EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0827

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de invoering van het ".EU"-topniveaudomein voor internet

/* COM/2000/0827 def. - COD 2000/0328 */

PB C 96E van 27.3.2001, p. 333–335 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52000PC0827

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de invoering van het ".EU"-topniveaudomein voor internet /* COM/2000/0827 def. - COD 2000/0328 */

Publicatieblad Nr. 096 E van 27/03/2001 blz. 0333 - 0335


Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de invoering van het ".EU"-topniveaudomein voor internet

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1 Inleiding

In februari 2000 heeft de Commissie een inspraakronde gestart over het creëren van het .EU-topniveaudomein (top level domain - TLD) voor internet. De Commissie heeft haar conclusies over de resultaten van deze inspraakronde in juli 2000 gepubliceerd [1] (de "mededeling van juli 2000"). In het licht van de zeer positieve reacties heeft de Commissie bij schrijven van 6 juli 2000 bij de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) delegatie van het .EU-domein aangevraagd. De ICANN heeft hier op 10 augustus 2000 op geantwoord en de gesprekken tussen de ICANN en de Commissie duren nog voort.

[1] COM(2000) 421 van 5 juli 2000.

Op 25 september 2000 heeft de raad van bestuur van de ICANN een resolutie aangenomen waarin wordt gesteld dat tweeletterige ISO-codes zoals EU, waarvan het gebruik is gereserveerd voor toepassingen in verband met de code, als ccTLD (country code Top Level Domains) kunnen worden gedelegeerd, mits er afdoende overeenkomsten tussen de ICANN en het register worden gesloten [2]. Dit is een zeer positief principebesluit dat de EU-instellingen en de Europese particuliere sector in staat stelt verder te werken aan het voorstel, er volledig van uitgaand dat de nodige technische en juridische overeenkomsten tijdig zullen worden gesloten.

[2] Zie: http://www.icann.org/minutes/prelim-report-25sep00.htm.

Intussen zijn de Commissie en de internet-wereld in Europa, zoals aangekondigd in de mededeling van juli 2000, verder gegaan met gedetailleerde technische en beleidsvoorbereidingen. Dit is gebeurd in het kader van het bestaande European Community Panel of Participants (EC-POP), dat een interim-stuurgroep (ISG) heeft ingesteld die dit onderwerp in de periode mei-oktober 2000 heeft bestudeerd. Een rapport over deze werkzaamheden is beschikbaar en is gepubliceerd zodat commentaar mogelijk is [3]. De Gemeenschap heeft er namelijk belang bij te profiteren van de beschikbare deskundigheid bij de groepen die het actiefst betrokken zijn bij de ontwikkeling van internet in Europa. Daarom is er bijzondere aandacht aan de werkzaamheden van de interim-stuurgroep besteed, bijvoorbeeld aan haar analyse van de definitieve operationele en technische kenmerken van het register, de contractuele relaties tussen de Commissie en het register en de mogelijke vorm die deze organisatie zou kunnen krijgen. De leden van de ISG beseffen dat hun werkzaamheden op dit gebied adviserend van aard waren.

[3] "The Dot EU Registry Proposal", rapport van de interim-stuurgroep (ISG) © ec-pop.org, september 2000. Zie: http://www.ec-pop.org/1009prop/index.htm.

In de mededeling van juli 2000 wordt gesteld dat:

"de Commissie conclusies zal opstellen in verband met het juridische kader voor de exploitatie van het systeem, met inbegrip van de aanwijzing van de entiteit die wordt belast met de exploitatie van het .EU-register en de richtlijnen voor het registratiebeleid, waaronder maatregelen om de speculatieve en oneigenlijke registratie van namen tegen te gaan. Deze conclusies zullen in een volgende mededeling ... aan de orde komen."

