Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0104

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's - Scorebord voor de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid

    /* COM/2001/0104 def. */

    52001DC0104

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's - Scorebord voor de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid /* COM/2001/0104 def. */


    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S SCOREBORD VOOR DE UITVOERING VAN DE AGENDA VOOR HET SOCIAAL BELEID

    1. Inleiding

    De Europese Raad van Nice heeft zijn goedkeuring gehecht aan de Agenda voor het sociaal beleid tot 2005. Hij heeft de Commissie verzocht jaarlijks een scorebord op te stellen om verslag te doen van de vorderingen bij de uitvoering van de Agenda; het eerste verslag moest aan de top van Stockholm worden voorgelegd.

    De Agenda voor het sociaal beleid is gebaseerd op de mededeling van de Commissie van 28 juni 2000 [1]. Het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's hebben hun advies op 19 oktober 2000 [2], respectievelijk 13 december 2000 [3] goedgekeurd. Het Europees Parlement heeft zijn resolutie op 25 oktober goedgekeurd en de ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken hebben op 28 november overeenstemming bereikt over een bijdrage van de Raad. Zowel het Europees Parlement als de Raad heeft de Commissie verzocht met een scorebord te komen waarop de voortgang met de uitvoering van de agenda kan worden gevolgd. De sociale partners en niet-gouvernementele organisaties zijn volledig bij dit proces betrokken en hun bijdrage werkt door in de standpunten van de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. De staatshoofden en regeringsleiders hebben op de top van Nice hun goedkeuring gehecht aan de Agenda.

    [1] COM(2000)379: Agenda voor het sociaal beleid.

    [2] CES/2000/1189: Agenda voor het sociaal beleid.

    [3] CDR/2000/300: Agenda voor het sociaal beleid.

    De Agenda voor het sociaal beleid biedt een samenhangend raamwerk voor nieuwe initiatieven. Het gaat hier niet alleen om initiatieven die voortvloeien uit het Verdrag van Amsterdam, maar ook om de tenuitvoerlegging van de in maart 2000 in Lissabon overeengekomen hervormingsagenda.

    De top van Lissabon heeft voor de Europese Unie het uiterst ambitieuze maar wel realistische strategische doel gesteld om in 2010 "de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang".

    Dit vereist, zoals de Commissie in haar strategische doelstellingen voor de periode 2000-2005 heeft aangegeven, een agenda die gericht is op economische en sociale vernieuwing. De Europese Raad van Lissabon memoreerde de goedkeuring van een Europese sociale agenda om het engagement van alle lidstaten, Europese instellingen en andere betrokkenen voor modernisering en verbetering van het Europees sociaal model te onderstrepen.

    Omwille van de overzichtelijkheid zijn in dit scorebord de zes thema's van de Europese Sociale Agenda aangehouden zoals die aan de conclusies van het voorzitterschap van Nice is gehecht. Samen bieden zij een duidelijk overzicht van de stand van zaken betreffende de maatregelen om de kwaliteit van het werk, de kwaliteit van het sociaal beleid en de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen te verhogen.

    2. Algemene beoordeling

    De Agenda voor het sociaal beleid gaat over hervorming en in het bijzonder over het inspelen op de veranderingen in de economie en de samenleving. Zo wordt tegemoetgekomen de behoeften van de bevolking en het bedrijfsleven, waarbij zowel gestreefd wordt naar verbetering van de productiviteit en het concurrentievermogen als naar meer solidariteit en sociale rechtvaardigheid.

    Tussen de goedkeuring van de Agenda in Nice en de presentatie van dit scorebord op de top van Stockholm liggen slechts enkele maanden, wat betekent dat een aantal initiatieven zich nog in de beginfase bevinden en sommige resultaten te danken zijn aan initiatieven die al vóór de Agenda voor het sociaal beleid waren gelanceerd. We hebben hier nu eenmaal te maken met een dynamisch vernieuwingsproces waaraan tal van actoren op verschillende niveaus meewerken. Dit dynamische, flexibele aspect komt dan ook in het scorebord tot uiting.

    Dit scorebord in een zo vroeg stadium wil noch qua vorm, noch qua inhoud een stramien zijn voor toekomstige scoreborden voor de voortgang bij de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid.

