waarop inzage in de regeling kan worden verkregen, worden aangegeven. Wanneer de regeling een geldigheidsduur van langer dan drie jaar heeft, moet de aankondiging jaarlijks worden bekendgemaakt. Wanneer de regeling een kortere duur heeft, volstaat een eenmalige aankondiging. Artikel 42 Aankondigingen die als oproep tot mededinging gebruikt worden 1. Voor opdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken of voor het verrichten van diensten kan de oproep tot mededinging geschieden: a) door een indicatieve periodieke aankondiging als bedoeld in bijlage XV A, of b) door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling als bedoeld in bijlage XIV, of c) door een aankondiging van een opdracht als bedoeld in bijlage XIII, deel A, B of C. 2. Bij dynamische aankoopsystemen geschiedt de oproep tot mededinging voor het systeem door een aankondiging van een opdracht als bedoeld in lid 1, onder c), terwijl de oproep tot mededinging voor opdrachten op grond van deze systemen geschiedt door een vereenvoudigde aankondiging van een opdracht als bedoeld in bijlage XII, deel D. 3. Wanneer een oproep tot mededinging door middel van een indicatieve periodieke aankondiging geschiedt, moet de aankondiging: a) specifiek verwijzen naar leveringen, werken of diensten waarop de te plaatsen opdracht betrekking heeft, b) vermelden dat deze opdracht zal worden geplaatst door middel van een niet-openbare procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, waarbij achteraf geen oproep tot mededinging wordt bekendgemaakt, en wordt de belangstellende ondernemers verzocht hun belangstelling schriftelijk kenbaar te maken, en c) ten minste twaalf maanden voor de in artikel 47, lid 5, vermelde verzenddatum van de uitnodiging overeenkomstig bijlage XX worden bekendgemaakt. De aanbestedende dienst houdt zich voorts aan de in artikel 45 vastgestelde termijnen. Artikel 43 Aankondigingen van geplaatste opdrachten 1. De aanbestedende diensten die een overheidsopdracht of een raamovereenkomst hebben geplaatst, zenden een aankondiging van de geplaatste opdrachten als bedoeld in bijlage XVI. Die aankondiging wordt binnen twee maanden na de plaatsing van de opdracht of de raamovereenkomst onder door de Commissie volgens de procedure van artikel 58, lid 2, te bepalen voorwaarden verzonden. In het geval van overeenkomstig artikel 14, lid 2, gesloten raamovereenkomsten zijn de aanbestedende diensten niet verplicht een aankondiging betreffende de resultaten van het plaatsen van elke op de overeenkomst gebaseerde opdracht toe te zenden. De aanbestedende diensten zenden binnen twee maanden na de plaatsing van elke afzonderlijke opdracht een bekendmaking toe van het resultaat van de plaatsing van de opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem. Deze resultaten mogen echter per kwartaal gebundeld worden. In dat geval worden de gebundelde resultaten binnen twee maanden na het einde van elk kwartaal toegezonden. 2. De overeenkomstig bijlage XVI verstrekte en voor bekendmaking bestemde gegevens, moeten overeenkomstig bijlage XX worden bekendgemaakt. In dit verband eerbiedigt de Commissie het gevoelige commerciële karakter, betreffende het aantal inschrijvingen, de identiteit van de ondernemers en de prijzen, waarop de aanbestedende diensten bij de verstrekking van deze gegevens wijzen. 3. Wanneer de aanbestedende diensten een opdracht voor onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten ("O& O-opdracht") plaatsen volgens een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 40, lid 3, onder b), mogen zij de overeenkomstig bijlage XVI te verstrekken gegevens over de aard en de hoeveelheid van de verleende diensten beperken tot de vermelding "onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten". Wanneer de aanbestedende diensten een opdracht in verband met onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten plaatsen die overeenkomstig artikel 40, lid 3, onder b), niet volgens een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging kan worden geplaatst, mogen zij de overeenkomstig bijlage XVI te verstrekken gegevens over de aard en de hoeveelheid van de verleende diensten beperken indien de bescherming van het zakengeheim zulks noodzakelijk maakt. In deze gevallen zien zij erop toe dat de in dit punt verstrekte informatie ten minste even gedetailleerd is als die in de overeenkomstig artikel 42, lid 1, bekendgemaakte oproep tot mededinging. Wanneer zij van een erkenningsregeling gebruik maken moeten de aanbestedende diensten er in dit geval op toezien dat deze informatie ten minste even gedetailleerd is als die in de desbetreffende categorie van de overeenkomstig artikel 47 opgestelde lijst van erkende dienstverrichters. 4. In het geval van opdrachten voor de in bijlage XVI B opgesomde diensten, vermelden de aanbestedende diensten in de aankondiging of zij met de bekendmaking daarvan instemmen. 5. De overeenkomstig bijlage XVI verstrekte gegevens die niet voor bekendmaking zijn bestemd, worden overeenkomstig bijlage XX om statistische redenen enkel in vereenvoudigde vorm bekendgemaakt. Artikel 44 Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen 1. De aankondigingen bevatten de in de bijlage XIII, XIV, XV A, XV B en XVI vermelde inlichtingen alsmede, in voorkomend geval, andere door de aanbestedende dienst nuttig geachte informatie in de vorm van standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, genoemde procedure worden vastgesteld. 2. Aankondigingen die door de aanbestedende diensten aan de Commissie worden gezonden, worden hetzij langs elektronische weg in het formaat en op de wijze als beschreven in bijlage XX, punt 3, of langs andere weg verzonden. De in de artikelen 41, 42 en 43 bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt overeenkomstig de in bijlage XX, punt 1, onder a) en b), opgenomen technische kenmerken voor de bekendmaking. 3. Aankondigingen die langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, zijn opgesteld en verzonden, worden uiterlijk vijf dagen na verzending bekendgemaakt. Aankondigingen die niet langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, zijn verzonden, worden binnen twaalf dagen na hun verzending bekendgemaakt. In uitzonderlijke gevallen en in antwoord op een verzoek van de aanbestedende dienst en op voorwaarde dat de aankondiging per fax [...] wordt verzonden, worden de in artikel 42, lid 1, onder c), bedoelde aankondigingen van een opdracht echter binnen een termijn van vijf dagen bekendgemaakt. 4. De aankondigingen worden onverkort in een door de aanbestedende dienst gekozen officiële taal van de Gemeenschap bekendgemaakt; alleen de tekst in die oorspronkelijke taal is authentiek. In de andere officiële talen wordt een samenvatting met de belangrijke gegevens van alle aankondigingen bekendgemaakt. De kosten van de bekendmaking van aankondigingen door de Commissie komen ten laste van de Gemeenschap. 5. De aankondigingen en de inhoud ervan mogen niet openbaar worden gemaakt vóór de datum waarop zij aan de Commissie worden toegezonden. Aankondigingen die op nationaal niveau worden bekendgemaakt, mogen geen andere informatie bevatten dan de informatie in de aankondigingen die overeenkomstig artikel 41, lid 1, eerste alinea, aan de Commissie worden toegezonden of via een kopersprofiel worden bekendgemaakt, en moeten de datum van toezending aan de Commissie of van de bekendmaking via het kopersprofiel vermelden. Periodieke indicatieve aankondigingen mogen slechts via een kopersprofiel worden bekendgemaakt nadat de kennisgeving van de bekendmaking via het kopersprofiel aan de Commissie is verzonden, en moeten de datum van deze verzending vermelden. 6. De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum van de aankondigingen kunnen aantonen. 7. De Commissie verstrekt de aanbestedende dienst een bevestiging van de bekendmaking van de verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking. 8. De aanbestedende diensten mogen overeenkomstig de leden 1 tot en met 7 aankondigingen van opdrachten bekendmaken waarvan de bekendmaking krachtens de bepalingen van deze richtlijn niet verplicht is. Afdeling 2 Termijnen Artikel 45 Termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en de ontvangst van de inschrijvingen 1. Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen en aanvragen tot deelnemingen, moeten de aanbestedende diensten in het bijzonder rekening houden met de complexiteit van de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde tijd, onverminderd de in dit artikel vastgestelde minimumtermijnen. 2. Voor openbare procedures bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen minimaal tweeënvijftig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. 3. Bij niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging, gelden de volgende regels: a) de termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming in antwoord op een uit hoofde van artikel 42, lid 1, onder c), bekendgemaakte aankondiging, of in antwoord op een uitnodiging van een aanbestedende dienst overeenkomstig artikel 47, lid 5, bedraagt in het algemeen ten minste zevenendertig dagen vanaf de datum van verzending van de aankondiging of van de uitnodiging, en bedraagt in geen geval minder dan tweeëntwintig dagen in geval de aankondiging met andere middelen dan elektronische middelen of per fax ter bekendmaking wordt verzonden, en niet minder dan vijftien dagen in geval de aankondiging wel met deze middelen wordt verzonden, b) de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen kan in onderling overleg tussen de aanbestedende dienst en de uitgekozen gegadigden worden vastgesteld, mits alle gegadigden evenveel tijd krijgen om hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen, c) wanneer het niet mogelijk is overeenstemming te bereiken over de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen, stelt de aanbestedende dienst een termijn vast die in het algemeen ten minste vierentwintig dagen en in geen geval minder dan tien dagen bedraagt, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving. 4. In de gevallen waarin de aanbestedende diensten overeenkomstig bijlage XX een in artikel 41, lid 1, bedoelde periodieke indicatieve aankondiging hebben bekendgemaakt, bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures in het algemeen ten minste zesendertig dagen en in geen geval minder dan tweeëntwintig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging. Deze kortere termijnen zijn toegestaan, mits de periodieke indicatieve aankondiging, naast de op grond van bijlage XV A, deel I, vereiste informatie, alle in bijlage XV A, deel II vereiste informatie bevat, voorzover laatstbedoelde informatie bij de bekendmaking van de aankondiging beschikbaar is, en de aankondiging minimaal tweeënvijftig dagen en maximaal twaalf maanden vóór de in artikel 42, lid 1, onder c), bedoelde verzenddatum van de aankondiging van de opdracht ter bekendmaking is verzonden. 5. Wanneer de aankondigingen in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, met elektronische middelen zijn opgesteld en verzonden, kan de termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen en de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures met zeven dagen worden bekort. 6. Behalve ingeval de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg is vastgesteld, kan de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met nog eens vijf dagen worden bekort indien de aanbestedende dienst het bestek en alle aanvullende stukken vanaf de verzenddatum van de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt, overeenkomstig bijlage XX met elektronische middelen vrij, rechtstreeks en volledig toegankelijk maakt. De aankondiging moet het internetadres vermelden dat toegang biedt tot de documenten. 7. Bij openbare procedures mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen in geen geval leiden tot een termijn van minder dan vijftien dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. Wanneer de aankondiging van de opdracht echter niet per fax of met een elektronisch middel wordt verzonden, mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen bij openbare procedures in geen geval leiden tot een termijn van minder dan tweeëntwintig dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. 8. Het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen mag in geen geval leiden tot een termijn van minder dan vijftien dagen voor de ontvangst van aanvragen tot deelneming in antwoord op een uit hoofde van artikel 42, lid 1, onder c), bekendgemaakte aankondiging, of in antwoord op een uitnodiging van een aanbestedende dienst overeenkomstig artikel 47, lid 5, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of van de uitnodiging. Bij niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen in geen geval leiden tot een termijn van minder dan tien dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving, behalve wanneer de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg wordt vastgesteld. 9. Wanneer het bestek en de aanvullende stukken of nadere inlichtingen, hoewel tijdig aangevraagd, om enigerlei reden niet binnen de in de artikelen 46 en 47 gestelde termijnen zijn verstrekt, of wanneer de inschrijvingen slechts na een bezichtiging ter plaatse, of na inzage ter plaatse van de bij de aanbestedingsstukken behorende stukken kunnen worden gedaan, moeten de termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen zodanig worden verlengd dat alle betrokken ondernemers op de hoogte kunnen zijn van alle informatie die voor de opstelling van de inschrijving nodig is, behalve wanneer de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg wordt vastgesteld. 10. In bijlage XXII wordt een overzicht van de in dit artikel vastgestelde termijnen gegeven. Artikel 46 Openbare procedures: bestek, stukken en nadere inlichtingen 1. Wanneer de aanbestedende diensten bij openbare procedures niet met elektronische middelen overeenkomstig artikel 45, lid 6, vrije, rechtstreekse en volledige toegang bieden tot het bestek en alle aanvullende stukken, worden het bestek en de aanvullende stukken binnen zes dagen na ontvangst van de aanvraag aan de ondernemers toegezonden, mits deze aanvraag tijdig voor de uiterste datum voor de indiening van de inschrijvingen is gedaan. 2. Nadere inlichtingen over het bestek worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor het verstrijken van de uiterste termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen, door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt. Artikel 47 Uitnodigingen tot het indienen van inschrijvingen of tot onderhandelingen 1. Bij niet-openbare procedures en procedures voor gunning via onderhandelingen nodigen de aanbestedende diensten de daartoe uitgekozen gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uit tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelen. De uitnodiging aan de gegadigden bevat ten minste: - hetzij een exemplaar van het bestek en van alle aanvullende stukken, - hetzij de vermelding van de toegang tot het bestek en tot de (andere) onder het eerste streepje vermelde stukken, wanneer deze rechtstreeks langs elektronische weg toegankelijk zijn overeenkomstig artikel 45, lid 6. 2. Wanneer het bestek en/of de aanvullende stukken bij een andere dienst moeten worden aangevraagd dan de aanbestedende dienst die voor de gunningprocedure verantwoordelijk is, vermeldt de uitnodiging het adres van de dienst waarbij dat bestek of die aanvullende stukken kunnen worden aangevraagd en, in voorkomend geval, de uiterste datum voor die aanvraag, alsmede het bedrag dat verschuldigd is en de wijze van betaling om de stukken te verkrijgen. De bevoegde diensten zenden de documentatie onmiddellijk na ontvangst van de aanvraag aan de ondernemers toe. 3. Nadere inlichtingen over het bestek of de aanvullende stukken worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt. 4. De uitnodiging bevat daarnaast ten minste: a) de uiterste datum waarop de eventuele aanvullende stukken kunnen worden gevraagd alsook het eventueel voor het verkrijgen van deze stukken te betalen bedrag en de wijze waarop het moet worden betaald; b) de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen, het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen waarin zij moeten worden gesteld; c) een verwijzing naar elke bekendgemaakte aankondiging van de opdracht; d) de aanduiding van de eventueel bij te voegen stukken; e) de gunningcriteria indien deze niet vermeld worden in de aankondiging over een erkenningsregeling die als oproep tot mededinging wordt gebruikt; f) de relatieve weging van de gunningcriteria of, in voorkomend geval, de volgorde van die criteria naar belangrijkheid, indien die gegevens niet in de aankondiging van de opdracht, de aankondiging over de erkenningsregeling of het bestek vermeld worden. 5. Wanneer er een oproep tot mededinging wordt gedaan aan de hand van een periodieke indicatieve aankondiging, verzoeken de aanbestedende diensten nadien alle gegadigden hun belangstelling te bevestigen aan de hand van nadere gegevens betreffende de betrokken opdracht, alvorens met de selectie van de inschrijvers of deelnemers aan de onderhandelingen te beginnen. De uitnodiging omvat ten minste de volgende gegevens: a) de aard en de hoeveelheid, met inbegrip van eventuele opties voor latere opdrachten en, indien mogelijk, een schatting van de termijn voor de uitoefening van deze opties; in het geval van periodiek terugkerende opdrachten, de aard en de hoeveelheid en, indien mogelijk, een schatting van de termijnen waarop de latere oproepen tot mededinging voor werken, leveringen of diensten worden bekendgemaakt; b) type aanbestedingsprocedure: niet-openbaar of via onderhandelingen; c) in voorkomend geval, de begin- of einddatum van de levering, de werken of de diensten; d) het adres en de uiterste datum voor de indiening van aanvragen om te worden uitgenodigd tot het indienen van een inschrijving alsmede de taal of talen waarin deze moeten worden gesteld; e) het adres van de instantie die de opdracht moet plaatsen en de nodige informatie moet verstrekken voor het verkrijgen van specificaties en andere documenten; f) de economische en technische eisen, de financiële waarborgen en de inlichtingen die van de ondernemers worden verlangd; g) het te betalen bedrag voor het verkrijgen van de aanbestedingsdocumenten en de wijze van betaling; h) de contractvorm van de opdracht waarvoor inschrijvingen worden gevraagd: aankoop, leasing, huur of huurkoop, of een combinatie van deze vormen; i) de gunningcriteria en de weging ervan, of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria, indien dit niet in de indicatieve aankondiging, het bestek of de uitnodiging tot aanbesteding of onderhandelingen is vermeld. Afdeling 3 Communicatie en informatieverstrekking Artikel 48 Regels betreffende de communicatiemiddelen 1. Elke in deze titel genoemde mededeling en uitwisseling van informatie kan naar keuze van de aanbestedende dienst, bij brief, per fax of met elektronische middelen overeenkomstig de leden 4 en 5, per telefoon in de gevallen en onder de omstandigheden genoemd in lid 6, of door een combinatie van deze middelen, geschieden. 2. De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar zijn en mogen dus de toegang van de ondernemers tot de gunningprocedure niet beperken. 3. Mededelingen en uitwisseling van informatie geschieden op zodanige wijze dat de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en van verzoeken om deel te nemen, gewaarborgd zijn en dat de aanbestedende diensten pas bij het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening kennisnemen van de inhoud van inschrijvingen en verzoeken om deel te nemen. 4. De voor mededelingen langs elektronische weg te gebruiken middelen, en de technische kenmerken daarvan, moeten niet-discriminerend en algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en in combinatie met algemeen gebruikte informatie- en communicatietechnologieproducten kunnen functioneren. 5. De volgende regels zijn van toepassing op middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming: a) informatie betreffende de specificaties die nodig zijn voor de elektronische indiening van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming, inclusief de encryptie, moeten voor belanghebbende partijen beschikbaar zijn. De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen moeten bovendien voldoen aan de eisen van bijlage XXIII; b) de lidstaten kunnen vrijwillige accreditatieregelingen invoeren of handhaven om te komen tot een hoger niveau van de dienst voor certificatie van deze middelen; c) inschrijvers of gegadigden moeten zich ertoe verbinden de in artikel 52, lid 3, 53 en 54 genoemde documenten, certificaten, getuigschriften en verklaringen, indien deze niet in elektronische vorm beschikbaar zijn, in te dienen vóór het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening van inschrijvingen of van aanvragen tot deelneming. 6. Regels inzake de verzending van aanvragen tot deelneming: a) De aanvragen tot deelneming aan een procedure voor de plaatsing van een overheidsopdracht kunnen schriftelijk of telefonisch gedaan worden. b) Wanneer aanvragen tot deelneming telefonisch worden gedaan, moet vóór het verstrijken van de ontvangsttermijn een schriftelijke bevestiging worden gezonden. c) De aanbestedende diensten kunnen eisen dat per fax ingediende aanvragen tot deelneming per post of langs elektronische weg worden bevestigd, wanneer dat nodig is om over een wettig bewijs te beschikken. Een dergelijke eis moet samen met de termijn voor de bevestiging door de aanbestedende dienst in de aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt of in de in artikel 47, lid 5, bedoelde uitnodiging worden vermeld. Artikel 49 Informatie voor verzoekers om erkenning, gegadigden en inschrijvers 1. De aanbestedende diensten stellen de deelnemende ondernemers ten spoedigste in kennis van de besluiten die zijn genomen inzake de sluiting van een raamovereenkomst, de gunning van een opdracht of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten geen raamovereenkomst te sluiten, een opdracht waarvoor een oproep tot mededinging was gedaan niet te plaatsen of de procedure niet opnieuw te beginnen of een dynamisch aankoopsysteem in te stellen; deze informatie wordt desgevraagd schriftelijk verstrekt indien de aanbestedende diensten daarom wordt verzocht. 