De Commissie heeft de zaak geëvalueerd en is tot de conclusie gekomen dat een nieuwe mededeling niet nodig is en dat zij direct een voorstel kan indienen voor de invoering van het .EU-domein. De Commissie stelt nu voor dat de Raad en het Europees Parlement met de vaststelling van deze verordening besluiten de Commissie opdracht te geven het .EU-TLD zo spoedig mogelijk in te voeren. In de voorgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad wordt daarom bepaald krachtens welke regels en beginselen het register zal opereren, wordt het kader inzake openbare orde afgebakend en wordt de besluitvormingsprocedure bij aangelegenheden inzake openbare orde vastgesteld. Over andere aspecten van het beleid van het register beslist het register zelf na de Commissie en andere betrokken partijen afdoende te hebben geraadpleegd. De Commissie wordt in haar taken bijgestaan door een raadgevend comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten.

2 De register-organisatie

Het register is het orgaan dat wordt belast met de organisatie, het bestuur en het beheer van het .EU-TLD.

Het register zal drie hoofdtaken hebben:

(a) het zal de rechtspersoon zijn die verantwoordelijk is voor het register;

(b) het moet de bepalingen van openbare orde, het beleid en de procedures voor het .EU-TLD uitvoeren die in de verordening zijn opgenomen of via de in de verordening opgenomen raadplegingsprocedure door de Commissie worden vastgesteld;

(c) het is verantwoordelijk voor de organisatie, het bestuur en het beheer van het .EU-TLD, met inbegrip van het onderhoud van de databanken, de registratie van domeinnamen, de exploitatie van de naamservers en de verspreiding van de TLD-zonebestanden.

Overeenkomstig de resultaten van de inspraakronde dient het register een organisatie zonder winstoogmerk te zijn die in het algemeen belang optreedt. Dit laatste is namelijk een algemeen erkend beginsel voor ccTLD-registers, zoals ook blijkt uit de relevante documenten van de ICANN en de IANA en met name RFC 1591 [4].

[4] In "Request for comments (RFC) 1591" wordt onder andere gesteld dat "deze aangewezen instanties de hoeders van het gedelegeerde domein zijn en verplicht zijn de gemeenschap te dienen ... zowel het land, wanneer het om een landcode gaat, als de internetwereld als geheel. Overwegingen als "rechten" en "eigendom" van domeinen mogen geen rol spelen. Het moet gaan om "verantwoordelijkheden" en "dienstverlening" aan de gemeenschap. De aangewezen beheerder moet billijk zijn voor alle groepen in het domein die om een domeinnaam vragen. Dit betekent dat voor alle verzoeken dezelfde regels worden gehanteerd, dat alle verzoeken op een niet-discriminerende wijze moeten worden behandeld en dat universitaire en commerciële (en andere) gebruikers gelijk worden behandeld. Er mag geen voorkeur worden getoond voor verzoeken die afkomstig zijn van klanten van een ander bedrijf dat relaties met de beheerder heeft - zo mogen de klanten van een bepaalde aanbieder van een datanetwerk geen voorrang krijgen. Het gebruik van een bepaald mail-systeem (of een andere applicatie), protocol of product mag niet verplicht worden gesteld." IANA, maart 1994.

De Commissie zal de register-organisatie aanwijzen. In het rapport van de ISG worden de mogelijkheden voor de structuur en het lidmaatschap van het toekomstige register beschreven zonder dat er definitieve keuzes worden gemaakt of beslissingen worden genomen. In het rapport wordt er sterk op aangedrongen dat het register een niemand uitsluitende en representatieve organisatie is die zo veel mogelijk de steun van de betrokken partijen heeft. De register-organisatie moet het overleg met en de participatie van de betrokken partijen vergemakkelijken om te streven naar een algehele consensus van internetexploitanten en -gebruikers in de hele Gemeenschap.

