Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51998IR0045

    Ontwerpadvies van het Comité van de Regio's inzake de "Mededeling van de Commissie over de te volgen strategie bij de voorlichting over de euro"

    CdR 45/98 fin

    PB C 251 van 10.8.1998, p. 46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51998IR0045

    Ontwerpadvies van het Comité van de Regio's inzake de "Mededeling van de Commissie over de te volgen strategie bij de voorlichting over de euro" CdR 45/98 fin -

    Publicatieblad Nr. C 251 van 10/08/1998 blz. 0046


    Ontwerpadvies van het Comité van de Regio's inzake de "Mededeling van de Commissie over de te volgen strategie bij de voorlichting over de euro"

    (98/C 251/09)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    gezien de "Mededeling van de Commissie over de te volgen strategie bij de voorlichting over de euro" ();

    gezien zijn op 12 maart 1998 genomen besluit om, overeenkomstig de vierde alinea van artikel 198 C van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, een advies op te stellen over dit onderwerp, en commissie 6 - Werkgelegenheid, economisch beleid, interne markt, industrie, MKB - te belasten met de voorbereidende werkzaamheden;

    gezien het door commissie 6 op 6 april 1998 goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 45/98 rev.) (rapporteur: mevrouw Oldfather),

    heeft volgend advies uitgebracht, dat tijdens de 23e zitting van 13 en 14 mei 1998 (vergadering van 13 mei) werd goedgekeurd.

    1. Inleiding

    1.1. In zijn advies van september 1996 () over de Economische en Monetaire Unie heeft het Comité van de Regio's nadrukkelijk zijn instemming met de EMU betuigd. Het heeft daarbij het volgende opgemerkt: "De invoering van een gemeenschappelijke munt sluit naadloos aan bij de verwezenlijking van de interne markt en versterkt het aanzien van de Europese economie in de wereld" (paragraaf 2.2).

    1.2. De plaatselijke en regionale overheden hebben grote verantwoordelijkheden op het gebied van onderwijs en economische ontwikkeling. Zij zijn ook de bestuurslagen die het dichtst bij de bevolking staan en die als collectief een van de grootste werkgevers in de Europese Unie zijn. Gelet op de grote betekenis van deze rol dienen de plaatselijke en regionale autoriteiten bij de invoering van de euro een centrale rol te spelen en erop toe te zien dat de Europese burger en het Europese bedrijfsleven goed worden geïnformeerd over de invoering van de gemeenschappelijke munt.

    1.3. Bovendien zullen er nauwelijks plaatselijke of regionale overheidsdiensten of bestuursgebieden zijn die niet met de nieuwe munt te maken zullen krijgen; daarom dienen de plaatselijke en regionale overheden actief te worden betrokken bij de voorbereidingen in verband met de invoering van de euro, zowel in nationaal als in Europees verband.

    1.4. Onderhevige voorlichtingsstrategie moet worden gezien in samenhang met andere documenten van de Europese Commissie die informatie bevatten over de invoering van de gemeenschappelijke munt. In dit advies zal het Comité o.m. ook uitgaan van de mededeling van de Commissie getiteld "Meest recente informatie betreffende de praktische aspecten van de invoering van de euro" ().

    1.5. Gelet op de complexiteit van het euro-project bestaat er grotere behoefte aan geïntegreerde strategieën waarbij alle bestuurslagen in nauwe samenwerking met de publieke en de particuliere sector worden ingeschakeld. Voorlichtingscampagnes zullen een centraal onderdeel van deze strategieën vormen. Deze campagnes moeten gericht zijn op de bevolking, maar daarbij moet ook een actieve rol zijn weggelegd voor medewerkers van plaatselijke en regionale overheden op sleutelposities. Daarbij moet vooral gedacht worden aan personeelsleden die dagelijks met het publiek te maken hebben.

    1.6. Tegen de achtergrond van deze overwegingen is het Comité van de Regio's ingenomen met deze Mededeling van de Europese Commissie betreffende een voorlichtingsstrategie voor de invoering van de euro.

    1.7. Het Comité van de Regio's acht het een goede zaak dat de Mededeling niet alleen gericht is tot de lid-staten en het Europees Parlement, maar ook tot "regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en talrijke andere groeperingen die de gevolgen van de invoering van de euro zullen ondervinden". Doordat zij zo dicht bij de plaatselijke en regionale gemeenschappen staan, bevinden de regionale en lokale autoriteiten zich in een bij uitstek geschikte positie om met de particuliere sector en andere groeperingen over de praktische gevolgen van de euro te discussiëren.

