Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996PC0232

    Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

    /* COM/96/0232 def. - CNS 96/0140 */

    PB C 209 van 20.7.1996, p. 7–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51996PC0232

    Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid /* COM/96/0232 DEF - CNS 96/0140 */

    Publicatieblad Nr. C 209 van 20/07/1996 blz. 0007


    Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

    (96/C 209/08)

    (Voor de EER relevante tekst)

    COM(96) 232 def. - 96/0140(CNS)

    (Door de Commissie ingediend op 29 mei 1996)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Overwegende dat in verband met de overexploitatie van de visbestanden in de afgelopen jaren, aanzienlijke inspanningen op het gebied van toezicht en controle op de visserijactiviteiten vereist zijn;

    Overwegende dat door middel van kosteneffectieve maatregelen, zoals bij voorbeeld de invoering van satellietvolgsystemen voor vaartuigen, voor meer en nauwkeuriger gegevens betreffende de geleverde visserij-inspanning moet worden gezorgd;

    Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 (1) tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid kan besluiten over te gaan tot de installatie van een systeem voor permanente positiebepaling van communautaire vissersvaartuigen;

    Overwegende dat uit proefprojecten die door de Lid-Staten zijn uitgevoerd in het kader van Verordening (EG) nr. 897/94 van de Commissie (2) houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad met betrekking tot de proefprojecten inzake permanente positiebepaling van communautaire vissersvaartuigen is gebleken dat voor de positiebepaling van vissersvaartuigen meerdere van satelliettechnologie gebruik makende volgsystemen in aanmerking komen;

    Overwegende dat het permanent via satelliet volgen van sommige categorieën communautaire vissersvaartuigen het beheer van de visserij-inspanningen, de bewaking van sommige kwetsbare gebieden, de verificatie van de logboeken en het toezicht op de aanvoer van de vangsten ten goede zal komen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 wordt vervangen door:

    "Artikel 3 1. Iedere Lid-Staat installeert een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen, hierna 'VMS`-Vessel Monitoring System genoemd, waarmee de positie van communautaire vissersvaartuigen kan worden bepaald. Het VMS-systeem wordt uiterlijk met ingang van 1 januari 1997 toegepast op alle communautaire vissersvaartuigen, ongeacht hun lengte, die tot één van de volgende categorieën behoren: - vaartuigen die op de volle zee, met uitzondering van de Middellandse Zee, vissen; - vaartuigen die in de wateren van derde landen vissen; - vaartuigen waarvan de vangst bestemd is voor verwerking tot meel en olie; - vaartuigen die drijfnetten met een lengte van meer dan 1 kilometer gebruiken, alsmede, uiterlijk met ingang van 1 januari 1999, op alle andere communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. 2. De Lid-Staten zien erop toe dat apparatuur die het volgen via satelliet mogelijk maakt, wordt geïnstalleerd aan boord van communautaire vissersvaartuigen die hun vlag voeren en waarvoor de VMS-regeling geldt, en dat deze apparatuur geheel bedrijfsklaar is. De apparatuur moet de vissersvaartuigen in staat stellen via satellietcommunicatie hun geografische positie en, in voorkomend geval, de in artikel 19 ter bedoelde inspanningsverslagen aan de vlaggestaat mede te delen. Bij overmacht worden de dienstige inlichtingen over de radio medegedeeld via een radiostation dat door de Gemeenschap is erkend om dergelijke inlichtingen te ontvangen. De Lid-Staten onderwerpen de satellietvolgapparatuur die aan boord van de vissersvaartuigen die hun vlag voeren is geïnstalleerd, aan een jaarlijkse inspectie. 3. De kapitein van onder de VMS-verplichting vallende communautaire vissersvaartuigen ziet erop toe dat de satellietvolgapparatuur te allen tijde bedrijfsklaar is en dat de in lid 2 bedoelde gegevens worden medegedeeld. 4. Iedere Lid-Staat stelt een door hem te beheren visserijcontrolecentrum in dat toezicht houdt op de visserijactiviteiten en -inspanningen. Dit centrum start zijn activiteiten uiterlijk op 1 januari 1997. Het visserijcontrolecentrum van een Lid-Staat houdt toezicht op de vissersvaartuigen die de vlag van die Lid-Staat voeren, ongeacht de wateren of de haven waarin zij zich bevinden, alsmede op de communautaire vissersvaartuigen die de vlag van andere Lid-Staten voeren en die actief zijn in de wateren onder soevereiniteit of jurisdictie van de Lid-Staat van het controlecentrum. 5. Wanneer de vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, actief zijn in de wateren onder soevereiniteit of juridictie van een andere Lid-Staat, ziet de vlaggestaat erop toe dat zijn visserijcontrolecentrum de specifieke gegevens betreffende de positie van de vaartuigen onverwijld mededeelt aan het controlecentrum van de betrokken kuststaat. De Lid-Staat die vlaggestaat is, wordt van deze verplichting ontslagen als haar vaartuigen alle dienstige gegevens zelf rechtstreeks aan het visserijcontrolecentrum van de betrokken Lid-Staat die kuststaat is, mededelen op grond van een tussen de vlaggestaat en de kuststaat overeengekomen protocol, dat ter kennis van de Commissie wordt gebracht. 6. Elke vlaggestaat wijst de autoriteiten aan die bevoegd zijn voor de visserijcontrolecentra en doet het nodige opdat deze centra kunnen beschikken over voldoende vakbekwaam personeel en over computerapparatuur en -programma's waarmee gegevens automatisch kunnen worden verwerkt en langs elektronische weg kunnen worden verzonden. De Lid-Staten zorgen voorts voor een back-upsysteem of een foutherstelprocedure voor het geval dat het hoofdsystem onklaar geraakt. De Lid-Staten kunnen een gemeenschappelijk visserijcontrolecentrum exploiteren. 7. De Lid-Staat die vlaggestaat is, treft de nodige maatregelen opdat de van de vissersvaartuigen ontvangen gegevens in een voor de computer leesbare vorm worden opgeslagen en gedurende drie jaar worden bewaard. De Commissie heeft te allen tijde direct toegang tot deze computerbestanden. De geldende voorschriften met betrekking tot de bescherming van gegevens worden gerespecteerd. 8. De nadere regels voor de tenuitvoerlegging van dit artikel worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 36.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    (1) PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1.

    (2) PB nr. L 104 van 23. 4. 1994, blz. 18.

    Top