Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0704

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt

    /* COM/2001/0704 def. - CNS 2001/0278 */

    PB C 25E van 29.1.2002, p. 538–540 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52001PC0704

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt /* COM/2001/0704 def. - CNS 2001/0278 */

    Publicatieblad Nr. 025 E van 29/01/2002 blz. 0538 - 0540


    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Achtergrond

    In 1998 is de Gemeenschap partij geworden bij de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt van 31 maart 1986 van de Raad van Europa. In de notulen van de Raad is een verklaring opgenomen waarin werd gesteld dat de lidstaten die de overeenkomst nog niet hadden bekrachtigd of nog niet tot de overeenkomst waren toegetreden, de nodige maatregelen zouden nemen om het mogelijk te maken dat de aktes van goedkeuring van de Gemeenschap en haar lidstaten, voorzover mogelijk tegelijkertijd, uiterlijk op 1 januari 2000 zouden worden nedergelegd. Vijf lidstaten hebben de bekrachtiging van of toetreding tot de overeenkomst echter nog niet afgerond. De overeenkomst wordt uitgevoerd door Richtlijn 86/609/EEG betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt.

    Bijlage A van de overeenkomst bevat richtsnoeren voor de huisvesting en verzorging van laboratoriumdieren. Bijlage A van de overeenkomst is omgezet in bijlage 2 van de richtlijn. Bijlage B van de overeenkomst bevat statistische tabellen. Bij de sluiting van de overeenkomst heeft de Gemeenschap echter een voorbehoud gemaakt ten aanzien van artikel 28, lid 1, van de overeenkomst inzake de verstrekking van statistische gegevens. De Gemeenschap is derhalve niet door bijlage B gebonden.

    De richtsnoeren voor huisvesting en verzorging zijn van technische aard en berusten op wetenschappelijke kennis omtrent de fysiologische en ethologische behoeften van de dieren en omtrent de invloed van de omgeving op hun welzijn. Om ervoor te zorgen dat de richtsnoeren in overeenstemming zijn met de meest recente wetenschappelijke en technische ontwikkelingen en resultaten bij het onderzoek op de bestreken gebieden moeten deze richtsnoeren periodiek worden herzien.

    1.1. Het protocol tot wijziging

    De Raad van Europa heeft een "protocol tot wijziging" van de overeenkomst voor ondertekening, hetzij onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, hetzij zonder een dergelijk voorbehoud, opengesteld. De Commissie stelt voor dat de Raad dit protocol namens de Gemeenschap goedkeurt en de voorzitter machtigt de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn het protocol te ondertekenen teneinde de Gemeenschap daardoor te binden. Aangezien de Gemeenschap haar akte van bekrachtiging van de overeenkomst al heeft nedergelegd, kan zij het protocol zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring ondertekenen, zoals bepaald in artikel 4, lid 1, onder a), van het protocol. Een aparte procedure voor de definitieve sluiting van dit protocol door de Gemeenschap in een latere fase is dus niet nodig en kan worden vermeden. Het Europees Parlement moet over dit voorstel advies uitbrengen, aangezien het de definitieve sluiting van het protocol namens de Gemeenschap inhoudt.

    Dit protocol tot wijziging zal ervoor zorgen dat de bijlagen van de overeenkomst via een vereenvoudigde procedure kunnen worden gewijzigd en dat er geen officiële wijziging van de overeenkomst voor nodig is, die door alle partijen moet worden bekrachtigd. Bij de onderhandelingen over het protocol heeft de Commissie de Raad niet om een onderhandelingsmandaat gevraagd, aangezien de Gemeenschap pas zes maanden na de afronding van de onderhandelingen over het protocol partij bij de overeenkomst zelf is geworden.

    Het protocol moet door alle partijen bij de overeenkomst worden bekrachtigd om in werking te kunnen treden.

    Onder auspiciën van de Raad van Europa is een werkgroep momenteel bezig met een herziening van bijlage A van de overeenkomst, die de richtsnoeren voor huisvesting en verzorging bevat. Het is de bedoeling dat deze herziening in 2002 wordt afgerond en kan worden goedgekeurd. De Raad van Europa is van plan voor de goedkeuring van deze wijzigingen van bijlage A voor het eerst de vereenvoudigde procedure van het protocol te volgen.

    1.2. Uitvoeringsinstrument

    Voordat de Gemeenschap het protocol kan sluiten, moet er daarvoor echter een uitvoeringsinstrument op communautair niveau bestaan. Dit betekent dat Richtlijn 86/609/EEG moet worden gewijzigd om daarin de procedure van het regelgevend comité op te nemen (van Besluit 1999/468/EG van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden). De Commissie dient uitsluitend daartoe een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 86/609/EEG in.

