Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001XC1221(02)

    Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van voor de rubberindustrie bestemd carbonblack uit Egypte en Rusland

    PB C 367 van 21.12.2001, p. 16–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52001XC1221(02)

    Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van voor de rubberindustrie bestemd carbonblack uit Egypte en Rusland

    Publicatieblad Nr. C 367 van 21/12/2001 blz. 0016 - 0018


    Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van voor de rubberindustrie bestemd carbonblack uit Egypte en Rusland

    (2001/C 367/04)

    Op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2) (hierna "de basisverordening" genoemd), werd bij de Commissie de klacht ingediend dat voor de rubberindustrie bestemd carbonblack uit Egypte en Rusland met dumping in de Gemeenschap wordt ingevoerd waardoor de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijdt.

    1. Indiener van de klacht

    De klacht werd op 12 november 2001 ingediend door het CEFIC (European Chemical Industry Council) namens producenten die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 75 %, van voor de rubberindustrie bestemd carbonblack in de Gemeenschap.

    2. Product

    De klacht heeft betrekking op carbonblack, een chemische stof op koolstofbasis die als versterkingsmiddel in de rubberindustrie wordt gebruikt, ingedeeld onder de GN-codes ex 2803 00 10 en ex 2803 00 80 (hierna "het betrokken product" genoemd), van oorsprong uit Egypte en Rusland. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

    3. Dumping

    De bewering dat het betrokken product uit Egypte met dumping wordt ingevoerd is gebaseerd op een vergelijking van de berekende normale waarde van dit product met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.

    Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van de klacht de normale waarde voor Rusland vastgesteld op grond van de binnenlandse prijzen in een land met markteconomie (zie punt 5.1, onder d)). De bewering dat het betrokken product uit Rusland met dumping wordt ingevoerd is gebaseerd op een vergelijking van de aldus verkregen normale waarde met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.

    De aldus berekende dumpingmarges zijn aanzienlijk.

    4. Schade

    De indiener van de klacht heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit Egypte en Rusland, zowel absoluut als in termen van marktaandeel, aanzienlijk is gestegen.

    De omvang van de invoer en de prijzen van de ingevoerde producten zouden, onder meer, een negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, de omzet en het prijsniveau van de producenten in Gemeenschap, waardoor de algemene prestaties en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.

    5. Procedure

    Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

    5.1. Procedure voor de vaststelling van dumping en schade

    Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit Egypte en Rusland met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.

    a) Steekproef

    Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken importeurs kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, besluiten van steekproeven gebruik te maken.

    i) Steekproef van importeurs

    Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6, onder b), i), vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

    - naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummers en naam van een contactpersoon;

    - de totale omzet van het bedrijf in euro in de periode van 1 oktober 2000 tot en met 30 september 2001;

    - het aantal werknemers;

    - een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product;

    - de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product uit Egypte en Rusland die in de periode van 1 oktober 2000 tot en met 30 september 2001 is ingevoerd en in de Gemeenschap verkocht en de waarde van die verkoop in euro;

    - de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven(3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

    - alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

    - of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd.

    Teneinde de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.

    ii) Definitieve samenstelling van de steekproef

    Op- of aanmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de in punt 6, onder b), i), vermelde termijn worden toegezonden.

    De Commissie zal de steekproef eerst definitief samenstellen na de bedrijven te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de in punt 6, onder b), ii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.

    Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren.

    b) Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de producenten in de Gemeenschap, aan de organisaties van producenten in de Gemeenschap, aan de producenten/exporteurs in Egypte en Rusland, aan organisaties van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs en organisaties van importeurs die in de klacht zijn genoemd alsook aan de Egyptische en Russische autoriteiten.

    Belanghebbenden dienen zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de in punt 6, onder a), i), vermelde termijn, per fax contact op te nemen met de Commissie om te vernemen of zij in de klacht zijn genoemd zodat zij zonodig een vragenlijst kunnen aanvragen. Er wordt op gewezen dat de in punt 6, onder a), ii), vermelde termijn op alle partijen van toepassing is.

    c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

    Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6, onder a), ii), vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

    Voorts zal de Commissie alle partijen horen die dit schriftelijk aanvragen, mits deze kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Deze aanvraag moet binnen de in punt 6, onder a), iii), vermelde termijn worden ingediend.

    d) Selectie van een derde land met markteconomie

    De Commissie is voornemens, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, Hongarije te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor Rusland. Eventuele op- of aanmerkingen over de keuze van dit land dienen binnen de in punt 6, onder c), vermelde termijn te worden toegezonden.

    e) Status van marktgericht bedrijf

    Voor producenten/exporteurs in Rusland die kunnen aantonen dat zij op marktvoorwaarden werken, dat wil zeggen dat zij aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening voldoen, zal de normale waarde, op hun verzoek, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening worden vastgesteld. Dergelijke aanvragen, van bewijsmateriaal vergezeld, moeten binnen de in punt 6, onder d), vermelde termijn worden ingediend. De Commissie zal aanvraagformulieren toezenden aan de producenten/exporteurs van het betrokken product en organisaties van producenten/exporteurs van het betrokken product in Rusland en aan de Russische autoriteiten.

    5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap

    Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is antidumpingmaatregelen te nemen indien dumping en schade worden aangetoond. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de in punt 6, onder a), ii), genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6, onder a), iii), vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

    6. Termijnen

    a) Algemene termijn

    i) Om een vragenlijst of aanvraagformulier aan te vragen

    Vragenlijsten en aanvraagformulieren dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen te worden aangevraagd.

    ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procesrechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de in punt 6, onder b), ii), vermelde termijn.

    iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

    b) Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie

    i) Alle gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, dienen binnen 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie te zijn ontvangen, daar deze voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen over de definitieve samenstelling van de steekproef te raadplegen.

    ii) De antwoorden van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven hebben vernomen in de steekproef te zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

    c) Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie

    Partijen bij het onderzoek die opmerkingen wensen te maken over het voornemen van de Commissie, als in punt 5.1, onder d) genoemd, Hongarije te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor Rusland, moeten ervoor te zorgen dat deze opmerkingen binnen tien dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie zijn ontvangen.

    d) Bijzondere termijn voor het indienen van aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld

    De in punt 5.1, onder e), bedoelde aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld, moeten, met voldoende bewijsmateriaal, binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht schriftelijk worden ingediend.

    7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.

    Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Directoraat-generaal Handel

    Directoraten B en C

    TERV - 0/13

    B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex COMEU B 21877.

    8. Medewerking

    Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

    De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruikmaken.

    9. Tijdschema van het onderzoek

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappenworden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen uiterlijk negen maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen voorlopige maatregelen worden genomen.

    (1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

    (2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

    (3) Voor de betekenis van het begrip "verbonden bedrijf" zie artikel 143, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    Top