Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002DC0141

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese ombudsman betreffende betrekkingen met de klager inzake inbreuken op het gemeenschapsrecht

    /* COM/2002/0141 def. */

    PB C 244 van 10.10.2002, p. 5–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52002DC0141

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese ombudsman betreffende betrekkingen met de klager inzake inbreuken op het gemeenschapsrecht /* COM/2002/0141 def. */

    Publicatieblad Nr. 244 van 10/10/2002 blz. 0005 - 0008


    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE EUROPESE OMBUDSMAN betreffende BETREKKINGEN MET DE KLAGER INZAKE INBREUKEN OP HET GEMEENSCHAPSRECHT

    In het kader van haar jaarverslagen betreffende de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht heeft de Commissie herhaaldelijk erkend dat de klager een essentiële rol vervult bij de ontdekking van inbreuken op het Gemeenschapsrecht, waarvan zij de naleving onder meer afdwingt door middel van de in artikel 226 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 141 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bedoelde procedure wegens niet-nakoming.

    In 1999 heeft de Commissie een mededeling [1] gepubliceerd met een standaardformulier voor klachten wegens niet-naleving van het Gemeenschapsrecht door een lidstaat die bij haar worden ingediend in het kader van de in artikel 226 van het EG-Verdrag en artikel 141 van het EGA-Verdrag bedoelde procedure wegens niet-nakoming.

    [1] PB C 119 van 30.4.1990, blz. 5.

    Bovendien werd in die mededeling bepaald welke administratieve maatregelen de Commissie ten gunste van de klager zou nemen; deze zijn op de keerzijde van het formulier. vermeld

    Die mededeling was vooral een uitvloeisel van het onderzoek op initiatief van de Europese ombudsman en de verbintenis die de Commissie vervolgens is aangegaan om bepaalde administratieve regels na te leven, in het bijzonder het op de hoogte stellen van de klager vóór een beslissing tot seponering.

    In 2001 heeft de Commissie zich in haar antwoord op de kritische opmerkingen van de Europese ombudsman bij de seponering van de klacht P.S. Emfietzoglou - Macedonian Metro Joint Venture (ref. 995/98/OV) ertoe verbonden het geconsolideerd geheel van haar interne procedureregels die van toepassing zijn op de betrekkingen met de klager in het kader van een procedure wegens niet-nakoming, te publiceren.

    In de bijlage bij deze mededeling noemt de Commissie de administratieve maatregelen ten gunste van de klager die zij zal naleven tijdens de behandeling van zijn klacht en het onderzoek van het desbetreffende inbreukdossier.

    Deze maatregelen doen evenwel geen afbreuk aan de bilaterale aard van de in artikel 226 van het EG-Verdrag en artikel 141 van het EGA-Verdrag bedoelde procedure wegens niet-nakoming. In dit verband kan de Commissie er overeenkomstig de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen [2] enkel op wijzen dat zij over een discretionaire bevoegdheid beschikt met betrekking tot het inleiden van een inbreukprocedure en het aanhangig maken van een zaak bij het Hof. Het Hof heeft tevens erkend dat de Commissie op discretionaire wijze kan beslissen wanneer beroep wordt ingesteld [3].

    [2] Zie onder meer arrest van 6 december 1989 in zaak C-329/88, Commissie/ Griekenland, Jurispr. 1989, blz. 4159; arrest van 27 november 1990 in zaak C-200/88, Commissie/ Griekenland, Jurispr. 1990, blz. I-4299; arrest van 21 januari 1999 in zaak C-207/97, Commissie/ België, Jurispr. 1999, blz. I-275 ; arrest van 25 november 1999 in zaak C-212/98, Commissie/ Ierland, Jurispr. 1999, blz. I-8571.

    [3] Arrest van 1 juni 1994 in zaak C-317/92, Commissie/ Duitsland, Jurispr. 1994, blz. I-2039; arrest van 10 mei 1995 in zaak C-422/92, Commissie/ Duitsland, Jurispr. 1995, blz. I-1097.