    Er moet worden opgemerkt dat zonder een dergelijke wijziging van de richtlijn voor elke wijziging in de bijlagen van de richtlijn (die telkens nodig is als bijlage A van de overeenkomst via de vereenvoudigde procedure van het protocol wordt gewijzigd) een langdurige medebeslissingsprocedure zou moeten worden gevolgd. Via het regelgevend comité is een vereenvoudigde procedure mogelijk om ervoor te zorgen dat de bijlagen van de richtlijn in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke gegevens over het welzijn van laboratoriumdieren, met inbegrip van de wijzigingen in bijlage A van de overeenkomst van de Raad van Europa, actueel blijven.

    2. Conclusie

    *Aangezien het welzijn van laboratoriumdieren binnen de Gemeenschap steeds meer aandacht krijgt, met name in het licht van de uitbreiding van de taken van de Commissie met het oog op de bescherming van dieren, die zijn opgelegd door de wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarin een protocol is opgenomen dat de Europese Gemeenschap en de lidstaten ertoe verplicht bij het formuleren van beleid op het gebied van landbouw, vervoer, interne markt en onderzoek ten volle rekening te houden met het welzijn van dieren, en het onlangs vastgestelde Witboek over de strategie voor een toekomstig beleid voor chemische stoffen in de EU,

    *aangezien de huidige werkzaamheden van de Raad van Europa voor de herziening van bijlage A voor de Gemeenschap van groot belang zijn,

    *aangezien samenwerking op dit zeer technische gebied voor beide partijen voordelen oplevert en dubbel werk voorkomt,

    *en aangezien het protocol tot wijziging door alle partijen bij de overeenkomst moet worden bekrachtigd om in werking te kunnen treden en niet het beeld mag ontstaan dat de Gemeenschap een belemmering is voor vorderingen op het gebied van het welzijn van dieren in internationaal verband,

    dient de Gemeenschap het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, te ondertekenen en daarmee te sluiten.

    Om een tijdige bekrachtiging van het protocol door de andere partijen bij de overeenkomst, en met name de lidstaten van de Gemeenschap, te bevorderen wordt echter aanbevolen dat de Raad besluit dat de ondertekening pas plaatsvindt wanneer de lidstaten die ook partij bij de overeenkomst zijn, het protocol tot wijziging zelf hebben bekrachtigd.

    Het besluit om de ondertekening door de Gemeenschap uit te stellen zal de inwerkingtreding van het protocol niet vertragen, maar zal wel een krachtig signaal geven dat er een snel optreden wordt vereist van de lidstaten die partij bij de overeenkomst zijn maar het protocol nog niet hebben bekrachtigd.

    2001/0278 (CNS)

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C van , blz. .

    Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

    [2] PB C van , blz. .

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op 24 november 1986 heeft de Raad Richtlijn 86/609/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt [3], vastgesteld waarin gemeenschappelijke voorschriften zijn opgenomen met de beginselen, doelstellingen en belangrijkste bepalingen van de Europese Overeenkomst van 18 maart 1986 voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, hierna "de overeenkomst" te noemen.

    [3] PB L 358 van 18.12.1986, blz. 1.

    (2) Op 23 maart 1998 heeft de Raad Besluit 1999/575/EG betreffende de sluiting door de Gemeenschap van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, vastgesteld en een verklaring afgelegd dat de Europese Gemeenschap zich niet gebonden acht door de in artikel 28, lid 1, van genoemde overeenkomst vastgelegde verplichtingen om statistische gegevens te verstrekken [4]. De overeenkomst is op 1 november 1998 op het grondgebied van de Gemeenschap in werking getreden.

    [4] PB L 222 van 24.8.1999, blz. 22.

    (3) De bepalingen in de bijlagen van genoemde overeenkomst zijn van technische aard en moeten in overeenstemming zijn met de meest recente wetenschappelijke en technische ontwikkelingen en resultaten bij het onderzoek op de bestreken gebieden. Daarom dienen deze bepalingen periodiek via een vereenvoudigde procedure te worden herzien.

    (4) Op 22 juni 1998 is door de ondertekenaars van de overeenkomst een protocol tot wijziging, waarin een vereenvoudigde procedure voor de wijziging van de bijlagen van de overeenkomst in opgenomen, voor ondertekening opengesteld. Dit protocol tot wijziging dient te worden goedgekeurd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Het protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

    De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het protocol tot wijziging overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het protocol te ondertekenen teneinde de Gemeenschap daardoor te binden.

    Artikel 3

    De ondertekening door de Gemeenschap vindt pas plaats nadat de lidstaten die ook partij bij de in artikel 1 genoemde overeenkomst zijn, de procedures voor de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot het protocol tot wijziging hebben afgerond. De lidstaten stellen de Commissie er uiterlijk op [datum] van in kennis dat ze de nodige procedures hebben afgerond.

    Artikel 4

    Het voorbehoud van de Europese Gemeenschap ten aanzien van artikel 28, lid 1, van genoemde overeenkomst, zoals vastgelegd in bijlage B van Besluit 1999/575/EG van de Raad, blijft ongewijzigd.

