Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0473

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek

    /* COM/2000/0473 def. - ACC 2000/0199 */

    52000PC0473

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek /* COM/2000/0473 def. - ACC 2000/0199 */


    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Op 30 maart 1999 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te beginnen met het oog op verdere wederzijdse landbouwconcessies in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa.

    2. Die onderhandelingen, die passen in het algemene kader van de toetredingsbesprekingen, waren gebaseerd op artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek. In artikel 21, lid 5, is bepaald dat de Gemeenschap en de Tsjechische Republiek in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen, waarbij zij rekening houden met de omvang van hun onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten, de specifieke gevoeligheid van hun markten, de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap en van het landbouwbeleid van het geassocieerde land.

    3. Overeenkomstig het besluit van de Raad zouden de onderhandelingen moeten leiden tot een eerlijk evenwicht tussen de belangen van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en die van de geassocieerde landen, zowel wat de uitvoer als wat de invoer betreft.

    4. Het resultaat van de onderhandelingen tussen de Commissie en de Tsjechische Republiek betreffende aanvullende landbouwconcessies is een onmiddellijke en volledige liberalisering van de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten en van de uitvoer van deze producten uit de Gemeenschap naar de Tsjechische Republiek. Ook zijn de concessies in het kader van tariefcontingenten wederzijds verruimd.

    5. Als gevolg van de met de Tsjechische Republiek overeengekomen aanpassingen moet aan de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek een nieuw Aanvullend Protocol worden gehecht. Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen. Omdat de afwikkeling van de procedure voor de goedkeuring van een dergelijk nieuw protocol tijd in beslag neemt, kan het Aanvullend Protocol niet op 1 juli 2000 in werking treden.

    6. Een verordening van de Raad bij wijze van autonome overgangsmaatregel kan zorgen voor een prompte uitvoering van de resultaten van de onderhandelingen. Deze verordening van de Raad kan dan worden vervangen door het nieuwe Aanvullend Protocol zodra dat in werking treedt. In 1997 is op analoge wijze gewerkt in verband met de overeenkomst inzake de landbouw die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde was gesloten en om rekening te houden met de gevolgen van de meest recente uitbreiding van de EU.

    7. Tevens zal de Tsjechische Republiek, via een autonome overgangsmaatregel, alle nuttige wettelijke bepalingen vaststellen met het oog op een gelijktijdige tenuitvoerlegging van de verplichtingen van de Tsjechische Republiek die voortvloeien uit de resultaten van de onderhandelingen.

    8. Doel van dit voorstel is ervoor te zorgen dat de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe Aanvullende Protocollen bij de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek snel worden toegepast, namelijk met ingang van 1 juli 2000. Het voorziet in de aanpassing van de bijlagen bij de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek, die de door de Gemeenschap toegekende concessies voor invoer van oorsprong uit de Tsjechische Republiek bevatten.

    9. De Raad wordt verzocht de voorgestelde verordening goed te keuren.

    2000/0199 (ACC)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds [1], voorziet in bepaalde concessies voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek.

    [1] PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

    (2) In verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek was voorzien bij het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguay-ronde [2]. De Raad heeft voornoemd Protocol namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Besluit van 22 oktober 1998 [3].

    [2] PB L 341 van 16.12.1998, blz. 3.

    [3] PB L 341 van 16.12.1998, blz. 1.

    (3) In overeenstemming met de op 30 maart 1999 door de Raad aangenomen richtsnoeren hebben de Commissie en de Tsjechische Republiek op 4 mei 2000 de onderhandelingen over een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst afgerond.

    (4) Het nieuwe Aanvullend Protocol, dat voorziet in aanvullende landbouwconcessies, wordt gebaseerd op artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst, waarin is bepaald dat de Gemeenschap en de Tsjechische Republiek in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen.

    (5) Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen.

    (6) Derhalve moeten de bij de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek vastgestelde landbouwconcessies worden aangepast via een autonome overgangsmaatregel.

    (7) Tevens zal de Tsjechische Republiek, via een autonome overgangsmaatregel, alle nuttige wettelijke bepalingen vaststellen om een snelle en gelijktijdige tenuitvoerlegging van de landbouwconcessies van de Tsjechische Republiek die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst, mogelijk te maken.

    (8) Aangezien de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van deze verordening nodig zijn, beheersmaatregelen in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [4] zijn, moeten zij worden vastgesteld volgens de beheersprocedure waarin is voorzien bij artikel 4 van dat besluit.

    [4] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (9) Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek [5] zijn de regels gecodificeerd inzake het beheer van de tariefcontingenten die zijn afgestemd op toepassing in chronologische volgorde van de data van de douaneaangiften,

    [5] PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/1999 van de Commissie (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 25).

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1. De regelingen voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek, als aangegeven in de bijlagen Aa en Ab bij deze verordening, komen in de plaats voor de in bijlage XI bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en de Tsjechische Republiek anderzijds vastgestelde invoerregeling.