    Hoe verder wij met dit proces komen, des te concreter kunnen de precieze bijdragen van alle betrokken partijen worden aangegeven, en dat zal ook gebeuren. Verder is het ontwikkelen van betere meetinstrumenten, onder andere voor de dimensie kwaliteit, een wezenlijk onderdeel van de Agenda. Dit onderdeel moet in volgende versies van het scorebord nadere aandacht krijgen. In dit verband moet het jaarlijkse samenvattend verslag worden genoemd dat telkens voor de in het voorjaar gehouden Europese Raad wordt opgesteld. Hierin wordt met name aangegeven tot welke praktische resultaten de maatregelen ten behoeve van het strategische doel van Lissabon hebben geleid en wat de specifieke streefdoelen zijn in het kader van het globale programma voor economische en sociale hervorming.

    Om de uitvoering van de Agenda voor het sociaal beleid tot een werkelijk, blijvend succes te maken moeten alle betrokken partijen hieraan meewerken en moeten de beleidsmaatregelen elkaar versterken en de beleidsinstrumenten elkaar aanvullen. De Europese instellingen, de nationale regeringen, de regionale en lokale overheden, de sociale partners op Europees niveau en in de lidstaten, alsmede niet-gouvernementele organisaties en bedrijven hebben het uitdrukkelijke verzoek gekregen om hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Agenda voor het sociaal beleid te nemen.

    Echte vooruitgang kan alleen worden bereikt als alle initiatieven op het strategische hoofddoel gericht zijn. Daarom moeten het economisch, het werkgelegenheids- en het sociaal beleid elkaar versterken. Daarom ook nemen de open coördinatiemethode, de wetgeving, de sociale dialoog, de structuurfondsen (met name het ESF) en de programma's zo'n belangrijke plaats in. Onderzoek, onder meer in het kader van de communautaire onderzoekprogramma's, is essentieel om inzicht te krijgen in tal van onderwerpen die in de Agenda voor het sociaal beleid aan de orde komen.

    3. Meer en betere banen

    De agenda roept op tot beleid om een drastische verhoging van de arbeidsparticipatie te stimuleren, in overeenstemming met de in Lissabon overeengekomen politieke topprioriteit om naar volledige werkgelegenheid te streven [4], en onderstreept het belang van betere banen. Dit zal bijdragen tot een samenleving die beter aangepast is aan de persoonlijke keuzes van mannen en vrouwen. De Agenda voor het sociaal beleid benadrukt daarom dat de kwaliteit van het werk en daarnaast de kwaliteit van het sociaal beleid en van de arbeidsverhoudingen beter moeten worden.

    [4] De Europese Raad van Lissabon heeft een arbeidsparticipatie van 70% in 2010 en een arbeidsparticipatie van vrouwen van 60% als doel aangegeven.

    Op beide fronten is vooruitgang geboekt dankzij het werkgelegenheidspakket, bestaande uit het Gezamenlijk Verslag over de werkgelegenheid 2000 [5], de Aanbeveling van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [6] en de Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2001 [7]. In de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid voor 2001 zijn de in Lissabon vastgelegde doelstellingen in de beleidsinitiatieven opgenomen. Er is een voorbereidend debat gelanceerd over een effectbeoordeling betreffende de werkgelegenheidsstrategie voor 2002.

    [5] COM(2000)551: Gezamenlijk Verslag over de werkgelegenheid 2000.

    [6] COM(2000)549: Tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

    [7] COM(2000)548: Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2001.

    De sociale partners hebben hun steun aan het strategische doel van Lissabon te kennen gegeven in een op 15 juni 2000 goedgekeurde gezamenlijke verklaring. Op 21 november 2000 hebben zij een gezamenlijke verklaring goedgekeurd waarin zij verzoeken om jaarlijks vóór elke Europese Raad in het voorjaar een vergadering met de sociale partners te houden om de voortgang met de in Lissabon uitgezette uitvoeringsstrategie voor economische groei en volledige werkgelegenheid te evalueren en daar hun bijdrage aan te leveren.

    In de resultaten van de werkgelegenheidsstrategie komen de positieve effecten van de open coördinatiemethode tot uiting. De algemene richting wordt aangegeven in richtsnoeren die op Europees niveau overeen worden gekomen. De lidstaten nemen die over in hun beleid, dat wordt neergelegd in de nationale actieplannen, waarbij de verscheidenheid in de EU volledig geëerbiedigd wordt. De "peer group"-evaluatie op EU-niveau heeft een stimulerend effect om tot werkelijke veranderingen te komen. De globale richtsnoeren voor het economisch beleid dienen in dit verband een breed kader te creëren om de tenuitvoerlegging van de gedetailleerde doelstellingen van de werkgelegenheidsstrategie te ondersteunen en aan te vullen.