    De Commissie past op het gebied van de inbreukprocedures de regels toe die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie [4], zoals ten uitvoer gelegd bij de bepalingen in de bijlage bij Besluit 2001/937/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 5 december 2001 tot wijziging van haar Reglement van orde [5].

    [4] PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

    [5] PB L 345 van 29.12.2001, blz. 94.

    BIJLAGE

    BETREKKINGEN MET DE KLAGER INZAKE INBREUKEN OP HET GEMEENSCHAPSRECHT

    1. Definities en reikwijdte

    Onder "klacht" wordt verstaan: ieder bij de Commissie ingediend document waarin maatregelen of praktijken worden gemeld die strijdig zijn met het Gemeenschapsrecht. Het onderzoek van een klacht kan de Commissie ertoe nopen een inbreukprocedure in te leiden.

    Onder "inbreukprocedure" wordt verstaan: de precontentieuze fase van de procedure wegens niet-nakoming die door de Commissie wordt ingeleid op grond van artikel 226 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag) of artikel 141 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie (Euratom-Verdrag).

    De onderhavige maatregelen zijn van toepassing op de betrekkingen tussen de klager en de diensten van de Commissie in het kader van een inbreukprocedure. Zij zijn niet van toepassing op klachten die onder andere bepalingen van de Verdragen vallen, zoals die met betrekking tot staatssteun, welke onder de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag en Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad [6] vallen.

    [6] PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

    2. Grondslagen

    Iedereen kan een lidstaat ter verantwoording roepen door kosteloos een klacht bij de Commissie in te dienen tegen (wettelijke of bestuursrechtelijke) maatregelen of praktijken van die lidstaat die hij strijdig acht met een bepaling of beginsel van het Gemeenschapsrecht.

    De klager hoeft niet aan te tonen dat hij een procesbelang heeft; evenmin hoeft hij te bewijzen dat hij in het bijzonder en rechtstreeks wordt geraakt door de inbreuk waartegen hij een klacht indient.

    De Commissie oordeelt discretionair of al dan niet gevolg moet worden gegeven aan een klacht.

    3. Registratie van de klachten

    Alle brieven die in aanmerking komen om als klacht te worden onderzocht, worden ingeschreven in het centrale klachtenregister van het secretariaat-generaal van de Commissie.

    De volgende brieven komen niet in aanmerking voor een onderzoek door de diensten van de Commissie en worden dan ook niet ingeschreven in het centrale klachtenregister:

    - anonieme brieven en brieven waarin het adres van de afzender geheel of gedeeltelijk ontbreekt;

    - brieven waarin expliciet noch impliciet wordt gerefereerd aan een lidstaat waaraan de met het Gemeenschapsrecht strijdige maatregelen of praktijken kunnen worden toegeschreven;

    - brieven waarin het handelen of nalaten van een particuliere persoon of privaatrechtelijke instantie worden gemeld, behalve indien in de klacht wordt gewezen op de betrokkenheid van de overheid of op haar passiviteit ten aanzien van dit handelen of nalaten. In ieder geval gaan de diensten van de Commissie wel na of de brief gedragingen aan het licht brengt die in strijd zijn met de mededingingsregels (artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag);

    - brieven waarin geen enkel bezwaar wordt geuit;

    - brieven waarin bezwaren worden geuit ten aanzien waarvan de Commissie een duidelijk, openbaar en vast standpunt heeft; dit standpunt wordt aan de klager meegedeeld;

    - brieven waarin bezwaren worden geuit die kennelijk niet binnen de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht vallen.

    Bij twijfel over de aard van een brief raadpleegt het secretariaat-generaal van de Commissie de betrokken dienst(en) binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst. Wanneer binnen vijftien werkdagen geen antwoord van deze dienst(en) wordt ontvangen, wordt de brief in het centrale klachtenregister ingeschreven.

    4. Ontvangstbewijs

    Binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van een brief zendt het secretariaat-generaal van de Commissie een eerste ontvangstbewijs toe.