2. De aanbestedende diensten delen ten spoedigste iedere afgewezen gegadigde of inschrijver desgevraagd de redenen voor de afwijzing mee, en aan iedere inschrijver die een aan de eisen beantwoordende inschrijving heeft gedaan, de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving, alsmede de naam van de begunstigde, of de partijen bij de raamovereenkomst. De termijnen mogen in geen geval langer lopen dan 15 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek ter zake. De aanbestedende diensten kunnen evenwel besluiten dat bepaalde, in de vorige alinea genoemde gegevens betreffende de gunning van de opdracht of de sluiting van een raamovereenkomst of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, niet worden medegedeeld indien openbaarmaking van die gegevens de toepassing van de wet in de weg zou staan, met het openbaar belang in strijd zou zijn of aan de rechtmatige handelsbelangen van publieke of particuliere ondernemers, met inbegrip van de belangen van de ondernemer waaraan de opdracht is gegund, schade zou kunnen toebrengen dan wel de eerlijke mededinging tussen de ondernemers zou kunnen schaden. 3. Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren en beheren, moeten de aanvragers binnen een redelijke termijn van het besluit inzake hun erkenning in kennis stellen. Wanneer het erkenningsbesluit meer dan zes maanden vanaf de indiening van het verzoek om erkenning in beslag neemt, moet de aanbestedende dienst de verzoeker binnen twee maanden na deze indiening mededeling doen van de redenen waarom deze termijn langer moet zijn en van de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen. 4. Wie een verzoek om erkenning afgewezen ziet, wordt ten spoedigste en in elk geval binnen vijftien dagen van dit besluit en van de redenen voor deze weigering in kennis gesteld. Deze redenen moeten gebaseerd zijn op de in artikel 53, lid 2, vermelde erkenningscriteria. 5. Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren en beheren, kunnen de erkenning van een ondernemer slechts beëindigen om redenen gegrond op de in artikel 53, lid 2, vermelde criteria. Het voornemen een erkenning te beëindigen, alsmede de redenen daartoe, moeten de ondernemer uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de erkenning zal worden beëindigd schriftelijk ter kennis worden gebracht. Artikel 50 Over de geplaatste opdrachten te bewaren gegevens 1. De aanbestedende diensten bewaren met betrekking tot alle opdrachten de nodige gegevens opdat zij later de besluiten kunnen motiveren betreffende: a) de erkenning en de selectie van de ondernemers en de gunning van de opdrachten, b) het gebruik van procedures zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 40, lid 3, c) de niet-toepassing van het bepaalde in de hoofdstukken III tot en met VI van deze titel krachtens de in hoofdstuk II van titel I en in hoofdstuk II van deze titel vervatte afwijkingen. De aanbestedende diensten nemen passende maatregelen om het verloop te documenteren van de gunningsprocedures die elektronisch uitgevoerd worden. 2. De gegevens worden gedurende ten minste vier jaar na de datum van gunning van de opdracht bewaard, opdat de aanbestedende dienst gedurende dat tijdvak aan de Commissie de noodzakelijke inlichtingen kan verstrekken, indien deze daarom verzoekt. HOOFDSTUK VII Verloop van de procedure Artikel 51 Algemene bepalingen 1. Voor de selectie van deelnemers aan hun gunningsprocedures: a) sluiten aanbestedende diensten die regels en criteria hebben vastgesteld voor de uitsluiting van inschrijvers of gegadigden overeenkomstig artikel 54, leden 1, 2 of 4, ondernemers die aan dergelijke regels en criteria voldoen, uit; b) selecteren zij inschrijvers en gegadigden overeenkomstig de objectieve regels en criteria die op grond van artikel 54 worden bepaald; c) beperken zij in niet-openbare procedures en in procedures van gunning door onderhandelingen met een oproep tot mededinging, in voorkomend geval, het aantal op grond van de punten a) en b) geselecteerde gegadigden, overeenkomstig artikel 54, lid 3. 2. Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling en met het oog op selectie van deelnemers in gunningsprocedures voor de specifieke opdrachten waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft, worden door de aanbestedende diensten: a) ondernemers erkend overeenkomstig artikel 53, b) de bepalingen van lid 1 die betrekking hebben op niet-openbare procedures of procedures van gunning door onderhandelingen, toegepast op die erkende ondernemers. 3. De aanbestedende diensten toetsen de door de aldus geselecteerde inschrijvers ingediende inschrijvingen aan de op de inschrijvingen toepasselijke regels en voorschriften, en gunnen de opdracht op basis van de in de artikelen 55 en 57 genoemde criteria. Afdeling 1 Erkenning en kwalitatieve selectie Artikel 52 Onderlinge erkenning op het gebied van administratieve, technische of financiële voorwaarden en inzake certificaten, proeven en bewijzen 1. De aanbestedende diensten mogen, wanneer zij de deelnemers aan een niet-openbare procedure of procedure van gunning via onderhandelingen kiezen, over erkenning een besluit nemen of de erkenningscriteria en erkenningsregels bijwerken: a) aan bepaalde ondernemers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die niet aan andere zijn opgelegd, b) geen proeven of bewijzen eisen die een doublure zouden vormen met reeds beschikbare objectieve bewijzen. 2. Ingeval zij de overlegging verlangen van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de ondernemer aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet, dienen de aanbestedende diensten te verwijzen naar kwaliteitsbewakingsregelingen die op de Europese normenreeks op dit gebied zijn gebaseerd en die zijn gecertificeerd door instanties welke aan de Europese normenreeks voor certificering voldoen. Zij erkennen gelijkwaardige verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige kwaliteitsgaranties die door ondernemers worden voorgelegd. 3. Voor overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken of het verrichten van diensten, en uitsluitend in passende gevallen, kunnen de aanbestedende diensten, teneinde de technische bekwaamheid van de ondernemer te verifiëren, de vermelding eisen van de maatregelen inzake milieubeheer die de ondernemer kan toepassen in het kader van de uitvoering van de opdracht. Ingeval de aanbestedende diensten in deze gevallen de overlegging verlangen van een door onafhankelijke instanties opgestelde verklaring dat de ondernemer aan bepaalde normen inzake milieubeheer voldoet, dienen zij te verwijzen naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of naar normen inzake milieubeheer die gebaseerd zijn op de desbetreffende Europese of internationale normen die gecertificeerd zijn door instanties die beantwoorden aan het Gemeenschapsrecht of aan de relevante Europese of internationale normen voor certificatie. Zij erkennen gelijkwaardige verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden tevens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van milieubeheer die de ondernemers overleggen. Artikel 53 Erkenningsregelingen 1. Desgewenst mogen de aanbestedende diensten een regeling voor de erkenning van ondernemers invoeren en beheren. De aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren of beheren, zorgen ervoor dat de ondernemers te allen tijde een erkenning kunnen aanvragen. 2. De in lid 1 bedoelde regeling kan verscheidene fasen van erkenning van geschiktheid omvatten. De regeling moet worden beheerd op basis van door de aanbestedende dienst omschreven objectieve criteria en regels. Wanneer deze criteria en regels technische specificaties bevatten, is artikel 34 van toepassing. Deze criteria en regels inzake erkenning kunnen zo nodig worden bijgewerkt. 3. De in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning kunnen de in artikel 45 van Richtlijn 2003/.../EG genoemde uitsluitingscriteria omvatten, onder de daarin genoemde voorwaarden. Wanneer de aanbestedende dienst een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), omvatten deze criteria en regels de uitsluitingscriteria van artikel 45, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG. 4. Wanneer de in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning eisen omvatten betreffende de economische en financiële draagkracht van de ondernemer, kan deze zich in voorkomend geval beroepen op de draagkracht van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet hij ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat hij gedurende de volledige geldigheidsduur van de erkenningsregeling werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zoals bedoeld in artikel 10, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten. 5. Wanneer de in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning eisen omvatten betreffende de technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van de ondernemer, kan deze zich in voorkomend geval beroepen op de bekwaamheid van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet hij ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat hij gedurende de volledige geldigheidsduur van de erkenningsregeling werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die diensten, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zoals bedoeld in artikel 11, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of aan andere diensten. 6. De in lid 2 bedoelde criteria en regels worden de belangstellende ondernemers desgevraagd ter beschikking gesteld. Wanneer deze criteria en regels worden bijgewerkt, wordt dit de belangstellende ondernemers medegedeeld. Wanneer een aanbestedende dienst van oordeel is dat de erkenningsregeling van bepaalde andere diensten of instanties aan de voorwaarden voldoet, deelt zij de belangstellende ondernemers de namen van deze andere diensten of instanties mede. 7. Er wordt een lijst van erkende ondernemers bijgehouden, die volgens het type opdrachten waarvoor de erkenning geldt in categorieën kan worden ingedeeld. 8. Wanneer een aanbestedende dienst een erkenningsregeling invoert en beheert, neemt zij in het bijzonder de voorschriften in acht van artikel 41, lid 3, betreffende de aankondiging van het bestaan van een erkenningsregeling, artikel 49, leden 3, 4 en 5, betreffende de informatie die moet worden verstrekt aan de ondernemers die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend, artikel 51, lid 2, betreffende de selectie van deelnemers wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling, en van artikel 52, betreffende de onderlinge erkenning op het gebied van administratieve, technische of financiële voorwaarden en inzake certificaten, proeven en bewijzen. 9. Wanneer een oproep tot mededinging plaatsvindt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling, worden de inschrijvers bij een niet-openbare procedure of de deelnemers aan een procedure van gunning door onderhandelingen gekozen uit de volgens een dergelijke regeling in aanmerking komende gegadigden. Artikel 54 Kwalitatieve selectiecriteria 1. De aanbestedende diensten die selectiecriteria bij een openbare procedure opstellen, doen dit volgens objectieve regels en criteria die aan de belangstellende ondernemers ter beschikking worden gesteld. 2. De aanbestedende diensten die de gegadigden selecteren voor een niet-openbare aanbestedingsprocedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, doen dit in overeenstemming met de door hen omschreven objectieve regels en criteria, die aan belangstellende ondernemers ter beschikking worden gesteld. 3. Bij een niet-openbare procedure of een procedure van gunning via onderhandelingen kunnen de criteria gebaseerd zijn op de objectieve noodzaak voor de aanbestedende dienst de gegadigden te beperken tot een aantal dat door het noodzakelijke evenwicht tussen enerzijds de specifieke kenmerken van de aanbestedingsprocedure en anderzijds de daarvoor vereiste middelen wordt gerechtvaardigd. Bij de vaststelling van het aantal gegadigden dient echter rekening te worden gehouden met de noodzaak voldoende concurrentie te waarborgen. 4. De in de leden 1 en 2 bedoelde criteria kunnen de in artikel 45, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG genoemde uitsluitingscriteria omvatten, onder de in dat artikel genoemde voorwaarden. Wanneer de aanbestedende dienst een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), omvatten de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde criteria de uitsluitingscriteria van artikel 45, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG. 5. Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde criteria eisen omvatten betreffende de economische en financiële draagkracht van de ondernemer, kan deze zich in voorkomend geval en voor welbepaalde opdrachten beroepen op de draagkracht van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet hij ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat hij werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die diensten, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zoals bedoeld in artikel 11, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten. 6. Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde criteria eisen omvatten betreffende de technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van de ondernemer, kan deze zich in voorkomend geval en voor welbepaalde opdrachten beroepen op de bekwaamheid van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet hij ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat hij kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis van deze diensten om de ondernemer de nodige middelen ter beschikking te stellen. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zoals bedoeld in artikel 11, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten. Afdeling 2 Gunning van de opdracht Artikel 55 Gunningscriteria 1. Onverminderd de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de vergoeding van bepaalde diensten, zijn de criteria aan de hand waarvan de aanbestedende diensten een opdracht gunnen: a) hetzij, indien de gunning aan de inschrijver met de voor de aanbestedende diensten economisch voordeligste inschrijving plaatsvindt, verschillende criteria die gerechtvaardigd worden door het voorwerp van de opdracht, zoals de leveringstermijn, de uitvoeringstermijn, de gebruikskosten, de rentabiliteit, de kwaliteit, de esthetische en functionele kenmerken, de milieutechnische eigenschappen, de technische waarde, de klantenservice en technische bijstand, de verbintenissen met betrekking tot reserveonderdelen, de gewaarborgde materiaalvoorziening en de prijs, b) hetzij alleen de laagste prijs. 2. Onverminderd het bepaalde in de derde alinea, specificeert de aanbestedende dienst in het in lid 1, onder a), bedoelde geval het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch voordeligste inschrijving aan ieder van de gekozen criteria toekent. Dit gewicht kan worden uitgedrukt in een marge met een passend verschil tussen minimum en maximum. Wanneer volgens de aanbestedende dienst om aantoonbare redenen geen weging mogelijk is, vermeldt de aanbestedende dienst de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid. Die weging of die volgorde van belangrijkheid worden voorzover nodig vermeld in de aankondiging die gebruikt wordt als oproep tot mededinging, in de in artikel 47, lid 5, bedoelde uitnodiging om de belangstelling te bevestigen, in de uitnodiging om een inschrijving in te dienen of te onderhandelen, of in het bestek. Artikel 56 Gebruik van elektronische veilingen 1. De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende diensten elektronische veilingen houden. 2. Bij openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging kunnen de aanbestedende diensten beslissen dat de gunning van de opdracht zal worden voorafgegaan door een elektronische veiling, wanneer de nauwkeurige specificaties voor de opdracht kunnen worden opgesteld. Onder dezelfde voorwaarden kan een elektronische veiling worden gebruikt bij de oproep tot mededinging voor opdrachten die worden gegund in het kader van het dynamische aankoopsysteem als bedoeld in artikel 15. De elektronische veiling heeft betrekking op: a) hetzij alleen de prijzen, wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de laagste prijs; b) hetzij de prijzen en/of de waarden van de elementen van de inschrijvingen zoals aangegeven in het bestek, wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de economisch voordeligste inschrijving. 3. De aanbestedende diensten die beslissen gebruik te maken van een elektronische veiling, maken daarvan melding in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt. Het bestek bevat onder andere de volgende informatie: a) de elementen waarvan de waarden vallen onder de elektronische veiling, voorzover deze elementen kwantificeerbaar zijn zodat ze kunnen worden uitgedrukt in cijfers of procenten; b) de eventuele limieten van de waarden die kunnen worden ingediend, zoals zij voortvloeien uit de specificaties van het voorwerp van de opdracht; c) de informatie die tijdens de elektronische veiling ter beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop die informatie in voorkomend geval ter beschikking zal worden gesteld; d) relevante informatie betreffende het verloop van de elektronische veiling; e) de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod kunnen doen en met name de vereiste minimumverschillen die in voorkomend geval voor de biedingen vereist zijn; f) relevante informatie betreffende het gebruikte elektronische systeem en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding. 4. Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling, verrichten de aanbestedende diensten een eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium/de gunningscriteria en de weging daarvan zoals die zijn vastgesteld. Alle inschrijvers die een aan de eisen beantwoordende inschrijving hebben gedaan, worden tegelijkertijd langs elektronische weg uitgenodigd om nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden in te dienen; het verzoek bevat alle relevante informatie voor de individuele verbinding met het gebruikte elektronische systeem en preciseert het tijdstip en het aanvangsuur van de elektronische veiling. De elektronische veiling kan in verschillende fasen verlopen. De elektronische veiling kan op zijn vroegst twee werkdagen na de datum van verzending van de uitnodigingen beginnen. 5. Wanneer voor de gunning het criterium van de economisch voordeligste inschrijving wordt gehanteerd, gaat de uitnodiging vergezeld van het resultaat van de volledige beoordeling van de inschrijving van de betrokken inschrijver, uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, eerste alinea, bepaalde wegingscriteria. De uitnodiging vermeldt tevens de wiskundige formule die tijdens de elektronische veiling de automatische herklasseringen naar gelang van de ingediende nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden zal bepalen. In deze formule is het gewicht verwerkt dat aan alle vastgestelde criteria is toegekend om de economisch voordeligste inschrijving te bepalen, zoals dat in de aankondiging van de opdracht of het bestek is aangegeven; daartoe moeten eventuele marges evenwel vooraf in een bepaalde waarde worden uitgedrukt. Wanneer variaties zijn toegestaan, moeten voor elke variatie afzonderlijke formules worden verstrekt. 6. Tijdens elke fase van de elektronische veiling delen de aanbestedende diensten voortdurend en ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen; de aanbestedende diensten kunnen ook andere informatie betreffende andere ingediende prijzen of waarden meedelen indien dat in het bestek is vermeld; zij kunnen tevens op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van de veiling deelnemen; zij mogen tijdens het verloop van de fasen van de elektronische veiling evenwel in geen geval de identiteit van de inschrijvers bekendmaken. 7. De aanbestedende diensten kunnen de elektronische veiling op een of meer van de onderstaande wijzen afsluiten: a) zij kunnen in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling een vooraf vastgestelde datum en een vooraf vastgesteld tijdstip voor de sluiting aangeven; b) zij kunnen de veiling afsluiten wanneer zij geen nieuwe prijzen meer ontvangen die beantwoorden aan de vereisten betreffende de minimumverschillen. In dit geval preciseren de aanbestedende diensten in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling de termijn die zij na ontvangst van de laatste aanbieding in acht zullen nemen alvorens de veiling te sluiten; c) zij kunnen de veiling afsluiten wanneer alle fasen van de veiling die in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling zijn vermeld, afgehandeld zijn. Wanneer de aanbestedende diensten besloten hebben om de elektronische veiling overeenkomstig punt c) af te sluiten, in voorkomend geval in combinatie met de in punt b) bepaalde regelingen, vermeldt de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling het tijdschema voor elk van de fasen van de veiling. 8. Na de sluiting van de elektronische veiling gunnen de aanbestedende diensten de opdracht overeenkomstig artikel 55, op basis van de resultaten van de elektronische veiling. 9. De aanbestedende diensten mogen geen misbruik maken van de methode van de elektronische veiling, noch mogen zij de methode gebruiken om concurrentie te beletten, te beperken of te vervalsen of om wijzigingen aan te brengen in het voorwerp van de opdracht zoals omschreven in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt en in het bestek. Artikel 57 Abnormaal lage inschrijvingen 1. Wanneer voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verrichten dienst abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat zij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door haar dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving. Deze preciseringen kunnen met name verband houden met: a) de doelmatigheid van het productieproces van de producten, van de dienstverrichting of van het bouwproces; b) de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de levering van de producten, het verrichten van de diensten of de uitvoering van de werken kan profiteren; c) de originaliteit van de door de inschrijver voorgestelde werken, leveringen of diensten; d) de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar het werk, de dienst of de levering wordt uitgevoerd; e) de eventuele ontvangst van staatssteun door de inschrijver. 2. De aanbestedende dienst onderzoekt in overleg met de inschrijver de samenstelling aan de hand van de ontvangen toelichtingen. 