Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51997AC0320

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over: - de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité 'Doorzichtigheid van de wetgeving binnen de interne markt voor de diensten van de Informatiemaatschappij'", en - het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad voor een derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften"

    PB C 158 van 26.5.1997, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51997AC0320

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over: - de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité 'Doorzichtigheid van de wetgeving binnen de interne markt voor de diensten van de Informatiemaatschappij'", en - het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad voor een derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften"

    Publicatieblad Nr. C 158 van 26/05/1997 blz. 0001


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over:

    - de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité 'Doorzichtigheid van de wetgeving binnen de interne markt voor de diensten van de Informatiemaatschappij'", en - het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad voor een derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften" () (97/C 158/01)

    De Raad heeft op 14 februari 1997 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over de voornoemde mededeling en het voornoemde voorstel.

    De Afdeling voor industrie, handel, ambacht en diensten, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 3 maart 1997 goedgekeurd. Rapporteur was de heer K. De Knegt.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 344e Zitting (vergadering van 19 maart 1997) het nu volgende advies uitgebracht, dat met 41 stemmen vóór en 4 stemmen tegen is goedgekeurd.

    1. Inleiding

    1.1. Het beleid van de Commissie inzake de informatiemaatschappij is vastgesteld in haar actieplan "Europa op weg naar de informatiemaatschappij: een actieplan". In het kader van dit algemene beleid inzake de informatiemaatschappij heeft de Commissie in maart 1995 haar wet- en regelgevend beleid inzake de diensten van de informatiemaatschappij bepaald, d.w.z. inzake de verschillende diensten die op de informatiesnelwegen aangeboden zullen worden.

    1.2. Het beleid is er op gericht aan de consument een veelheid van diensten aan te bieden die langs elektronische weg verleend zullen worden. Om deze dienstverlening in alle lid-staten op dezelfde wijze te laten verlopen, is het nodig dat op communautair niveau coördinatie plaatsvindt.

    2. Het Commissiedocument

    2.1. De mededeling van de Commissie en het bijgaande voorstel voor een richtlijn van de Raad hebben tot doel om op communautair niveau een informatie- en overlegprocedure in te stellen voor eventuele in de toekomst te ontwerpen wetgeving met betrekking tot de diensten van de informatiemaatschappij.

    2.2. De verscheidenheid van deze diensten wordt steeds groter en zij bestrijken een uitgebreid terrein, waarbij het vooral gaat om elektronische kranten, onderwijs, televerkoop van reizen, elektronische verkoop van goederen en diensten, raadpleging van advocaten en artsen, interactieve spelletjes en amusement, vrijetijdsbesteding, enz.

    2.3. Ten aanzien van de werkzaamheden ter voorbereiding van de wet- en regelgeving, wordt door de Commissie aangegeven dat men in een aantal lid-staten reeds is begonnen met de voorbereidende werkzaamheden om de toekomstige wetgeving in het kader van de informatiemaatschappij te onderzoeken en te beoordelen. Genoemd worden België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Zweden, Finland en het Verenigd Koninkrijk.

    2.4. De in Richtlijn 83/189/EEG van 28 maart 1983 vastgestelde procedure voor ontwerp-voorschriften betreffende goederen beoogt precies een dergelijke coördinatieprocedure. Na tien jaar ervaring met de tenuitvoerlegging van deze richtlijn blijkt hoe doelmatig deze is, in die zin dat zij het best functionerende instrument voor doorzichtigheid op wetgevingsgebied vormt. De bestuurlijke samenwerking die dankzij deze richtlijn is ontstaan en de procedures die de richtlijn voorschrijft, beantwoorden volledig aan de huidige behoeften op het gebied van de informatiemaatschappij.

    2.5. De Commissie stelt daarom voor het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te breiden tot onderwerpen voor wet- en regelgeving op het gebied van de diensten van de informatiemaatschappij.