    2. Opmerkingen over de Mededeling van de Commissie

    (a) Voorlichtingsacties: doelstellingen en taken

    2.1. In dit hoofdstuk van de Mededeling onderzoekt de Commissie de doeltreffendheid van haar voorlichtingsstrategie waarmee zij begin 1996 al een aanvang maakte in het kader van het programma voor informatie van de burgers (Prince). Het Comité van de Regio's heeft vanaf het begin zijn actieve steun aan het Princeprogramma gegeven. De plaatselijke en regionale overheden zijn nauw betrokken bij het programma en werken dikwijls samen met andere partners, o.m. de financiële sector, bij het organiseren van conferenties, seminars en bij het uitbrengen van publicaties die erop gericht zijn, meer bekendheid te geven aan vraagstukken in verband met de EMU en de invoering van de euro.

    2.2. Met haar voorlichtingsstrategie beoogde de Commissie aanvankelijk

    - "de overtuiging (te) kweken dat de EMU volgens de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot stand zal komen" en

    - "banken, financiële dienstverleners en grote ondernemingen ertoe aan (te) zetten zich onverwijld op de overgang op de euro voor te bereiden".

    2.3. In haar Mededeling bepleit de Commissie nu nieuwe doelstellingen voor de voorlichtingsstrategie, waarbij zij zich vooral wil richten op het algemene publiek en het midden- en kleinbedrijf (MKB). Ook wil zij ervoor zorgen dat "de EMU begrijpelijk wordt gepresenteerd aan politici, bestuurders en ondernemers in derde landen".

    2.4. Het Comité van de Regio's is ingenomen met deze nieuwe doelstellingen en is van oordeel dat de plaatselijke en regionale overheden in samenwerking met de Europese instellingen een sleutelrol te vervullen hebben om ervoor te zorgen dat deze doelstellingen ook werkelijkheid worden. De behoeften van de burgers en van het MKB lopen uiteen in de EU, en de plaatselijke en regionale autoriteiten kunnen ertoe bijdragen om de campagne goed te focussen.

    2.5. Het Comité van de Regio's merkt op dat de betekenis van consumentenbescherming in het kader van de communicatiestrategie voor het grote publiek ook wordt genoemd. De Commissie wil graag lokale "waarnemingsposten" creëren die belast zouden worden met het volgen en evalueren van de impact van de nationale voorlichtingsacties. Het Comité van de Regio's herinnert de Europese Commissie er echter aan dat consumentenbescherming doorgaans een functie is die door het plaatselijke en regionale bestuur wordt waargenomen. Het volgen en evalueren van dergelijke activiteiten kan daarom beter aan de lokale en regionale overheden worden overgelaten dan aan plaatselijke "waarnemingsposten".

    2.6. Het Comité van de Regio's is het met de Europese Commissie eens wanneer deze zegt dat "de overheid (...) niet alleen de gehele bevolking (kan) voorbereiden op de komst van de euro". De Commissie schetst in dit verband de rol van de intermediairs, branche-organisaties, beroepsorganisaties, Europese overkoepelende organisaties, bedrijven, banken, de detailhandel en de financiële dienstverleners. Gelet op de diversiteit van bovengenoemde organisaties is het zaak dat de voorlichtingsstrategie op Europees, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau goed wordt gecoördineerd.

    (b) Voorlichting: rol en verantwoordelijkheden

    2.7. In de Mededeling worden rol en verantwoordelijkheden van de lid-staten en de Europese Commissie beschreven. Ook wordt in de Mededeling gesproken over partnerschapsovereenkomsten met de Europese instellingen. Het Comité van de Regio's vindt dat voor hem in dit verband een actieve rol is weggelegd, aangezien het de discussie onder de plaatselijke en regionale overheden kan stimuleren en bekendheid kan geven aan goede praktijken.

    2.8. Het Comité van de Regio's is bijzonder ingenomen met de doelstellingen die de Commissie met haar strategie nastreeft. De Commissie heeft een sleutelrol te vervullen bij het coördineren van de activiteiten en het aanreiken van instrumenten en materiaal. Het Comité heeft echter zijn twijfels over het budget, dat volgens hem te mager is gelet op de brede doelstellingen van het programma. Het budget bedraagt circa 100 miljoen ecu, en de Europese Commissie stelt terecht dat "de lid-staten (...) dus meer middelen beschikbaar moeten gaan stellen voor de voorlichting over de euro".