3. Wanneer een aanbestedende dienst constateert dat een inschrijving abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft gekregen, kan de inschrijving slechts op uitsluitend die grond worden afgewezen wanneer de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende dienst bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun legaal is toegekend. Wanneer de aanbestedende dienst in een dergelijke situatie een inschrijving afwijst, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. Afdeling 3 Inschrijvingen die producten uit derde landen bevatten en betrekkingen met deze landen Artikel 58 Inschrijvingen die producten uit derde landen bevatten 1. Dit artikel is van toepassing op inschrijvingen die producten bevatten uit derde landen waarmee de Gemeenschap niet in multilateraal of bilateraal kader een overeenkomst heeft gesloten die de communautaire ondernemingen op vergelijkbare wijze daadwerkelijk toegang verschaft tot de markten van deze derde landen. Dit artikel laat de verplichtingen van de Gemeenschap of haar lidstaten jegens derde landen onverlet. 2. Iedere inschrijving die wordt ingediend met het oog op de gunning van een opdracht voor leveringen, kan worden afgewezen wanneer het aandeel van de uit derde landen afkomstige goederen, waarvan de oorsprong wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(32), meer dan 50 % uitmaakt van de totale waarde van de goederen waarop deze inschrijving betrekking heeft. Voor de toepassing van dit artikel worden de programmatuurtoepassingen die in telecommunicatienetten worden gebruikt, als producten beschouwd. 3. Behoudens de tweede alinea wordt, wanneer twee of meer inschrijvingen volgens de gunningcriteria van artikel 55 gelijkwaardig zijn, de voorkeur gegeven aan de inschrijving die niet krachtens lid 2 kan worden afgewezen. Voor de toepassing van dit artikel wordt het bedrag van de inschrijving als gelijkwaardig beschouwd, indien het prijsverschil niet meer dan 3 % bedraagt. Aan een inschrijving zal echter niet op grond van de eerste alinea de voorkeur worden gegeven indien de aanbestedende dienst hierdoor genoodzaakt zou zijn apparatuur aan te schaffen met technische kenmerken die afwijken van de bestaande apparatuur, en dit tot onverenigbaarheid of tot technische moeilijkheden bij het gebruik of het onderhoud zou leiden of buitensporige kosten met zich mee zou brengen. 4. Voor de toepassing van dit artikel worden voor de bepaling van het in lid 2 bedoelde aandeel van uit derde landen afkomstige goederen de derde landen buiten beschouwing gelaten ten gunste waarvan de toepassing van deze richtlijn bij een besluit van de Raad overeenkomstig lid 1 is uitgebreid. 5. De Commissie brengt jaarlijks, en voor de eerste keer tijdens de tweede helft van het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, aan de Raad verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij de multilaterale of bilaterale onderhandelingen over de toegang van de communautaire ondernemingen tot de markten van de derde landen op de onder deze richtlijn vallende gebieden, over alle ingevolge deze onderhandelingen bereikte resultaten, alsmede over de daadwerkelijke toepassing van alle gesloten overeenkomsten. In het licht van deze ontwikkelingen kan de Raad, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, de bepalingen van dit artikel wijzigen. Artikel 59 Betrekkingen met derde landen op het gebied van opdrachten voor diensten 1. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle moeilijkheden van algemene aard die hun ondernemingen feitelijk of rechtens ondervinden om in derde landen opdrachten voor diensten toegewezen te krijgen. 2. De Commissie dient vóór 31 december...en vervolgens periodiek, bij de Raad een verslag in betreffende de openstelling van opdrachten voor diensten in derde landen, alsook betreffende de stand van de onderhandelingen die daarover, met name in het kader van de WTO, met deze landen worden gevoerd. 3. De Commissie beijvert zich ervoor bij het desbetreffende derde land een situatie te verhelpen, ten aanzien waarvan zij op grond van de in lid 2 bedoelde verslagen, of op basis van andere informatie, vaststelt dat met betrekking tot het plaatsen van opdrachten voor het verrichten van diensten: a) een derde land de ondernemingen van de Gemeenschap geen toegang verleent die vergelijkbaar is met die welke de Gemeenschap toekent aan ondernemingen van dat derde land, b) de ondernemingen van de Gemeenschap in een derde land niet dezelfde behandeling of dezelfde concurrentiemogelijkheden krijgen als de binnenlandse ondernemingen, of c) ondernemingen van andere derde landen een gunstiger behandeling krijgen dan de ondernemingen van de Gemeenschap. 4. In de in lid 3 genoemde gevallen kan de Commissie te allen tijde de Raad voorstellen te besluiten dat het gunnen van opdrachten voor diensten gedurende een in het besluit te bepalen periode wordt geschorst of beperkt ten aanzien van: a) de ondernemingen waarop de wetgeving van het betrokken derde land van toepassing is, b) de ondernemingen die met de onder a) bedoelde ondernemingen zijn verbonden en die hun statutaire zetel in de Gemeenschap hebben, maar die geen daadwerkelijke en directe band met de economie van een lidstaat hebben, c) de ondernemingen die inschrijvingen indienen welke betrekking hebben op diensten die hun oorsprong hebben in het desbetreffende derde land. De Raad neemt zijn besluit zo spoedig mogelijk met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. De Commissie kan deze maatregelen uit eigen beweging of op verzoek van een lidstaat voorstellen. 5. Dit artikel laat de verplichtingen van de Gemeenschap ten aanzien van derde landen onverlet. TITEL III REGELS VOOR PRIJSVRAGEN OP HET GEBIED VAN DIENSTEN Artikel 60 Algemene bepalingen 1. De voorschriften voor het organiseren van een prijsvraag worden vastgesteld overeenkomstig lid 2 en de artikelen 61 en 63 tot en met 66 en worden ter beschikking gesteld van degenen die belang stellen in deelneming aan de prijsvraag. 2. De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag niet worden beperkt: a) tot het grondgebied van een lidstaat of een deel daarvan, b) op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge de wetgeving van de lidstaat waar de prijsvraag wordt uitgeschreven, hetzij natuurlijke personen, hetzij rechtspersonen moeten zijn. Artikel 61 Drempels 1. Deze titel is van toepassing op de prijsvragen die worden georganiseerd in het kader van een procedure voor het plaatsen van opdrachten voor diensten waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste 499000 EUR bedraagt. Voor de toepassing van dit lid wordt onder drempel de geraamde waarde, exclusief BTW, verstaan, met inbegrip van eventuele premies voor deelneming en/of betalingen aan deelnemers. 2. Dit artikel is van toepassing op alle prijsvragen waarvan het totale bedrag aan prijzengeld en betalingen aan deelnemers ten minste gelijk is aan 499000 EUR. Voor de toepassing van dit lid wordt onder drempel het totaalbedrag aan premies en betalingen verstaan, met inbegrip van de geraamde waarde, exclusief BTW, van de opdracht voor diensten die later overeenkomstig artikel 40, lid 3, kan worden geplaatst indien de aanbestedende dienst een dergelijke opdracht in de aankondiging van een prijsvraag niet uitsluit. Artikel 62 Uitgesloten prijsvragen Deze titel is niet van toepassing op: 1. prijsvragen die worden georganiseerd in dezelfde gevallen als die welke in de artikelen 20, 21 of 22 worden genoemd voor opdrachten voor diensten, 2. prijsvragen die worden georganiseerd om in de betrokken lidstaat een activiteit te verrichten waarop de in artikel 30, lid 1, bedoelde vrijstelling uit hoofde van een besluit van de Commissie van toepassing is, dan wel overeenkomstig artikel 29, lid 4, tweede of derde alinea, of artikel 29, lid 5, vierde alinea, van toepassing wordt geacht. Artikel 63 Regels voor bekendmaking en voor transparantie 1. Aanbestedende diensten die een prijsvraag willen uitschrijven, doen daartoe in een mededeling betreffende een prijsvraag een oproep tot mededinging. Aanbestedende diensten die een prijsvraag uitgeschreven hebben, maken de resultaten daarvan in een aankondiging bekend. De oproep tot mededinging bevat de in bijlage XVIII bedoelde informatie en de mededeling betreffende de resultaten van een prijsvraag bevat de in bijlage XIX bedoelde informatie overeenkomstig het door de Commissie volgens de procedure van artikel 68, lid 2, vastgestelde formaat van standaardformulieren. De mededeling betreffende de resultaten van de prijsvraag wordt binnen twee maanden na de sluiting van de prijsvraag en onder door de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 68, lid 2, vast te stellen voorwaarden, toegezonden aan de Commissie. In dit verband eerbiedigt de Commissie het gevoelige commerciële karakter betreffende het aantal ontvangen ontwerpen en plannen, de identiteit van de ondernemers en de prijzen, waarop de aanbestedende diensten bij de verstrekking van deze gegevens kunnen wijzen. 2. Artikel 44, leden 2 tot en met 8, is ook van toepassing op mededelingen betreffende prijsvragen. Artikel 64 Communicatiemiddelen 1. Artikel 48, leden 1, 2 en 4 is van toepassing op alle mededelingen betreffende prijsvragen. 2. De mededelingen, uitwisselingen en opslag van gegevens geschieden op zodanige wijze dat de integriteit en het vertrouwelijke karakter van alle door de deelnemers aan de prijsvraag ingezonden informatie gevrijwaard worden en dat de jury eerst na afloop van de voor de indiening van plannen en ontwerpen gestelde termijn kennisneemt van de inhoud daarvan. 3. De onderstaande voorschriften zijn van toepassing op de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen: a) de gegevens met betrekking tot de specificaties die nodig zijn voor de indiening van plannen en ontwerpen langs elektronische weg, met inbegrip van encryptie, moeten ter beschikking van de belanghebbenden staan. Voorts moeten de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen in overeenstemming zijn met de vereisten in bijlage XXIII, b) lidstaten kunnen vrijwillige accreditatieregelingen invoeren of handhaven om te komen tot een hoger niveau van de dienst voor certificatie van deze middelen. Artikel 65 De organisatie van prijsvragen, de selectie van deelnemers, de samenstelling en de jury 1. Voor het organiseren van hun prijsvragen passen de aanbestedende diensten procedures toe die aan de bepalingen van deze richtlijn zijn aangepast. 2. Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers stellen de aanbestedende diensten duidelijke en niet-discriminerende selectiecriteria vast. In alle gevallen moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om aan de prijsvraag deel te nemen een daadwerkelijke mededinging waarborgen. 3. De jury bestaat uitsluitend uit natuurlijke personen die onafhankelijk van de deelnemers aan de prijsvraag zijn. Wanneer van de deelnemers aan een prijsvraag een bijzondere beroepskwalificatie wordt geëist, moet ten minste een derde van de juryleden dezelfde kwalificatie of een gelijkwaardige kwalificatie hebben. Artikel 66 Beslissingen van de jury 1. De jury is autonoom in haar beslissingen en adviezen. 2. Zij onderzoekt de projecten op basis van door de gegadigden anoniem voorgelegde ontwerpen en uitsluitend op grond van de criteria die in de aankondiging van de prijsvraag zijn vermeld. 3. Zij stelt een door haar leden ondertekend verslag op met de door haar op basis van de merites van elk project vastgestelde rangorde van de projecten, vergezeld van haar opmerkingen en eventuele punten die verduidelijking behoeven. 4. De anonimiteit moet geëerbiedigd worden totdat het advies of de beslissing van de jury bekend is. 5. Gegadigden kunnen zo nodig worden uitgenodigd om door de jury in haar notulen vermelde vragen te beantwoorden teneinde duidelijkheid te verschaffen omtrent bepaalde aspecten van de projecten. 6. Van de dialoog tussen de leden van de jury en de gegadigden worden volledige notulen opgesteld. TITEL IV STATISTISCHE VERPLICHTINGEN, UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN Artikel 67 Statistische verplichtingen 1. De lidstaten zien erop toe, dat de Commissie ieder jaar op volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde procedure te bepalen wijze een statistisch overzicht krijgt betreffende de naar lidstaat en naar de in de bijlagen I tot en met X genoemde activiteitencategorieën uitgesplitste totale waarde van de beneden de in artikel 16 genoemde drempels blijvende geplaatste opdrachten die anders, afgezien van de drempels zelf, onder de toepassing van deze richtlijn zouden zijn gevallen. 2. Met betrekking tot de in de bijlagen II, III, V, X en IX bedoelde activiteiten zien de lidstaten erop toe dat de Commissie op een volgens de in van artikel 68, lid 2, bedoelde procedure te bepalen wijze een statistisch overzicht van de geplaatste opdrachten krijgt, uiterlijk op 31 oktober...over het voorafgaande jaar, en vervolgens elk jaar vóór 31 oktober. Dit overzicht bevat de gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle op de juiste toepassing van de overeenkomst. De in de eerste alinea bedoelde informatie heeft geen betrekking op de opdrachten in verband met O& O-diensten van categorie 8 van bijlage XVI A, telecommunicatiediensten van categorie 5 van bijlage XVII A waarvan de posten in de CPV-nomenclatuur overeenkomen met de CPC-referentienummers 7524, 7525 en 7526, of diensten als genoemd in bijlage XVI B. 3. De in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringsbepalingen worden zodanig vastgesteld dat: a) met het oog op administratieve vereenvoudiging de minder belangrijke opdrachten kunnen worden uitgesloten, voor zover de bruikbaarheid van de statistieken daardoor niet wordt aangetast, b) het vertrouwelijke karakter van de doorgegeven informatie wordt geëerbiedigd. Artikel 68 Raadgevend Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 71/306/EEG van de Raad(33) ingestelde Raadgevende Comité inzake overheidsopdrachten, hierna "het Comité" genoemd. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 69 Herziening van de drempels 1. De Commissie controleert iedere twee jaar vanaf...(34) de in artikel 16 vastgestelde drempels en past ze zo nodig wat betreft de tweede alinea aan overeenkomstig de procedure van artikel 68, lid 2. De waarde van deze drempels wordt berekend op basis van de gemiddelde dagwaarde van de euro uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus onmiddellijk voorafgaande aan de eerste januari waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene drempels wordt, indien nodig, naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van duizend euro teneinde te waarborgen dat de geldende drempels van de overeenkomst, uitgedrukt in BTR, worden nageleefd. 2. Bij de in lid 1 bedoelde herziening past de Commissie, overeenkomstig de procedure van artikel 68, lid 2, ook de in artikel 61 (prijsvragen) genoemde drempels aan aan de herziene drempel die van toepassing is op opdrachten voor diensten. De tegenwaarde van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde drempels in de nationale valuta van de lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen, wordt in beginsel iedere twee jaar vanaf 1 januari 2004 herzien. Deze waarde wordt berekend op grond van het gemiddelde van de dagelijkse waarden van de genoemde valuta in euro's over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van augustus onmiddellijk voorafgaande aan de eerste januari waarop de herziening plaatsvindt. 3. De in lid 1 bedoelde herziene drempels, hun tegenwaarde in de nationale valuta en de aangepaste drempels als bedoeld in lid 2, worden aan het begin van de maand november die volgt op de herziening door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. Artikel 70 Wijzigingen 1. De Commissie kan, volgens de in artikel 68, lid 2, bedoelde procedure overgaan tot wijziging van: a) de in de bijlagen I tot en met X opgenomen lijst van aanbestedende diensten zodat zij aan de in artikel 2 tot en met 7 vastgestelde criteria voldoen; b) de regels voor de opstelling, verzending, ontvangst, vertaling, bundeling en verspreiding van de in de artikelen 41, 42, 43 en 63 genoemde aankondigingen; c) de regels voor bijzondere verwijzingen naar specifieke posten van de CPV-nomenclatuur in de aankondigingen; d) de in de bijlagen XVII A en XVII B opgenomen nomenclatuurindeling, voor zover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van de richtlijn wordt gewijzigd, en de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke posten van die nomenclatuur binnen de in deze bijlagen vermelde categorieën diensten; e) de in bijlage XII vastgestelde nomenclatuurindeling, voor zover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van de richtlijn wordt gewijzigd en, de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke posten van die nomenclatuur; f) bijlage XI; g) de wijzen van verzending en bekendmaking van gegevens als bedoeld in bijlage XX, om redenen in verband met de technische vooruitgang of om administratieve redenen; h) de technische aspecten en kenmerken van de middelen voor elektronische ontvangst als bedoeld in de punten a), f) en g) van bijlage XXIII; i) met het oog op vereenvoudiging overeenkomstig artikel 67, lid 3, de regels voor de toepassing, opstelling, verzending, ontvangst, vertaling, bundeling en verspreiding; van de in artikel 67, leden 1 en 2, bedoelde statistische overzichten; j) de technische regels voor de in artikel 69, lid 1 en lid 2, tweede alinea, bedoelde berekeningsmethoden. Artikel 71 Uitvoering 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk...(35) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Voor de toepassing van de bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 6 van deze richtlijn kunnen de lidstaten beschikken over een aanvullende periode van ten hoogste...(36) maanden na het verstrijken van de in de eerste alinea bepaalde termijn. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 30 is van toepassing met ingang van...(37). 2. De lidstaten delen aan de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 72 Intrekkingen Richtlijn 93/38/EEG wordt bij deze ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten wat de in bijlage XXIV aangegeven termijnen voor omzetting en toepassing betreft. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage XXV. Artikel 73 Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 74 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. ... Voor het Europees Parlement de voorzitter Voor de Raad de voorzitter (1) PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 112 en PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 183. (2) PB C 193 van 10.7.2001, blz. 1. (3) PB C 144 van 16.5.2001, blz. 23. (4) Advies van het Europees Parlement van 17 januari 2002 (PB C 271 E van 7.11.2002, blz. 29), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 maart 2003 en besluit van het Europees Parlement van...(nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). (5) PB L 199 van 9.8.1993, blz. 84. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 1). (6) PB L 374 van 31.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 2410/92 (PB L 240 van 28.4.1992, blz. 18). (7) PB L 374 van 31.12.1987, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding. (8) PB C 156 van 3.6.1999, blz. 3. (9) PB L 297 van 29.10.1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3). (10) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1. (11) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad. (12) PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG (PB L 176 van 5.7.2002, blz. 21). (13) Wordt bijgewerkt indien andere besluiten overeenkomstig artikel 3 worden vastgesteld alvorens de onderhavige richtlijn wordt vastgesteld. (14) PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3. (15) PB L 316 van 17.12.1993, blz. 41. (16) PB L 156 van 13.6.1997, blz. 55. (17) PB L 68 van 12.3.2002, blz. 31. (18) PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. (19) PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12. (20) PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1. (21) Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1). (22) PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1. (23) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. (24) PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1. (25) De Duitse versie dient als volgt te luiden:"gemeinsam zu verwirklichendes oder zu nutzendes Vorhaben". (26) PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EEG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28). (27) De titel van de richtlijn is aangepast in verband met de hernummering van de artikelen van het Verdrag van Amsterdam, overeenkomstig artikel 12 van dat Verdrag. Oorspronkelijk werd verwezen naar artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag. (28) PB L 316 van 17.12.1993, blz. 41. (29) PB L 156 van 13.6.1997, blz. 55. (30) PB L 68 van 12.3.2002 blz. 31. (31) PB L 129 van 27.5.1993, blz. 25. (32) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 955/1999 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 119 van 7.5.1999, blz. 1). (33) PB L 185 van 16.8.1971, blz. 15. Besluit gewijzigd bij Besluit 77/63/EEG (PB L 13 van 15.1.1977, blz. 15). (34) Datum van de inwerkingtreding van deze richtlijn. (35) 21 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn. (36) Het aantal maanden moet bij de inwerkingtreding van deze richtlijn worden berekend, en wel zodanig dat de periode ten einde loopt op 1 januari 2009. Indien de richtlijn op 1 juli 2003 zou worden aangenomen, dan zou de in de eerste alinea bedoelde termijn op 1 april 2005 verstrijken, en de aanvullende periode zou dan dus 45 maanden moeten bedragen. (37) Datum van de inwerkingtreding van deze richtlijn. BIJLAGE I AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE België - NV Distrigaz - Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten Denemarken - Ondernemingen die de gas- en warmtevoorziening verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig artikel 4 van de lov om varmeforsyning, zie gecoördineerde wet nr. 772 van 24 juli 2000 - Ondernemingen die het vervoer van aardgas verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig artikel 10 van lov nr. 449 om naturgasforsyning, van 31 mei 2000 - Ondernemingen die het vervoer van gas verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig gecoördineerde wet nr. 141 om rørledningsanlæg på dansk kontinentalsokkelområde til transport af kulbrinter, van 13 maart 1974 Duitsland - Territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen daarvan, of door de staat gecontroleerde ondernemingen, die de gas- of warmtevoorziening verzorgen, dan wel een netwerk voor algemene energievoorziening exploiteren, overeenkomstig artikel 2, lid 3 van de Gesetz über die Elektrizitäts- und Gasversorgung (Energiewirtschaftsgesetz), van 24 april 1998, laatstelijk gewijzigd op 10 november 2001 Griekenland - "Δημόσια Επιχείρηση Αερίου (Δ.