    De macro-economische dialoog, waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de Raad, de Commissie, de Europese Centrale Bank en de sociale partners, speelt een belangrijke rol omdat de voornaamste actoren elkaar zo informeren over hun doelen en hun punten van zorg met betrekking tot de rol van het macro-economisch beleid bij de ondersteuning van structurele hervormingen en de bevordering van de werkgelegenheid.

    Het belangrijkste financiële instrument ter ondersteuning van de Europese werkgelegenheidsstrategie is het Europees Sociaal Fonds. De programmeringsdocumenten voor 2000-2006 zijn afgerond en door de Commissie goedgekeurd. Het ESF is een essentieel hulpmiddel om het nationale en regionale beleid beter op het EU-beleid af te stemmen. De mededeling van de Commissie Steun van het Europees Sociaal Fonds voor de Europese Werkgelegenheidsstrategie [8] geeft aan hoe de 60 miljard euro voor het investeren in mensen in de periode 2000-2006 zal bijdragen tot de modernisering en hervorming van de arbeidsmarkten in de EU, in overeenstemming met de doelstellingen van de Unie.

    [8] COM(2001)016: Steun van het Europees Sociaal Fonds voor de Europese Werkgelegenheidsstrategie.

    Equal, het communautaire initiatief inzake transnationale samenwerking ter bestrijding van discriminatie en ongelijkheden op de arbeidsmarkt, vervult hier ook een belangrijke functie. Verder heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid [9], dat bedoeld is om toekomstige beleidswerkzaamheden financieel te ondersteunen.

    [9] COM(2000)459: Communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid.

    Om tot volledige werkgelegenheid en een betere kwaliteit van het werk te komen moeten tal van actoren op verschillende niveaus zich hiervoor inzetten. In de mededeling Lokale werkgelegenheidsinitiatieven - Een lokale dimensie voor de Europese werkgelegenheidsstrategie [10] wordt aangegeven hoe op deze gebieden voortgang kan worden geboekt.

    [10] COM(2000)196: Lokale werkgelegenheidsinitiatieven - Een lokale dimensie voor de Europese werkgelegenheidsstrategie.

    Bevordering van de mobiliteit

    Een Europese arbeidsmarkt stoelt op mobiliteit van de werkenden en de bijbehorende wettelijke regelingen om die mobiliteit te vergemakkelijken.

    Er is vooruitgang geboekt op het vlak van de sociale zekerheid en sociale bescherming, met name wat betreft de vereenvoudiging en herziening van Verordening 1408/71; ook zijn in die verordening diverse wijzigingen aangebracht. Voorts heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn betreffende de werkzaamheden van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening [11]. Dit initiatief zou na goedkeuring door de Raad en het Europees Parlement de arbeidsmobiliteit moeten bevorderen omdat het de mogelijkheid biedt bij hetzelfde pensioenfonds aangesloten te blijven, zoals nu al geldt voor gedetacheerde werknemers.

    [11] COM(2000)507: Voorstel voor een richtlijn betreffende de werkzaamheden van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.

    Vergemakkelijken van de overgang naar de kenniseconomie

    De mededeling Strategieën voor banen in de informatiemaatschappij [12] bevat concrete oplossingen voor problemen als het afstemmen van vraag en aanbod wat betreft de nieuwe vaardigheden die in de kenniseconomie nodig zijn. Ook wordt ingegaan op de noodzaak om een toenemende "digitale kloof" tussen hen die toegang hebben tot de kennissamenleving en degenen die daarvan zijn uitgesloten te bestrijden.

    [12] COM(2000)048: Strategieën voor banen in de informatiemaatschappij.

    Om de vorderingen op dit gebied te volgen is een benchmark-rapport voltooid met gegevens over de lidstaten betreffende het aantal computers op scholen, de scholing van docenten, de ICT-vaardigheden van de werkende bevolking, telewerken en openbare toegang tot internet. Verder werden de werkgelegenheidsrichtsnoeren voorzien van specifieke streefdoelen voor de lidstaten en de sociale partners op het gebied van het onderwijs (scholen, docenten), de werkenden (vaardigheden, telewerken, werkorganisatie) en gelijkheid (vrouwen in de technologie). De toezegging van de lidstaten om maatregelen te treffen teneinde het aantal 18- tot 24-jarigen dat alleen lager secundair onderwijs heeft gevolgd en geen verder onderwijs of opleiding krijgt, tegen 2010 te halveren is van doorslaggevend belang voor de overgang naar de kenniseconomie.