In de verordening wordt gespecificeerd welke voorwaarden er gelden voor de organisatie, het bestuur en het beheer van het .EU-TLD door het register. Contractuele afspraken tussen de Commissie en het register moeten ervoor zorgen dat de taken van het register overeenkomstig de verordening worden uitgevoerd en met name dat in de praktijk permanent wordt voldaan aan de voorwaarden voor de invoering van het .EU-TLD. In dit opzicht zal de Commissie namens de Gemeenschap alle rechten op de .EU-code behouden, voldoende rechten op alle databanken om het register opnieuw toe te kunnen wijzen mocht dit in de toekomst nodig zijn, en andere waarborgen van technische aard. Bij de wijze waarop de operationele functies van het register aan een register-organisatie worden toegewezen, wordt volledig rekening gehouden met het karakter van de .EU-domeinnaam als openbaar bezit en wordt erop gelet dat de organisatie zonder winstoogmerk bij haar activiteit dit ook daadwerkelijk respecteert. In het contract zal de Europese Gemeenschap worden uitgesloten van juridische of commerciële aansprakelijkheid die voortvloeit uit de organisatie, het bestuur en het beheer van het register.

Er zal een overeenkomst tussen de ICANN/IANA en het register worden gesloten over de technische en organisatorische aspecten van de invoering van het .EU-TLD, die vooraf ter goedkeuring aan de Commissie wordt voorgelegd.

3 Het beleidskader

Bepalingen van openbare orde in verband met de invoering van het .EU-TLD die niet in de verordening worden vastgelegd, worden volgens de procedure van artikel 5 na raadpleging van het register door de Commissie vastgesteld.

Teneinde conflicten tussen de registratie van domeinnamen en intellectuele eigendomsrechten te voorkomen en op te lossen zal de Commissie volgens de in de verordening vastgelegde procedure een beleid vaststellen om speculatie en misbruik bij de registratie van domeinnamen te voorkomen en een beleid voor de minnelijke schikking van conflicten dat voldoet aan de optimale praktijk, met inbegrip van de aanbevelingen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO).

De Commissie zal op basis van ontwerpbeginselen voor de preventie van speculatie en misbruik bij de registratie van namen een inspraakronde starten [5] en zal op basis van de resultaten van deze inspraakronde voorstellen voor een gedragscode indienen. Intussen blijft de Commissie over deze aangelegenheid overleg voeren met de WIPO en de ICANN/GAC [6].

[5] [Deze inspraakronde is gepubliceerd op: http://www.dot-eu-consult.eu.int - moet nog worden bevestigd].

[6] Governmental Advisory Committee van de ICANN.

Het gedetailleerde registratiebeleid zal met inachtneming van bepaalde waarborgen in overleg met de Commissie en volgens de contractuele regelingen door het register wordt vastgesteld. Bij deze waarborgen gaat het onder meer om de inachtneming van het toepasselijke communautaire en nationale recht en de naleving van de technische en operationele "optimale praktijk", zoals die van tijd tot tijd door de ICANN en de IANA wordt vastgesteld. De mogelijke opties voor het registratiebeleid van het register, waaronder de opties voor het creëren van algemene domeinen op het tweede niveau, worden in het ISG-rapport besproken.

In verband met het registratiebeleid dat door het register moet worden vastgesteld, bestudeert de Commissie momenteel de volgende vraagstukken:

*afbakening van de naamruimte die wordt gereserveerd voor het gebruik door de EU-instellingen en eventueel de regeringen van de lidstaten;

*afbakening van de naamruimte die specifiek wordt bestemd voor de overheid, organisaties zonder winstoogmerk, grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en dergelijke instanties;

*de reservering, in alle relevante talen, van namen die verband houden met de Europese Unie.

De Raad en het Europees Parlement en andere EU-organisaties en -instanties wordt verzocht hun verlangens dienaangaande te specificeren en mee te delen aan het "Comité Editorial Inter-Institutionnel Internet" (CEiii) [7].

[7] Het CEiii is het interinstitutionele comité dat is belast met het beheer van de Europa-server en andere aspecten van de aanwezigheid van de EU op het World Wide Web, met inbegrip van het DNS.

Tot de rechtsmiddelen waarover derden beschikken behoren de standaardmiddelen zoals intrekking krachtens artikel 230 (ex artikel 173) voor besluiten van de Commissie, een beroep op het Europese Hof van Justitie bij handelingen van openbare orde van het register die onder het toezicht van de Commissie vallen, en een beroep op de rechter in de lidstaat waar het register is gevestigd voor commerciële en bestuurlijke handelingen van het register.