ΕΠ.Α.) ΑΕ", die gas vervoert en distribueert op grond van Wet 2364/95, als gewijzigd bij de wetten 2528/97, 2593/98 en 2773/99 Spanje - Enagas, SA - Bahía de Bizkaia Gas, SL - Gasoducto Al Andalus, SA - Gasoducto de Extremadura, SA - Infraestructuras Gasistas de Navarra, SA - Regasificadora del Noroeste, SA - Sociedad de Gas de Euskadi, SA - Transportista Regional de Gas, SA - Unión Fenosa de Gas, SA - Bilbogas, SA - Compañía Española de Gas, SA - Distribución y Comercialización de Gas de Extramadura, SA - Distribuidora Regional de Gas, SA - Donostigas, SA - Gas Alicante, SA - Gas Andalucía, SA - Gas Aragón, SA - Gas Asturias, SA - Gas Castilla - La Mancha, SA - Gas Directo, SA - Gas Figueres, SA - Gas Galicia SDG, SA - Gas Hernani, SA - Gas Natural de Cantabria, SA - Gas Natural de Castilla y León, SA - Gas Natural SDG, SA - Gas Natural de Alava, SA - Gas Natural de La Coruña, SA - Gas Natural de Murcia SDG, SA - Gas Navarra, SA - Gas Pasaia, SA - Gas Rioja, SA - Gas y Servicios Mérida, SL - Gesa Gas, SA - Meridional de Gas, SAU - Sociedad del Gas Euskadi, SA - Tolosa Gas, SA Frankrijk - Société nationale des gaz du Sud-Ouest, belast met het vervoer van gas - Gaz de France, opgericht bij en werkzaam overeenkomstig de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz, van 8 april 1946, als gewijzigd - Diensten voor de distributie van elektriciteit als genoemd in artikel 23 van de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz, van 8 april 1946, als gewijzigd - Compagnie française du méthane, belast met het vervoer van gas - Territoriale lichamen, of verenigingen daarvan, belast met de distributie van warmte Ierland - Bord Gáis Éireann - Andere diensten die van de Commission for Energy Regulation een vergunning kunnen krijgen voor de distributie of het vervoer van aardgas krachtens de Gas Acts 1976 to 2002 - Diensten met een vergunning uit hoofde van de Electricity Regulation Act 1999 die zich als exploitanten van Combined Heat and Power Plants bezighouden met de distributie van warmte Italië - SNAM Rete Gas spa, SGM en EDISON T e S voor het vervoer van gas - Diensten voor de distributie van gas, geregeld bij de Testo unico delle leggi sull'assunzione dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province approvato con Regio Decreto van 15 oktober 1925, n. 2578, en het Decreto del PR n. 902 van 4 oktober 1986 - Diensten voor openbare warmtevoorziening als bedoeld in artikel 10 van Wet nr. 308 van 29 mei 1982, n. 308 - Norme sul contentimento dei consumi energetici, lo sviluppo delle fonti rinnovabili di energia, l'esercizio di centrali elettriche alimentate con combustibili diversi dagli idrocarburi - Territoriale lichamen, of verenigingen daarvan, die die verwarming aan het publiek aanbieden Luxemburg - Société de transport de gaz SOTEG SA - Gaswierk Esch-Uelzecht SA - Service industriel de la Ville de Dudelange - Service industriel de la Ville de Luxembourg - Plaatselijke overheden, of verenigingen daarvan, belast met de distributie van warmte Nederland - Diensten op het gebied van vervoer of distributie van gas op basis van een door de plaatselijke overheden overeenkomstig de Gemeentewet verleende vergunning - Plaatselijke en provinciale instanties voor het vervoer of de distributie van gas overeenkomstig de Gemeentewet en de Provinciewet - Plaatselijke overheden, of verenigingen daarvan die verwarming aan het publiek aanbieden Oostenrijk - Diensten die krachtens de Energiewirtschaftsgesetz dRGBl I S 1451/1935, respectievelijk de Gaswirtschaftsgesetz, BGBl. I Nr. 121/2000, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het vervoer of de distributie van gas - Diensten die krachtens de Gewerbeordnung, BGBl. Nr. 194/1994, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het vervoer of de distributie van warmte Portugal - Diensten die gas vervoeren of distribueren krachtens artikel 1 van Wetsbesluit nr. 8/2000, van 8 februari, met uitzondering van de alinea's ii) en iii) en van alinea b) van punt 3 van dit artikel Finland - Openbare en andere diensten die een distributienetwerk voor het vervoer van gas exploiteren en gas vervoeren en distribueren op basis van een vergunning uit hoofde van hoofdstuk 3, eerste alinea, of hoofdstuk 6, eerste alinea, van de maakaasumarkkinalaki//naturgasmarknadslagen (508/2000) alsmede gemeentelijke diensten of overheidsbedrijven die warmte produceren, vervoeren of distribueren dan wel leveren aan netwerken Zweden - Diensten die gas of warmte vervoeren of distribueren krachtens een concessie overeenkomstig lagen (1978:160) om vissa rörledningar Verenigd Koninkrijk - Een openbaar gasvervoersbedrijf zoals omschreven in artikel 7, lid 1 van de Gas Act 1986 - Een persoon die is aangeduid als ondernemer voor de gasvoorziening krachtens artikel 8 van de Gas (Northern Ireland) Order 1996 - Een territoriaal lichaam dat een vast netwerk verstrekt of exploiteert dat een dienst verleent of zal verlenen aan het publiek in verband met de productie, het vervoer of de distributie van warmte - Een persoon met een vergunning krachtens artikel 6, lid 1, onder a) van de Electricity Act 1989 in wiens vergunning de in artikel 10, lid 3 van deze wet bedoelde bepalingen zijn opgenomen - The Northern Ireland Housing Executive. BIJLAGE II AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT België - NV Electrabel - Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten - NV Elektriciteitsproductie Maatschappij Denemarken - Bedrijven die elektriciteit produceren op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 10 van de lov om elforsyning, zie gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001 - Bedrijven die elektriciteit vervoeren op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 19 van de lov om elforsyning, zie gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001 - Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het systeem op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 27 van de lov om elforsyning, zie gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001 Duitsland - Territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen daarvan, of door de staat gecontroleerde ondernemingen, die de elektriciteitsvoorziening verzorgen, dan wel een netwerk voor algemene voorziening exploiteren, overeenkomstig artikel 2, lid 3 van de Gesetz über die Elektrizitäts- und Gasversorgung (Energiewirtschaftsgesetz) van 24 april 1998, laatstelijk gewijzigd op 10 november 2001 Griekenland - "Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού ΑΕ", opgericht bij wet 1468/1950 περί ιδρύσεΩς της ΔΕΗ en werkzaam overeenkomstig wet 2773/1999 en Presidentieel decreet nr. 333/1999 - De vennootschap "Διαχειριστής ελληνικού συστήματος μεταφοράς ηλεκτρικής ενέργειας ΑΕ" aangeduid als "Διαχειριστής του συστήματος" of "ΔΕΣΜΗΕ", opgericht bij artikel 14 van wet nr. 2773/1999 en Presidentieel decreet nr. 328/2000 (Grieks Staatsblad 268) Spanje - Red Eléctrica de España, SA - Endesa, SA - Iberdrola, SA - Unión Fenosa, SA - Hidroeléctrica del Cantábrico, SA - Electra del Viesgo, SA - Otras entidades encargadas de la producción, transporte y distribución de electricidad en virtud de la Ley 54/1997, de 27 de noviembre, del Sector eléctrico y su normativa de desarrollo Frankrijk - Électricité de France, opgericht bij en werkzaam op grond van de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz, van 8 april 1946, als gewijzigd - Diensten voor de distributie van elektriciteit als bedoeld in artikel 23 van de loi n° 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz, van 8 april 1946 - Compagnie nationale du Rhône Ierland - The Electricity Supply Board - ESB Independent Energy (ESBIE) (elektriciteitsvoorziening) - Synergen Ltd. (elektriciteitsopwekking) - Viridian Energy Supply Ltd. (elektriciteitsvoorziening) - Huntstown Power Ltd. (elektriciteitsopwekking) - Bord Gáis Éireann (elektriciteitsvoorziening) - Leveranciers en producenten van elektriciteit met een vergunning krachtens de Electricity Regulation Act 1999 Italië - Bedrijven van de Gruppo Enel die belast zijn met de productie, het vervoer en de distributie van elektriciteit op grond van het Decreto legislativo nr. 79 van 16 maart 1999 en achtereenvolgende wijzigingen en toevoegingen - Andere bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie uit hoofde van het Decreto legislativo nr. 79 van 16 maart 1999 Luxemburg - Compagnie grand-ducale d'électricité de Luxembourg (CEGEDEL), die elektriciteit produceert of distribueert overeenkomstig de Convention concernant l'établissement et l'exploitation des réseaux de distribution d'énergie électrique dans le grand-duché du Luxembourg van 11 november 1927, goedgekeurd bij de wet van 4 januari 1928 - Territoriale lichamen die belast zijn met het vervoer of de distributie van elektriciteit - Société électrique de l'Our (SEO) - Syndicat de communes SIDOR Nederland - Diensten op het gebied van de distributie van elektriciteit op basis van een vergunning van de provinciale overheid overeenkomstig de Provinciewet Oostenrijk - Diensten die overeenkomstig de Elektrizitätswirtschafts- und Organisationsgesetz, BGBl. I Nr. 143/1998, als gewijzigd, respectievelijk de Elektrizitätswirtschafts(wesen)gesetzen van de negen Länder, een vervoers- of distributienetwerk exploiteren Portugal - BASISTEKSTEN - Electricidade de Portugal (EDP), opgericht krachtens Wetsbesluit nr. 182/95, van 27 juli, als gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart 1997 - Empresa Eléctrica dos Açores (EDA), die werkzaam is krachtens Regionaal Wetsbesluit nr. 15/96/A, van 1 augustus 1996 - Empresa de Electricidade da Madeira (EEM), die werkzaam is krachtens Wetsbesluit nr. 99/91 en Wetsbesluit nr. 100/91, beide van 2 maart 1991 - OPWEKKING VAN ELEKTRICITEIT - Diensten die elektriciteit opwekken krachtens Wetsbesluit nr. 183/95, van 27 juli 1995, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart 1997, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 198/2000, van 24 augustus 2000 - Onafhankelijke elektriciteitsproducenten als krachtens Wetsbesluit nr. 189/88, van 27 mei 1998, als gewijzigd bij Wetsbesluiten nr. 168/99, van 18 mei 1999, nr. 313/95, van 24 november 1995, nr. 312/2001, van 10 december 2001, en nr. 339-C/2001, van 29 december 2001 - VERVOER VAN ELEKTRICITEIT - Diensten die elektriciteit vervoeren krachtens Wetsbesluit nr. 185/95, van 27 juli 1995, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart 1997 - DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT - Diensten die elektriciteit distribueren krachtens Wetsbesluit nr. 184/95 van 27 juli 1995, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97 van 14 maart 1997 en krachtens Wetsbesluit nr. 344-B/82 van 1 september 1982, zoals gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 297/86 van 19 september 1986, Wetsbesluit nr. 341/90 van 30 oktober 1990 en Wetsbesluit nr. 17/92 van 5 februari 1992 Finland - Gemeentelijke diensten en overheidsbedrijven die elektriciteit produceren en diensten die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de elektriciteitsvervoers- en distributienetwerken en voor het vervoer van elektriciteit of voor het elektriciteitssysteem op basis van een vergunning uit hoofde van afdeling 4 of 16 van de sähkömarkkinalaki//elmarknadslagen (386/1995) Zweden - Diensten voor het vervoer of de distributie van elektriciteit krachtens een concessie overeenkomstig ellagen (1997:857) Verenigd Koninkrijk - Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 6 van de Electricity Act 1989 - Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 10, lid 1 van de Electricity (Northern Ireland) Order 1992 BIJLAGE III AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER België - Aquinter - Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten - Société wallonne des Eaux - Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Denemarken - Watervoorzieningsbedrijven als omschreven in artikel 3, lid 3, van gecoördineerde wet nr. 130 om vandforsyning m.v. van 26 februari 1999 Duitsland - Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig in de Eigenbetriebsverordnungen of Eigenbetriebsgesetze van de Länder (gemeentelijke nutsbedrijven) - Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Gesetze über die Kommunale Gemeinschaftsarbeit oder Zusammenarbeit van de Länder - Diensten voor de productie van water overeenkomstig de Gesetz über Wasser- und Bodenverbände van 12 februari 1991, laatstelijk gewijzigd op 15 mei 2002 - Overheidsbedrijven voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Kommunalgesetze, en in het bijzonder de Gemeindeverordnungen van de Länder - Bedrijven opgericht overeenkomstig de Aktiengesetz van 6 september 1965, laatstelijk gewijzigd op 19 juli 2002, of de GmbH-Gesetz van 20 april 1892, laatstelijk gewijzigd op 19 juli 2002, of die de rechtsvorm hebben van een Kommanditgesellschaft (/commanditaire vennootschap), voor de productie of distributie van water op grond van een speciale overeenkomst met de regionale of lokale overheden Griekenland - "Εταιρεία ΥδρεύσεΩς και ΑποχετεύσεΩς ΠρΩτευούσης ΑΕ" ("ΕΥΔΑΠ" of "ΕΥΔΑΠ ΑΕ"). De juridische status van de vennootschap valt onder de bepalingen van geconsolideerde wet nr. 2190/1920, wet nr. 2414/1996 en, aanvullend, door de bepalingen van wet nr. 1068/80 en wet nr. 2744/1999 - "Εταιρεία Ύδρευσης και Αποχέτευσης Θεσσαλονίκης ΑΕ" ("ΕΥΑΘ ΑΕ") die valt onder de bepalingen van wet nr. 2937/2001 (Grieks Staatsblad 169 A') en wet nr. 2651/1998 (Grieks Staatsblad 248 A') - "Δημοτική Επιχείρηση Ύδρευσης και Αποχέτευσης Μείζονος Περιοχής Βόλου" ("ΔΕΥΑΜΒ", werkzaam overeenkomstig wet nr. 890/1979 - "Δημοτικές Επιχειρήσεις Ύδρευσης - Αποχέτευσης", die water produceren of distribueren overeenkomstig wet nr. 1069/80 van 23 augustus 1980 - "Σύνδεσμοι Ύδρευσης", die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικος ΔήμΩν και ΚοινοτήτΩν - "Δήμοι και Κοινότητες", die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικος ΔήμΩν και ΚοινοτήτΩν Spanje - Mancomunidad de Canales de Taibilla - Otras entidades públicas integradas o dependientes de las Comunidades Autónomas y de las Corporaciones locales que actúan en el ámbito de la distribución de agua potable - Otras entidades privadas que tienen concedidos derechos especiales o exclusivos por las Corporaciones locales en el ámbito de la distribución de agua potable Frankrijk - Territoriale lichamen en plaatselijke overheidsinstanties die drinkwater winnen of distribueren Ierland - Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Local Government (Sanitary Services) Act 1878 to 1964 Italië - Organen belast met het beheer van de watervoorziening in de verschillende fasen, in de zin van de Testo unico delle leggi sull'assunzione dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province, goedgekeurd bij regio decreto nr. 2578 van 15 oktober 1925, DPR nr. 902 van 4 oktober 1986 en decreto legislativo nr. 267 van 18 augustus 2000 recante il testo unico delle leggi sull'ordinamento degli enti locali, con particolare riferimento da 112 a 116 - Ente Autonomo Acquedotto Pugliese, opgericht bij RDL nr. 2060 van 19 oktober 1919 - Ente Acquedotti Siciliani, opgericht bij regionale wetten nr. 2/2 van 4 september 1979 en nr. 81 van 9 augustus 1980 - Ente Sardo Acquedotti e Fognature, opgericht bij wet nr. 9 van 5 juli 1963 Luxemburg - Diensten van territoriale lichamen belast met de watervoorziening - Syndicats de communes, belast met de productie of distributie van water, opgericht overeenkomstig de loi concernant la création des syndicats de communes van 23 februari 2001, als gewijzigd en aangevuld door de wet van 23 december 1958 en de wet van 29 juli 1981 en overeenkomstig de loi ayant pour objet le renforcement de l'alimentation en eau potable du grand-duché du Luxembourg à partir du réservoir d'Esch-sur-Sûre van 31 juli 1962 Nederland - Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Waterleidingwet Oostenrijk - Gemeentelijke en intergemeentelijke lichamen voor de productie, het vervoer en de distributie van drinkwater overeenkomstig de Wasserversorgungsgesetze van de negen Länder Portugal - Intergemeentelijke stelsels - Ondernemingen waarin de landelijke overheid of andere overheidsdiensten (met een meerderheidsbelang in het maatschappelijk kapitaal) en particuliere ondernemingen participeren, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 379/93, van 5 november 1993. Rechtstreeks beheer van staatswege is toegestaan - Gemeentelijke stelsels - Gemeenten, verenigingen van gemeenten, gemeentelijke bedrijven, ondernemingen met geheel of grotendeels overheidskapitaal, of particuliere ondernemingen, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 379/93, van 5 november 1993, en wet nr. 58/98, van 18 augustus 1998 Finland - Voor de watervoorziening verantwoordelijke instanties vallende onder afdeling 3 van de vesihuoltolaki//lagen om vattentjänster (119/2001) Zweden - Territoriale lichamen en gemeentelijke bedrijven voor de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater, overeenkomstig lagen (1970:244) om allmänna vatten- och avloppsanläggningar Verenigd Koninkrijk - Een onderneming die belast is met de watervoorziening of rioolwaterbeheer overeenkomstig de Water Industry Act 1991 - Een watervoorzienings- en rioolwaterautoriteit die is opgericht bij artikel 62 van de Local Government etc (Scotland) Act 1994 - Department for Regional Development (Noord-Ierland) BIJLAGE IV AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR VERVOERSDIENSTEN PER TREIN België - Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Denemarken - Danske Statsbaner - Ondernemingen uit hoofde van lov nr. 1317 om amtskommunernes overtagelse af de statslige ejerandele i privatbanerne van 20 december 2000 Duitsland - Deutsche Bahn AG - Andere ondernemingen die openbare vervoersdiensten per trein verrichten, overeenkomstig artikel 2, lid 1 van de Allgemeine Eisenbahngesetz van 27 december 1993, laatstelijk gewijzigd op 21 juni 2002 Griekenland - "Οργανισμός ΣιδηροδρόμΩν Ελλάδος ΑΕ" ("ΟΣΕ ΑΕ"), overeenkomstig wet nr. 2671/98. - "ΕΡΓΟΣΕ ΑΕ" overeenkomstig wet nr. 2366/95 Spanje - Ente público Gestor de Infraestructuras Ferroviarias (GIF) - Red Nacional de los Ferrocarriles Españoles (RENFE) - Ferrocarriles de Vía Estrecha (FEVE) - Ferrocarrils de la Generalitat de Catalunya (FGC) - Eusko Trenbideak (Bilbao) - Ferrocarriles de la Generalitat Valenciana (FGV) - Ferrocarriles de Mallorca Frankrijk - Société nationale des chemins de fer français (SNCF) en andere spoorwegnetten die opengesteld zijn voor het openbaar vervoer, als bedoeld in titel II, hoofdstuk 1, van de loi d'orientation des transports intérieurs n° 82-1153 van 30 december 1982 - Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij wet nr. 97-135 van 13 februari 1997 Ierland - Iarnród Éireann (/Irish Rail) - Railway Procurement Agency Italië - Ferrovie dello Stato Spa - Trenitalia Spa - Diensten, vennootschappen en bedrijven die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 10 van Koninklijk besluit nr. 1447 van 9 mei 1912 houdende goedkeuring van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili (streektrams) - Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op basis van een concessie van de staat in de zin van de speciale wetten die vereist zijn uit hoofde van titel XI, hoofdstuk II, afdeling 1 van Koninklijk besluit nr. 1447 van 9 mei 1912, houdende goedkeuring van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili - Diensten, vennootschappen en bedrijven die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 4 van wet nr. 410 van 14 juni 1949 - Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione - Diensten, vennootschappen en bedrijven of plaatselijke overheden die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 14 van wet nr. 1221 van 2 augustus 1952 - Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione - Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van de artikelen 8 en 9 van Wetsbesluit nr. 422 van 19 november 1997 - Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, a norma dell'articolo 4, comma 4, della L. van 15 maart 1997, n. 59 - gewijzigd bij decreto legislativo van 20 september 1999, n. 400, en bij art. 45 van wet nr. 166 van 1o augustus 2002 Luxemburg - Chemins de fer du Luxembourg (CFL) Nederland - Aanbestedende diensten op het gebied van vervoersdiensten per trein Oostenrijk - Österreichische Bundesbahnen - Schieneninfrastrukturfinanzierungs-Gesellschaft mbH - Diensten die krachtens de Eisenbahngesetz, BGBl. Nr. 60/1957, als gewijzigd, bevoegd zijn tot het verrichten van verkeersdiensten Portugal - CP - Caminhos de Ferro de Portugal, EP, krachtens Wetsbesluit nr. 109/77, van 23 maart 1997 - REFER, EP, krachtens Wetsbesluit nr. 104/97, van 29 april 1997 - RAVE, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 323-H/2000, van 19 december 2000 - Fertagus, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 189-B/99, van 2 juni 1999 - Metro do Porto, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 394-A/98, van 15 december, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 261/2001, van 26 september 2001 - Normetro, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 394-A/98, van 15 december 1998, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 261/2001, van 26 september 2001 - Metropolitano Ligeiro de Mirandela, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 15/95, van 8 februari 1995 - Metro do Mondego, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 10/2002, van 24 januari 2002 - Metro Transportes do Sul, SA, krachtens Wetsbesluit nr. 337/99, van 24 augustus 1999 - Gemeenten en gemeentelijke bedrijven die vervoersdiensten verrichten krachtens Wet nr. 159/99, van 14 september 1999 - Overheidsinstanties en overheidsbedrijven die spoorwegvervoersdiensten verrichten krachtens wet nr. 10/90, van 17 maart 1990 - Particuliere ondernemingen die spoorwegvervoersdiensten verrichten krachtens wet nr. 10/90, van 17 maart 1990, voorzover zij daartoe bijzondere of uitsluitende rechten bezitten Finland - VR Osakeyhtiö//VR Aktiebolag Zweden - Openbare diensten die spoorwegdiensten verzorgen overeenkomstig förordningen (1996:734) om statens spåranläggningar en lagen (1990:1157) om järnvägssäkerhet - Territoriale lichamen die regionale of plaatselijke spoorwegverbindingen verzorgen op grond van lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik - Particuliere diensten die spoorwegdiensten verzorgen op grond van een vergunning overeenkomstig