    2.6. Het voorstel voor uitbreiding van de richtlijn beoogt meerdere doelstellingen, en wel:

    - een goede werking van de interne markt mogelijk maken door met name te voorkomen dat nieuwe belemmeringen worden opgeworpen door het wederzijds verstrekken van informatie door de lid-staten, alsmede tussen de lid-staten onderling, alsmede tussen de lid-staten en de Commissie;

    - te zorgen voor betere bescherming van het algemeen belang door vooraf te bepalen welke behoefte er aan communautair ingrijpen bestaat om de bescherming in alle lid-staten adequaat en gelijkwaardig te doen zijn;

    - de behoefte aan nieuwe communautaire regelgeving beter te bepalen door doelmatiger toepassing van het Verdrag, met name de artikelen 52 en 59, en van het Gemeenschapsrecht, alsmede nauwere samenwerking tussen de lid-staten;

    - vereenvoudiging van de bestuurlijke samenwerking bij het opstellen van wet- en regelgeving;

    - een bijdrage te leveren aan de stabiliteit van de wet- en regelgeving;

    - de bevoegde autoriteiten en de gebruikers meer informatie te verstrekken en hun de mogelijkheid te geven een bijdrage te leveren aan ontwerpen voor wet- en regelgeving die op hun betrekking kunnen hebben.

    2.7. In het doorzichtigheidsinstrument worden de procedurele bepalingen van Richtlijn 83/189/EEG overgenomen, en wel:

    - een informatieprocedure voor ontwerpen van wet- en regelgeving betreffende de hierboven gedefinieerde diensten;

    - een overlegprocedure;

    - een krachtens Richtlijn 83/189/EEG reeds bestaand Comité, waarin vertegenwoordigers van de lid-staten zitting hebben.

    2.8. Het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende de derde wijziging van Richtlijn 83/189 EEG ligt volkomen in lijn van de subsidiariteitsgedachte.

    3. Algemene opmerkingen - Mededeling van de Commissie terzake de diensten van de informatiemaatschappij

    3.1. Het Economische en Sociaal Comité (ESC) juicht het toe dat de Commissie in het kader van haar algemene beleid inzake de informatiemaatschappij ernaar streeft een wettelijk kader te ontwikkelen, waardoor nieuwe diensten die de informatiemaatschappij met zich brengt, kunnen profiteren van de mogelijkheden die de ruimte zonder binnengrenzen biedt.

    3.2. Het ESC onderstreept de opvatting van de Commissie dat bij het verder ontwikkelen van de informatie maatschappij geen afbreuk mag worden gedaan aan de fundamentele doelstellingen van algemeen belang en dat daarom naar behoren rekening moet worden gehouden met de sociale, maatschappelijke en culturele belangen.

    3.3. Het is belangrijk dat in tien van de vijftien lid-staten begonnen is met de voorbereidende werkzaamheden om de behoefte aan wetgeving in het kader van de informatiemaatschappij te onderzoeken. Naar de mening van het ESC moeten de Raad en de lid-staten uitspreken dat het van belang is dat alle lid-staten ten aanzien van dit vraagstuk, zo mogelijk, gelijke tred houden.

    3.4. Om te voorkomen dat de interne markt verbrokkelt, vindt de Commissie dat ten behoeve van de toekomstige werkzaamheden coördinatie moet plaatsvinden, maar meent dat het voorbarig is ten behoeve van deze coördinatie uitgebreide voorstellen voor harmonisatie te doen. Het ESC onderschrijft in dezen het standpunt van de Commissie.

    3.5. Omdat in het algemeen nog onvoldoende duidelijk is in welke vorm en op welke wijze deze nieuwe diensten zich op de markt kunnen ontwikkelen, kunnen de noodzaak en de inhoud van een dergelijke harmonisatie ten aanzien van de interne markt niet worden vastgesteld. De Commissie stelt daarom voor om de toekomstige wet- en regelgeving te coördineren door middel van de genoemde procedure voor informatie, overleg en bestuurlijke samenwerking.

    3.6. Het ESC is het eens met de voorgestelde procedure voor informatie, overleg en bestuurlijke samenwerking. Het ondersteunt daarbij de opvatting van de Commissie, dat in het ontwerp-stadium van wet- en regelgeving de nationale wetgever bereid moet zijn om bij andere nationale bestuursorganen informatie in te winnen over de situatie zoals die in andere lid-staten bestaat. Daarmee kan worden voorkomen dat niet de situatie ontstaat van op zichzelf staande wetgeving waarbij geen rekening is gehouden met elders opgedane ervaring en gevolgen voor in andere landen gevestigde dienstverleners en afnemers.

    3.7. Het ESC is het volstrekt eens met de Commissie dat de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij voor de burgers van de Europese Unie van grote betekenis is en dat de toegang daartoe voor allen gelijk moet zijn. Dat geldt evenzeer voor het bedrijfsleven, waaronder het midden- en kleinbedrijf en het microbedrijf.