    2.9. Het Comité van de Regio's ziet ook in dat de lid-staten een centrale rol spelen in de voorlichtingsstrategie. Het voorlichtingselement zal een belangrijk onderdeel zijn van de nationale omschakelingsplannen. Deze nationale plannen zijn van cruciaal belang aangezien daarin op de uiteenlopende financiële, bestuurlijke en culturele structuren overal in de Europese Unie kan worden ingespeeld.

    (c) Pragmatische benadering van de voorlichting

    2.10. Het Comité van de Regio's beaamt dat, wanneer de Raad in mei 1998 besluiten neemt over de landen die aan de Economische en Monetaire Unie zullen deelnemen, de belangstelling van het publiek aanzienlijk zal toenemen. De grotere vraag naar meer informatie over de euro is uiteraard een goede gelegenheid om de voorlichtingsinspanning dan te intensiveren.

    2.11. De behoefte aan informatie onder de bevolking zal nog groter worden vanaf 1 januari 1999, wanneer de euro een volwaardige valuta wordt en de wisselkoersen ten opzichte van de euro worden vastgeklonken.

    (d) Speciale informatie voor de "pre-ins"

    2.12. Het Comité van de Regio's wenst een aantal opmerkingen te maken over de voorlichtingsstrategie met betrekking tot de lid-staten die niet tot de eerste golf EMU-landen zullen behoren. De Europese Commissie noemt deze landen de "pre-ins". In paragraaf 4.3.2 (bladzijde 25) staat dat "de lid-staten die niet voorkomen op de lijst (...), een speciale voorlichting voor hun eigen publieke opinie (moeten) voorbereiden". Naar gelang van de omstandigheden kan hierin worden uitgelegd welke gevolgen niet-deelneming aan de euro-zone in de praktijk heeft; welke vorderingen nog gemaakt moeten worden om zich bij de lid-staten van de eerste golf te kunnen aansluiten; informatie worden gegeven over de werking van de euro.

    2.13. Het Comité van de Regio's wil erop wijzen dat een aantal lid-staten vrijwillig heeft besloten om niet aan de EMU deel te nemen en dat enkele van bovengenoemde doelstellingen van de voorlichtingscampagne van de Europese Commissie wellicht niet adequaat zijn.

    2.14. In ieder geval is het zaak dat de Europese Commissie samen met EU-landen buiten de EMU bekijkt welke voorlichtingsbehoeften in deze landen leven. De totstandkoming van de EMU zal voorts gevolgen hebben voor exporteurs in niet-EU-landen, en ook bezoekers in de euro-zone zullen behoefte hebben aan informatie. De plaatselijke en regionale overheden zullen in euro's luidende EU-subsidies en -leningen ontvangen. Deze aspecten moeten mede in aanmerking worden genomen bij het uitwerken van een voorlichtingsstrategie ten behoeve van de "pre-ins".

    (e) Middelen en media voor de voorlichtingsstrategie

    2.15. In de Mededeling wordt een groot aantal instrumenten voor de voorlichtingsstrategie genoemd:

    - radio en televisie;

    - brochures;

    - internet en CD-ROM's;

    - algemene infonummers;

    - voordrachten en seminars;

    - huis-aan-huis-informatie (infobussen en reizende tentoonstellingen);

    - projecten gericht op specifieke doelgroepen.

    Deze opsomming biedt een breed voorlichtingsinstrumentarium, en er zijn vele manieren waarop plaatselijke en regionale overheden bij de strategie kunnen worden ingeschakeld.

    (f) De rol van het onderwijs in de voorlichtingsstrategie

    2.16. Het Comité van de Regio's vestigt de aandacht op de rol van het onderwijs in de voorlichtingsstrategie. De werkzaamheden van een deskundigengroep zijn op beknopte wijze weergegeven in een andere Mededeling, nl. die over de "Meest recente informatie betreffende de praktische aspecten van de invoering van de euro". De desbetreffende deskundigengroep heeft het volgende te melden:

    - voorlichting via het onderwijsstelsel zal in feite een van de dankbaarste onderdelen van de voorlichtingscampagne ten behoeve van de burger zijn;

    - van schoolplichtige jongeren gaat een onmiskenbaar multiplicatoreffect in het gezin uit;

    - informatie over de euro dient in lesmateriaal te worden opgenomen en deel van het leerproces uit te maken.