Conclusies:

De Raad en het Europees Parlement wordt verzocht bijgaande verordening vast te stellen en de Commissie te belasten met de invoering van het .EU-TLD, de aanwijzing van een register en de ontwikkeling van de bepalingen van openbare orde volgens de procedure van de verordening.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de invoering van het ".EU"-topniveaudomein voor internet

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 156,

Gezien het voorstel van de Commissie [8],

[8] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [9],

[9] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [10],

[10] PB C van , blz. .

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De invoering van het .EU-topniveaudomein (TLD) is als een van de opties om de elektronische handel te versnellen opgenomen in het initiatief e-Europe, zoals bekrachtigd door de Europese Raad tijdens zijn vergadering in Lissabon op 23 en 24 maart 2000.

(2) In de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de organisatie en het beheer van internet [11] wordt de invoering ven het .EU-TLD genoemd en in de resolutie van de Raad over de mededeling [12] wordt de Commissie ermee belast de coördinatie van beleid op het gebied van internet-beheer te bevorderen.

[11] COM(2000) 202.

[12] [......].

(3) Internet-TLD's zijn onlosmakelijk verbonden met de internet-infrastructuur. Ze zijn een essentieel onderdeel van de mondiale interoperabiliteit van het World Wide Web ("WWW" of "het net"). De toekenning van domeinnamen en bijbehorende adressen maakt het mogelijk te zoeken en verbindingen te leggen, zodat de gebruikers computers en websites op het net kunnen vinden. TLD's zijn ook een onmisbaar onderdeel van elk e-mail-adres voor internet.

(4) Het .EU-TLD zal overeenkomstig artikel 154, lid 2, van het Verdrag bijdragen tot een gemakkelijker toegang tot internet-netwerken en de virtuele markt op basis van internet door voor een extra registratiedomein te zorgen naast de bestaande landcode-topniveaudomeinen (ccTLD's) of de algemene topniveaudomeinen (gTLD's), hetgeen zal leiden tot een grotere keus en meer concurrentie.

(5) Het .EU-TLD zal overeenkomstig de artikelen 154 en 155 van het Verdrag de interoperabiliteit van de trans-Europese netwerken verbeteren door te zorgen voor de beschikbaarheid van .EU-naamservers in de Gemeenschap. Dit zal gevolgen hebben voor de topologie en de technische infrastructuur van internet in Europa, dat zal profiteren van een aantal extra naamservers in de Gemeenschap.

(6) Door het .EU-TLD zal de interne markt beter zichtbaar worden op de virtuele markt op basis van internet. Het .EU-TLD legt een duidelijke koppeling met de Europese Gemeenschap, het daaraan verbonden rechtskader en de Europese markt. Het zal bedrijven, organisaties en natuurlijke personen binnen de Gemeenschap de mogelijkheid bieden tot registratie in een specifiek domein waardoor deze koppeling duidelijk wordt. Dit betekent dat het .EU-TLD niet alleen een hoeksteen voor de elektronische handel in Europa zal zijn, maar ook de doelstellingen van artikel 14 van het Verdrag zal ondersteunen.

(7) Het .EU-TLD dient te worden ingevoerd volgens de desbetreffende beginselen die zijn vastgesteld door het Governmental Advisory Committee (GAC) van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). In deze beginselen wordt met name gesteld dat het naam- en adressysteem van internet openbaar bezit is dat in het belang van de mondiale internet-wereld moet worden beheerd en dat de landcode-topniveaudomeinen door de registers als beheerders in het algemeen belang, met inbegrip van het belang van de internetwereld, namens de desbetreffende overheidsinstanties, met inbegrip van de regeringen die uiteindelijk krachtens de openbare orde zeggenschap over hun ccTLD's hebben, in overeenstemming met de universele aansluitbaarheid van internet worden geëxploiteerd.

