EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002SC1177

Voorstel voor een besluit van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije - Ontwerp gemeenschappelijk stadpunt van de Gemeenschap

/* SEC/2002/1177 def. */

52002SC1177

Voorstel voor een besluit van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije - Ontwerp gemeenschappelijk stadpunt van de Gemeenschap /* SEC/2002/1177 def. */


Voorstel voor een BESLUIT VAN HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING EG-TURKIJE tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije - Ontwerp gemeenschappelijk stadpunt van de Gemeenschap

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Besluit nr. 1/2001 van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije van 28 maart 2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije moet worden gewijzigd in verband met recente ontwikkelingen in de douanewetgeving van de Gemeenschap. Het besluit moet ook worden gewijzigd om voor passieve veredeling binnen de douane-unie EG-Turkije het gebruik van de methode van heffing op basis van de toegevoegde waarde mogelijk te maken.

2. Het nieuwe besluit inzake de toepassingsbepalingen voor Besluit nr. 1/95 moet zo spoedig mogelijk kunnen worden toegepast. De Commissie stelt de Raad daarom voor de tekst van bijgaand voorstel voor een besluit zo spoedig mogelijk goed te keuren als het gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap in het Comité Douanesamenwerking EG-Turkije.

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING EG-TURKIJE tot wijziging van Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije

HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING,

Gelet op de overeenkomst van 12 september 1963 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije,

Gelet op Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie [1], met name op artikel 3, lid 6, artikel 13, lid 3, en artikel 28, lid 3,

[1] PB L 35 van 13.2.1996, blz. 1

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Besluit nr. 1/2001 [2] van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije van 28 maart 2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije moet worden gewijzigd om deze bepalingen in overeenstemming te brengen met het gewijzigde douanewetboek van de Gemeenschap en de uitvoeringsbepalingen daarvan,

[2] PB L 98 van 7.4.2001, blz. 31

(2) Er moet een bepaling worden ingevoerd die voor passieve veredeling binnen de douane-unie EG-Turkije het gebruik van de methode van heffing op basis van de toegevoegde waarde mogelijk maakt,

BESLUIT:

Artikel 1

Besluit nr. 1/2001 van het Comité Douanesamenwerking EG-Turkije wordt als volgt gewijzigd:

Hoofdstuk 2 van titel III wordt vervangen door de volgende tekst:

,Hoofdstuk 2 Passieve veredeling

Artikel 21

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ,driehoeksverkeer" verstaan: de regeling waarbij veredelingsproducten na passieve veredeling met gehele of gedeeltelijke ontheffing van rechten bij invoer tot het vrije verkeer worden toegelaten in het andere deel van de douane-unie dan dat waaruit de goederen tijdelijk zijn uitgevoerd.

Artikel 22

Wanneer veredelingsproducten of vervangende producten in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van het driehoeksverkeer, wordt inlichtingenblad INF 2 gebruikt om gegevens mede te delen over zich in het driehoeksverkeer bevindende tijdelijke-uitvoergoederen ter verkrijging van gehele of gedeeltelijke vrijstelling van rechten voor veredelingsproducten.

Artikel 23

Inlichtingenblad INF 2 wordt opgemaakt in een origineel en een kopie volgens het model in de uitvoeringsbepalingen van het communautair douanewetboek [3], voor de hoeveelheid van de goederen die onder de regeling worden geplaatst. Het kantoor van plaatsing viseert het origineel en de kopie van het INF 2. Het behoudt de kopie en geeft het origineel aan de aangever terug.

[3] Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2.7.1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 993/2001 (PB L 141 van 28.5.2001, blz. 105)

Het kantoor van plaatsing onder de regeling dat inlichtingenblad INF 2 dient te viseren, vermeldt in vak 16 op welke wijze de goederen in tijdelijke uitvoer geïdentificeerd kunnen worden.

Wanneer monsters worden genomen of gebruik wordt gemaakt van tekeningen of technische beschrijvingen, waarmerkt het in lid 1 bedoelde kantoor deze monsters, tekeningen of technische beschrijvingen door het aanbrengen van de douaneverzegeling van het kantoor, hetzij op deze voorwerpen zelf indien hun aard dit toelaat, hetzij op de verpakking, op zodanige wijze dat deze niet kan worden verbroken zonder sporen achter te laten.

Een etiket met het stempel van het kantoor en een verwijzing naar de aangifte ten uitvoer worden op zodanige wijze op de monsters, tekeningen of technische beschrijvingen aangebracht dat zij niet door andere kunnen worden vervangen.