    3.8. Terecht heeft de Commissie vastgesteld dat doorzichtigheid bij het ontwikkelen van de diensten van de informatiemaatschappij van grote betekenis is. Het ESC is van oordeel dat vanaf het begin die doorzichtigheid aanwezig moet zijn.

    3.9. Het ESC wil benadrukken dat de programma's die ontwikkeld zullen worden om toegang te krijgen tot de diensten van de informatiemaatschappij, gebruikersvriendelijk moeten zijn. Onderzoek in een aantal lid-staten heeft uitgewezen dat moderne apparatuur, waaronder worden verstaan televisie, videoapparatuur, computers, e.d. moeilijk te bedienen zijn en de handleidingen niet uitblinken in duidelijkheid. Het ESC dringt er bij de Commissie op aan te bewerkstelligen dat de handleidingen in alle officiële talen worden uitgebracht.

    3.10. De ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij zal stap voor stap plaatsvinden; het is niet aan te geven binnen welke periode het einddoel zal zijn bereikt. Verwacht mag worden dat de technologische ontwikkeling zal doorgaan en dat nieuwe ideeën zullen worden ontwikkeld over de inrichting van de diensten van de informatiemaatschappij. In die zin kan gesproken worden van een continu proces; dat vraagt om een procesmatige aanpak.

    3.11. Het voordeel daarvan is dat de ontwikkeling goed gevolgd kan worden; dat geeft de mogelijkheid, daar waar nodig, bij te sturen en alle betrokkenen te vragen constructieve bijdragen te blijven leveren. Tussentijdse verslaggeving over de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij en de wet- en regelgeving is noodzakelijk. Het ESC vraagt de Commissie daar aandacht aan te besteden.

    4. Algemene opmerkingen - Voorstel tot derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG

    4.1. Het ESC vindt het juist dat de Commissie in haar streven naar het ontwikkelen van een wettelijk kader voor de informatiemaatschappij daarin Richtlijn 83/189/ EEG betrekt, omdat in deze richtlijn procedures voor ontwerp-voorschriften betreffende goederen zijn vastgesteld en waarop ook een coördinatieprocedure van toepassing is, waarmee goede ervaringen zijn opgedaan.

    4.2. Dat heeft tot gevolg dat de richtlijn moet worden uitgebreid en een aantal artikelen moeten worden aangepast, zodat zij kan worden toegepast op ontwerpen voor wet- en regelgeving betreffende de diensten van de informatiemaatschappij. De Commissie doet daarover concrete voorstellen.

    4.3. Richtlijn 83/189/EEG regelt de uitwisseling van informatie tussen de lid-staten op het gebied van technische voorschriften en normalisatie. De lid-staten zijn verplicht de Commissie en de andere lid-staten in kennis te stellen van ieder nationaal ontwerp voor een technisch voorschrift dat zij voornemens zijn goed te keuren.

    4.4. Het voorstel van de Commissie om het toepassingsgebied van Richtlijn 83/189/EEG uit te breiden tot weten regelgeving op het gebied van de diensten van de informatiemaatschappij, maakt het voor geïnteresseerden mogelijk kennis te nemen van de ontwikkelingen op dit terrein.

    4.5. Alhoewel het ESC beseft dat het voorstel voor de derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG alleen betrekking heeft op het technische gedeelte van de regelingen van de Richtlijn, is het relevant te benadrukken dat normen, behalve dat zij van kapitaal belang zijn voor de goede werking van de interne markt, ook de basis vormen voor het ontwikkelen van goederen en processen van hoge kwaliteit; variërend van producten voor huishoudelijk tot producten voor industrieel gebruik. Kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen op dit gebied is van grote betekenis voor ondernemingen van groot tot klein, maar evenzeer voor de burgers.

    4.6. De omvang van de bedrijven behorende tot het midden- en kleinbedrijf maakt het niet mogelijk in alle opzichten actief in het proces van de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij te participeren. Dat geldt tevens voor werknemers- en consumentenorganisaties.

    4.7. Daarom is het van belang een beleid te voeren dat erop gericht is de belangstelling voor de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij te stimuleren en in stand te houden.

    4.8. De Commissie doet regelmatig verslag over de werking van Richtlijn 83/189/EEG. Het ESC heeft kennisgenomen van de mededeling van de Commissie dat het ESC het verslag over de werking van Richtlijn 83/189/EEG officieel zal ontvangen.