    Indien de brief als klacht wordt geregistreerd, zendt het secretariaat-generaal van de Commissie uiterlijk een maand na de verzending van het eerste ontvangstbewijs een bijkomend ontvangstbewijs toe. Hierin wordt het dossiernummer van de klacht vermeld, dat bij iedere schrijven moet worden vermeld.

    Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke ontvangstbewijzen worden vervangen door een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en op de server "Europa" van de Europese Gemeenschappen.

    Indien de diensten van de Commissie besluiten de brief niet als klacht te registreren, stellen zij de afzender op de hoogte met een schrijven waarin één of meer van de in de tweede alinea van punt 3 genoemde redenen worden vermeld.

    Waar van toepassing, wijst de Commissie de klager op andere beroepsmogelijkheden, zoals de mogelijkheid zich tot de nationale rechter of tot de Europese dan wel de nationale ombudsman te wenden, of gebruik te maken van een andere op nationaal of internationaal niveau bestaande klachtenprocedure.

    5. Wijze van indiening van een klacht

    Klachten dienen schriftelijk te worden ingediend in de vorm van een brief of faxbericht of per e-mail.

    Zij dienen in één van de officiële talen van de Gemeenschap te zijn opgesteld.

    Om de behandeling van klachten gemakkelijker en sneller te laten verlopen, stelt de Commissie een in het Publicatieblad van Europese Gemeenschappen [7] bekendgemaakt standaardformulier ter beschikking; dit kan bij de Commissie worden aangevraagd of worden gedownload via de server "Europa" van de Europese Gemeenschappen op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/lexcomm/index_nl.htm.

    [7] PB C 119 van 30.4.1999, blz. 5.

    Dit formulier omvat een bijlage waarin de algemene beginselen van de procedure wegens niet-nakoming worden toegelicht en erop wordt gewezen dat een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen waarbij niet-nakoming wordt vastgesteld, niet van invloed is op de individuele rechten van de klager. De klager wordt tevens aangeraden gebruik te maken van de nationaalrechtelijke beroepsmogelijkheden.

    Gebruikmaking van dit formulier is niet verplicht.

    Klachten dienen te worden toegezonden aan het secretariaat-generaal van de Europese Commissie (B-1049 Brussel; fax: +32-2-295.39.13; e-mail: SG-PLAINTES@cec.eu.int). Zij kunnen ook worden afgegeven in een van de voorlichtingsbureaus van de Commissie in de lidstaten.

    6. Bescherming van klagers en persoonsgegevens

    De identiteit van de klager en de door hem verstrekte gegevens kunnen slechts na diens voorafgaande instemming aan de betrokken lidstaat worden medegedeeld met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [8] en Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie [9].

    [8] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

    [9] PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

    7. Contacten met de klager

    De diensten van de Commissie nemen contact op met de klager en stellen hem schriftelijk op de hoogte van ieder besluit van de Commissie (aanmaning, met redenen omkleed advies, aanhangigmaking bij het Hof van Justitie of seponering van de zaak) met betrekking tot het dossier dat naar aanleiding van zijn klacht is aangelegd.

    Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke ontvangstbewijzen worden vervangen door een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en op de server "Europa" van de Europese Gemeenschappen.

    De klager kan in de loop van de procedure te allen tijde verzoeken zijn klacht ter plaatse en op eigen kosten nader te komen toelichten bij de diensten van de Commissie.

    8. Termijn voor het onderzoek van een klacht

    In het algemeen streven de diensten van de Commissie er bij het onderzoek van een geregistreerde klacht naar dat binnen een termijn van uiterlijk een jaar na de registratie van de klacht door het secretariaat-generaal, wordt besloten een aanmaning te verzenden of de klacht te seponeren.

    Indien deze termijn wordt overschreden, stelt de voor het inbreukdossier bevoegde dienst van de Commissie de klager hiervan op de hoogte, indien deze daarom verzoekt.

    9. Resultaat van het onderzoek van een klacht

    Na afloop van het onderzoek van een klacht, kunnen de diensten van de Commissie het college van Commissieleden voorstellen de betrokken lidstaat een aanmaning toe te zenden, waardoor de inbreukprocedure wordt ingeleid, dan wel de klacht te seponeren.