förordningen (1996:734) om statens spåranläggningar, indien deze vergunning voldoet aan artikel 2, lid 3, van de richtlijn Verenigd Koninkrijk - Railtrack plc - Eurotunnel plc - Northern Ireland Transport Holding company - Northern Ireland Railways Company Limited BIJLAGE V AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- EN BUSDIENSTEN België - Maatschappij voor intercommunaal Vervoer van Brussel - Société régionale wallonne du Transport en haar exploitatiemaatschappijen (TEC Liège-Verviers, TEC Namur-Luxembourg, TEC Brabant wallon, TEC Charleroi, TEC Hainaut) - Vlaamse Vervoermaatschappij (De Lijn) - Privaatrechtelijke maatschappijen die bijzondere of uitsluitende rechten genieten Denemarken - Danske Statsbaner - Bedrijven die vervoer per bus verzorgen (almindelige rutekørsel) op basis van een machtiging ingevolge lovbekendtgørelse nr. 738 om buskørsel van 22 december 1999 Duitsland - Bedrijven die op basis van een verplichte vergunning vervoersdiensten in het openbare zonevervoer verzorgen in de zin van de Personenbeförderungsgesetz van 21 maart 1961, laatstelijk gewijzigd op 21 augustus 2002 Griekenland - "Ηλεκτροκίνητα ΛεΩφορεία Περιοχής Αθηνών - Πειραιώς ΑΕ" ("ΗΛΠΑΠ ΑΕ", die zijn opgericht en werkzaam zijn uit hoofde van Wetsbesluit nr. 768/1970 (A'273), wet 588/1977 (art. A'148) en wet 2669/1998 (A'283) - "Ηλεκτρικοί Σιδηρόδρομοι Αθηνών - Πειραιώς" ("ΗΣΑΠ ΑΕ"), die zijn opgericht en werkzaam zijn uit hoofde van wet 352/1976 (A'147) en wet 2669/1998 (A'283) - "Οργανισμός Αστικών ΣυγκοινΩνιών Αθηνών ΑΕ" ("ΟΑΣΑ ΑΕ"), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van wet 2175/1993 (A'211) en wet 2669/1998 (A'283) - "Εταιρεία Θερμικών ΛεΩφορείΩν ΑΕ" ("ΕΘΕΛ ΑΕ"), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van wet 2175/1993 (A'211) en wet 2669/1998 (A'283) - "Αττικό Μετρό ΑΕ", die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van wet 1955/1991 - "Οργανισμός Αστικών ΣυγκοινΩνιών Θεσσαλονίκης" ("ΟΑΣΘ"), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van Decreet nr. 3721/1957, Wetsbesluit nr. 716/1970 en wetten nrs. 866/79 en 2898/2001 (A'71) - "Κοινό Ταμείο Είσπραξης ΛεΩφορείΩν" ("ΚΤΕΛ"), die werkzaam is uit hoofde van Wet nr. 2963/2001 (A'268) - "Δημοτικές Επιχειρήσεις ΛεΩφορείΩν Ρόδου και ΚΩ", respectievelijk genaamd "ΡΟΔΑ" en "ΔΕΑΣ Κω", die werkzaam zijn uit hoofde van wet nr. 2963/2001 (A'268) Spanje - Entidades que prestan servicios públicos de transporte urbano con arreglo a la Ley 7/1985, de 2 de abril, Reguladora de las Bases de Régimen Local; Real Decreto legislativo 781/1986, de 18 de abril, por el que se aprueba el texto refundido de las disposiciones legales vigentes en materia de régimen local y correspondiente legislación autonómica en su caso - Entidades que prestan servicios públicos de autobuses con arreglo a la disposición transitoria tercera de la Ley 16/1987, de 30 de julio, de Ordenación de los Transportes Terrestres Frankrijk - De aanbestedende diensten die het publiek vervoersdiensten aanbieden op grond van artikel 7-II van de loi d'orientation des transports intérieurs n° 82-1153 van 30 december 1982 - De Régie autonome des transports parisiens, de Société nationale des chemins de fer français en andere diensten die vervoersdiensten verlenen op basis van een machtiging die hun verleend is door het Syndicat des transports d'Ile-de-France krachtens Ordonnantie nr. 59-151 van 7 januari 1959, als gewijzigd, en de bijbehorende décrets d'application relatifs à l'organisation des transports de voyageurs dans la région Ile-de-France - Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij wet nr. 97-135 van 13 februari 1997 Ierland - Iarnród Éireann (/Irish Rail) - Railway Procurement Agency - Luas (/Dublin Light Rail) - Bus Éireann (/Irish Bus) - Bus Átha Cliath (/Dublin Bus) - Diensten die vervoersdiensten aan het publiek verstrekken ingevolge de gewijzigde Road Transport Act 1932 Italië - Diensten, vennootschappen en bedrijven die diensten van openbaar vervoer per spoor, automatische systemen, tram, trolleybus en autobus verstrekken of de desbetreffende infrastructuur op nationaal, regionaal en lokaal niveau beheren. Bijvoorbeeld: - Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten op basis van een concessie in de zin van wet nr. 1822 van 28 september 1939 - Disciplina degli autoservizi di linea (autolinee per viaggiatori, bagagli e pacchi agricoli in regime di concessione all'industria privata) - artikel 1, als gewijzigd bij artikel 45 van Presidentieel decreet nr. 771 van 28 juni 1955 - Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van artikel 1, lid 4 of lid 15, van Regio Decreto n. 2578 van 15 oktober 1925 - Approvazione del Testo unico della legge sull'assunzione diretta dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province - Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van Decreto Legislativo n. 422 van 19 november 1997 - Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, a norma dell'articolo 4, comma 4, della L. n. 59 van 15 maart 1997 - als gewijzigd bij Decreto Legislativo n. 400 van 20 september 1999 en art. 45 van wet nr. 166 van 1 augustus 2002 - Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van artikel 113 van de Testo Unico delle leggi sull'ordinamento degli Enti Locali, goedgekeurd bij wet nr. 267 van 18 augustus 2000 - als gewijzigd bij artikel 35 van wet nr. 448 van 28 december 2001 - Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie uit hoofde van artikel 242 of 256 van Regio Decreto nr. 1447 van 9 mei 1912, ter aanneming van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili - Diensten, vennootschappen en bedrijven en plaatselijke overheden die werkzaam zijn op grond van een concessie in de zin van artikel 4 van wet nr. 410 van 14 juni 1949, Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione - Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie in de zin van artikel 14 van wet nr. 1221 van 2 augustus 1952 - Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione Luxemburg - Chemins de fer du Luxembourg (CFL) - Service communal des autobus municipaux de la ville de Luxembourg - Transports intercommunaux du canton d'Esch-sur-Alzette (TICE) - Autobusondernemers werkzaam op grond van het Règlement grand-ducal concernant les conditions d'octroi des autorisations d'établissement et d'exploitation des services de transports routiers réguliers de personnes rémunérées van 3 februari 1978 Nederland - Openbare vervoersdiensten overeenkomstig hoofdstuk II (Openbaar Vervoer) van de Wet Personenvervoer. Oostenrijk - Diensten die overeenkomstig de Eisenbahngezets, BGB1. Nr. 60/1957, als gewijzigd, respectievelijk de Kraftfahrliniengesetz, BGB1. I Nr. 203/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het verrichten van vervoersdiensten. Portugal - Metropolitano de Lisboa, EP, krachtens Wetsbesluit nr. 439/78, van 30 december 1978 - Gemeenten, gemeentediensten en gemeentebedrijven, overeenkomstig wet nr. 58/98 van 18 augustus 1998, die vervoersdiensten verlenen krachtens wet nr. 159/99 van 14 september 1999 - Overheidsinstanties en -bedrijven die treinvervoersdiensten verrichten krachtens wet nr. 10/90 van 17 maart 1990 - Particuliere bedrijven die treinvervoersdiensten verlenen overeenkomstig wet nr. 10/90 van 17 maart 1990, in het geval van speciale of exclusieve rechten. - Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig artikel 98 van Regulamento de Transportes em Automóveis (Decreet nr. 37272 van 31 december 1948). - Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig wet nr. 688/73 van 21 december 1973 - Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig Wetsbesluit nr. 38144 van 31 december 1950 Finland - Diensten die regelmatige busvervoersdiensten verstrekken op grond van bijzondere of uitsluitende rechten krachtens de laki luvanvaraisesta henkilöliikenteestä tiellä//lagen om tillståndspliktig persontrafik på väg (343/1991) alsmede gemeentelijke vervoersinstanties en overheidsondernemingen die openbare vervoersdiensten per bus, over het spoor of per metro leveren dan wel een netwerk onderhouden ten behoeve van de verstrekking van deze vervoersdiensten. Zweden - Diensten die openbare stadsspoorweg- of tramdiensten exploiteren op grond van lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en lag (1990:1157) om järnvägssäkerhet - Openbare of particuliere diensten die een trolleybus- of busdienst exploiteren overeenkomstig lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en yrkestrafiklagen (1998:490) Verenigd Koninkrijk - London Regional Transport - London Underground Limited - Transport for London - Een dochtermaatschappij van Transport for London in de zin van artikel 424, lid 1, van de Greater London Authority Act 1999 - Strathclyde Passenger Transport Executive - Greater Manchester Passenger Transport Executive - Tyne and Wear Passenger Transport Executive - Brighton Borough Council - South Yorkshire Passenger Transport Executive - South Yorkshire Supertram Limited - Blackpool Transport Services Limited - Conwy County Borough Council - Een persoon die een Londense locale dienst verstrekt als omschreven in artikel 179, lid 1 van de Greater London Authority Act 1999 (een busdienst) krachtens een overeenkomst die Transport for London is aangegaan krachtens artikel 156, lid 1 van die wet of krachtens een overeenkomst met een dochtervervoersonderneming als omschreven in artikel 169 van die wet - Northern Ireland Transport Holding Company - Een persoon die een vergunning heeft voor het vervoer over de weg krachtens artikel 4, lid 1 van de Transport Act (Northern Ireland) 1967, die hem ertoe machtigt om in de zin van die vergunning een lijndienst te verzorgen BIJLAGE VI AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE POSTSECTOR BELGIË De Post DENEMARKEN Post Danmark, jf. Lov nr. 569 om Post Danmark A/S af 6. juni 2002 DUITSLAND - GRIEKENLAND Ελληνικά Ταχυδρομεία ΕΛ.ΤΑ opgericht bij Wetsbesluit nr. 496/70 en werkzaam op grond van Wet 2668/98 (ELTA) SPANJE Correos y Telégrafos, SA FRANKRIJK La Poste IERLAND An Post plc ITALIË Poste Italiane spa LUXEMBURG Entreprise des Postes et Télécommunications Luxembourg NEDERLAND - OOSTENRIJK Österreichische Post AG PORTUGAL CTT - Correios de Portugal FINLAND - ZWEDEN Posten Sverige AB Posten Logistik AB BLSI-I AB DPD Nordic AB DPD Sverige AB Falcon Air AB Hultbergs Inrikes Transporter AB (HIT) Posten Express AB Posten Logistik AB Poståkeriet Sverige AB SwedeGiro AB TAB VERENIGD KONINKRIJK - BIJLAGE VII AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE EN AARDGAS België - Denemarken - Diensten overeenkomstig Lov om Danmarks undergrund, zie Gecoördineerde wet nr. 526 van 11 juni 2002 Lov om kontinentalsoklen, zie Gecoördineerde wet nr. 182 van 1 mei 1979 Duitsland - Ondernemingen overeenkomstig de Bundesberggesetz van 13 augustus 1980 Griekenland - "Ελληνικά Πετρέλαια ΑΕ", overeenkomstig Wet nr. 2593/98 για την αναδιοργάνΩση της ΔΕΠ ΑΕ και τΩν θυγατρικών της εταιρειών, το καταστατικό αυτής και άλλες διατάξεις Spanje - BG International Limited Quanum, Asesores & Consultores, SA - Cambria Europe, Inc. - CNWL oil (España), SA - Compañía de investigación y explotaciones petrolíferas, SA - Conoco limited - Eastern España, SA - Enagas, SA - España Canadá resources Inc. - Fugro - Geoteam, SA - Galioil, SA - Hope petróleos, SA - Locs oil compay of Spain, SA - Medusa oil Ltd - Muphy Spain oil company - Onempm España, SA - Petroleum oil & gas España, SA - Repsol Investigaciones petrolíferas, SA - Sociedad de hidrocarburos de Euskadi, SA - Taurus petroleum, AN - Teredo oil limited - Unión Fenosa gas exploración y producción, SA - Wintersahll, AG - YCI España, LC - Otras entidades que operan en virtud de la Ley 34/1998, de 7 de octubre, del Sector de hidrocarburos y su normativa de desarrollo Frankrijk - Diensten die belast zijn met de prospectie en winning van aardolie en aardgas krachtens de code minier en bijbehorende uitvoeringsteksten, met name décret n° 95-427 van 19 april 1995 Ierland - Diensten die een machtiging, vergunning, toestemming of concessie hebben voor de exploratie of winning van aardolie en aardgas overeenkomstig de volgende wettelijke bepalingen: - Continental Shelf Act 1968 - Petroleum and Other Minerals Development Act 1960 - Licensing Terms for Offshore Oil and Gas Exploration and Development 1992 - Petroleum (Production) Act (NI) 1964 Italië - Diensten die een machtiging, vergunning, toestemming of concessie hebben voor de prospectie of winning van aardolie en aardgas of voor onderaardse opslag van aardgas, krachtens de volgende besluiten: - wet nr. 136 van 10 februari 1953 - wet nr. 6 van 1 januari 1957, als gewijzigd bij wet nr. 613 van 21 juli 1967 - wet nr. 9 van 9 januari 1991 - Decreto Legislativo n. 625 van 25 november 1996 - wet nr. 170 van 26 april 1974, als gewijzigd bij Decreto Legislativo n. 164 van 23 mei 2000 Luxemburg - Nederland - Diensten overeenkomstig de Mijnbouwwet (per 1 januari 2003) Oostenrijk - Diensten die overeenkomstig de Mineralrohstoffgesetz, BGB1. I Nr. 38/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn tot exploratie en winning van aardolie of aardgas Portugal - Diensten overeenkomstig: Wetsbesluit nr. 109/94 van 26 april 1994 en Ministeriële regeling nr. 790/94 van 5 september 1994 Wetsbesluit nr. 82/94 van 24 augustus 1994 en Besluit nr. A-87/94 van 17 januari 1994 Finland - Zweden - Diensten die aardolie of aardgas exploreren of winnen op grond van een concessie overeenkomstig minerallagen (1991:45) of waaraan een machtiging is verleend overeenkomstig lagen (1966:314) om kontinentalsockeln Verenigd Koninkrijk - Een persoon die op grond van een machtiging die hem is verleend, of die de werking heeft als was zij hem verleend, krachtens de Petroleum Act 1998 - Een persoon die is gemachtigd krachtens de Petroleum (Production) Act (Northern Ireland) 1964 BIJLAGE VIII AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL EN ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN België - Denemarken - Bedrijven op het gebied van de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig Gecoördineerde wet nr. 569 van 30 juni 1997 Duitsland - Bedrijven op het gebied van de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig het Bundesberggesetz van 13 augustus 1980 Griekenland - "Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού", belast met de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig de mijnwet van 1973, als gewijzigd bij de wet van 27 april 1976 Spanje - Alto Bierzo, SA - Antracitas de Arlanza, SA - Antracitas de Gillon, SA - Antracitas de La Granja, SA - Antracitas de Tineo, SA - Campomanes Hermanos, SA - Carbones de Arlanza, SA - Carbones de Linares, SA - Carbones de Pedraforca, SA - Carbones del Puerto, SA - Carbones el Túnel, SL - Carbones San Isidro y María, SA - Carbonifera del Narcea, SA - Compañia Minera Jove, SA - Compañía General Minera de Teruel, SA - Coto minero del Narcea, SA - Coto minero del Sil, SA - Empresa Nacional Carbonífera del Sur, SA - Endesa, SA - Gonzalez y Diez, SA - Hijos de Baldomero García, SA - Hullas del Coto Cortés, SA - Hullera Vasco-leonesa, SA - Hulleras del Norte, SA - Industrial y Comercial Minera, SA - La Carbonífera del Ebro, SA - Lignitos de Meirama, SA - Malaba, SA - Mina Adelina, SA - Mina Escobal, SA - Mina La Camocha, SA - Mina La Sierra, SA - Mina Los Compadres, SA - Minas de Navaleo, SA - Minas del Principado, SA - Minas de Valdeloso, SA - Minas Escucha, SA - Mina Mora primera bis, SA - Minas y explotaciones industriales, SA - Minas y ferrocarriles de Utrillas, SA - Minera del Bajo Segre, SA - Minera Martín Aznar, SA - Minero Siderúrgica de Ponferrada, SA - Muñoz Sole hermanos, SA - Promotora de Minas de carbón, SA - Sociedad Anónima Minera Catalano-aragonesa - Sociedad minera Santa Bárbara, SA - Unión Minera del Norte, SA - Union Minera Ebro Segre, SA - Viloria Hermanos, SA - Virgilio Riesco, SA - Otras entidades que operan en virtud de la Ley 22/1973, de 21 de julio, de Minas y su normativa de desarrollo Frankrijk - Diensten op het gebied van de exploratie en winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig de code minier en de bijbehorende uitvoeringsteksten, met name Decreet nr. 95-427 van 19 april 1995 Ierland - Bord na Mona plc., opgericht en werkzaam overeenkomstig de Turf Development Act 1946 to 1998 Italië - Carbosulcis spa Luxemburg - Nederland - Oostenrijk - Diensten die overeenkomstig de Mineralrohstoffgesetz, BGBl. I Nr. 38/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn tot het exploreren of winnen van steenkool of andere vaste brandstoffen Portugal - Empresa Nacional de Urânio Finland - Diensten die beschikken over een bijzondere vergunning voor de exploratie en winning van vaste brandstof krachtens de laki oikeudesta luovuttaa valtion kiinteistövarallisuutta//lagen om rätt att överlåta statlig fastighetsförmögenhet 973/2002 Zweden - Diensten die kolen of andere vaste brandstoffen exploreren of winnen op grond van een concessie overeenkomstig minerallagen (1991:45) of lagen (1985:620) om vissa torvfyndigheter, of waaraan een machtiging is verleend overeenkomstig lagen (1966:314) om kontinentalsockeln Verenigd Koninkrijk - Elke gemachtigde exploitant (in de zin van de Coal Industry Act 1994) - The Department of Enterprise, Trade and Investment (Northern Ireland) - Een persoon die als exploitant optreedt krachtens een exploratievergunning, een mijnbouwconcessie, een mijnbouwlicentie of een mijnbouwvergunning als omschreven in artikel 57, lid 1, of the Mineral Development Act (Northern Ireland) 1969 BIJLAGE IX AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN België - Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen - Havenbedrijf van Gent - Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtigen - Port autonome de Charleroi - Port autonome de Namur - Port autonome de Liège - Port autonome du Centre et de l'Ouest - Société régionale du Port de Bruxelles//Gewestelijk Vennootschap van de Haven van Brussel - Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen Denemarken - Havens als bedoeld in lid 1 van lov nr. 326 om havne van 28 mei 1999 Duitsland - Zeehavens die geheel of gedeeltelijk onder territoriale overheden (Länder, Kreise, Gemeinden) ressorteren - Binnenhavens die overeenkomstig de Wassergesetzen van de Länder ressorteren onder de Hafenordnung Griekenland - "Οργανισμός Λιμένος Πειραιώς Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΠ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2688/99 - "Οργανισμός Λιμένος Θεσσαλονίκης Ανώνυμη Εταιρία" ("ΟΛΘ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2688/99 - "Οργανισμός Λιμένος Αλεξανδρούπολης Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΑ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Βόλου Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΒ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Ελευσίνας Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΕ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Ηγουμενίτσας Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΗΓ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Ηρακλείου Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΗ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Καβάλας Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΚ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Κέρκυρας Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΚΕ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Λαυρίου Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΛ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - "Οργανισμός Λιμένος Ραφήνας Ανώνυμη Εταιρεία" ("ΟΛΡ ΑΕ"), op grond van wet nr. 2932/01 - Andere havens, die geregeld worden bij Presidentieel decreet nr. 649/1977 (Toezicht, organisatie, werking en bestuurlijke controle op havens) Spanje - Ente público Puertos del Estado - Autoridad Portuaria de Alicante - Autoridad Portuaria de Almería - Motril - Autoridad Portuaria de Avilés - Autoridad Portuaria de la Bahía de Algeciras - Autoridad Portuaria de la Bahía de Cádiz - Autoridad Portuaria de Baleares - Autoridad Portuaria de Barcelona - Autoridad Portuaria de Bilbao - Autoridad Portuaria de Cartagena - Autoridad Portuaria de Castellón - Autoridad Portuaria de Ceuta - Autoridad Portuaria de Ferrol - San Cibrao - Autoridad Portuaria de Gijón - Autoridad Portuaria de Huelva - Autoridad Portuaria de Las Palmas - Autoridad Portuaria de Málaga - Autoridad Portuaria de Marín y Ría de Pontevedra - Autoridad Portuaria de Melilla - Autoridad Portuaria de Pasajes - Autoridad Portuaria de Santa Cruz de Tenerife - Autoridad Portuaria de Santander - Autoridad Portuaria de Sevilla - Autoridad Portuaria de Tarragona - Autoridad Portuaria de Valencia - Autoridad Portuaria de Vigo - Autoridad Portuaria de Villagarcía de Arousa - Otras entidades Portuarias de las Comunidades Autónomas de Andalucía, Asturias, Baleares, Canarias, Cantabria, Cataluña, Galicia, Murcia, País Vasco y Valencia Frankrijk - Port autonome de Paris, opgericht bij de loi n° 68-917 van 24 oktober 1968 relative au port autonome de Paris - Port autonome de Strasbourg, opgericht bij de convention du 20 mai 1923 entre l'État et la ville de Strasbourg relative à la construction du port rhénan de Strasbourg et à l'exécution de travaux d'extension de ce port, goedgekeurd bij de wet van 26 april 1924 - Ports autonomes geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen L. 111-1 en volgende van de code des ports maritimes - Ports non autonomes geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen R. 121-1 en volgende van de code des ports maritimes - Havens die worden beheerd door regionale of departementale autoriteiten of die geëxploiteerd worden overeenkomstig een door de regionale of departementale autoriteiten overeenkomstig artikel 6 van de loi n° 83-663 van 22 juli 1983 tot aanvulling van de loi n° 83-8 relative à la répartition des compétences entre les communes, les départements et l'État van 7 januari 1983 verleende concessie - Voies navigables de France, overheidsbedrijf dat valt onder de bepalingen van artikel 124 de wet nr. 90-1168 van 29 december 1990, als gewijzigd Ierland - Havens die overeenkomstig de Harbours Acts 1946 to 2000 worden geëxploiteerd. - Haven van Rosslare Harbour geëxploiteerd overeenkomstig de Fishguard and Rosslare Railways and Harbours Acts 1899 Italië - Nationale havens en andere havens die overeenkomstig de Codice della navigazione, regio decreto n. 327 van 30 maart 1942 worden beheerd door de Capitaneria di Porto - Autonome havens (enti portuali) die overeenkomstig artikel 19 van de Codice della navigazione, regio decreto n. 327 van 30 maart 