EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002PC0077

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde streepje, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag

/* COM/2002/0077 def. - COD 2000/0183 */

52002PC0077

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde streepje, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten houdende wijziging van het voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag /* COM/2002/0077 def. - COD 2000/0183 */


ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde streepje, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag

2000/0183 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde streepje, onder c), van het EG-Verdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag

1. Inleiding

Artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag bepaalt dat de Commissie advies moet uitbrengen over de door het Europees Parlement in tweede lezing aanvaarde amendementen. Hierna volgt het advies van de Commissie over de 25 amendementen die het Parlement heeft voorgesteld.

2. Achtergrond

Naar aanleiding van de conclusies van de bijzondere Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 en in het verlengde van de Mededeling van de Commissie over de resultaten van de openbare raadpleging over de herziening van de communicatiewetgeving 1999 en de uitgangspunten voor het nieuwe regelgevingskader (COM(2000) 239 def.) is de Commissie met een voorstel gekomen voor een pakket van vijf richtlijnen die samen het nieuwe regelgevingskader moeten gaan vormen. Met het nieuwe regelgevingskader wordt gepoogd een antwoord te vinden op de convergentie van de sectoren telecommunicatie, omroep en informatietechnologie. Er wordt naar gestreefd de concurrentie in alle marktsegmenten te vergroten maar daarbij te waarborgen dat de fundamentele rechten van de consument beschermd blijven. Het moet zijn berekend op nieuwe, dynamische en goeddeels onvoorspelbare markten met een veel groter aantal spelers dan nu.

Het Europees Parlement stelde op 1 maart 2001 zijn amendementen in eerste lezing vast. De Raad stelde vervolgens op 17 september 2001 zijn gemeenschappelijk standpunt vast. De door het Europees Parlement in tweede lezing aanvaarde amendementen maken deel uit van een compromisvoorstel van amendementen op een viertal richtlijnen, waaronder de onderhavige, en een beschikking over het spectrumbeleid, dat door het Voorzitterschap van de Raad als één pakket bij het EP is ingediend. Dit pakket werd op 12 december in zijn geheel aanvaard door de voltallige vergadering van het EP. Omdat de amendementen voor de Raad aanvaardbaar zijn, zal geen beroep worden gedaan op de procedure van overleg. De definitieve vaststelling door de Raad wordt begin 2002 verwacht, na verificatie van de teksten door de juristen-linguïsten.

3. Doel van het voorstel

Het doel van de richtlijn is ervoor te zorgen dat de universele dienst voor openbare telefoondiensten wordt aangeboden in een in haar geheel door meer concurrentie gekenmerkte omgeving, met de nodige voorzieningen voor de financiering van de kosten voor het verschaffen van de universele dienst op de uit concurrentieoogpunt neutraalst mogelijke wijze, en een maximum aan transparantie van de informatie te garanderen. Tevens stelt de richtlijn de rechten van gebruikers en consumenten van elektronische communicatiediensten vast, alsmede de dienovereenkomstige verplichtingen van ondernemingen. Zij beoogt te zorgen voor interoperabiliteit van digitale televisieapparatuur voor consumenten en voor de levering van bepaalde verplichte diensten zoals de levering van huurlijnen. Zij legt, ten slotte, geharmoniseerde regels vast ten aanzien van "must carry"-verplichtingen die lidstaten aan bepaalde netwerkexploitanten mogen opleggen.

4. Advies van de Commissie over de door het Parlement voorgestelde amendementen

Het Parlement heeft op 12 december 2001 25 amendementen op de richtlijn inzake de universele dienst aanvaard. De Commissie stemt met al deze amendementen volledig in.

4.1. "Must carry" (amendement 4)

Amendement 4, met betrekking tot overweging 43, erkent dat de lidstaten de mogelijkheid hebben om specifieke maatregelen vast te stellen ten aanzien van een geëigende toegang voor gehandicapte gebruikers in het kader van de "must carry"-verplichtingen die door de richtlijn worden opgelegd. Dit amendement verduidelijkt dat de lidstaten, in de context van "must carry"-verplichtingen, aan netwerkexploitanten verplichtingen kunnen opleggen ten aanzien van de distributie van bepaalde diensten ten einde toegang door gehandicapten mogelijk te maken, hetgeen door de Commissie volledig wordt gesteund.

4.2. Norm voor digitale TV (amendement 2)

Het Parlement kwam in zijn tweede lezing terug op de bepalingen inzake interoperabiliteit, in het bijzonder de invoering van de zogenaamde MHP-norm (Multimedia Home Platform) voor interactieve diensten via digitale TV. In het EP-amendement wordt vermeden de MHP-norm verplicht te stellen en wordt een benadering gevolgd waarbij de normalisatie zou plaatsvinden op initiatief van de industrie en op basis van vrijwilligheid. Met dit compromis, in amendement 2 op overweging 33, wordt een goed evenwicht tussen beide standpunten bereikt. Aan de industrie wordt de taak overgelaten om door middel van een door de markt gestuurd mechanisme een gemeenschappelijke norm voor display en presentatie van digitale interactieve televisiediensten overeen te komen, hetgeen de volledige goedkeuring van de Commissie kan wegdragen.

