Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002SC0436

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/25/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen

/* SEC/2002/0436 def. - COD 2000/0262 */

52002SC0436

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/25/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen /* SEC/2002/0436 def. - COD 2000/0262 */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/25/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen

2000/0262 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de goedkeuring van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/25/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen

1. ACHTERGROND

Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2000) 639 definitief - 2000/0262 (COD)): // 12 oktober 2000

Advies van het Economisch en Sociaal Comité: // 28-29 maart 2001

Advies van het Europees Parlement, eerste lezing: // 5 juli 2001

Toezending van het gewijzigd voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2001) 636 definitief - 2000/0262 (COD)): // 31 oktober 2001

Vaststelling van het Gemeenschappelijk Standpunt: // 22. 04. 2002

2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Dit op artikel 95 van het Verdrag gebaseerde voorstel betreft de invoering van geharmoniseerde bepalingen inzake uitlaat- en geluidsemissiegrenswaarden voor motoren van pleziervaartuigen. Het bevat tevens een aantal wijzigingen van de bouwkundige aspecten van pleziervaartuigen die onder deze richtlijn vallen (bv. de opname van waterscooters in de werkingssfeer van de oorspronkelijke Richtlijn 94/25/EG [1]).

[1] PB L 164 van 30.6.1994, blz. 15.

Het voorstel beoogt:

- bij te dragen aan een soepele werking van de interne markt;

- geharmoniseerde Gemeenschapswetgeving ter regulering van uitlaat- en geluidsemissies van pleziervaartuigmotoren te bevorderen en een versnippering van de markt en mogelijke handelsbelemmeringen te voorkomen;

- de menselijke gezondheid, het welzijn van de burgers alsook het milieu te beschermen.

3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

3.1. Algemene opmerkingen

Het verheugt de Commissie dat het door de Raad vastgestelde Gemeenschappelijk Standpunt in hoge mate voldoet aan de doelstelling van het voorstel van de Commissie om de uitlaat- en geluidsemissies van pleziervaartuigmotoren te reguleren en zij is van mening dat het zeer goede technische oplossingen bevat.

3.2. Amendementen die het Europees Parlement in eerste lezing heeft aangenomen

Van de 42 aangenomen amendementen (43, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 14, 17, 18, 44, 45, 20, 21, 22, 46, 23, 24, 28, 29, 30, 31, 33, 34, 48, 35, 36, 37, 38, 39, 40 en 41) heeft de Commissie er elf (1, 6, 14, 18, 44, 22, 28, 29, 37, 39 en 41) in de door het Parlement voorgestelde vorm overgenomen. Drie amendementen (43, 10 en 45) zijn gedeeltelijk overgenomen en tien amendementen (3, 5, 7, 8, 12, 13, 21, 23, 35 en 36) zijn in beginsel overgenomen. De overige achttien zijn verworpen.

De amendementen van het Parlement die nuttige verbeteringen van de formulering inhielden, zijn door de Commissie overgenomen. Ook heeft de Commissie erkend dat de procedures voor de geluidsproeven moesten worden vereenvoudigd; alle amendementen betreffende de invoering van een alternatieve methode om aan te tonen dat aan de geluidsbepalingen van de voorgestelde richtlijn wordt voldaan, heeft zij dan ook in beginsel overgenomen. Deze vereenvoudigde procedures kunnen de kosten van de beoordeling van de overeenstemming beperken voor kleine scheepsbouwers die langzame vaartuigen produceren.

Ook de amendementen die een onderscheid maken tussen twee categorieën hekmotoren (namelijk met en zonder geïntegreerde uitlaat) heeft de Commissie in beginsel overgenomen. Dit onderscheid laat het beoogde doel van de voorgestelde richtlijn onveranderd. Bovendien wordt het uitvoeren van de procedures voor de geluidsproeven door de gelijke behandeling van buitenboordmotoren en hekmotoren met geïntegreerde uitlaat eenvoudiger, wat gunstig zou moeten zijn voor kleine scheepsbouwers.

De Commissie heeft er in beginsel mee ingestemd de mogelijkheid van een verdere verlaging van de emissiegrenswaarden te onderzoeken nadat zij overeenkomstig artikel 2 van de voorgestelde richtlijn een verslag bij de Raad en het Europees Parlement heeft ingediend.