1942, bij bijzondere wet zijn opgericht Luxemburg - Port de Mertert, opgericht en geëploiteerd overeenkomstig de loi relative à l'aménagement et à l'exploitation d'un port fluvial sur la Moselle van 22 juli 1963, als gewijzigd Nederland - Aanbestedende diensten op het gebied van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten Oostenrijk - Binnenhavens die geheel of gedeeltelijk onder de Länder en/of Gemeinden ressorteren Portugal - APDL - Administração dos Portos do Douro e Leixões, SA, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 335/98 van 3 november 1998 - APL - Administração do Porto de Lisboa, SA, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 336/98 van 3 november 1998 - APS - Administração do Porto de Sines, SA, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 337/98 van 3 november 1998 - APSS - Administração dos Portos de Setúbal e Sesimbra, SA, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 338/98 van 3 november 1998 - APA - Administração do Porto de Aveiro, SA, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 339/98 van 3 november 1998 - IPN - Instituto Portuário do Norte, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 242/99 van 28 juni 1999 - ICP - Instituto Portuário do Centro, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 243/99 van 28 juni 1999 - IPS - Instituto Portuário do Sul, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 244/99 van 28 juni 1999 - IDN - Instituto da Navegabilidade do Douro, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 138-A/97 van 3 juni Finland - Havens die opereren op basis van de laki kunnallisista satamajärjestyksistä ja liikennemaksuista//lagen om kommunala hamnanordningar och trafikavgifter (955/1976) en havens die vallen onder een vergunning krachtens afdeling 3 van de /laki yksityisistä yleisistâ satamista//lagen om privata allmänna hamnar (1156/1994) - Saimaan kanavan hoitokunta//Förvaltningsnämnden för Saima kanal Zweden - Havens en aanlandingsfaciliteiten overeenkomstig lagen (1983:293) om inrättande, utvidgning och avlysning av allmän farled och allmän hamn en förordningen (1983:744) om trafiken på Göta kanal Verenigd Koninkrijk - Een lokale overheid die een geografisch gebied exploiteert met het oog op het verlenen van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten voor het vervoer over zee of via de binnenwateren - Een havenautoriteit in de zin van artikel 57 of the Harbours Act 1964 - British Waterways Board - Een havenautoriteit als gedefinieerd in artikel 38, lid 1 van de Harbours Act (Northern Ireland) 1970 BIJLAGE X AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR LUCHTHAVENFACILITEITEN België - Belgocontrol - Brussels International Airport Company - Luchthaven van Deurne - Luchthaven van Oostende - SA Brussels South Charleroi Airport - SA Société de Développement et de Promotion de l'Aéroport de Bierset Denemarken - Luchthavens werkzaam op basis van een vergunning ingevolge artikel 55, lid 1, van de lov om luftfart, zie Gecoördineerde wet nr. 543 van 13 juni 2001 Duitsland - Luchthavens in de zin van artikel 38, lid 2, punt 1, van de Luftverkehrs-Zulassungs-Ordnung van 19 maart 1964, laatstelijk gewijzigd op 21 augustus 2002 Griekenland - De "Υπηρεσία Πολιτικής Αεροπορίας" ("ΥΠΑ"), werkzaam op grond van Wetsbesluit nr. 714/70, als gewijzigd bij wet 1340/83, waarvan de organisatie wordt geregeld bij Presidentieel decreet nr. 56/89, als gewijzigd - Het vennootschap "Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών" στα Σπάτα werkzaam op grond van wet nr. 2338/95 ΚύρΩση σύμβασης ανάπτυξης του νέου διεθνούς αεροδρομίου της Αθήνας στα Σπάτα, "ίδρυση της εταιρείας Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών ΑΕ έγκριση περιβαλλοντικών όρΩν και άλλες διατάξεις" - De "Φορείς Διαχείρισης", overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 158/02 "Ίδρυση, κατασκευή, εξοπλισμός, οργάνΩση, διοίκηση, λειτουργία και εκμετάλλευση πολιτικών αερολιμένΩν από φυσικά πρόσΩπα, νομικά πρόσΩπα ιδιΩτικού δικαίου και Οργανισμούς Τοπικής Αυτοδιοίκησης" (Grieks Staatsblad A 137) Spanje - Ente público Aeropuertos Españoles y Navegación Aérea (AENA) Frankrijk - Luchthavens die worden geëxploiteerd door overheidsbedrijven krachtens de artikelen L.251-1, L.260-1 en L.270-1 van de code de l'aviation civile - Luchthavens die worden geëxploiteerd in het kader van een door de staat, krachtens artikel R.223-2 van de code de l'aviation civile, verleende concessie - Luchthavens die worden geëxploiteerd krachtens een arrêté préfectoral portant autorisation d'occupation temporaire - Luchthavens die zijn opgericht door een overheidslichaam en waarvoor een overeenkomst geldt als bedoeld in artikel L.221-1 van de code de l'aviation civile Ierland - Luchthavens van Dublin, Cork en Shannon, onder beheer vanAer Rianta - /Irish Airports - Luchthavens die werkzaam zijn op grond van een public use licence die is verleend overeenkomstig de Irish Aviation Authority Act 1993, als gewijzigd bij de Air Navigation and Transport (Amendment) Act, 1998, en waar lijndiensten voor luchtvervoer worden uitgevoerd door luchtvaarttuigen voor het openbaar vervoer van reizigers, post of vracht Italië - AAAVTAG - Beheersdiensten die bij speciale wetten zijn ingesteld - Diensten die luchthaveninstallaties beheren op basis van een concessie die is verleend op basis van artikel 694 van de codice della naviganzione, Regio decreto n. 327 van 30 maart 1942 - R.A.I. Registro Aeronautico Italiano Luxemburg - Aéroport du Findel Nederland - Burgerluchthavens die geëxploiteerd worden op basis van de artikelen 18 e.v. van de Luchtvaartwet Oostenrijk - Diensten die krachtens de Luftfahrgesetz, BGBl. Nr. 253/1957, als gewijzigd, bevoegd zijn voor de exploitatie van een luchthaven Portugal - ANA - Aeroportos de Portugal, SA, opgericht overeenkomstig Wetsbesluit nr. 404/98, van 18 december 1998 - NAV - Empresa Pública de Navegação Aérea de Portugal, EP, opgericht bij Wetsbesluit nr. 404/98 van 18 december 1998 - ANAM - Aeroportos e Navegação Aérea da Madeira, SA, opgericht overeenkomstig Wetsbesluit nr. 453/91 van 11 december 1991 Finland - Vliegvelden onder beheer van de "Ilmailulaitos//Luftfartsverket", of door een gemeentelijk of overheidsbedrijf krachtens de Ilmailulaitos//luftfartslagen (281/1995) Zweden - Publieke luchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig luftfartslagen (1957:297) - Particuliere luchthavens die worden geëxploiteerd op grond van een wettelijke exploitatievergunning, indien deze vergunning voldoet aan de criteria van artikel 2, lid 3, van de richtlijn Verenigd Koninkrijk - Een territoriaal lichaam dat een geografisch gebied exploiteert teneinde luchtvaartmaatschappijen te voorzien van luchthaven- of andere terminalfaciliteiten - Luchthavenexploitant in de zin van de Airports Act 1986, die een luchthaven beheert en onderworpen is aan economische bepalingen uit hoofde van Part IV van die Act - Luchthavenexploitant in de zin van Airports Act 1986 die een luchthaven beheert en onderworpen is aan economische bepalingen uit hoofde van Part IV van die Act - Highland and Islands Airports Limited - Een luchthavenexploitant in de zin van de Airports (Northern Ireland) Order 1994 BIJLAGE XI LIJST VAN DE IN ARTIKEL 30, LID 3, BEDOELDE WETGEVING A. VERVOER, OPSLAG OF DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas(1) B. PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit(2) C. PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER - D. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN VERVOERDIENSTEN PER TREIN - E. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- OF BUSVERBINDINGEN - F. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN POSTDIENSTEN Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst(3) G. EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE OF AARDGAS Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen(4) H. EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL OF ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN - I. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN - J. AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN LUCHTHAVENFACILITEITEN - (1) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1. (2) PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20. (3) PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd door Richtlijn 2002/39/EG (PB L 176 van 5.7.2002, blz. 21). (4) PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3. BIJLAGE XII LIJST VAN DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER b)(1) >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) In geval van verschillen tussen CPV en NACE, is de NACE-nomenclatuur van toepassing. BIJLAGE XIII INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN A. OPENBARE PROCEDURES 1. Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst. 2. Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 3. Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat of om een dynamisch verkoopsysteem). Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan. 4. Plaats van levering, uitvoering of dienstverlening. 5. Voor leveringen en werken: a) Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur). b) Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven. c) Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen. 6. Voor diensten: a) Aard en hoeveelheid van de te verlenen diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten. b) Vermelding of het verrichten van de dienst, ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden. c) Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. d) Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel, dat met het verlenen van de diensten wordt belast, dienen op te geven. e) Vermelding of de dienstverrichters een inschrijving mogen indienen voor een gedeelte van de diensten. 7. Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan. 8. Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 9. a) Adres waar het bestek en aanvullende documentatie kunnen worden aangevraagd. b) Indien van toepassing, het bedrag dat voor het verkrijgen van de genoemde documentatie moet worden betaald en wijze van betaling. 10. a) Uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen of van de indicatieve inschrijvingen indien het gaat om de instelling van een dynamisch aankoopsysteem. b) Adres waar zij moeten worden ingediend. c) Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld. 11. a) Indien van toepassing, personen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten. b) Dag, uur en plaats van de opening. 12. Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen. 13. Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn. 14. Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt gegund. 15. Minimumvereisten van economische en technische aard waaraan de ondernemer aan wie de opdracht wordt gegund, moet voldoen. 16. Termijn gedurende welke de inschrijver zijn inschrijving gestand moet doen. 17. Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. 18. In artikel 55 bedoelde gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch voordeligste inschrijving". De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan. 19. Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging, of de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie. 20. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 21. Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst. 22. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt). 23. Andere relevante inlichtingen. B. NIET-OPENBARE PROCEDURES 1. Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst. 2. Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen, dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 3. Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat). Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan. 4. Plaats van levering, uitvoering of dienstverrichting. 5. Voor leveringen en werken: a) Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur). b) Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven. c) Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen. 6. Voor diensten: a) Aard en hoeveelheid van de te verrichten diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten. b) Vermelding of het verrichten van de dienst, ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden. c) Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. d) Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verrichten van de dienst wordt belast, dienen op te geven. e) Vermelding of de dienstverrichters een inschrijving voor een gedeelte van de diensten mogen indienen. 7. Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan. 8. Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 9. Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt gegund. 10. a) Uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming. b) Adres waar zij moeten worden ingediend. c) Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld. 11. Uiterste datum voor de verzending van de uitnodigingen tot inschrijving. 12. Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen. 13. Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn. 14. Gegevens over de situatie van de ondernemer en minimumvereisten van economische en technische aard waaraan hij moet voldoen. 15. In artikel 55 bedoelde gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch voordeligste inschrijving". De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot het indienen van een inschrijving. 16. Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. 17. Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging of de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie. 18. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 19. Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst. 20. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt). 21. Andere relevante inlichtingen. C. PROCEDURES VAN GUNNING DOOR ONDERHANDELINGEN 1. Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst. 2. Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen, dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 3. Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat). Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan. 4. Plaats van levering, uitvoering of dienstverrichting. 5. Voor leveringen en werken: a) Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur). b) Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om zich voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om zich voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven. c) Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen. 6. Voor diensten: a) Aard en hoeveelheid van de te verrichten diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten. b) Vermelding of het verrichten van de dienst ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden. c) Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. d) Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verrichten van de diensten wordt belast, dienen op te geven. e) Vermelding of dienstverrichters voor een gedeelte van de diensten kunnen inschrijven. 7. Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan. 8. Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 9. Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van ondernemers waaraan de opdracht wordt gegund. 10. a) Uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming. b) Adres waar zij moeten worden ingediend. c) Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld. 11. Indien van toepassing, verlangde borgsommen of andere waarborgen. 12. Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn. 13. Gegevens over de situatie van de ondernemer en minimumvereisten van economische en technische aard waaraan hij moet voldoen. 14. In artikel 55 bedoelde gunningscriteria: "laagste prijs" of "economisch voordeligste inschrijving". De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot onderhandelingen. 15. Indien van toepassing, naam en adres van reeds door de aanbestedende dienst geselecteerde ondernemers. 16. Indien van toepassing, datum (data) van voorgaande bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie. 17. Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. 18. Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging of naar de verzending van de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie. 19. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 20. Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst. 21. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt). 22. Andere inlichtingen. D. VEREENVOUDIGDE AANKONDIGING VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT IN HET KADER VAN EEN DYNAMISCH AANKOOPSYSTEEM(1) 1. Land van de aanbestedende dienst. 2. Naam en adres van de aanbestedende dienst. 3. Verwijzing naar de bekendmaking van de aankondiging van een overheidsopdracht met betrekking tot het dynamische aankoopsysteem. 4. E-mailadres waar het bestek en de aanvullende documenten betreffende het dynamische aankoopsysteem beschikbaar zijn. 5. Voorwerp van de opdracht: beschrijving door middel van referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur en hoeveelheid of omvang van de te plaatsen opdracht. 6. Termijn voor de indiening van de indicatieve inschrijvingen. (1) Met het oog op de toelating tot het systeem, om later te kunnen deelnemen aan de oproep tot mededinging voor de specifieke opdracht. BIJLAGE XIV INFORMATIE DIE IN MEDEDELINGEN INZAKE HET BESTAAN VAN EEN ERKENNINGSREGELING MOET WORDEN OPGENOMEN 1. Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst. 2. Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 3. Onderwerp van de erkenningsregeling (beschrijving van (categorieën van) producten, diensten of werken die door middel van deze regeling moeten worden aangekocht - referentienummer(s) van de nomenclatuur). 4. Voorwaarden die door de economische subjecten moeten worden vervuld met het oog op hun erkenning overeenkomstig de regeling en methoden waarmee elk van deze voorwaarden zal worden gecontroleerd. Indien de beschrijving van die voorwaarden en toetsingsmethoden omvangrijk is en gebaseerd is op documenten die ter beschikking staan van de betrokken economische subjecten, kan met een samenvatting van de belangrijkste voorwaarden en methoden en met een verwijzing naar de betreffende documenten worden volstaan. 5. Geldigheidsduur van de erkenningsregeling en formaliteiten voor de verlenging ervan. 6. Vermelding van het feit dat de mededeling dient als oproep tot mededinging. 7. Adres waar nadere inlichtingen en documentatie over de erkenningsregeling kunnen worden aangevraagd (indien dat adres afwijkt van het in punt 1 vermelde adres). 8. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 9. In artikel 55 bedoelde gunningscriteria, indien bekend: "laagste prijs" of "economisch voordeligste inschrijving". De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen. 10. Indien van toepassing, andere inlichtingen. BIJLAGE XV A INFORMATIE DIE IN PERIODIEKE INDICATIEVE AANKONDIGINGEN MOET WORDEN OPGENOMEN I. RUBRIEKEN DIE IN ELK GEVAL MOETEN WORDEN INGEVULD 1. Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst of de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden verkregen. 2. a) Voor opdrachten voor leveringen: aard en hoeveelheid of waarde van de prestaties of de te leveren producten; (referentienummer(s) van de nomenclatuur). b) Bij opdrachten voor werken: aard en omvang van de prestaties, algemene kenmerken van het werk of van de percelen die betrekking hebben op het werk; (referentienummer(s) van de nomenclatuur). c) Voor opdrachten voor diensten: totaal van de voorgenomen aankopen voor elk van de in bijlage XVII A opgenomen categorieën van diensten; (referentienummer(s) van de nomenclatuur). 3. Datum van verzending van de aankondiging of van de aankondiging van bekendmaking van deze vooraankondiging in het kopersprofiel. 4. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt). 5. Indien van toepassing, andere inlichtingen. II. INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT WANNEER DE AANKONDIGING DIENT ALS OPROEP TOT MEDEDINGING OF EEN GROND VORMT VOOR EEN VERKORTING VAN DE TERMIJNEN VOOR DE ONTVANGST VAN DE INSCHRIJVINGEN 6. Vermelding van het feit dat belangstellende leveranciers de dienst op de hoogte moeten brengen van hun belangstelling voor de opdracht(en). 7. Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt. 8. Uiterste datum voor de ontvangst van de verzoeken om een uitnodiging tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen. 9. Aard en hoeveelheid van de te leveren producten of algemene kenmerken van het werk of de categorie waartoe de dienst behoort, in de zin van bijlage XVI A, en beschrijving, vermelding of het om (een) raamovereenkomst(en) gaat. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging. 10. Vermelding of het een aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan betreft. 11. Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang. 12. Adres waar belangstellende ondernemingen schriftelijk blijk moeten geven van hun belangstelling. Uiterste datum voor de ontvangst van de blijken van belangstelling. Taal of talen waarin de aanvragen tot deelneming of inschrijvingen moeten worden ingediend. 13. Vereisten van economische en technische aard, financiële en technische waarborgen die van de leveranciers worden verlangd. 14. a) Vermoedelijke datum van aanvang van de procedures voor het plaatsen van de opdracht(en) (indien bekend). b) Aard van de procedure voor het plaatsen (niet-openbaar of via onderhandelingen). c) Bedrag dat voor het verkrijgen van de documentatie betreffende de raadpleging moet worden betaald, en wijze van betaling. 15. Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en). 16. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 17. De in artikel 55 bedoelde criteria die, indien bekend, bij de toewijzing van de opdracht gehanteerd zullen worden: "laagste prijs" of "economisch voordeligste inschrijving". De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling als bedoeld in artikel 47, lid 3, tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen. BIJLAGE XV B GEGEVENS DIE VERMELD MOETEN WORDEN IN DE AANKONDIGING IN EEN KOPERSPROFIEL VAN EEN PERIODIEKE INDICATIEVE AANKONDIGING DIE NIET GEBRUIKT WORDT ALS EEN OPROEP TOT MEDEDINGING 1. Land van de aanbestedende dienst 2. Naam van de aanbestedende dienst 3. Internetadres van het "kopersprofiel" (URL) 4. Referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur BIJLAGE XVI GEGEVENS DIE IN AANKONDIGINGEN VAN GEPLAATSTE OVERHEIDSOPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN I. In het Publicatieblad van de Europese Unie te publiceren gegevens(1) 1. Naam en adres van de aanbestedende dienst. 2. Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten en referentienummer(s) van de nomenclatuur; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat). 3. Ten minste een beknopte beschrijving van de aard en hoeveelheid van de producten, werken of diensten. 4. a) Vorm van de oproep tot mededinging (mededeling betreffende de erkenningsregeling, periodieke aankondiging, aanbesteding). b) Verwijzing naar de bekendmaking van de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie; c) In het geval van opdrachten die zonder oproep tot mededinging worden geplaatst, vermelding van de desbetreffende bepaling van artikel 40, lid 3, of van artikel 32. 5. Gevolgde aanbestedingsprocedure (openbare procedure, niet-openbare procedure of gunning via onderhandelingen). 6. Aantal ontvangen inschrijvingen. 7. Datum van de plaatsing van de opdracht. 8. Prijs die is betaald voor gelegenheidsaankopen uit hoofde van artikel 39, lid 3, onder j). 9. Naam en adres van de ondernemer(s). 10. Indien van toepassing, vermelding of de opdracht in onderaanbesteding kon of kan worden gegeven. 11. Betaalde prijs, c.q. prijs van de hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning van de opdracht in aanmerking is genomen. 12. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 13. Facultatieve gegevens: - waarde en deel van de opdracht die aan derden in onderaanbesteding kon of kan worden gegeven; - gunningscriteria. II. Niet voor publicatie bestemde gegevens 14. Aantal geplaatste opdrachten (wanneer een opdracht over verscheidene leveranciers is verdeeld). 15. Waarde van elke geplaatste opdracht. 16. Land van oorsprong van het product of de dienst (uit de Gemeenschap of niet uit de Gemeenschap en in dit laatste geval uitgesplitst naar land). 17. Gunningscriteria (economisch voordeligste aanbieding, laagste prijs). 18. Is de opdracht gegund aan een inschrijver die een variant voorstelt op grond van artikel 36, lid 1. 19. Zijn, overeenkomstig artikel 57, bepaalde inschrijvingen niet in aanmerking genomen omdat zij abnormaal laag waren. 20. Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst. 21. In het geval van opdrachten voor in bijlage XVII B opgenomen diensten, instemming van de aanbestedende dienst met de bekendmaking van de aankondiging (artikel 42, lid 4). (1) De in de punten 6, 9 en 11 bedoelde gegevens worden als niet voor publicatie bestemde gegevens beschouwd wanneer de aanbestedende dienst van oordeel is dat publicatie in strijd zou zijn met een gevoelig commercieel belang. BIJLAGE XVII A(1) DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 31 >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) In geval van verschillen tussen CPV en CPC wordt de CPC-nomenclatuur toegepast. BIJLAGE XVII B DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 32 >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE XVIII INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN 1. Naam, adres, e-mailadres, telegramadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst en van de dienst waar aanvullende documentatie kan worden verkregen. 2. Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s) van de nomenclatuur). 3. Type prijsvraag: openbaar of niet-openbaar. 4. In geval van een openbare prijsvraag: uiterste datum voor de ontvangst van de ontwerpen. 5. In geval van een niet-openbare prijsvraag: a) beoogd aantal deelnemers, of minimum- en maximumaantal; b) indien van toepassing, namen van reeds geselecteerde deelnemers; c) criteria voor de selectie van de deelnemers; d) uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming. 6. Indien van toepassing, vermelding of de deelneming aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden. 7. Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen zullen worden gehanteerd. 8. Indien van toepassing, namen van de geselecteerde juryleden. 9. Vermelding of de beslissing van de jury bindend is voor de aanbestedende dienst. 10. Indien van toepassing, aantal prijzen en waarde ervan. 11. Indien van toepassing, nadere gegevens over vergoedingen aan alle deelnemers. 12. Vermelding of de winnaars recht hebben op eventuele vervolgopdrachten. 13. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 14. Datum van verzending van de aankondiging. 15. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. 16. Andere relevante inlichtingen. BIJLAGE XIX INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN UITSLAGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN 1. Naam, adres, telegramadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst. 2. Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s) van de nomenclatuur). 3. Totaal aantal deelnemers. 4. Aantal buitenlandse deelnemers. 5. Winnaar(s) van de prijsvraag. 6. Indien van toepassing, toegekende prijs of prijzen. 7. Andere inlichtingen. 8. Verwijzing naar de aankondiging van de prijsvraag. 9. Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen. 10. Datum van verzending van de aankondiging. 11. Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. BIJLAGE XX SPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING 1. Bekendmaking van de aankondigingen a) De in de artikelen 41, 42, 43 en 63 bedoelde aankondigingen worden door de aanbestedende diensten aan het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen toegezonden in het formaat dat is voorgeschreven bij Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001 tot wijziging van bijlage IV van Richtlijn 93/36/EEG van de Raad, van de bijlagen IV, V en VI van Richtlijn 93/37/EEG van de Raad, van de bijlagen III en IV van Richtlijn 92/50/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG, alsmede van de bijlagen XII tot en met XV, XVII en XVIII van Richtlijn 93/38/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG (richtlijn over het gebruik van de standaardformulieren bij de bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten)(1). In de in artikel 41, lid 1, eerste alinea, bedoelde vooraankondigingen via een kopersprofiel zoals bedoeld in punt 2, onder b), alsmede in de aankondiging van deze bekendmaking, wordt ook dit formaat gebruikt. b) De in de artikelen 41, 42, 43 en 631 bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen of door de aanbestedende diensten in geval van periodieke aankondigingen via een kopersprofiel overeenkomstig artikel 41, lid 1, eerste alinea. De aanbestedende diensten kunnen deze informatie bovendien via een "kopersprofiel" zoals bedoeld in punt 2, onder b), op het internet bekendmaken. c) Het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen zendt de aanbestedende dienst de bevestiging van de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 44, lid 7. 2. Bekendmaking van aanvullende of bijkomende informatie a) De aanbestedende diensten wordt aangeraden het volledige bestek en de volledige aanvullende documentatie op het internet bekend te maken. b) Het kopersprofiel kan periodieke indicatieve aankondigingen, als bedoeld in artikel 41, lid 1, eerste alinea, bevatten alsmede informatie over lopende aanbestedingsprocedures, voorgenomen aankopen, geplaatste opdrachten, geannuleerde procedures, alsmede alle nuttige algemene informatie, zoals het contactpunt, een telefoon- en faxnummer, een postadres en een e-mailadres. 3. Formaat en wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen Het formaat en de wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen zijn op te vragen op internetadres "http://simap.eu.int". (1) PB L 285 van 29.10.2001, blz. 1 en PB L 214 van 9.8.2002, blz. 1. BIJLAGE XXI DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder: 1. a) "technische specificatie", in geval van opdrachten voor leveringen of voor diensten: een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of een dienst, zoals het niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten) en overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid, of afmetingen van het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocédés en -methoden, en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures; b) "technische specificaties", in geval van opdrachten voor werken: alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in het bestek, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd. Tot deze kenmerken behoren ook het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten), en de overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid, of afmetingen, met inbegrip van kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen en productieprocessen en -methoden. Zij omvatten eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbestedende dienst bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld. 2. "norm": een technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort: - internationale normen, dat wil zeggen normen die door een internationale normalisatieinstelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld; - Europese normen, dat wil zeggen normen die door een Europese normalisatie-instelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld; - nationale normen, dat wil zeggen normen die door een nationale normalisatie-instelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld; 3. "Europese technische goedkeuring": op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan gebaseerde, gunstig uitgevallen technische beoordeling waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden. De Europese technische goedkeuring wordt afgegeven door de te dien einde door de lidstaat erkende instelling; 4. "gemeenschappelijke technische specificaties": technische specificaties die zijn opgesteld volgens een door de lidstaten erkende procedure die in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt wordt; 5. "technisch referentiekader": ieder ander product dan de officiële normen, dat door de Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de markt zijn aangepast. BIJLAGE XXII OVERZICHT VAN DE IN ARTIKEL 45 BEDOELDE TERMIJNEN Openbare procedures >RUIMTE VOOR DE TABEL> Niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE XXIII EISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN/AANVRAGEN TOT DEELNEMING OF ERKENNING EN PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en ontwerpen bij prijsvragen moeten door passende technische voorzieningen en procedures tenminste de waarborg bieden dat a) elektronische handtekeningen met betrekking tot inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of erkenning en toezending van plannen en ontwerpen met toepassing van Richtlijn 1999/93/EG(1) aan de nationale wetgeving voldoen; b) het exacte tijdstip en de exacte datum van ontvangst van inschrijvingen, aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en ontwerpen precies kunnen worden vastgesteld; c) redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de opgegeven uiterste data toegang kan hebben tot de op grond van onderhavige eisen verstrekte informatie; d) in geval van een inbreuk op dit toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is; e) alleen de daartoe gemachtigde personen de data voor het openen van de ingediende informatie kunnen vaststellen of wijzigen; f) tijdens de verschillende fasen van de erkenningsprocedure, de gunningsprocedure of de prijsvraag alleen een gelijktijdig optreden van de daartoe gemachtigde personen toegang kan geven tot het geheel of een gedeelte van de verstrekte informatie; g) het gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen slechts na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan geven; h) de met toepassing van de onderhavige eisen ontvangen en openbaar gemaakte informatie slechts toegankelijk blijft voor de tot inzage gemachtigde personen. (1) Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12). BIJLAGE XXIV UITERSTE TERMIJNEN VOOR OMZETTING EN TOEPASSING >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE XXV CONCORDANTIETABEL(1) >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) "Aangepast" betekent dat de tekst licht gewijzigd is, maar qua inhoud die van de ingetrokken richtlijn weerspiegelt. Ingeval van inhoudelijke wijzigingen wordt "gewijzigd" gebruikt. MOTIVERING VAN DE RAAD I. INLEIDING De Commissie heeft op 11 juli 2000 haar voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening en vervoer (richtlijn nutsbedrijven) ingediend(1). Het voorstel is gebaseerd op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het Verdrag. Het Europees Parlement heeft op 17 januari 2002 advies in eerste lezing uitgebracht(2). Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 26 april 2001 advies uitgebracht(3). Het Comité van de Regio's heeft op 13 december 2000 advies uitgebracht(4). Op 30 september 2002 heeft de Raad een politiek akkoord bereikt met het oog op de vaststelling van een gemeenschappelijk standpunt overeenkomstig artikel 251, lid 2, van het Verdrag. Op 20 maart 2003 heeft de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt betreffende dit voorstel vastgesteld in de versie van document 12634/02 MAP 38 CODEC 1180. II. DOELSTELLING Het Commissievoorstel heeft ten doel het bestaande rechtskader voor het plaatsen van overheidsopdrachten in de betreffende sectoren te vereenvoudigen en te moderniseren door het aan te passen aan de geleidelijke liberalisering die in deze sectoren plaatsvindt. De Raad heeft getracht dit doel te bereiken door in voorkomend geval een aantal bepalingen aan te passen aan die van de "klassieke" richtlijn (zie doc. 11029/02), en door te trachten een maximale flexibiliteit te verzekeren, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van de afzonderlijke sectoren. III. ANALYSE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT(5) 1. Algemeen In het gemeenschappelijk standpunt blijft de doelstelling van het Commissievoorstel behouden, maar worden een aantal van de amendementen van het Europees Parlement opgenomen, die alle een nuttige bijdrage leveren tot de verdere verduidelijking van de doelstelling. Sommige van deze amendementen waren ook al door de Commissie overgenomen in haar gewijzigde voorstel (COM(2002) 235)(6). Evenals in de "klassieke" richtlijn zijn bepaalde nieuwe elementen ingevoerd, zoals elektronische veilingen en dynamische aankoopsystemen. De Raad heeft ernaar gestreefd het verband tussen de beide richtlijnen verder te versterken door de postdiensten in de richtlijn "nutsbedrijven" op te nemen en door de bepalingen dienovereenkomstig aan te passen. 2. Amendementen van het Europees Parlement De Raad heeft verscheidene van de amendementen van het Europees Parlement kunnen aanvaarden en deze in de tekst van het gemeenschappelijk standpunt opgenomen. Van sommige amendementen is wel de inhoud maar niet de letterlijke formulering overgenomen. In bepaalde gevallen heeft de Raad een amendement slechts gedeeltelijk aanvaard, terwijl andere amendementen zijn verworpen. Over het algemeen dient te worden benadrukt dat de aanpassing van enige belangrijke bepalingen aan die van de "klassieke" richtlijn de Raad in staat gesteld heeft een aantal amendementen op te nemen die alleen voor de "klassieke" richtlijn waren voorgesteld. 2.1. De volgende amendementen van het Europees Parlement zijn door de Raad aanvaard en in de tekst opgenomen: Amendement 111 - Nieuwe overweging 2 bis (thans overweging 13) (Verwijzing naar bepaalde doelstellingen die als zodanig in het Verdrag worden genoemd) De Raad heeft de vermelding van bepaalde doelstellingen van het Verdrag teneinde het verband met de bepalingen inzake het plaatsen van opdrachten te verduidelijken, aanvaard als een nuttige aanvulling op het oorspronkelijke voorstel. Hij heeft echter de formulering op enige plaatsen licht gewijzigd. Amendement 8 - Overweging 42 (thans overweging 55) (Opneming van ingenieurs) Dit amendement is aanvaard overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt betreffende de "klassieke" richtlijn. Amendement 21 - Artikel 19, lid 6, onder a) (thans artikel 17, lid 10) (Toevoeging van andere vormen van beloning) Aanvaard. Amendement 43 - Artikel 38 (titel) (thans artikel 39 (titel)) (Toevoeging van "milieubescherming" aan de titel) De Raad heeft het amendement aanvaard en de tekst daarvan aangepast aan de formulering van de "klassieke" richtlijn. Amendement 70 - Artikel 55, lid 1 (thans artikel 57, lid 1) (Motivering voor lage offertes voor alle soorten overeenkomsten) De Raad heeft het amendement aanvaard als een nuttige verduidelijking en heeft slechts de formulering gewijzigd. Amendementen 78, 79 en 80 - Bijlage XII, deel A, punt 21 bis (thans bijlage XIII, A, punt 21); bijlage XII, deel B, punt 19 bis (thans bijlage XIII, B, punt 19); bijlage XII, deel C, punt 20 bis (thans bijlage XIII, C, punt 19) (Aanvullende informatie over de beroepsinstantie) De Raad heeft het amendement met een kleine redactionele wijziging opgenomen in de desbetreffende delen van de bijlagen, aangezien hij meent dat de transparantie hierdoor op nuttige wijze wordt vergroot. Amendementen 81, 82 en 83 - Bijlage XIII, punt 7 bis (thans bijlage XIV, punt 8); Bijlage XIV A, punt 14 bis (thans bijlage XV bis, A, punt 16); bijlage XV, punt 20 bis (thans bijlage XVI, punt 12 (Aanvullende informatie over de beroepsinstantie) Zie de motivering bij de amendementen 78, 79 en 80. Amendementen 85 en 86 - Bijlage XVII, punt 15 bis (thans bijlage XVIII, punt 14); Bijlage XVIII, punt 10 bis (thans bijlage XIX, punt 9) (Aanvullende informatie over de beroepsinstantie) Zie de motivering bij de amendementen 78, 79 en 80. 2.2. De volgende amendementen van het Europees Parlement zijn in beginsel aanvaard, maar met wijzigingen: Amendementen 89 en 96 - Nieuwe overweging 3 bis (thans overweging 12) (Integratie van milieubescherming en duurzame ontwikkeling als horizontaal beleid in alle relevante communautaire wetgeving) De Raad heeft het amendement aangenomen met enige wijzigingen die in overeenstemming zijn met de bepalingen in het dispositief. Amendement 4 - Nieuwe overweging 4 bis (Voorwaarden betreffende de beleidsdoelstellingen op sociaal gebied en op het vlak van de werkgelegenheid) De Raad heeft de doelstellingen van het amendement voor een belangrijk deel aanvaard en de desbetreffende tekst in de nieuwe overweging 43 opgenomen, zulks teneinde een aanzienlijke mate van overeenstemming met de overeenkomstige overwegingen van de "klassieke" richtlijn te bewaren. Amendement 6 - Overweging 28 (thans overweging 32) (Uitbreiding van de genoemde bepalingen inzake verbonden ondernemingen tot andere soorten opdrachten en tot gemeenschappelijke ondernemingen) De Raad heeft het amendement van het Europees Parlement aanvaard, maar wel de formulering ervan herzien teneinde deze in overeenstemming te brengen met de tekst van de bepaling zelf. Verdere uitleg is toegevoegd teneinde de bepaling te verduidelijken. Amendement 7 - Overweging 34 (thans overweging 41) (Algemene bepalingen betreffende de gelijkwaardigheid van inschrijvingen) De Raad stemt in met de doelstellingen van het amendement van het Europees Parlement en heeft dit met een enigszins gewijzigde formulering opgenomen. Amendement 9 - Nieuwe overweging 42 bis (niet opgenomen als afzonderlijke overweging) (Buitengewoon lage inschrijvingen die berusten op niet-naleving van sociale minimumeisen) De Raad erkende de inhoud van het amendement van het Europees Parlement maar zag geen doorslaggevende redenen aanwezig om een speciale overweging toe te voegen, zulks gezien het feit dat het herziene artikel 57, punt 1, onder d), inhoudelijk dezelfde strekking heeft. Amendementen 13 en 16 - Artikel 2, lid 2, onder a) en onder b); artikel 6 bis (nieuw) (thans artikel 6) (Toevoeging van postdiensten) De Raad heeft de toevoeging van postdiensten overgenomen. Het toepassingsgebied en de nadere bepalingen betreffende de postsector zijn echter gewijzigd teneinde de twee richtlijnen zoveel mogelijk met elkaar in overeenstemming te brengen, en te zorgen voor de noodzakelijke soepelheid - waarop ook in de amendementen wordt aangedrongen - en de rechtszekerheid te waarborgen. Amendement 18 - Artikel 10 (thans: artikel bij structurering geschrapt) (Via cumulatie voldoen aan de selectiecriteria door verschillende economische subjecten) De Raad heeft ingestemd met de inhoud van het amendement. Om wetgevingstechnische redenen heeft de Raad er echter voor gekozen dit aspect op te nemen middels aanpassing van artikel 53, leden 4 en 5, en van artikel 54, leden 5 en 6. Amendement 22 - Artikel 19, lid 7, onder b) (thans artikel 17, lid 1) (Clausule voor stilzwijgende verlenging van opdrachten) De Raad aanvaardde de inhoud van het amendement maar heeft alle verlengingen van opdrachten opgenomen in artikel 17, lid 1, zulks naar analogie met de overeenkomstige bepaling in de "klassieke" richtlijn. Amendement 26 - Artikel 26 (thans artikel 23) (Toepasbaarheid van de bepalingen betreffende verbonden ondernemingen en gemeenschappelijke ondernemingen op alle soorten opdrachten) De Raad heeft de inhoud van het amendement aanvaard en overgenomen bij de herstructurering van artikel 23 (zie ook de motivering bij amendement 6). Amendementen 27 en 28 - Artikel 26 (thans artikel 23) (Bepalingen betreffende verbonden ondernemingen en gemeenschappelijke ondernemingen) De Raad heeft het voornaamste aspect van het amendement - de uitbreiding van deze bepaling tot alle drie de typen van opdrachten - aanvaard en overgenomen bij de herstructurering van artikel 23 (zie ook de motivering bij de amendementen 6 en 26). Amendement 29 - Artikel 27 (thans artikel 26) (Uitsluiting van opdrachten betreffende de levering van energie of brandstoffen) De Raad heeft het amendement aanvaard, maar in de formulering enige wijzigingen aangebracht die echter voor de inhoud geen verschil uitmaken. Amendementen 99 en 118 - Artikel 34, lid 5, eerste alinea (Bewijs van gelijkwaardigheid ten aanzien van de technische specificaties) De Raad heeft de inhoud van het amendement aanvaard. De strekking, volgens welke de inschrijver het bewijs van gelijkwaardigheid dient te leveren, is echter door middel van een andere formulering tot uiting gebracht. Amendementen 91 en 98 - Artikel 34, lid 3, eerste alinea (thans lid 6) (Europese milieukeuren, nationale en plurinationale normen als technische specificaties) De Raad heeft de inhoud van het amendement aanvaard, maar er de voorkeur aan gegeven de voorwaarden betreffende deze keuren en normen als technische specificaties in een nieuw lid 6 onder te brengen. Amendement 35 - Artikel 34, lid 3, tweede alinea (thans lid 6) (Reikwijdte van de prestaties en functionele eisen) De Raad heeft het amendement naar de inhoud aanvaard, maar er de voorkeur