    2.17. De deskundigengroep heeft zich terecht geconcentreerd op het onderwijs aan jongeren, maar ook de rol van het volwassenenonderwijs, het onderwijs in wijkcentra e.d. alsook van beroepsopleidingen moet worden onderstreept; dit zijn belangrijke onderdelen van de voorlichtingsstrategie. De te creëren onderwijspakketten zouden voorts ook kunnen worden aangepast aan het algemene publiek en aan de bijzondere behoeften van ouderen tegemoet kunnen komen.

    3. Rol van de regionale en plaatselijke autoriteiten in de voorlichtingsstrategie

    3.1. Het Comité van de Regio's is van mening dat in de voorlichtingsstrategie een belangrijkere rol moet zijn weggelegd voor de plaatselijke en regionale autoriteiten. Een van de hoofddoelen is immers, kleine en middelgrote bedrijven alsmede de burger te bereiken. Voorts zal de euro ingrijpende gevolgen hebben voor de regionale en lokale economieën en voor hun concurrentievermogen.

    3.2. In paragraaf 4.2.3 van de Mededeling worden de "lagere overheden, volksvertegenwoordigers en overheidspersoneel op alle niveaus" genoemd als doelgroep, maar niet zozeer als partners in de voorlichtingsstrategie. Juist de plaatselijke en regionale overheden zijn echter bijzonder bedreven in het ontwikkelen van voorlichtingscampagnes die gericht zijn op de burger en het MKB. Deze bestuurslagen zijn ook ervaren waar het gaat om het ontwikkelen van partnerschappen met andere economische actoren. Met deze ervaring zouden zij een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot de ontwikkeling van een doelmatige voorlichtingsstrategie in verband met de invoering van de euro.

    3.3. Ten aanzien van de overschakeling op de euro staat in de Mededeling te lezen dat "de nationale overheidsdiensten (...) veel verder (zijn) gevorderd met de voorbereidingen dan de lokale en gedecentraliseerde diensten. Dit is een reden voor bezorgdheid, omdat juist de regionale en lokale overheden dichter bij de burgers staan en regelmatiger contact met de bevolking hebben". Aangezien de verantwoordelijkheid voor de invoering van de gemeenschappelijke munt bij de Europese Commissie, het Europees Monetair Instituut (later de Europese Centrale Bank) en de lid-staten berust, behoeft het nauwelijks verbazing te wekken dat de plannen van de nationale overheden verder zijn gevorderd dan die van de plaatselijke en regionale autoriteiten. Dit is het gevolg van het feit dat de plaatselijke en regionale overheden zich in hun activiteiten moeten richten naar de nationale plannen en de Europese wetgeving. Het Comité van de Regio's wil er echter op wijzen dat de plaatselijke en regionale overheden dikwijls nauw samenwerken met de nationale overheid bij het maken van plannen voor de euro; deze vormen van partnerschap zijn hieronder in tabel 1 samengevat.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    3.4. Daarnaast zijn lokale en regionale overheden ook betrokken bij een aantal innoverende projecten. Zo is er gedurende een periode van zes maanden een proefproject uitgevoerd in Toscane in Italië, waar euro-biljetten en -munten zijn aangemaakt die in winkels, banken en bureaus, naast de officiële valuta, konden worden gebruikt. De plaatselijke en regionale autoriteiten, een bank uit Florence en de Europese Commissie hebben aan dit project deelgenomen.

    3.5. Een aantal verenigingen van plaatselijke autoriteiten alsook individuele plaatselijke en regionale overheden hebben handboeken en/of checklists voor de invoering van de gemeenschappelijke munt gepubliceerd. De Finse vereniging van plaatselijke autoriteiten bijvoorbeeld heeft twee brochures uitgegeven met richtsnoeren ten behoeve van de plaatselijke overheden met betrekking tot de invoering van de euro. In de eerste brochure wordt een macro-overzicht gegeven van de situatie, terwijl de tweede brochure ten behoeve van de aangesloten gemeenten een checklist bevat voor de praktische regelingen die zullen moeten worden getroffen. Met de checklist wordt in twee gemeenten proefgedraaid, waarna zij zal worden herzien. De Duitse deelstaat Beieren heeft een voorlichtingsbrochure gepubliceerd voor gemeenten in Beieren, waarin ook een checklist is opgenomen. Er is overleg geweest met plaatselijke spaarbanken en de Deutsche Bank over de invoering van de euro. Ook in Oostenrijk hebben de deelstaten, steden en gemeentes op bestuursniveau actieplannen uitgewerkt voor de omschakeling op de euro.