    4. Anticiperen op en gebruikmaken van de verandering van het arbeidskader door een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid te ontwikkelen

    Dit gebied leent zich bijzonder voor initiatieven van de sociale partners, zowel op bedrijfstak- als op centraal niveau.

    Verder is dit een gebied waar tal van uiteenlopende specifieke activiteiten een rol spelen en niet zozeer één groot pakket, zoals bij de werkgelegenheidsstrategie het geval is. Zo'n gerichte aanpak, waarbij de doelgroep rechtstreeks wordt betrokken, vergemakkelijkt overigens wel het verstrekken van specifieke oplossingen door middel van wetgeving, bindende overeenkomsten of andere benodigde maatregelen.

    Over één belangrijk onderwerp - het statuut van de Europese vennootschap - is in Nice een grote politieke doorbraak bereikt. De Raad, die vlak na de top van Nice bijeenkwam, keurde het statuut officieel goed en inmiddels wordt het Europees Parlement hierover opnieuw geraadpleegd. Dit opent ook nieuwe perspectieven voor een akkoord over de richtlijn inzake informatie en raadpleging.

    De Raad en het Europees Parlement zijn het eens geworden over de uitbreiding van de arbeidstijdenrichtlijn van 1993 tot de meeste sectoren en activiteiten die van die richtlijn uitgesloten waren. Deze uitbreiding raakt zo'n vijf miljoen werknemers in het lucht-, spoor-, weg- en zeevervoer, de binnenvaart en de offshoresector, alsmede artsen in opleiding. Ook heeft de Raad een gemeenschappelijk standpunt bereikt over een richtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd van rijdend personeel in het wegvervoer en eigen rijders. De sociale partners van hun kant hebben een overeenkomst gesloten voor de burgerluchtvaart [13] betreffende de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel, die door de Raad als richtlijn is bevestigd. De sociale partners in de telecommunicatiesector hebben richtsnoeren voor telewerk vastgesteld [14]. De sociale partners in de handel onderhandelen over telewerk en over de vergrijzing van de beroepsbevolking.

    [13] COM(2000)382: Europese Overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van mobiel personeel in de burgerluchtvaart gesloten door de Association of European Airlines (AEA), de European Transport Workers' Association (ETF), de European Cockpit Association (ECA), de European Regions Airline Association (ERA) en de International Air Carrier Association (IACA).

    [14] Ondertekend op 7 februari.

    Op het gebied van de arbeidsomstandigheden heeft de Raad een politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt bereikt wat betreft de richtlijnvoorstellen inzake steigers [15] en fysische agentia (trillingen) [16].

    [15] 1998/0327 (COD) en

    [16] 1994/0449 (COD) en

    De sociale partners hebben verder de eerste overlegronde over de modernisering en de verbetering van de arbeidsverhoudingen voltooid, zijn onderhandelingen over uitzendbureaus begonnen, gaan na welke vraagstukken in verband met telewerk moeten worden bestudeerd en hebben een werkgroep ingesteld om te zoeken naar manieren om de toegang tot levenslang leren te bevorderen en de vaardigheden van mannen en vrouwen te ontwikkelen. Ook hebben zij bijgedragen aan de voorbereiding van de oprichting van een "European Centre on Change" in het kader van de Stichting van Dublin. Als follow-up van de officiële overlegrondes van de sociale partners over insolventie heeft de Commissie een voorstel ingediend tot wijziging van de insolventierichtlijn [17].

    [17] COM(2000)832 Onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever.

    Ten aanzien van de bedrijfsverantwoordelijkheid is een grote stap voorwaarts geboekt met de ondertekening van de richtsnoeren voor vrijwillige rapportage over de sociale bedrijfsverantwoordelijkheid door het bedrijfsleven en de commissaris voor werkgelegenheid en sociale zaken. Verder zijn sectorale gedragscodes betreffende de sociale rechten vastgesteld in de sector leder en schoenen [18], als aanvulling op de bestaande codes in de textiel- en kledingsector en in de handel.

    [18] In november 2000.

    5. Alle vormen van uitsluiting en discriminatie bestrijden om de sociale integratie te bevorderen

    Bevordering van de sociale integratie

    Volgens de Agenda voor het sociaal beleid is een Europese aanpak nodig om de sociale integratie te bevorderen. Daarmee moet het volgens de top van Lissabon "onaanvaardbaar hoge aantal mensen dat in de EU onder de armoedegrens leeft en sociaal is uitgesloten" worden teruggebracht.