Bovendien heeft de Commissie aanvaard dat eigenaren die hun vaartuig voor eigen gebruik hebben gebouwd van de geluidsvoorschriften van de voorgestelde richtlijn moeten worden vrijgesteld.

De amendementen tot schrapping van de bepalingen betreffende de comitologie heeft de Commissie niet overgenomen omdat dit in strijd zou zijn met de beginselen van de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie. De Commissie blijft bij haar standpunt dat een regelgevend comité krachtens Besluit 1999/468/EG van de Raad moet worden opgericht, teneinde voor de Commissie de uitvoeringsbevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot de wijziging van de technische bepalingen betreffende de ontwikkeling van uitlaat- en geluidsemissiegrenswaarden en van uitlaatbelastingscycli en testbrandstoffen in het licht van de technologische vooruitgang. Zij acht dit de aangewezen wijze om de wetgeving aan de vooruitgang van de techniek aan te passen.

Het amendement dat de Commissie zou verplichten twee jaar na de inwerkingtreding van de voorgestelde richtlijn een voorstel voor een nieuwe richtlijn in te dienen, heeft de Commissie evenmin overgenomen, omdat dit in strijd is met het initiatiefrecht van de Commissie. Ook het amendement tot schrapping van de verhoging van de grenswaarde met 3 dB voor twee- en meermotorige eenheden is niet aanvaard. De Commissie is van mening dat de vastgestelde grenswaarden voor eenmotorige vaartuigen technologisch haalbaar zouden moeten zijn, maar dat twee- en meermotorige eenheden onmogelijk tot hetzelfde geluidsniveau kunnen worden beperkt.

3.3. Door de Raad toegevoegde elementen

Het Gemeenschappelijk Standpunt bevat de volgende belangrijke nieuwe elementen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie:

- artikel 1, onder 1); betreffende lid 2, onder c): uitzondering voor vaartuigen die voor persoonlijk gebruik zijn gebouwd

De opname van een uitzondering in de geluidsemissievoorschriften voor vaartuigen die voor persoonlijk gebruik zijn gebouwd en niet in de Gemeenschap in de handel worden gebracht, houdt een vereenvoudiging in en beperkt de kosten voor individuen die niet onnodig mogen worden belast. De Commissie kan deze wijziging aanvaarden.

- artikel 1, onder 8), punt 2: definitie van vaartuigcategorie D

Dit punt behelst een aangepaste definitie van vaartuigcategorie D, zoals die werd voorgesteld door de werkgroep die door de Commissie werd samengeroepen. In aansluiting op de oplossing voorgesteld door de werkgroep en voorgelegd aan de Raad, kan de Commissie nu akkoord gaan met deze wijziging.

- artikel 1, onder 8), punt 7: bepalingen inzake brandblusapparatuur

De geharmoniseerde bepalingen inzake brandblusapparatuur zijn overeenkomstig de doelstellingen van het voorstel van de Commissie versterkt en verduidelijkt. De Commissie stemt met deze wijziging in.

- artikel 1, onder 8), punt 10; betreffende deel C, punt 1.2: vereenvoudiging van de geluidsproeven voor kleine en middelgrote ondernemingen

Om de lasten voor het MKB te beperken wordt naast de referentievaartuigprocedure en de bijbehorende geluidsproeven een alternatief geboden waarbij eenvoudige grenswaarden gelden. De Commissie aanvaardt deze wijziging aangezien deze de kosten van de beoordeling van de overeenstemming kunnen beperken voor kleine scheepsbouwers die langzame vaartuigen produceren.

- artikel 2: gedetailleerdere lijst van mogelijke elementen van het verslag van de Commissie

Door gedetailleerde aandachtspunten voor het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement op te nemen, wordt de voortdurende verbetering van de EU-wetgeving met het oog op een verdere beperking van de emissies en een betere milieubescherming versterkt. De Commissie kan met deze lijst instemmen omdat deze als nuttige en complete basis voor toekomstige voorstellen van de Commissie kan dienen.

4. CONCLUSIE

De Commissie brengt een positief advies over het Gemeenschappelijk Standpunt uit en merkt op dat de Raad eensgezindheid over dit dossier heeft bereikt.