(8) De Commissie heeft namens de Gemeenschap een verzoek ingediend voor delegatie van de EU-code teneinde een internet-TLD te creëren. De ICANN heeft op 25 september 2000 een resolutie vastgesteld waarin wordt bepaald dat "alfa-2 (...) codes als ccTLD's uitsluitend delegeerbaar zijn wanneer het Maintenance Agency van ISO 3166 in zijn exceptionele reserveringslijst een reservering heeft opgenomen van de code die betrekking heeft op een toepassing van ISO 3166-1 die een gecodeerde representatie van de naam van het desbetreffende land, grondgebied of gebied nodig heeft". Aan deze voorwaarden wordt door de EU-code voldaan, zodat deze dus "delegeerbaar" aan de Gemeenschap is.

(9) De Gemeenschap dient met het oog op de aanwijzing van een register de voorwaarden voor de invoering van het .EU-TLD vast te stellen en het kader inzake openbare orde te specificeren waarbinnen het register zal functioneren.

(10) Overeenkomstig de in artikel 5 van het Verdrag vastgelegde beginselen van subsidiariteit en evenredigheid kunnen de doelstellingen van het voorgestelde optreden, de invoering van het .EU-TLD, niet afdoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen deze derhalve, gezien de omvang en het effect van het optreden, beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Deze verordening beperkt zich tot het minimum dat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is.

(11) Overeenkomstig artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [13] dienen de uitvoeringsmaatregelen voor deze verordening te worden vastgesteld volgens de in artikel 3 van dat besluit opgenomen raadplegingsprocedure,

[13] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening wordt de Commissie belast met de invoering van het .EU-topniveaudomein (TLD), worden de voorwaarden voor de invoering vastgesteld, met inbegrip van de aanwijzing van een register, en wordt het kader inzake openbare orde vastgesteld waarbinnen het register zal functioneren.

Artikel 2

Kenmerken van het register

1. In de zin van deze verordening wordt onder "register" verstaan: het orgaan dat wordt belast met de organisatie, het bestuur en het beheer van het .EU-TLD, zoals het onderhoud van de desbetreffende databanken, de registratie van domeinnamen, de exploitatie van de TLD-naamservers van het register en de verspreiding van de TLD-zonebestanden.

2. De Commissie wijst het register aan. De Commissie en het register sluiten een contract voor een beperkte tijdsduur, die kan worden verlengd. In het contract worden de voorwaarden gespecificeerd voor het toezicht van de Commissie op de organisatie, het bestuur en het beheer van het .EU-TLD door het register.

3. Het register is een organisatie zonder winstoogmerk die in overeenstemming met het recht van een lidstaat is opgericht en haar vestigingsplaats, hoofdbestuur en hoofdkantoor binnen de Gemeenschap heeft.

4. Het register sluit een contract met de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), nadat dit vooraf door de Commissie is goedgekeurd. Dit contract is verenigbaar met de desbetreffende beginselen die worden aanbevolen door het Governmental Advisory Committee (GAC) van de ICANN.

Artikel 3

Verplichtingen van het register

1. Het register neemt de voorschriften, het beleid en de procedures in acht die in deze verordening worden vastgelegd en krachtens de verordening door de Commissie worden vastgesteld.

2. Het register:

a) organiseert, bestuurt en beheert het .EU-TLD op basis van de beginselen kwaliteit, efficiëntie, betrouwbaarheid en toegankelijkheid;

b) neemt de relevante voorschriften inzake overheidsopdrachten in acht en volgt in elk geval doorzichtige en niet-discriminerende procedures;

c) registreert domeinnamen in het .EU-TLD die worden aangevraagd door:

(i) bedrijven die hun vestigingsplaats, hoofdbestuur of hoofdkantoor binnen de Gemeenschap hebben of

(ii) organisaties die binnen de Gemeenschap gevestigd zijn of

(iii) natuurlijke personen die binnen de Gemeenschap wonen;

d) brengt een betaalbare jaarlijkse vergoeding in rekening die direct gerelateerd is aan de gemaakte kosten.