4.3. Rechten van gehandicapte gebruikers en normen voor de kwaliteit van de dienst (amendementen 1, 8, 10, 19 en 20)

Verscheidene amendementen die door het Europees Parlement in tweede lezing werden goedgekeurd, houden een uitbreiding in van specifieke bepalingen, in overweging 13, en in de artikelen 6, 11 en 33, inzake normen voor de kwaliteit van de dienst, prestatienormen en relevante parameters om de kwaliteit van de dienst voor gehandicapte gebruikers te kunnen beoordelen. Dit zijn belangrijke toevoegingen aan de richtlijn. De amendementen 1 en 10 voorzien in de ontwikkeling van nieuwe parameters om de kwaliteit van de diensten voor gehandicapte gebruikers te kunnen beoordelen, terwijl amendement 8 moet garanderen dat rekening wordt gehouden met de behoeften van gehandicapte gebruikers bij de beschikbaarstelling van openbare betaaltelefoons. Amendement 19 zorgt ervoor dat tijdens het openbare overleg dat de lidstaten in het kader van de richtlijn uitvoeren rekening wordt gehouden met de meningen van gehandicapte gebruikers, terwijl amendement 20 belanghebbende partijen aanmoedigt om gedragscodes en exploitatienormen te ontwikkelen om de algemene kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. De Commissie aanvaardt al deze amendementen volledig.

4.4. Consumentenbescherming, prijsmaatregelen voor eindgebruikerstarieven, en transparantie van prijzen en informatie (amendementen 9, 11, 12, 14, 18, 22, 23, 24 en 25)

Het Europees Parlement heeft in tweede lezing verscheidene amendementen goedgekeurd met betrekking tot consumentenbescherming, prijsmaatregelen voor eindgebruikerstarieven, en transparantie van prijzen en informatie, betreffende de artikelen 17, 20, 21 en 34, Bijlage I en Bijlage II.

Op het gevoelige gebied van prijsmaatregelen voor eindgebruikerstarieven, wordt met EP-amendement 11 een goed evenwicht bereikt tussen de standpunten van het Parlement en van de Raad. Het EP-amendement eist niet meer dat NRI's een met redenen omkleed advies aannemen alvorens te besluiten dat de concurrentiesituatie op de betreffende markt niet kan worden verbeterd door op te treden in het wholesale-segment (grootgebruikerstarieven). Het EP-amendement heeft niettemin de tekst van het Gemeenschappelijk Standpunt versterkt in zoverre dat van de NRI's slechts werd vereist dat zij "van mening" waren dat optreden in het wholesale-segment ontoereikend zou zijn, alvorens prijsmaatregelen voor eindgebruikerstarieven op te leggen. Het door het Parlement in tweede lezing goedgekeurde amendement zorgt voor meer zorgvuldigheid bij de regulerende beoordeling door de NRI's, hetgeen zowel voor de Raad als voor de Commissie aanvaardbaar is. Amendement 12 verbetert de tekst en verduidelijkt het toepassingsgebied van de verplichtingen met betrekking tot de invoering van geschikte kostenberekeningsystemen. EP-amendement 14 bepaalt dat de abonneecontracten "details betreffende prijzen en tarieven" moeten omvatten. De verdere wijziging van contractvoorwaarden wordt behandeld door een andere bepaling van de richtlijn die inhoudt dat abonnees zonder strafbepalingen kunnen opzeggen als wordt voorgesteld om de voorwaarden te wijzigen.

Amendement 18 moedigt NRI's aan om het verstrekken van informatie over prijzen en de ontwikkeling van interactieve gidsen te bevorderen. De originele tekst van de wijziging in eerste lezing hield in dat de NRI's verplicht waren om ervoor te zorgen dat interactieve online-gidsen worden ontwikkeld. De tekst van dit amendement werd in tweede lezing beter geformuleerd. Amendement 25 stelt dat meer informatie moet worden gepubliceerd over bepaalde faciliteiten en diensten die in het kader van de universele dienst beschikbaar zijn, zoals maatregelen om de uitgaven controleren.

De Commissie staat achter al deze amendementen.

4.5. Gebruik van co-regulering (amendement 6)

Amendement 6 ondersteunt het principe van co-regulering in overweging 48 voor het bereiken van kwaliteit van normen en betere prestaties, maar bepaalt dat de co-reguleringsmaatregelen zouden moeten worden geleid door dezelfde beginselen als formele regelgeving. De oorspronkelijke tekst van amendement 6 was meer prescriptief. In deze "zachtere" versie kan de Commissie het amendement volledig aanvaarden.

4.6. Het uitbreiden van de regelgeving tot het MKB (amendementen 5, 7, 13, 15, 16, 17 en 21)

De amendementen 5, 7, 13, 15, 16, 17 en 21 staan lidstaten toe om verder te gaan dan de voorgeschreven minimumharmonisatie, zodanig dat de uitbreiding van bepaalde verplichtingen van de richtlijn wordt toegestaan, in die zin dat die alle consumenten moeten beslaan, evenals kleine en middelgrote ondernemingen. Dit zijn amendementen waarmee de Commissie volledig instemt.

4.7. Het alarmnummer 112 (amendement 3)

Amendement 3 erkent dat de verplichting voor netwerkexploitanten om informatie over de locatie van de oproeper ter beschikking van de nationale hulpdiensten te stellen, beperkt is tot de met de betreffende apparatuur samenhangende technische haalbaarheid daarvan. In amendement 3 wordt er bovendien op gewezen dat dergelijke informatie in overeenstemming met de richtlijn betreffende gegevensbescherming moet worden ontvangen en gebruikt. De Commissie staat volledig achter deze bepalingen.

5. Conclusie

Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel op de hierboven aangegeven wijze.

Top