    2. Op de datum van inwerkingtreding van het aanvullend protocol tot aanpassing van de in lid 1 bedoelde Europaovereenkomst komen de in dat Protocol vastgestelde concessies in de plaats voor die welke in de bijlagen Aa en Ab bij deze verordening zijn vastgesteld.

    3. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 3, lid 2, de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vast.

    Artikel 2

    1. De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308bis, 308ter en 308quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

    2. Onder tariefcontingenten vallende hoeveelheden goederen die op of na 1 juli 2000 en voor de inwerkingtreding van deze verordening in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van de concessies die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad [6] zijn vastgesteld in bijlage XI bij de Europaovereenkomst, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheden die zijn vastgesteld in bijlage Ab bij deze verordening.

    [6] PB L 328 van 30.12.1995, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2435/1998 van de Raad (PB L 303 van 13.11.1998, blz. 1).

    Artikel 3

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité dat is ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen [7], of in voorkomend geval door het Comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.

    [7] PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

    2. Ingeval naar dit lid wordt verwezen, is de bij artikel 4 juncto artikel 7, lid 3, van Besluit 1999/468/EG vastgestelde beheersprocedure van toepassing.

    3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2000.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE Aa Onderstaande in de Gemeenschap geldende douanerechten op producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek worden afgeschaft

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2204/1999 van de Commissie van 12 oktober 1999 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 278 van 28.10.1999, blz. 1).

    BIJLAGE Ab

    Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies

    (MFN = recht voor meest begunstigde natie)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Ongeacht de bepalingen voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen. Voor ex GN-codes geschiedt dit op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.

    (2) Indien een MFN-minimumrecht bestaat, is het geldende minimumrecht gelijk aan het MFN-minimumrecht vermenigvuldigd met het in deze kolom vermelde percentage.

    (3) Het contingent voor dit product is geopend voor de Tsjechische republiek, de Slowaakse republiek, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Polen, Estland, Letland en Litouwen. Ingeval de totale invoer van levende runderen in de Gemeenschap voor een gegeven verkoopseizoen naar alle waarschijnlijkheid meer bedraagt dan 500 000 stuks mag de Gemeenschap de nodige beheersmaatregelen nemen om haar markt te beschermen, niettegenstaande andere volgens de overeenkomst gegeven rechten.

    (4) Het contingent voor dit product is geopend voor de Tsjechische republiek, de Slowaakse republiek, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Polen, Estland, Letland en Litouwen.

    (5) De Gemeenschap kan, in het kader van haar wetgeving en in voorkomend geval, rekening houden met de voorzieningsbehoeften van haar markt en met de noodzaak om het marktevenwicht te handhaven.

    (6) Onderworpen aan regelingen inzake minimuminvoerprijzen, die zijn vermeld in de bijlage bij deze bijlage.

    (7) De verlaging betreft uitsluitend het gedeelte ad valorem van het recht.

    (8) Deze concessie is uitsluitend van toepassing op producten die niet in aanmerking komen voor enige vorm van exportsubsidie.

    (9) In vloeibaar eigeelequivalent: 1 kg gedroogd eigeel = 2,12 kg vloeibaar eigeel

    (10) In vloeibaar equivalent: 1 kg gedroogd ei = 3,9 kg vloeibaar ei.

    BIJLAGE BIJ BIJLAGE Ab Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking

    1. Voor de volgende voor verwerking bestemde producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek zijn minimuminvoerprijzen vastgesteld:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. De minimuminvoerprijzen bedoeld in artikel 1 worden per zending toegepast. Wanneer de in de douane-aangifte vermelde waarde lager is dan de minimuminvoerprijs, wordt een compenserend recht geheven dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs en de in de douane-aangifte vermelde waarde.

    3. Wanneer de invoerprijzen van een onder deze bijlage vallend product een tendens vertonen die erop wijst dat deze prijzen op korte termijn onder het niveau van de minimuminvoerprijs kunnen dalen, stelt de Europese Commissie de autoriteiten van de Tsjechische Republiek daarvan in kennis ten einde hen in staat te stellen corrigerende maatregelen te nemen.

    4. Op verzoek van de Gemeenschap of van de Tsjechische Republiek stelt het Associatiecomité een onderzoek in naar de werking van het systeem of de herziening van de minimuminvoerprijzen. Het Associatiecomité neemt, indien nodig, passende besluiten.

    5. Ter bevordering van het handelsverkeer en in het belang van alle betrokken partijen wordt drie maanden voor de aanvang van elk verkoopseizoen in de Europese Gemeenschap een overlegvergadering georganiseerd. Dit overleg vindt plaats tussen de Europese Commissie en de belanghebbende verenigingen van Europese producenten van de betrokken producten, enerzijds, en de autoriteiten en verenigingen van producenten en exporteurs van al de geassocieerde exportlanden, anderzijds.

    Tijdens deze overlegbijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over de marktsituatie voor kleinfruit, met inbegrip van, in het bijzonder, de ramingen van de productie, de voorraadsituatie, de prijsontwikkeling en de marktbeweging, alsmede over de maatregelen die moeten worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top