    Artikel 5

    Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Gedaan te Brussel, op

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE

    Protocol tot wijziging van de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt

    Straatsburg, 22 juni 1998

    De lidstaten van de Raad van Europa en de Europese Gemeenschap, die dit Protocol bij de Europese Overeenkomst voor de bescherming van gewervelde dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, die op 18 maart 1986 te Straatsburg voor ondertekening is opengesteld (hierna "de overeenkomst" te noemen), hebben ondertekend,

    Gelet op de overeenkomst, waarin algemene bepalingen zijn opgenomen die bedoeld zijn om dieren die bestemd zijn om voor wetenschappelijke doeleinden te worden gebruikt, tegen lijden, pijn en angst te beschermen, en gelet op de vastbeslotenheid van de lidstaten het gebruik van dieren voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden te beperken teneinde dit gebruik waar mogelijk te vervangen, in het bijzonder door onderzoek naar en bevordering van de toepassing van alternatieve methoden;

    Gezien de technische aard van de bepalingen in de bijlagen van de overeenkomst;

    De noodzaak erkennend dat ervoor moet worden gezorgd dat deze in overeenstemming zijn met de onderzoekresultaten op de bestreken gebieden,

    Zijn het volgende overeengekomen:

    Artikel 1

    Artikel 30 van de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    "1. De partijen dienen binnen vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst en daarna iedere vijf jaar, of vaker indien de meerderheid der partijen dat vraagt, multilaterale consultaties te houden in het kader van de Raad van Europa, om de toepassing van deze overeenkomst te bezien, alsmede de wenselijkheid van herziening of een verruiming van enige van haar bepalingen.

    2. Deze consultaties vinden plaats tijdens bijeenkomsten bijeengeroepen door de secretaris-generaal van de Raad van Europa.

    De partijen dienen ten minste twee maanden voor de bijeenkomst de naam van hun vertegenwoordigers mede te delen aan de secretaris-generaal van de Raad van Europa.

    3. Met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst stellen de partijen het reglement van orde voor de consultaties op."

    Artikel 2

    De overeenkomst wordt aangevuld met een nieuw deel XI: "Wijzigingen" met het volgende nieuwe artikel 31:

    "1. Iedere wijziging van de bijlagen A en B die door een partij of het Comité van ministers van de Raad van Europa wordt voorgesteld, wordt medegedeeld aan de secretaris-generaal van de Raad van Europa en door hem doorgezonden aan de lidstaten van de Raad van Europa, aan de Europese Gemeenschap en aan elk derde land dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 34 tot de overeenkomst is toegetreden of is uitgenodigd toe te treden.

    2. Wijzigingen die zijn voorgesteld overeenkomstig de bepalingen van het voorgaande lid worden na het verstrijken van een periode van ten minste zes maanden na de datum van verzending door de secretaris-generaal bezien tijdens een multilaterale consultatie, waar zij kunnen worden aangenomen door een meerderheid van twee derde van de partijen. De aangenomen tekst wordt naar de partijen gezonden.

    3. Twaalf maanden na de aanneming van een wijziging tijdens een multilaterale consultatie treedt deze in werking tenzij een derde van de partijen bezwaren kenbaar heeft gemaakt."

    Artikel 3

    De artikelen 31 tot en met 37 van de overeenkomst worden respectievelijk de artikelen 32 tot en met 38.

    Artikel 4

    1. Dit protocol staat open voor ondertekening door de ondertekenaars van de overeenkomst, die partijen bij dit protocol kunnen worden door:

    (a) ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of

    (b) ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

    2. Een ondertekenaar van de overeenkomst mag dit protocol niet ondertekenen zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, noch een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nederleggen, tenzij hij reeds een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de overeenkomst heeft nedergelegd of tegelijkertijd nederlegt.

    3. Staten die tot de overeenkomst zijn toegetreden, kunnen eveneens toetreden tot dit protocol.

    4. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij de secretaris-generaal van de Raad van Europa.

    Artikel 5

    Dit protocol treedt in werking op de dertigste dag na de datum waarop alle partijen bij de overeenkomst overeenkomstig artikel 4 partijen bij dit protocol zijn geworden.

    Artikel 6

    De secretaris-generaal van de Raad van Europa stelt de lidstaten van de Raad van Europa, de andere partijen bij de overeenkomst en de Europese Gemeenschap in kennis van:

    (a) iedere ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;

    (b) iedere ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;

    (c) iedere nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;

    (d) iedere datum van inwerkingtreding van dit protocol ingevolge artikel 5 van dit protocol;

    (e) iedere andere handeling, kennisgeving of mededeling met betrekking tot dit protocol.

    TEN BLIJKE waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit protocol hebben ondertekend.

    GEDAAN te Straatsburg op 22 juni 1998, in het Engels en in het Frans, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar, dat zal worden nedergelegd in het archief van de Raad van Europa. De secretaris-generaal van de Raad van Europa doet een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toekomen aan elk der lidstaten van de Raad van Europa, aan de andere partijen bij de overeenkomst en aan de Europese Gemeenschap.

    Top