    De oprichting van het Comité voor de sociale bescherming [19] (bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en gesteund door de Commissie) -dat inmiddels in het ontwerp-verdrag van Nice [20] is vastgelegd - heeft al bewezen dat het een geschikt forum is om deze aanpak verder te ontwikkelen. Het heeft de in oktober door de Raad goedgekeurde strategie betreffende het integratiebeleid voorbereid, inclusief de vaststelling van de doelstellingen die de basis vormen voor de nationale actieplannen voor de komende twee jaar. De nationale actieplannen zullen in juni dit jaar worden ingediend. Zo kunnen alle lidstaten in het kader van de open coördinatiemethode initiatieven nemen om een alomvattend integratiebeleid op te stellen, al naar de specifieke behoeften van elk land.

    [19] COM(2000)134: Oprichting van een Comité voor de sociale bescherming.

    [20] SN 533/00: Ontwerp-verdrag van Nice.

    Ter aanvulling van deze strategie heeft de Commissie een programma ter bestrijding van sociale uitsluiting voorgesteld [21]. Dit is bedoeld om vergelijkbare manieren voor het meten van armoede vast te leggen, samenwerking tussen de lidstaten te stimuleren en steun te verlenen aan ngo's om die beter in staat te stellen sociale uitsluiting te bestrijden, onder meer door middel van netwerken.

    [21] COM(2000)368: Vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten ter bestrijding van sociale uitsluiting.

    Bij de informele discussies in de Raad en het voorbereidende werk voor het programma tegen uitsluiting zijn ngo's betrokken.

    Bestrijding van discriminatie en versterking van de grondrechten

    De goedkeuring van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin de grondrechten en economische en sociale rechten in één Europese tekst zijn samengebracht, is een grote stap voorwaarts.

    Met de bestrijding van discriminatie is grote vooruitgang geboekt. De Raad heeft na raadpleging van het Parlement in recordtempo twee richtlijnen goedgekeurd [22] [23], hetgeen getuigt van de vastberadenheid van alle lidstaten om een wettelijk kader vast te leggen dat een gemeenschappelijke minimumbescherming tegen discriminatie biedt. Het actieprogramma dat de Raad na raadpleging van het Parlement heeft goedgekeurd [24], zal ter aanvulling op de wetgeving financiële prikkels bieden om bewustmakingscampagnes te organiseren, informatie uit te wisselen en de beste praktijken voor wetgeving en andere acties te verspreiden. De Commissie heeft bij de opstelling van het antidiscriminatiepakket nuttige bijdragen van ngo's gekregen.

    [22] COM(1999)565: Instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in werkgelegenheid en beroep.

    [23] COM(1999)566: Tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming.

    [24] COM(1999)567: Vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006).

    Een groep burgers die ernstige, specifieke belemmeringen ondervindt om aan de economie en de samenleving deel te nemen zijn mensen met een handicap. De mededeling van de Commissie Naar een communautaire raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen [25] bespreekt hoe deze belemmeringen kunnen worden overwonnen. De Europese gehandicaptendag was aan de bestrijding van discriminatie in het arbeidsleven gewijd. Bij de werkzaamheden op deze gebieden wordt nauw samengewerkt met het Europees Gehandicaptenforum.

    [25] COM(2000)284: Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking.

    6. Modernisering van de sociale bescherming

    De socialebeschermingsstelsels worden overal in de Europese Unie met dezelfde problemen geconfronteerd. Daarom wordt de samenwerking tussen de lidstaten geïntensiveerd, ook al blijven de lidstaten zelf verantwoordelijk voor die stelsels. De samenwerking is bedoeld om hervorming te vergemakkelijken en de stelsels aan te passen aan de economische en maatschappelijke veranderingen, met het oog op de totstandbrenging van zowel solidariteit en sociale rechtvaardigheid als een actieve welvaartsstaat, berustend op stimulansen en bevordering van een hoge arbeidsmarktparticipatie.

    De officiële oprichting van het Comité voor de sociale bescherming is een mijlpaal voor de Europese samenwerking op sociaal gebied. Dit comité zal voor de lidstaten een platform zijn om informatie uit te wisselen ten behoeve van de modernisering van de socialebeschermingsstelsels.