3. Andere aspecten van het registratiebeleid voor de invoering van het .EU-TLD dan in artikel 4, lid 1, worden genoemd, worden door het register in overleg met de Commissie en andere betrokken partijen en overeenkomstig het in artikel 2, lid 2, bedoelde contract tussen de Commissie en het register vastgesteld.

4. Op de door het register genomen besluiten is het recht van de lidstaat waar het register is gevestigd van toepassing.

Artikel 4

Het kader inzake openbare orde

1. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 5, lid 2, na raadpleging van het register de bepalingen van openbare orde voor de invoering van het .EU-TLD vast.

2. Teneinde conflicten tussen domeinnaam-registraties en intellectuele eigendomsrechten te voorkomen en op te lossen stelt de Commissie, rekening houdend met het communautaire en nationale recht, na raadpleging van het register en volgens de procedure van artikel 5, lid 2, vast:

a) een beleid en een procedure om speculatie en misbruik bij de registratie van domeinnamen te voorkomen, die voldoen aan de optimale praktijk, met inbegrip van de aanbevelingen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO);

b) een beleid en een procedure voor de minnelijke schikking van conflicten om geschillen tussen domeinnamen en intellectuele eigendomsrechten snel op te lossen, die voldoen aan de optimale praktijk, met inbegrip van de aanbevelingen van de WIPO. Dit beleid zorgt voor afdoende procedurele waarborgen voor de betrokken partijen en laat eventuele gerechtelijke stappen onverlet.

Artikel 5

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij [ontwerp] Richtlijn XX/XX/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten [14].

[14] Voorstel voor een richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten - COM(2000) 393.

2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit van toepassing.

Artikel 6

Voorbehoud van rechten

De Commissie behoudt alle rechten die aan het .EU-TLD zijn verbonden, zoals met name de intellectuele eigendomsrechten en andere rechten op de registerdatabanken die voor de uitvoering van deze verordening nodig zijn, en het recht om het register opnieuw aan te wijzen.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitster De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. Benaming van de maatregel

Invoering (opzet, exploitatie en toezicht) van het Internet ".EU"-topniveaudomein voor internet

2. Begrotingsplaats

B5-302

3. Rechtsgrondslag

Artikel 156 van het Verdrag

4. Omschrijving van de maatregel

4.1 Algemene doelstelling: het opzetten van een systeem en faciliteiten voor de registratie van internet-domeinnamen voor identificatie en adressen onder het ".EU"-topniveaudomein.

De Commissie stelt voor dat de Raad en het Europees Parlement een verordening vaststellen waarin onder andere de Commissie de bevoegdheid krijgt een organisatie aan te wijzen die de functies van een register van domeinnamen in het ".EU"-TLD uitvoert.

De in dit financieel memorandum beschreven kredieten zijn nodig om de Commissie in staat te stellen een beleid voor het register te ontwikkelen en toezicht te houden, met inbegrip van het inzetten van deskundigen voor evaluatie, adviezen aan de Commissie, audits en revisie.

Het register zal alle nodige technische en organisatorische systemen en faciliteiten opzetten en exploiteren. Het register zal zorgen voor de erkenning van registratoren, die op commerciële basis en in een concurrerende context zorgen voor de feitelijke registratie van domeinnamen in het ".EU"-domein. Er zullen specifieke regelingen worden ingevoerd voor registraties voor overheidsorganisaties en -diensten, met inbegrip van de instellingen van de Europese Unie. Het register zal de registratoren een vaste vergoeding voor elke registratie in rekening brengen om zijn kosten te dekken en zal zonder winstoogmerk op een duurzaam kostendekkende basis functioneren.