De overeenkomstig lid 3 gewaarmerkte en verzegelde monsters, tekeningen of technische beschrijvingen worden geretourneerd aan de exporteur, die deze bij de wederinvoer van de veredelingsproducten of de vervangende producten met ongeschonden verzegeling over dient te leggen.

Indien een analyse wordt verricht waarvan de resultaten niet eerder bekend zullen worden dan nadat het douanekantoor het inlichtingenblad INF 2 heeft afgetekend, wordt het document met de resultaten van deze analyse aan de exporteur overhandigd in een enveloppe die niet kan worden geopend zonder dat dit sporen nalaat.

Artikel 24

Het kantoor van uitgang vermeldt op het origineel dat de goederen het douanegebied hebben verlaten en geeft dit terug aan de persoon die het heeft aangeboden.

De importeur van de veredelingsproducten of de vervangende producten biedt het origineel van het INF 2 en, in voorkomend geval, de identificatiemiddelen bij het kantoor van aanzuivering aan.

Artikel 25

Het douanekantoor dat het inlichtingenblad afgeeft kan, naast de op het blad gevraagde gegevens, andere gegevens verstrekken. Wanneer er op het inlichtingenblad niet voldoende ruimte is, kunnen deze gegevens op een apart blad worden vermeld, dat bij het inlichtingenblad wordt gevoegd. De bijvoeging van het extra blad wordt op het inlichtingenblad vermeld.

Het douanekantoor dat het inlichtingenblad heeft geviseerd, kan later worden gevraagd de echtheid van het blad en de juistheid van de daarin vermelde gegevens te bevestigen.

In geval van opeenvolgende zendingen kan het vereiste aantal inlichtingenbladen worden opgesteld voor de hoeveelheid goederen die onder de regeling zijn geplaatst. Het eerste inlichtingenblad kan door andere inlichtingenbladen worden vervangen, en wanneer slechts één inlichtingenblad wordt gebruikt, kan het douanekantoor waarvoor het blad werd geviseerd, op het eerste blad de hoeveelheid goederen vermelden. Indien er op het blad niet voldoende ruimte is, kan een apart blad worden bijgevoegd - dit wordt dan op het eerste blad vermeld.

De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat voor driehoeksverkeer dat betrekking heeft op een aanzienlijke stroom goederen een samenvattend inlichtingenblad wordt opgesteld over de totale hoeveelheid goederen die in een bepaalde periode zijn in- of uitgevoerd.

In buitengewone omstandigheden kan het inlichtingenblad achteraf worden afgegeven, maar niet nadat de termijn gedurende welke documenten moeten worden bewaard, is verstreken.

Artikel 26

In geval van diefstal, verlies of vernietiging van inlichtingenblad INF 2 kan de importeur het douanekantoor dat het document heeft geviseerd om afgifte van een duplicaat verzoeken. Dit kantoor geeft aan dit verzoek gevolg, indien wordt aangetoond dat de tijdelijke-uitvoergoederen waarvoor het duplicaat wordt aangevraagd nog niet zijn wederingevoerd.

Op het origineel en de kopieën van het aldus afgegeven inlichtingenblad wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

- DUPLICADO

- DUPLIKAT

- DUPLICAT

- ANTISPAÖO

- DUPLICATE

- DUPLICATA

- DUPLICATO

- DUPLICAAT

- SEGUNDA VIA

- KAKSOISKAPPALE

- DUPLIKAT

- DUPLICAT

Artikel 27

Gedeeltelijke vrijstelling van rechten bij invoer door de kosten van de veredeling als waardebasis voor het recht te nemen, wordt voor goederen die zich in het vrije verkeer bevinden op verzoek toegestaan.

Met uitzondering van goederen die voor niet-commerciële doeleinden zijn bestemd, is de eerste alinea niet van toepassing wanneer bij het in het vrije verkeer brengen van de tijdelijke-uitvoergoederen die niet van oorsprong zijn uit een van de delen van de douane-unie in de zin van titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1, van het communautair douanewetboek of titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1, van het douanewetboek van Turkije een nulrecht van toepassing is.

De artikelen 29 tot en met 35 van het communautair douanewetboek en de artikelen 24 tot en met 30 van het douanewetboek van Turkije zijn van overeenkomstige toepassing op de veredelingskosten, die de tijdelijke-uitvoergoederen niet in aanmerking nemen."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, op [...]

Voor het Comité Douanesamenwerking

De voorzitter

[...]

FINANCIEEL MEMORANDUM

De voorgestelde maatregel houdt een wijziging in van Besluit nr. 1/2001 van het Comité douanesamenwerking EG-Turkije tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije in verband met recente ontwikkelingen in de douanewetgeving van de Gemeenschap. De maatregel heeft geen financiële gevolgen.

Top