    Wat het beleid betreft heeft de Commissie in het kader van de gezamenlijke strategie voor de sociale bescherming een mededeling over pensioenen goedgekeurd [26]. Deze mededeling was tevens een startpunt voor het Comité voor de sociale bescherming om zich te bezinnen over de houdbaarheid van de socialebeschermingsstelsels. De Europese Raad van Nice keurde een rapport van het comité goed over de sociale bescherming met bijzondere aandacht voor de levensvatbaarheid van de pensioenstelsels, waar de Europese Raad van Lissabon om had gevraagd; dit rapport bevatte ook een bijdrage van het Comité voor de economische politiek. Verder heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over de bijdrage van de openbare financiën aan de groei en de werkgelegenheid: verbetering van kwaliteit en houdbaarheid [27]

    [26] COM(2000)622: De ontwikkeling van de sociale bescherming op de lange termijn: veilige en houdbare pensioenen.

    [27] COM(2000)846: De bijdrage van de openbare financiën aan de groei en de werkgelegenheid: verbetering van kwaliteit en houdbaarheid.

    7. Bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen

    Het verwezenlijken van gelijkheid van mannen en vrouwen is in het EG-Verdrag neergelegd als een van de belangrijkste doelstellingen en actiegebieden van de Europese Gemeenschap. Er is een nieuwe raamstrategie voor de jaren 2001-2005 vastgesteld [28]. Deze strategie, die berust op een combinatie van mainstreaming en specifieke acties, moet er in belangrijke mate toe bijdragen de ongelijkheden tussen de geslachten in de economie en de samenleving te verkleinen. De raamstrategie wordt aangevuld door een programma [29] dat de Raad na raadpleging van het Parlement heeft goedgekeurd, bedoeld om financiële steun te verlenen voor bewustmakingscampagnes, gegevensverzameling en transnationale projecten.

    [28] COM(2000)335: Naar een communautaire raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005).

    [29] COM(2000)335: Programma in verband met de communautaire raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005).

    Ook heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG betreffende gelijke behandeling van mannen en vrouwen goedgekeurd [30]. Dit voorstel beoogt seksuele intimidatie te definiëren als discriminatie op grond van geslacht op het werk.

    [30] COM(2000)334: Wijziging van Richtlijn 76/207/EEG betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden.

    Het Raadgevend Comité voor gelijke behandeling, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de sociale partners, organisaties voor gelijke behandeling en de Europese Vrouwenlobby, heeft er in beslissende mate toe bijgedragen dat er concrete stappen zijn gezet.

    Verder heeft de Raad in het kader van de follow-up van de Vrouwenconferentie van Peking conclusies uitgebracht betreffende het combineren van gezin en werk.

    8. Versterking van de sociale aspecten van de uitbreiding en van de buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie

    De uitbreiding van de Europese Unie en haar buitenlandse betrekkingen bieden beide tal van kansen en mogelijkheden om actie op sociaal gebied te ondernemen. Naast de nieuwe impuls die aan de uitbreidingsonderhandelingen is gegeven, zijn er belangrijke concrete resultaten geboekt bij het helpen van de kandidaat-landen om beleid te ontwikkelen en de institutionele structuur (overheid, sociale partners, ngo's) op te zetten waardoor zij zich bij EU-initiatieven op sociaal gebied kunnen aansluiten. Dit blijkt uit de zogenaamde "Joint Assessment Reports", die de Commissie al met Tsjechië, Slovenië en Polen heeft ondertekend [31]. Naar verwachting zullen begin 2001 Joint Assessment Reports met Hongarije, Estland, Malta en Cyprus worden ondertekend.

    [31] 11 mei 2000: Joint Assessment of the Employment Policy Priorities of the Czech Republic.

    Op het gebied van fundamentele arbeidsnormen heeft de Commissie de lidstaten er in haar aanbeveling van 15 september toe opgeroepen IAO-Verdrag nr. 182 betreffende de ergste vormen van kinderarbeid te ratificeren.

    9. Conclusies

    Hoewel nog maar net met de uitvoering van de Agenda voor het sociaal beleid is begonnen, is er al aanzienlijke vooruitgang geboekt met concrete beleidsmaatregelen.

    Om de Agenda echter in haar geheel ten uitvoer te leggen moeten alle betrokken partijen hun volle verantwoordelijkheid nemen en zich inzetten voor een duurzame economische groei, meer en betere banen en een grotere sociale samenhang. Voor de sociale partners is daarbij een sleutelrol weggelegd. Het is van doorslaggevend belang dat zij die rol vervullen om werkelijke vooruitgang te boeken op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen.

    Top