EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51997PC0515

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2262/84 houdende bijzondere maatregelen in de sector olijfolie

/* COM/97/0515 def. - CNS 97/0267 */

PB C 343 van 13.11.1997, p. 16–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51997PC0515

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2262/84 houdende bijzondere maatregelen in de sector olijfolie /* COM/97/0515 def. - CNS 97/0267 */

Publicatieblad Nr. C 343 van 13/11/1997 blz. 0016


Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2262/84 houdende bijzondere maatregelen in de sector olijfolie (97/C 343/08) COM(97) 515 def. - 97/0267(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 17 oktober 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat in artikel 1, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2262/84 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 533/97 (2), is bepaald dat de Raad vóór 1 januari 1998, op voorstel van de Commissie, de methode vaststelt voor de financiering van de werkelijke uitgaven van de bureaus vanaf het verkoopseizoen 1998/1999;

Overwegende dat de bureaus in het verkoopseizoen 1998/1999 hun normale werkzaamheden moeten kunnen uitvoeren; dat derhalve moet worden bepaald dat de Gemeenschap bijdraagt in de uitgaven van de bureaus voor die periode, om ze in staat te stellen efficiënt en regelmatig te functioneren in het kader van de bij Verordening (EEG) nr. 2262/84 vastgestelde administratieve autonomie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2262/84 worden de laatste twee alinea's vervangen door:

"Vóór het verkoopseizoen 1998/1999 worden de werkelijke uitgaven van de bureaus voor 50 % uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen gefinancierd.

Vóór 1 oktober 1998 gaat de Commissie na of de Gemeenschap verder moet bijdragen in de uitgaven van de bureaus en dient zij in voorkomend geval daartoe een voorstel bij de Raad in. Vóór 1 januari 1999 neemt de Raad volgens de procedure van artikel 43, lid 2, van het Verdrag een besluit over de eventuele financiering van de betrokken uitgaven.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

(1) PB L 208 van 3. 8. 1984, blz. 12.

(2) PB L 83 van 25. 3. 1997, blz. 1.

Top