Van het register wordt verwacht dat het in afwachting van de inkomsten uit registraties de nodige investeringen en uitgaven voor zijn rekening neemt. De hoogte van de registratievergoeding wordt zodanig vastgesteld dat de uitgaven van het register worden gedekt. Het is niet de bedoeling dat het register wordt gebruikt om inkomsten te genereren. Aangezien het echter moeilijk is betrouwbare prognoses voor het eerste jaar te maken, is het mogelijk dat er na het eerste jaar een overschot is; dit zal naar de begroting van de Gemeenschap worden overgeboekt. Normaal gesproken zouden deze middelen als algemene ontvangsten voor de begroting van de Gemeenschap worden beschouwd, maar bij wijze van voorzorgsmaatregel zou het een goede zaak zijn als het als een tijdelijke reserve zou worden beschouwd die in gevallen van overmacht zou kunnen worden gebruikt (als het register verlies maakt of met ernstige problemen wordt geconfronteerd).

4.2 Looptijd en verlenging

2001-2005, te verlengen op basis van een verslag over de resultaten en een evaluatie van de eisen in de toekomst.

5. Indeling van de uitgaven/ontvangsten

5.1 Niet-verplichte uitgaven

5.2 Gesplitste kredieten

5.3 Aard van de ontvangsten

De ontvangsten nemen de vorm aan van registratievergoedingen die van registratoren worden ontvangen. Ze zullen worden gebruikt voor de dekking van investeringen en lopende uitgaven van het register bij de uitvoering van zijn contractuele verplichtingen.

6. Aard van de uitgaven/ontvangsten

De uitgaven van de Commissie hebben betrekking op de volgende taken:

*raadpleging van betrokkenen uit de particuliere sector, bijvoorbeeld de kosten van deskundigen en vergaderingen;

*raadpleging van de lidstaten, bijvoorbeeld de vergaderingen van het raadgevend comité en andere vergaderingen;

*publicaties in de context van dit initiatief.

7. Financiële gevolgen

7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten)

De kredieten zijn nodig om de Commissie in staat te stellen beleidstoezicht op het register te houden.

7.2 Indeling naar onderdeel van de maatregel :

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.3 Beleidsuitgaven voor studies, deskundigen, enz. die zijn opgenomen in deel B van de begroting

Vastleggingskredieten in euro

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. Maatregelen ter bestrijding van fraude

In het contract voor de exploitatie van het register zullen eisen inzake openbare dienstverlening worden opgenomen voor de doorzichtigheid bij personeelswerving, uitgaven en contracten. De rekeningen van de organisatie waarmee het contract gesloten wordt kunnen door de Commissie en andere bevoegde instanties worden gecontroleerd. De Commissie heeft het recht op toezicht bij grote uitgaven.

Drie jaar na het begin van de werkzaamheden zullen onafhankelijke deskundigen de effecten van de maatregel evalueren en aanbevelingen doen voor adequate voorwaarden voor de verdere exploitatie van het register.

9. Gegevens kosten-batenanalyse

Gezien de eis dat de Commissie zelf een permanente rol krijgt bij het toezicht op het register in verband met de openbare orde en dat zij daarbij ook verantwoordelijk is voor besluiten over de activiteiten van het register in verband met de openbare orde, zijn er enkele permanente personeelsleden met de bijbehorende middelen nodig. Deze taak zal met name veel tijd vergen gedurende de periode vóór het opstarten, wanneer er veel aan beleidsontwikkeling moet worden gedaan voordat het register zelf wordt opgezet en aangewezen. Het personeel en de begrotingsmiddelen waarom wordt gevraagd, zijn het minimum dat tijdens deze eerste fase nodig is.

9.1 Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen; doelgroep

9.1.1 Voor de rol van de Commissie omvat een scenario tijdens de aanvangsperiode bij benadering:

*raadgevend comité van de lidstaten: driemaandelijks, 20-25 mensen;

*vergaderingen adviesgroepen: in eerste instantie maandelijks, 15-20 mensen, met reiskosten en dagvergoedingen;

*raadpleging particuliere sector: driemaandelijks, 100-150 mensen (vergoeding reiskosten en dagvergoedingen alleen in uitzonderingsgevallen);

*internationale betrekkingen: drie of vier vergaderingen per jaar met verre reizen.

