Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51999AP0058

    Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 91/440/EEG betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (COM(98) 0480 C4-0561/98 98/0265(SYN))(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)

    PB C 175 van 21.6.1999, p. 115 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51999AP0058

    Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 91/440/EEG betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (COM(98) 0480 C4-0561/98 98/0265(SYN))(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)

    Publicatieblad Nr. C 175 van 21/06/1999 blz. 0115


    A4-0058/99

    Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 91/440/EEG betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (COM(98)0480 - C4-0561/98 - 98/0265(SYN))

    Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

    (Amendement 1)

    Overweging 3 bis (nieuw)

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    (3 bis) overwegende dat de liberalisering van de spoorwegen, net als bij de overige takken van vervoer, gefaseerd en met de parallelle uitvoering van de noodzakelijke begeleidende harmonisatiemaatregelen dient plaats te vinden,

    (Amendement 2)

    Overweging 3 ter (nieuw)

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    (3 ter) overwegende dat, overeenkomstig het beginsel van geleidelijke liberalisering en ter bevordering van de concurrentie en de toegang van nieuwe exploitanten tot de markt, in dit stadium toegangsrechten met betrekking tot het internationale goederenvervoer dienen te worden toegekend aan alle spoorwegondernemingen,

    (Amendement 3)

    Overweging 4

    >Oorspronkelijke tekst>

    (4) overwegende dat met het oog op het bovenstaande alle spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden op eerlijke en niet-discriminerende wijze dienen te worden behandeld wat de voorwaarden betreft waaronder toegang tot de infrastructuur wordt verleend, en dat bijgevolg de taak van het opstellen en het handhaven van veiligheidsregels door onafhankelijke instanties of door ondernemingen die zelf geen vervoerdiensten per spoor verrichten, dient te worden uitgevoerd,

    >Tekst na stemming van het EP>

    (4) overwegende dat met het oog op het bovenstaande alle spoorwegondernemingen en internationalesamenwerkingsverbanden op eerlijke

    , billijke en niet-discriminerende wijze dienen te worden behandeld wat de voorwaarden betreft waaronder toegang tot de infrastructuur wordt verleend; dat het toezicht op de veiligheid, met inbegrip van onderzoek naar alle ernstige ongevallen, alsmede de handhaving van veiligheidsregels door onafhankelijke instanties dienen te worden uitgevoerd,

    (Amendement 4)

    ARTIKEL 1, PUNT 1

    Artikel 1 (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    1. Artikel 1, tweede streepje, komt te luiden:

    >Tekst na stemming van het EP>

    1. Artikel 1, tweede

    en vierde streepje, wordt vervangen door:

    >Oorspronkelijke tekst>

    "- door het beheer van de spoorweginfrastructuur en het verrichten van vervoerdiensten per spoor van elkaar te scheiden, waarbij de scheiding van zowel winst- en verliesrekeningen als jaarbalansen en het belasten van een onafhankelijke instantie of onderneming met functies die voor een billijke, niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur bepalend zijn, verplicht en de organisatorische of institutionele scheiding van andere functies facultatief is,"

    >Tekst na stemming van het EP>

    "-

    door het beheer van de spoorweginfrastructuur en het verrichten van vervoerdiensten per spoor van elkaar te scheiden en door zowel winst- en verliesrekeningen als jaarbalansen van elkaar te scheiden,

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    - door spoorwegondernemingen die internationaal goederenvervoer verrichten en internationale samenwerkingsverbanden van spoorwegondernemingen de toegang tot de spoorwegnetten van de lidstaten te garanderen."

    (Amendement 5)

    ARTIKEL 1, PUNT 2

    Artikel 3, tweede streepje (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    - "infrastructuurbeheerder": een instantie of onderneming die voor de totstandbrenging en het onderhoud van spoorweginfrastructuur verantwoordelijk is;

    >Tekst na stemming van het EP>

    - "infrastructuurbeheerder": een instantie of onderneming die voor de totstandbrenging en het onderhoud van spoorweginfrastructuur verantwoordelijk is

    . Dit kan het beheer van de regelings- en veiligheidssystemen omvatten;

    (Amendement 6)

    ARTIKEL 1, PUNT 2 BIS (nieuw)

    Artikel 5 bis (nieuw) (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    2 bis. In Afdeling III wordt het volgende artikel 5 bis toegevoegd:

    "Artikel 5 bis

    De lidstaten richten uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn eenheden voor het beheer van hun nationale spoorweginfrastructuur op die losstaan van spoorwegondernemingen."

    (Amendement 7)

    ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw)

    Artikel 6, lid 2 (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    3 bis. Artikel 6, lid 2 wordt vervangen door:

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    "2. Deze scheiding vereist de inrichting van afzonderlijke afdelingen binnen één onderneming, totdat de lidstaten gescheiden eenheden voor het beheer van hun spoorweginfrastructuur oprichten."

    (Amendement 8)

    ARTIKEL 1, PUNT 4, SUB a)

    Artikel 7, lid 1, tweede alinea (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    Zij dragen ervoor zorg dat veiligheidsnormen en -voorschriften worden vastgesteld, toegepast en gehandhaafd en zij nemen passende controlemaatregelen. Zulks dient te geschieden door instanties of door ondernemingen die zelf geen vervoerdiensten per spoor verlenen en die onafhankelijk zijn van instanties of ondernemingen die wél zulke diensten verlenen, teneinde een billijke, niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur te waarborgen."