    De Commissie beslist over dit voorstel op grond van haar discretionaire bevoegdheid. Deze bevoegdheid beperkt zich niet tot de beoordeling van de opportuniteit van het inleiden of afsluiten van een inbreukprocedure, maar strekt zich ook uit tot de keuze van de grieven.

    De klager wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit van de Commissie over het inbreukdossier naar aanleiding van zijn klacht. Hetzelfde geldt voor latere besluiten van de Commissie die dit dossier betreffen.

    Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke ontvangstbewijzen worden vervangen door een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en op de server "Europa" van de Europese Gemeenschappen.

    10. Sepot

    Behalve in uitzonderlijke gevallen, waarin snel moet worden opgetreden, stelt de dienst van de Commissie die voornemens is voor te stellen dat een klachtendossier wordt geseponeerd, de klager van tevoren hiervan op de hoogte in een schrijven waarin de redenen voor dit voorstel tot seponering worden vermeld en de klager wordt verzocht eventuele opmerkingen binnen vier weken in te dienen.

    Indien wegens eenzelfde feit een groot aantal klachten wordt ingediend, kunnen de afzonderlijke ontvangstbewijzen worden vervangen door een bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en op de server "Europa" van de Europese Gemeenschappen.

    Wanneer de klager niet antwoordt of niet kan worden bereikt om redenen die aan hemzelf kunnen worden toegeschreven, of indien de opmerkingen van de klager voor de dienst geen aanleiding zijn het standpunt te herzien, wordt een voorstel tot seponering van het inbreukdossier opgesteld. In dat geval wordt de klager op de hoogte gesteld van het besluit van de Commissie.

    Indien de opmerkingen van de klager voor de dienst wel aanleiding zijn het standpunt te herzien, wordt het onderzoek van de klacht voortgezet.

    11. Vereenvoudigde seponeringsprocedure

    Inbreukdossiers in verband waarmee nog geen aanmaning is verzonden, kunnen worden geseponeerd overeenkomstig een vereenvoudigde administratieve procedure, waarvoor geen onderzoek door het college van Commissieleden nodig is.

    Deze procedure kan worden toegepast op dossiers ten aanzien waarvan bij een eerste onderzoek door de diensten van de Commissie duidelijk blijkt dat de klacht niet gegrond is of geen voorwerp heeft, of dat de klacht niet dan wel niet voldoende door bewijzen wordt gestaafd. Deze procedure kan ook worden toegepast indien de klager blijkbaar geen belang meer hecht aan voortzetting van de behandeling van de klacht.

    Wanneer een dienst van de Commissie deze procedure wil toepassen, stelt hij de klager hiervan op de hoogte overeenkomstig de in punt 10 vermelde procedure.

    12. Publicatie van besluiten inzake inbreuken

    Besluiten van de Commissie inzake inbreuken worden binnen een week nadat zij zijn genomen op de website van het secretariaat-generaal van de Commissie gepubliceerd op het volgende adres:

    http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm

    infractions.

    Besluiten om aan de lidstaat een met redenen omkleed advies uit te brengen en besluiten om de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie worden bovendien in een perscommuniqué bekendgemaakt, tenzij de Commissie anders beslist.

    13. Toegang tot documenten inzake inbreuken

    De toegang tot documenten inzake inbreuken valt onder Verordening (EG) nr. 1049/2001, zoals ten uitvoer gelegd bij de bepalingen in de bijlage bij Besluit 2001/937/EG, EGKS, Euratom van de Commissie [10].

    [10] PB L 345 van 29.12.2001, blz. 94.

    14. Beroep bij de Europese ombudsman

    Indien een klager van oordeel is dat bij de behandeling van zijn klacht sprake was van wanbeheer doordat de Commissie een van de onderhavige maatregelen niet in acht heeft genomen, kan hij zich overeenkomstig de artikelen 21 en 195 van het EG-Verdrag tot de Europese ombudsman wenden.

    Top