Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AA0004

Advies nr. 4/2001 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van artikel 12, artikel 13, tweede alinea, en artikel 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn (onderwerp: belasting van de ontvangers van de vergoeding wegens beëindiging van de dienst)

PB C 162 van 5.6.2001, p. 100–100 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AA0004

Advies nr. 4/2001 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van artikel 12, artikel 13, tweede alinea, en artikel 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn (onderwerp: belasting van de ontvangers van de vergoeding wegens beëindiging van de dienst)

Publicatieblad Nr. C 162 van 05/06/2001 blz. 0100 - 0100


Advies nr. 4/2001

over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van artikel 12, artikel 13, tweede alinea, en artikel 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn (onderwerp: belasting van de ontvangers van de vergoeding wegens beëindiging van de dienst)

(2001/C 162/03)

DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 248, lid 4,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen, en met name op artikel 16,

Gezien het voorstel van de Commissie van 31 januari 2001,

Gezien het op 19 februari 2001 bij de Rekenkamer ingekomen verzoek van de Raad tot raadpleging van de Rekenkamer over dit voorstel,

Overwegende dat het voorstel van de Commissie ten doel heeft, artikel 13 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen toe te passen op de ontvangers van de vergoeding wegens de beëindiging van de dienst waarop de Commissie doelt in haar voorstel voor een verordening van 31 januari 2001 tot vaststelling van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de hervorming van de Commissie,

Overwegende dat het voornoemde artikel 13 ten doel heeft, de ambtenaren en overige personeelsleden van de Gemeenschappen te onderwerpen aan een belasting ten bate van de Gemeenschappen op de door hen betaalde salarissen, lonen en emolumenten, en deze ambtenaren en personeelsleden vrij te stellen van nationale belastingen op door de Gemeenschappen betaalde salarissen, lonen en emolumenten,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

1. Het wijzigingsvoorstel, strekkende tot toepassing van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 op de ontvangers van de vergoeding wegens beëindiging van de dienst, bedoeld in artikel 4 van de verordening houdende instelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, dat de Commissie op 31 januari 2001 heeft vastgesteld en op 2 februari 2001 aan de Raad heeft toegezonden, geeft geen aanleiding tot opmerkingen van de Rekenkamer.

Dit advies werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 5 april 2001.

Voor de Rekenkamer

Jan O. Karlsson

President

Top