    >Tekst na stemming van het EP>

    Zij dragen ervoor zorg dat veiligheidsnormen en -voorschriften

    op een zo hoog mogelijk niveau worden vastgesteld, toegepast en gehandhaafd, teneinde een billijke, niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur te waarborgen, en zij nemen passende controlemaatregelen. Deze functies, met inbegrip van het onderzoek naar alle ernstige ongevallen, dienen te worden uitgeoefend door instanties of door ondernemingen die zelf geen vervoerdiensten per spoor verlenen en die onafhankelijk zijn van instanties of ondernemingen die wél zulke diensten verlenen."

    (Amendement 9)

    ARTIKEL 1, PUNT 4, SUB b)

    Artikel 7, leden 4, 5 en 6 (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    b) De volgende leden 4, 5 en 6 worden toegevoegd:

    >Tekst na stemming van het EP>

    b) De volgende leden 4 en 5 worden toegevoegd:

    >Oorspronkelijke tekst>

    "4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat infrastructuurbeheerders wat bestuur, beheer en interne controle over administratieve, economische en boekhoudkundige zaken betreft, een onafhankelijke positie innemen.

    >Tekst na stemming van het EP>

    "4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat infrastructuurbeheerders

    , in het kader van de door de Staat vastgestelde richtsnoeren van algemeen beleid en met inachtneming van nationale, eventueel meerjarige, plannen en contracten, met inbegrip van investerings- en financieringsplannen, wat bestuur, beheer en interne controle over administratieve, economische en boekhoudkundige zaken betreft, een onafhankelijke positie innemen.

    >Oorspronkelijke tekst>

    5. Voor infrastructuurbeheerders worden bedrijfsplannen opgesteld, welke hun investerings- en financieringsprogramma's mede omvatten. Dergelijke plannen worden zodanig opgesteld dat hun financieel evenwicht wordt bereikt en een optimaal, efficiënt gebruik en ontwikkeling van de infrastructuur wordt gewaarborgd; voorts dienen deze plannen in de middelen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen te voorzien.

    >Tekst na stemming van het EP>

    5. Voor infrastructuurbeheerders worden bedrijfsplannen opgesteld, welke hun investerings- en financieringsprogramma's mede omvatten. Dergelijke plannen worden zodanig opgesteld dat hun financieel evenwicht wordt bereikt en een optimaal, efficiënt gebruik en ontwikkeling van de infrastructuur wordt gewaarborgd; voorts dienen deze plannen in de middelen voor de verwezenlijking van deze doelstellingen te voorzien."

    >Oorspronkelijke tekst>

    6. In het kader van de door de Staat vastgestelde richtsnoeren van algemeen beleid en met inachtneming van nationale, eventueel meerjarige, plannen en contracten, met inbegrip van investerings- en financieringsplannen, zijn infrastructuurbeheerders met name vrij om:

    >Tekst na stemming van het EP>

    Schrappen

    >Oorspronkelijke tekst>

    - onverminderd de bepalingen van de onderhavige afdeling hun interne organisatie vast te stellen;

    >Tekst na stemming van het EP>

    >Oorspronkelijke tekst>

    - beslissingen te nemen over personeel en eigen aankopen;

    >Tekst na stemming van het EP>

    >Oorspronkelijke tekst>

    - hun eigen bedrijfsmiddelen zo efficiënt mogelijk te beheren, nieuwe technologieën en nieuwe diensten te ontwikkelen en nieuwe managementtechnieken in te voeren."

    >Tekst na stemming van het EP>

    (Amendement 10)

    ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)

    Artikel 10 (richtlijn 91/440/EEG)

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    5 bis. Artikel 10 komt als volgt te luiden:

    "1. Aan de spoorwegondernemingen wordt onder billijke voorwaarden het recht op kosteloze toegang tot en doorvoer via de infrastructuur in alle lidstaten verleend met het oog op de exploitatie van internationale goederenvervoerdiensten per spoor.

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    2. Aan de internationale samenwerkingsverbanden worden toegangs- en doorvoerrechten verleend in de lidstaten waar de samenstellende spoorwegondernemingen zijn gevestigd, alsmede doorvoerrechten in de andere lidstaten voor het verrichten van internationale vervoerdiensten tussen de lidstaten waar de samenstellende ondernemingen van die samenwerkingsverbanden zijn gevestigd.

    >Oorspronkelijke tekst>

    >Tekst na stemming van het EP>

    3. De spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden sluiten de nodige administratieve, technische en financiële overeenkomsten met de beheerders van de gebruikte spoorweginfrastructuur om de problemen te regelen op het gebied van de regeling en de veiligheid van het verkeer in verband met de in de leden 1 en 2 bedoelde internationale vervoerdiensten. Die overeenkomsten mogen geen onbillijke of discriminerende voorwaarden bevatten.

    Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 91/440/EEG betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (COM(98)0480 - C4-0561/98 - 98/0265(SYN))(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)

    Het Europees Parlement,

    - gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(98)0480 - 98/0265(SYN) ((PB C 321 van 20.10.1998, blz. 6.)),

    - geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 189 C en artikel 75 van het EG-Verdrag (C4-0561/98),

    - gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

    - gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0058/99),

    1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

    2. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 C, sub a) van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;

    3. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

    4. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    Top