    3.6. Plaatselijke en regionale overheden hebben ook nauw samengewerkt met organisaties als de Fédération Européenne des Comptables (FEE) voor de publicatie van materiaal waarin een strategische aanpak met betrekking tot de invoering van de euro wordt geschetst.

    3.7. De plaatselijke en regionale autoriteiten dienen een zodanige strategie te ontwikkelen dat zij een sleutelrol kunnen gaan vervullen in de voorlichtingsstrategie die de Europese Commissie heeft ontworpen. Daarbij dient men zich bewust te zijn van de zeer ingrijpende veranderingen die zich in het financiële en IT-stelsel zullen voltrekken, van het feit dat medewerkers op sleutelposities moeten worden opgeleid en dat een en ander ook gevolgen zal hebben voor de dienstverlening, met name op het terrein van de zo belangrijke onderwijs- en economische-ontwikkelingsfuncties waarvoor zo vele plaatselijke en regionale autoriteiten in de EU bevoegd zijn.

    4. Conclusies

    4.1. Het Comité van de Regio's is ingenomen met deze Mededeling van de Commissie over de te volgen voorlichtingsstrategie bij de invoering van de euro, en meent dat dit een belangrijk document is op weg naar de Economische en Monetaire Unie.

    4.2. Het Comité van de Regio's stelt zich samen met de plaatselijke en regionale autoriteiten op het standpunt dat het een invloedrijke rol heeft gespeeld bij het stimuleren van de discussie over de Economische en Monetaire Unie via het Prince-programma.

    4.3. Het Comité van de Regio's is het eens met de door de Commissie bepleite doelstellingen van de voorlichtingsstrategie en meent dat de campagne vooral gericht moet zijn op het algemene publiek en het midden- en kleinbedrijf (MKB).

    4.4. Ten aanzien van tot specifieke bevolkingsgroepen gerichte proefprojecten wijst het Comité van de Regio's erop dat de plaatselijke autoriteiten zich in de beste positie bevinden om kwetsbare bevolkingsgroepen te bereiken: ouderen, gehandicapten, ongeletterden, jongeren, en immigranten. Deze groepen zullen er heel wat meer moeite mee hebben om informatie over de euro te krijgen en hiermee vertrouwd te raken dan andere burgers. De plaatselijke overheid is de meest geschikte organisatie om zich om deze groepen te bekommeren.

    4.5. Het Comité van de Regio's onderstreept dat de plaatselijke en regionale autoriteiten als volwaardige partners in de voorlichtingsstrategie moeten worden ingeschakeld. In dit advies wordt een beeld gegeven van de belangrijke werkzaamheden die met betrekking tot de invoering van de euro al op plaatselijk en regionaal niveau zijn uitgevoerd.

    4.6. Het Comité van de Regio's vindt dat bij het voeren van de voorlichtingscampagnes zorgvuldig rekening moet worden gehouden met de landen die niet bij de eerste groep EMU-landen zullen behoren, en dat de Europese Commissie een dialoog met deze lid-staten moet beginnen.

    4.7. Het Comité van de Regio's stelt tot zijn teleurstelling vast dat weinig of geen aandacht wordt besteed aan de rol van de pers. Aangezien de pers een grote verantwoordelijkheid heeft waar het de voorlichting van het algemene publiek betreft, lijkt het logisch om de pers erbij te betrekken en gebruik te maken van bestaande kanalen. Als spreekbuis van de plaatselijke en regionale overheden benadrukt het Comité van de Regio's in het bijzonder de betekenis van de plaatselijke en regionale pers als media die zich dicht bij de burger bevinden. Gebruikmaking van de bestaande media is een (kosten)efficiënte manier om het algemene publiek te bereiken. Het is algemeen bekend dat de plaatselijke en regionale pers een van de belangrijkste informatiebronnen is voor het merendeel van de burgers.

    4.8. Het Comité van de Regio's wil de Europese Commissie erop wijzen dat in de voorlichtingsstrategie een belangrijke rol moet zijn weggelegd voor het onderwijs, en het dringt er bij de Commissie op aan, ten volle rekening te houden met de desbetreffende opmerkingen in de Mededeling over "De praktische aspecten van de invoering van de euro".

    4.9. Het Comité van de Regio's wenst bij de voorbereiding op de invoering van de euro intensief met andere Europese instellingen samen te werken, en zal de discussie bij de plaatselijke en regionale overheden stimuleren.

    Brussel, 13 mei 1998.

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Manfred DAMMEYER

    () COM(98) 39 def.

    () PB C 34 van 3.2.1997, blz. 1.

    () COM(98) 61 def.

    Top