Toen de Raad een politiek akkoord over dit voorstel bereikte, heeft de Commissie twee verklaringen afgelegd, betreffende de procedures voor conformiteitsbeoordeling met betrekking tot de bouw van waterscooters van artikel 8, lid 2, onder d), en betreffende de bepalingen van artikel 2 inzake een mogelijk volgend stadium voor de grenswaarden. Deze verklaringen komen overeen met haar standpunt in het Europees Parlement.

Bovendien heeft de Commissie bezwaar aangetekend tegen de tekst betreffende de verhoging van de grenswaarde met 3 dB voor twee- en meermotorige eenheden in bijlage I, deel C, punt 1.1. Hierover is een verklaring van de Commissie aan de notulen van de Raad toegevoegd. De motivering van het standpunt van de Commissie is opgenomen in het bovenstaande punt 3.2.

De Commissie en de Raad hebben een gezamenlijke verklaring afgegeven waarin ze zich ertoe verbinden vóór de definitieve aanneming van de voorgestelde richtlijn een oplossing voor vaartuigcategorie D te vinden. In antwoord op deze verbintenis kan de Commissie de oplossing aanvaarden, die de Raad heeft aangenomen, en die ook in lijn is met de inhoud van het amendement nr. 46 van het Europees Parlement.

BIJLAGE Verklaringen betreffende pleziervaartuigen

Met betrekking tot ARTIKEL 1:

betreffende artikel 8, lid 2, onder d):

"Wat betreft de procedures voor conformiteitsbeoordeling met betrekking tot de bouw van waterscooters zal de Commissie erop toezien dat de toegepaste modules op passende wijze alle relevante essentiële voorschriften van de Richtlijn bestrijken";

betreffende artikel 8, lid 4, onder a), punt iii):

"Op grond van de ervaring die is opgedaan met de toepassing van andere EG-richtlijnen, is de Commissie voornemens het technisch secretariaat van de groep van aangemelde instanties, die overeenkomstig het huidige voorstel moet worden aangewezen, te verzoeken om onder supervisie van de Commissie de lijst van gecertificeerde referentievaartuigen op te stellen en bij te houden."

Met betrekking tot ARTIKEL 2:

"De Commissie neemt nota van het verzoek dat uit hoofde van artikel 2 tot haar is gericht; zij behoudt zich het recht voor daarop te reageren overeenkomstig de voorschriften van het Verdrag, en met name haar initiatiefrecht."

"De Raad en de Commissie verklaren dat ze zich ertoe zullen verbinden om vóór de definitieve aanneming van de voorgestelde richtlijn een oplossing te vinden voor vaartuigcategorie D. De Commissie heeft reeds een vergadering van de Deskundigengroep pleziervaartuigen belegd om dit vraagstuk in de tweede helft van november 2001 te bespreken.

Indien er tot op de datum van de definitieve aanneming van de voorgestelde richtlijn geen oplossing wordt gevonden, zal de Raad overwegen om in de huidige gewijzigde tekst in bijlage I, vaartuigontwerpcategorieën, vaartuigontwerpcategorie D, de volgende tekst op te nemen:

'Voor vaartuigontwerpcategorie D zijn golven van passerende vaartuigen met een golfhoogte tot en met 0,5 m toegelaten'."

Met betrekking tot ARTIKEL 3, lid 2:

"De Raad onderstreept dat zo spoedig mogelijk een oplossing moet worden gevonden voor de tegenstrijdigheid tussen Richtlijn 94/25/EG (en deze wijzigingsrichtlijn) en bijlage VI van het IMO-MARPOL-Verdrag. De lidstaten, daarin bijgestaan door de Commissie, worden dringend verzocht van deze zaak een prioriteit te maken, zodat alle lidstaten bijlage VI van Marpol, een belangrijke wereldwijde maatregel ter voorkoming van verontreiniging, kunnen ratificeren."

Betreffende bijlage I, deel C, punt 1.1:

"De Commissie is van mening dat haar oorspronkelijke voorstel, waarin de verhoging van de grenswaarde voor de geluidsproeven voor motoren met 3 dB voor alle soorten twee- en meermotorige eenheden gold, een betere oplossing vormt."

Top