    4.9. Het ESC stelt vast dat volgens artikel 9 van Richtlijn 83/189/EEG een lid-staat technische voorschriften kan uitvaardigen om dringende redenen die verband houden met de bescherming van de volksgezondheid, de veiligheid of de bescherming van leven en gezondheid van dieren en planten. Ook het Verdrag voorziet in de mogelijkheid dringende maatregelen te treffen ter bescherming van de openbare orde.

    Het ESC wordt ook geraadpleegd over het Groenboek betreffende de bescherming van de menselijke waardigheid in audiovisuele en informatiediensten en van de Mededeling van de Commissie over illegale en schadelijke inhoud op het Internet ().

    Daar dit soort problemen zich steeds vaker op netwerken zal voordoen, dringt het Comité erop aan dat de Commissie nauwkeuriger de mechanismen en criteria aangeeft die in het kader van de urgentieprocedure kunnen worden gehanteerd.

    4.10. Door de derde wijzigingen worden nieuwe elementen aan de richtlijn toegevoegd afgestemd op de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij. De richtlijn zoals de genoemde is tamelijk gecompliceerd, maar moet niettemin toegankelijk zijn.

    5. Coördinatie bij de Commissie

    5.1. In het kader van de ontwikkeling van de informatiemaatschappij zijn door de Commissie een aantal documenten opgesteld (). Tussen die documenten bestaat grote samenhang. Het is echter voor het ESC, maar ook voor anderen, niet altijd duidelijk waar de coördinatie van alle activiteiten, die samenhangen met de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij, plaatsvindt en wie daarvoor verantwoordelijk is.

    5.2. Terecht wordt in alle documenten gesproken over "doorzichtigheid" van de informatiemaatschappij. Voor allen die zich daarbij betrokken voelen, is het van belang te weten wie binnen de Commissie verantwoordelijk is voor de coördinatie van dit belangrijke vraagstuk, welke diensten daarbij zijn betrokken en welke ontwikkelingen gaande zijn.

    6. Conclusies

    6.1. Het ESC kan instemmen met:

    - het beleid van de Commissie om ter zake van de diensten van de informatiemaatschappij daarvoor aangepaste wetgeving te ontwikkelen;

    - de voorgestelde procedure voor informatie, overleg en bestuurlijke samenwerking;

    - de voorgestelde derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG.

    7. Aanbevelingen

    7.1. Het ESC beveelt aan:

    - om de nationale en regionale overheden bij de ontwikkeling van de informatiemaatschappij te betrekken. Van de Commissie moet daartoe een stimulans uitgaan;

    - om door middel van tussentijdse verslaggeving informatie te verstrekken over de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij en de wet- en regelgeving;

    - om te stimuleren dat er gebruikersvriendelijke programma's worden ontwikkeld, die toegang moeten geven tot de diensten van de informatiemaatschappij;

    - om voor werknemers- en consumentenorganisaties, het midden- en kleinbedrijf en microbedrijven een platform "Ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij" op te richten;

    - om nauwkeuriger mechanismen en criteria vast te stellen die in het kader van de urgentieprocedure gebruikt kunnen worden;

    - om door middel van een publicatie duidelijk te maken wie binnen de Commissie verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij en welke diensten daarbij zijn betrokken;

    - om ten behoeve van de burgers een informatiecentrum "Ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij" op te richten;

    - na aanvaarding door de Raad van de derde wijziging van Richtlijn 8/189/EEG deze, voorzien van een goede toelichting, zo spoedig mogelijk integraal te publiceren.

    Brussel, 19 maart 1997.

    De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité

    T. JENKINS

    () PB nr. C 307 van 16. 10. 1996, blz. 11.

    () COM(96) 487 def.

    () (COM(96) 395 def) "van Corfou tot Dublin" en "Gevolgen van de informatiemaatschappij voor het beleid van de Europese Unie - Voorbereiding volgende etappes"; (COM(96) 359 def.) "Normalisatie en de wereldwijde informatiemaatschappij: de Europese aanpak"; (COM(96) 389 def.) "Groenboek - Leven en werken in de informatiemaatschappij: de mens voorop"; (COM(96) 392 def.) "Doorzichtigheid van wetgeving binnen de interne markt voor de diensten van de informatiemaatschappij" en Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad voor een derde wijziging van Richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.

    Top