aan gegeven in het nieuwe lid 6 en in bijlage XX te specificeren hoe en in welke mate milieuoverwegingen in aanmerking mogen worden genomen (zie eveneens de motivering bij de amendementen 91 en 98). Amendementen 38 en 100 - Artikel 34, lid 5, tweede alinea en lid 6 (thans leden 4 en 5) (Uitleg van "passende middelen") De Raad heeft een deel van het amendement en het voornaamste deel van de inhoud aanvaard, maar de formulering gewijzigd, teneinde de werking gelijk te houden aan die van de "klassieke" richtlijn. Amendement 40 - Artikel 34, lid 7 (thans lid 8) (Verwijzingen naar een bepaalde herkomst of een bijzondere werkwijze) De Raad heeft het amendement van het EP kunnen aanvaarden voorzover het zo kan worden geïnterpreteerd dat verwijzingen naar specifieke producenten of leveranciers worden uitgesloten, maar dat wel kan worden verwezen naar specifieke productieprocessen teneinde een bijdrage te leveren aan duurzame ontwikkeling. Door toevoeging van de nieuwe zinsnede "behalve indien dit door het voorwerp van de opdracht gerechtvaardigd is", maakt de tekst van het gemeenschappelijk standpunt het mogelijk te verwijzen naar specifieke productieprocessen, mits dit gerechtvaardigd is door de aard van de opdracht en mits hierdoor de inschrijvers niet de mogelijkheid wordt ontnomen om het bewijs van gelijkwaardigheid te leveren. Op deze wijze heeft de Raad getracht de inhoud van het amendement van het EP over te nemen. Amendement 33 - Artikel 33, lid 3 (thans artikel 38) (Voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van de opdracht) De Raad heeft het amendement gedeeltelijk aanvaard en het, in een algemene formulering, opgenomen in het nieuwe artikel 38. Amendement 50 - Artikel 47, lid 1, alinea 2 bis (thans artikel 48, lid 1) (Elektronische handtekening) Wat het gebruik van elektronische handtekeningen en de vertrouwelijkheid van de toegezonden gegevens betreft heeft de Raad de onderliggende gedachtegang aanvaard, maar er daarbij de voorkeur aan gegeven dit te doen door middel van de nieuwe bijlage XXIII. De Raad meent echter dat deze rechtmatige punten van bezorgdheid thans middels deze bijlage op passende wijze zijn ondervangen en dat een verplicht gebruik van encryptie niet op zijn plaats zou zijn. Amendement 51 - Artikel 47, lid 2 (thans artikel 48, lid 3) (Aanvullende bepaling met betrekking tot het verzekeren van een passende bescherming van de gegevens) De Raad heeft het amendement gedeeltelijk overgenomen door de bepaling uit te breiden tot de opslag van informatie. Amendement 53 - Artikel 48, lid 4 (thans artikel 49, lid 4) (Termijn voor het verstrekken van informatie over een weigering) De Raad heeft dit amendement naar de inhoud aanvaard en besloten nog striktere eisen vast te stellen teneinde de doorzichtigheid nog verder te bevorderen. Amendement 57 - Artikel 52, lid 2, alinea 2 bis (nieuw) (thans artikel 53, lid 3) (Redenen voor de uitsluiting van personen als deel van de eisen van de erkenningsregeling) De Raad heeft het amendement van het Europees Parlement gedeeltelijk aanvaard, maar er de voorkeur aan gegeven de eis te formuleren als een optie die de lidstaten aan de aanbestedende diensten kunnen toekennen. Amendement 64 - Artikel 53 bis (nieuw) (Normen inzake milieubeheer) De Raad heeft het grootste deel van de inhoud van het amendement aanvaard en deze opgenomen in het nieuwe artikel 52, lid 3 (zie ook overweging 52). Amendementen 67, 68 en 69 - Artikel 54, leden 3, 4 en 5 (thans artikel 55, lid 2, tweede alinea) (Gedetailleerde bepalingen betreffende de vaststelling van het relatieve gewicht) De Raad heeft erkend dat de voorgestelde bepaling moet worden vereenvoudigd; hiertoe heeft hij in lid 2 een vereenvoudigde tekst ingevoerd en de vroegere leden 3, 4 en 5 geschrapt. Overeenkomstig het akkoord over de "klassieke" richtlijn heeft de Raad eveneens wat meer soepelheid ingebracht door aanbestedende entiteiten toe te staan in bepaalde gemotiveerde gevallen de criteria in volgorde van afnemende belangrijkheid op te geven. Amendement 74 - Artikel 62, lid 1, alinea 2 bis (nieuw) (thans artikel 64) (Elektronische handtekening - "Prijsvragen") Aangezien de amendementen inhoudelijk identiek zijn, zie de motivering bij amendement 50. Amendement 75 - Artikel 62, lid 2 (thans artikel 64, lid 2) (Aanvullende bepaling ter verzekering van passende gegevensbescherming - "Prijsvragen") Zie de redenering bij amendement 51. Amendement 95 - Bijlage XX, punt 1 (thans: bijlage XXI, punt 1) (Verduidelijking betreffende de technische specificaties voorzover deze verband houden met milieuaspecten) De Raad heeft het amendement slechts gedeeltelijk aanvaard. Het was hem met name niet mogelijk de "milieueffecten" op te nemen als een belangrijk element bij de vaststelling van een technische specificatie. Overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt betreffende de "klassieke" richtlijn is daarentegen wel de uitdrukking "niveau van milieuvriendelijkheid" ingevoerd. 2.3. De volgende amendementen zijn verworpen en dus niet in de tekst opgenomen: Amendement 1 - Overweging 2 (thans overweging 9) (Verwijzing naar de billijkheid van de prijzen voor, en de betrouwbaarheid van, de diensten op het gebied van de "nutsbedrijven") De Raad heeft het amendement verworpen, aangezien deze richtlijn niet ten doel heeft de kwaliteit van, en de billijkheid van de prijzen voor, de aangeboden diensten te harmoniseren. Amendement 5 - Overweging 8 (thans overweging 10) (Verwijzing naar het feit dat bepalingen betrekking hebben op particuliere en openbare entiteiten) De Raad heeft het amendement van het EP verworpen aangezien de voorgestelde toevoegingen volgens hem niets toevoegen dat onontbeerlijk is voor de redenering die reeds in deze overweging wordt ontwikkeld. Amendement 123 en 10 - Artikel 1, leden 7 en 7 bis, (nieuw) (thans lid 4) (Definitie van raamovereenkomsten) De Raad gaf de voorkeur aan de in het oorspronkelijke Commissievoorstel gebruikte terminologie. De amendementen van het EP zouden de noodzakelijke flexibiliteit voor de aanbestedende entiteiten verminderd hebben, en hen daarnaast aan een strengere regeling hebben onderworpen dan die welke volgens de "klassieke" richtlijn op de aanbestedende diensten van toepassing is. Amendement 11 - Artikel 1, punt 9 (thans punt 9, onder d)) (Prijsvragen al dan niet met prijzen) De Raad heeft het idee van een verplichte toekenning van prijzen bij prijsvragen verworpen. Amendement 106 - Artikel 2, lid 1, onder a) (Opneming van centrale inkoopdiensten in de definitie van aanbestedende diensten) De Raad heeft het amendement verworpen aangezien dit het gevaar meebrengt van rechtsonzekerheid betreffende het onderscheid tussen "publiekrechtelijke instellingen" en "overheidsbedrijven". Toch heeft de Raad de inhoud van het amendement gedeeltelijk aanvaard door een juridisch heldere definitie van centrale inkopersorganisaties in te voegen (zie het nieuwe artikel 1, lid 8, alsook operationele bepalingen tot regeling van de mogelijkheden van het gebruik van dergelijke aankoopdiensten (zie het nieuwe artikel 29). Amendement 14 - Artikel 2, lid 3 (Definitie van bijzondere of uitsluitende rechten) De Raad heeft er de voorkeur aan gegeven hier vast te houden aan het oorspronkelijke Commissievoorstel met slechts een kleine redactionele wijziging. Amendement 124 - Artikel 13 (thans artikel 14) (Bepalingen betreffende raamovereenkomsten) Zie de uitleg betreffende amendementen 123 en 10. Amendement 19 - Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) (thans artikel 16) (Verwijzing naar enkele doelstellingen uit het Verdrag) De Raad heeft gemeend dat in overweging 13 reeds voldoende naar doelstellingen uit het Verdrag wordt verwezen (zie ook de motivering betreffende amendement 111). Amendement 23 - Artikel 22 (thans artikel 21) (Geheime opdrachten of opdrachten die gepaard moeten gaan met veiligheidsmaatregelen) De Raad heeft het amendement van het EP niet kunnen opnemen omdat hij toevoeging van deze bepaling niet noodzakelijk achtte. Amendement 25 - Artikel 25 (Uitbreiding van de bepaling betreffende bijzondere of uitsluitende rechten tot andere overheidsopdrachten dan die voor diensten) De Raad heeft er de voorkeur aangegeven vast te houden aan de oorspronkelijke aanpak en het oorspronkelijke toepassingsgebied van het Commissievoorstel. Amendement 30 - Artikel 27, lid 2 (thans artikel 26) (Mogelijkheid tot herziening van de wetgeving voor opdrachten die vallen onder lid 1 van dit artikel) De Raad heeft het amendement van het EP niet kunnen aanvaarden aangezien de noodzaak voor een bijzondere herzieningsclausule in dit deel van de richtlijn ontbreekt; herziening van deze wetgeving moet hoe dan ook volgens artikel 251 van het Verdrag worden aangenomen. Amendementen 31 en 117 - Artikel 29 (thans artikel 30) (Procedure om vast te stellen of met betrekking tot een bepaalde activiteit mededinging bestaat) De Raad heeft er de voorkeur aangegeven het grootste deel van de inhoud van het Commissievoorstel te handhaven en heeft alleen enkele bepalingen ervan gestroomlijnd. De inhoud van amendement 117 is gedeeltelijk aanvaard. Amendement 32 - Artikel 33, lid 2 (Bepalingen inzake aanvullende inlichtingen betreffende de onderaanneming) De Raad heeft het amendement van het EP verworpen aangezien de eisen op sociaal en werkgelegenheidsgebied - in eerste instantie - zullen gelden voor de hoofdaannemer die dan verplicht is ervoor te zorgen dat de onderaannemers zich aan deze voorschriften houden. De lidstaten beschikken echter over de mogelijkheid om te besluiten tot een algemene verplichting om met betrekking tot onderaannemers aanvullende inlichtingen te verlangen. Amendement 36 - Artikel 34, lid 3 bis (nieuw) (Definitie van normen "van gelijkwaardige aard") Daar de Raad reeds verscheidene amendementen van het EP heeft opgenomen door de leden 3 en 6 van dit artikel opnieuw te formuleren, heeft hij gemeend dat de formulering duidelijk genoeg is en het niet nodig is om verdere kenmerken van de term "gelijkwaardig" toe te voegen (zie eveneens motivering betreffende de amendementen 91, 98 en 35 hierboven). Amendement 120 - Artikel 37 (Verdere bepalingen betreffende onderaanneming) De Raad heeft het amendement van het EP verworpen aangezien de tekst onnodig ingewikkeld en moeilijker te begrijpen zou worden. Amendement 45 - Artikel 39, lid 3, onder b) (thans artikel 40, lid 3, onder b) (Procedures zonder voorafgaande oproep tot mededinging in het geval van bepaalde onderzoeksopdrachten) Volgens de Raad wordt het onderscheid tussen onderzoek en commerciële exploitatie er op basis van dit amendement van het EP niet duidelijker op. De Raad heeft er derhalve de voorkeur aan gegeven vast te houden aan de oorspronkelijke tekst van de Commissie. Amendement 47 - Artikel 41, lid 1, alinea 1 bis (nieuw) (thans artikel 42) (Verplichte toevoeging van informatie omtrent de verplichtingen ten aanzien van arbeidsbescherming in de "oproep tot mededinging") De Raad heeft deze verplichte toevoeging in de oproepen tot mededinging niet aanvaard. In plaats daarvan gaf hij er de voorkeur aan te bepalen dat informatie betreffende arbeidsbescherming en arbeidsomstandigheden wordt opgenomen in de aankondigingen, hetzij als een keuzemogelijkheid voor de aanbestedende entiteiten dan wel als een verplichting die door een lidstaat zou kunnen worden opgelegd (zie de algemene bepaling in het nieuwe artikel 38). Amendement 48 - Artikel 46, lid 2, onder f) (thans artikel 47, lid 4) (Verbod op discriminatie tussen aanbieders) De Raad heeft het amendement van het EP verworpen aangezien het in lid 4 toch om een open lijst gaat, hetgeen duidelijk wordt uit de inleidende zinsnede "omvat ten minste...". Amendement 49 - Artikel 47, lid 1, eerste alinea (thans artikel 48, lid 1) (Keuze van de communicatiemiddelen door de aanbestedende diensten) De Raad heeft dit amendement verworpen aangezien het de aanbestedende entiteiten zou verplichten elektronisch doorgegeven inschrijvingen of andere mededelingen te aanvaarden zelfs als ze hiervoor niet uitgerust zijn. Amendement 103 - Artikel 47, lid 4 bis (nieuw) (thans artikel 48) (Waarborging van de vertrouwelijkheid indien daarom wordt verzocht) De Raad heeft dit amendement niet kunnen aanvaarden aangezien het in de praktijk te moeilijk uitvoerbaar is (zie ook de motivering voor de "klassieke richtlijn", amendement 75). Amendement 52 - Artikel 48, lid 3 (thans artikel 49, lid 3) (Inkennisstelling betreffende erkenningsregelingen binnen een bepaalde termijn) De Raad heeft dit amendement niet aanvaard aangezien de bepaling zodanig zou kunnen worden opgevat dat zij de verplichting behelst de onderzoeken binnen twee maanden af te ronden hetgeen als vaste regel niet werkbaar zou zijn. Amendement 54 - Artikel 49, lid 2 (thans artikel 50, lid 2) (Gedurende een zekere periode te bewaren informatie) De Raad heeft er de voorkeur aangegeven vast te houden aan de termijn van het Commissievoorstel om te voorkomen dat voor de aanbestedende entiteiten hoge en moeilijk te rechtvaardigen kosten zouden ontstaan. Amendement 55 - Artikel 49 bis (nieuw) (Beroepsprocedures) De Raad is de opvatting toegedaan dat nóg een bepaling inzake beroepsprocedures niet noodzakelijk is. In beroepsprocedures voor veronderstelde inbreuken op de procedureregels is reeds voorzien bij Richtlijn 92/13/EEG, en in beroepsprocedures betreffende terbeschikkinggestelde werknemers is reeds voorzien krachtens Richtlijn 96/71/EG. Amendement 56 - Artikel 50, lid 1, (thans artikel 51, lid 1) (Bewijs van inachtneming van het bepaalde in artikel 38) De Raad heeft het amendement verworpen aangezien deze speciale eis niet zou passen in het algemene concept dat in het nieuwe lid 1 tot uitdrukking wordt gebracht. De Raad is het echter wel met het Parlement eens dat geldende sociale voorschriften (met inbegrip van collectieve overeenkomsten) uiteraard door de inschrijvers moeten worden geëerbiedigd en dat het derhalve voor de aanbestedende diensten mogelijk zou moeten zijn inschrijvers die de desbetreffende sociale verplichtingen niet in acht hebben genomen, uit te sluiten. Ter wille van de samenhang heeft de Raad ervoor gekozen dit uitdrukkelijk te verwoorden in de overwegingen 44 en 54 (nieuw), en niet in het dispositief. Amendement 58 - Artikel 53, lid 3 bis (nieuw) (thans artikel 54) (sectorspecifieke bepalingen) De Raad heeft dit amendement niet overgenomen aangezien het niet in overeenstemming lijkt met de doelstelling van één enkel kader voor het plaatsen van opdrachten en aangezien het problemen zou kunnen opleveren omdat het ertoe zou kunnen leiden dat de Gemeenschap in botsing komt met haar internationale verplichtingen uit hoofde van de mondiale Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA). Amendement 109 - Artikel 53, lid 4 (thans artikel 54) (Verplicht criterium "persoonlijke redenen") De Raad verkeert niet in de mogelijkheid de toepassing van deze uitsluitingsbepalingen voor alle categorieën van aanbestedende entiteiten verplicht te stellen (zie eveneens de motiveringen met betrekking tot amendement 57 hierboven). Amendement 60 - Artikel 53, lid 4 bis (nieuw) (thans artikel 54) (Bepalingen betreffende strafrechtelijke handhaving) De Raad heeft er de voorkeur aangegeven zich te houden aan het Commissievoorstel, dat een verwijzing bevat naar de lijst van uitsluitingsredenen in de "klassieke" richtlijn. Amendement 61 - Artikel 53, lid 4 ter (nieuw) (thans artikel 54) (Bepaling betreffende officiële lijsten) De Raad heeft gemeend dat het niet passend zou zijn de betreffende bepaling aan alle aanbestedende diensten op te leggen, zulks gezien het feit dat het kader van deze richtlijn flexibeler is. Amendement 62 - Artikel 53, lid 4 quater (nieuw) (thans artikel 54) (Bevordering van sociaal en werkgelegenheidsbeleid blijft onverlet) De Raad acht het niet noodzakelijk of passend de voorgestelde bepaling in de richtlijn op te nemen, aangezien deze het onderscheid tussen toekenningscriteria en technische specificaties zou vertroebelen en zou kunnen leiden tot misverstanden. Amendement 125 - Artikel 54, lid 1, onder a) (thans artikel 55) (Toevoeging van voordelen voor derde partijen als criterium voor de toekenning van opdrachten) In volledige samenhang met de "klassieke" richtlijn heeft de Raad de voorkeur gegeven aan de tekst van de Commissie om te verduidelijken dat "economisch voordeel" beschouwd moet worden als "voordeel voor de aanbestedende diensten". Daarom heeft de Raad het amendement niet aanvaard. De Raad meent ook dat de zinsnede "gerechtvaardigd door" passender is dan "verband houden met" of zelfs "rechtstreeks verband houden met". De nieuwe formulering van overweging 54 voorziet in verdere uitleg over de interpretatie van deze term. Amendement 66 - Artikel 54, lid 2 (thans artikel 55, lid 2) (Weging van criteria) De Raad geeft de voorkeur aan de uitvoerige regels voor de onderlinge vergelijking van criteria als bedoeld in het Commissievoorstel. Toch heeft de Raad een bepaling toegevoegd die zorgt voor enige flexibiliteit in gevallen waarin om aantoonbare redenen een dergelijke weging niet mogelijk is. Amendement 71 - Artikel 57, lid 3 (thans artikel 59, lid 3) (Uitbreiding van de gevolgen betreffende derde landen tot alle soorten van opdrachten en tot de IAO-normen) De Raad heeft het eerste deel van het amendement niet kunnen aannemen aangezien hij instemt met het Commissievoorstel dat doelbewust beperkt is tot dienstverleningsopdrachten. Het tweede deel van het amendement zou hebben betekend dat de Commissie de toezegging moest doen om problemen aan te pakken die niet het onderwerp vormen van de verslagen als bedoeld in lid 2 van het artikel. Amendement 73 - Artikel 62, lid 1, eerste alinea (thans artikel 64) (Keuze van het communicatiemiddel) Net als met betrekking tot amendement 49 ad artikel 47 (thans artikel 48) verwerpt de Raad dit amendement aangezien het de aanbestedende entiteiten zou verplichten plannen, projecten of andere mededelingen via elektronische middelen te aanvaarden, ook als zij hiertoe niet zijn uitgerust. Amendement 76 en 77 - Bijlage X (thans bijlage XI) (Lijst van de in artikel 29, lid 3, bedoelde wetgeving) De Raad heeft amendement 76 niet kunnen aannemen aangezien hij hiermee een wettelijk vermoeden van vrije toegang tot de markten in de betrokken sectoren zou creëren. De Raad heeft echter erkend dat, indien een lidstaat besloten heeft Richtlijn 94/22/EG toe te passen op de kolensector, daarmee rekening moet worden gehouden. De Raad heeft ervoor gekozen dit in de overeenkomstige overweging te verduidelijken. Wat amendement 77 betreft kan de Raad de opneming van Richtlijn 91/440/EG in bijlage X niet aanvaarden aangezien dit geen liberaliseringsrichtlijn is. De Raad heeft er derhalve de voorkeur aan gegeven in dit opzicht de oorspronkelijke formulering van het Commissievoorstel te handhaven. Amendement 84 - Bijlage XVI A, categorie 6, punt b) (Bankdiensten en diensten in verband met beleggingen in dienstencategorie 6) De Raad vond de schrapping van het punt "bankdiensten en diensten in verband met beleggingen" te ver gaan. In plaats hiervan heeft hij in artikel 24 en overweging 26 een soortgelijke oplossing gekozen als voor de "klassieke" richtlijn, zulks op basis van aanvaarding van amendement 37 van het EP bij laatstgenoemd voorstel. Amendement 88 - Bijlage XXI A (nieuw) (Bijlage betreffende internationale basisarbeidsnormen) De verwerping van dit amendement vloeit voort uit de verwerping van amendement 71. 3. Belangrijke wijzigingen die de Raad in de tekst heeft aangebracht ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel Dynamische aankoopsystemen en elektronische veilingen - (thans artikel 15/artikel 40) De Raad heeft gedetailleerde bepalingen inzake dynamische aankoopsystemen en elektronische veilingen ingevoerd, parallel aan het bepaalde in de "klassieke" richtlijn, om zo het raamwerk voor overheidsopdrachten aan te passen aan de technieken die in een aantal lidstaten zijn ontwikkeld en worden toegepast. Opneming van postdiensten in de richtlijn "nutsbedrijven" - (thans artikel 6) Opneming van postdiensten dient om rekening te houden met de in de lidstaat ingevoerde liberalisering en tegelijkertijd te verduidelijken welke keuzemogelijkheden en speciale regelingen nog steeds passend zijn. Opdrachten die zijn gegund aan verbonden ondernemingen en gemeenschappelijke ondernemingen - (thans artikel 23) Het werd noodzakelijk geacht speciale bepalingen in te voeren betreffende opdrachten die gegund worden aan verbonden ondernemingen en gemeenschappelijke ondernemingen, hetgeen op het gebied van de "nutsbedrijven" niet ongewoon is. Door de voorwaarden te verduidelijken waaronder opdrachten die zonder oproep tot mededinging door gemeenschappelijke ondernemingen van een aanbestedende dienst en andere entiteiten zijn gegund, aan de voorschiften van de richtlijn zijn onderworpen, is een compromis bereikt tussen de verschillende juridische eisen en tradities in de lidstaten. Milieucriteria als technische specificaties - (thans artikel 34) Door toevoeging van dit lid heeft de Raad getracht meer duidelijkheid te verschaffen over het gebruik van technische milieuspecificaties teneinde daarmee de lidstaten de nodige flexibiliteit te verschaffen en aan een aantal praktische eisen te voldoen. Beslissingen van de jury - (thans artikel 66) Deze bepaling komt overeen met die van de "klassieke richtlijn". De garandering van de anonimiteit is erkend als een belangrijke voorwaarde bij de procedures met betrekking tot nutsbedrijven. 4. Conclusie In het gemeenschappelijk standpunt betreffende de richtlijn "nutsbedrijven" blijven het basisidee en de doelstellingen van het oorspronkelijke Commissievoorstel behouden, terwijl daarin ook verschillende van de amendementen van het Parlement zijn overgenomen, op zijn minst wat de inhoud betreft. De Raad heeft de tekst van het gemeenschappelijk standpunt betreffende de richtlijn "nutsbedrijven" voor een groot deel gelijk laten lopen met die van de "klassieke" richtlijn, waarmee hij het feit heeft onderstreept dat de beide richtlijnen gezien moeten worden als onlosmakelijke onderdelen van een nieuw rechtskader voor overheidsopdrachten in de Europese Unie. (1) PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 112. (2) PB C 193 van 10.7.2001, blz. 1. (3) PB C 193 van 10.7.2001, blz. 1. (4) PB C 144 van 16.5.2001, blz. 20. (5) De nummering van de artikelen verwijst naar de resultaten van de eerste lezing van het Parlement (doc. 5307/02) of, waar zulks speciaal is aangegeven (thans...), naar het gemeenschappelijk standpunt (doc. 12634/02). (6) PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 183.