Sommige van deze kosten zullen gaan afnemen zodra de fundamentele beleidsbeslissingen zijn genomen en het register en zijn relaties met de Commissie gestabiliseerd zijn.

9.1.2 Voor het register zelf: het is onmogelijk betrouwbare prognoses te maken omdat de totale markt uiterst snel groeit en het aantal registraties sterk afhankelijk zal zijn van het aanvankelijke registratiebeleid. Uitgaande van een vergelijking met bestaande middelgrote registers zouden we wellicht kunnen uitgaan van ongeveer een miljoen registraties in het eerste exploitatiejaar en nog eens een miljoen in de volgende twee jaren. Bij een jaarlijkse vergoeding voor het register van 40 euro per domeinnaam zou er dan het eerste jaar in totaal 40 miljoen euro worden ontvangen. Zo lang er geen oplossing is voor massaregistratie voor speculatieve doeleinden en vergelijkbare inbreuken op eigendoms- en andere rechten, is het waarschijnlijk niet raadzaam een lagere initiële registratievergoeding te hanteren.

De kosten van apparatuur en aansluitingen zullen wellicht direct gekoppeld zijn aan het tempo waarin nieuwe registraties worden geaccepteerd en verwerkt, maar de personeelskosten houden veel meer verband met het registratiebeleid.

De personeelsbehoeften van het register liggen op het gebied van technische en commerciële werkzaamheden, contacten met klanten, aankopen, juridische diensten en beheer. Het absolute aantal personeelsleden dat aanvankelijk nodig is zal, zoals reeds is opgemerkt, afhankelijk zijn van de details van het registratiebeleid (b.v. meertalige registraties) en moet in eerste instantie worden gebaseerd op een beoordeling van de ontvangen voorstellen.

9.2 Motivering van de maatregel

Sinds de invoering van internet-adressen met topniveaudomeinen op basis van letters (zoals .int of .com) in plaats van de eigenlijke numerieke adressen zijn zo'n 20 miljoen adressen in de algemene domeinen ".com", ".net" en ".org" geregistreerd. Onlangs zijn er zeven nieuwe domeinen aangekondigd en er wordt veel gebruik gemaakt van landcode-domeinen zoals ".de" (3 miljoen namen) en ".uk" (meer dan 2 miljoen namen). Er bestaat behoefte aan een ".eu"-domein als indicatie van een Europese identiteit en rechtsgrondslag. Het lijkt een goede zaak dat de Europese Gemeenschap de uiteindelijke bevoegdheid voor het domein behoudt, zoals dit ook steeds meer het geval is voor de nationale regeringen ten aanzien van de landcode-domeinen. Daarom zal de Commissie het dagelijkse beheer delegeren aan een organisatie waarmee een contract op kostendekkende basis wordt gesloten, maar zal zij toezicht houden op de aspecten van openbare orde.

9.3 Follow-up en evaluatie van de maatregel

Na drie jaar zal er door onafhankelijke evaluatoren een rapport worden opgesteld waarin de resultaten worden geëvalueerd. Bij de evaluatie worden de effectiviteit van de maatregel, de kosteneffectiviteit voor de gebruikers, de tevredenheid van de gebruikers en de geschiktheid van het commerciële partnerschap beoordeeld. Op basis van dit rapport zal worden voorgesteld de maatregel voort te zetten, te staken of te wijzigen.

10. Administratieve uitgaven

In de personeelsbehoefte wordt voorzien door bestaand personeel. De administratieve uitgaven worden in 2001 gedekt uit de kredieten die in de context van de begrotingsprocedure voor 2001 zijn aangevraagd, tenzij er in de toekomst middelen kunnen worden verkregen.

10.1 Gevolgen voor het aantal posten

Voor het beheer van de maatregel, met inbegrip van een adequate vertegenwoordiging in EU- en internationale fora, zijn 6 personeelsleden nodig (3 A, 1 B en 2 C).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.2 Totale financiële weerslag van de inschakeling van extra personeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10.3 Stijging van andere huishoudelijke uitgaven i.v.m. de maatregel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top