EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996IP0581

Resolutie over de VN-conferentie Habitat II ("Stedentop") in juni 1996 te Istanboel

PB C 166 van 10.6.1996, p. 257 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51996IP0581

Resolutie over de VN-conferentie Habitat II ("Stedentop") in juni 1996 te Istanboel

Publicatieblad Nr. C 166 van 10/06/1996 blz. 0257


B4-0581/96

Resolutie over de VN-conferentie Habitat II ("Stedentop") in juni 1996 te Istanboel

Het Europees Parlement,

A. overwegende dat van 18 miljoen mensen in de Europese Unie kan worden gesteld dat ze dakloos zijn of zeer slecht behuisd zijn, d.w.z. dat ze in slechte of te kleine woningen gehuisvest zijn,

B. overwegende dat de stadsbevolking in de wereld voortdurend toeneemt en in 2025 twee derde van de totale bevolking zal uitmaken, terwijl wordt geschat dat nu reeds 600 miljoen mensen in de wereld wonen in "levens- en gezondheidsbedreigende" woningen en wijken wegens de gebrekkige staat van hun behuizing en ontoereikende dagelijkse infrastructuren en diensten,

C. overwegende dat Habitat II van 2 tot 14 juni 1996 in Istanboel de laatste van een serie VN-conferenties van deze eeuw is en een van de belangrijkste onderwerpen voor de kwaliteit van het bestaan van toekomstige generaties zal behandelen,

D. overwegende dat de oorzaken voor het steeds moeilijker vinden van goede en betaalbare woningen onder meer gelegen zijn in ontoereikende inkomens, langdurige werkloosheid, lacunes in de sociale zekerheid en het ontbreken van goede sociale woningbouw,

E. overwegende dat alle lid-staten het recht op goede huisvesting voor iedereen als beginsel hebben erkend met de ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van de Verenigde Naties (1966), alsmede in de nationale regelgeving c.q. ambtelijke praktijk,

F. overwegende dat niet-toepassing van het recht op huisvesting een inbreuk vormt op de beginselen en democratische waarden waarop de Europese samenleving stoelt, zoals verankerd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, getuige artikel F, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

G. overwegende dat programma's voor woonsubsidie en verbetering van de woonomgeving voor arbeiders in de kolen- en staalsector en hun gezinnen, met als oogmerk bij te dragen tot de kwaliteit van de produktie en de concurrentiekracht van de bedrijven in die sector, al sinds 1955 door de Commissie zijn ontwikkeld, zich daarbij stoelend op het Verdrag,

H. overwegende dat er steeds meer behoefte is aan bevordering van internationale uitwisseling van informatie en ervaring over de vraag hoe dakloosheid voorkomen kan worden,

I. overwegende dat alleen met een concreet lange-termijnbeleid voor huisvesting van de kwetsbaarste categorieën duurzame, fundamentele oplossingen kunnen worden geboden voor de dramatische huisvestingsproblemen waarmee onze landen te kampen hebben, waarbij tevens nieuwe werkgelegenheid ontstaat, wat nu in de Gemeenschap topprioriteit heeft,

J. overwegende dat vrouwen grotendeels zijn uitgesloten van volledige deelneming aan de besluiten die van invloed zijn op de ontwikkeling van de huisvesting in grote steden, provinciesteden en dorpen, hoewel vrouwen het meest hieronder te lijden hebben en met de slechtste behuizingen genoegen moeten nemen,

K. overwegende dat zowel de inheemse bevolking enerzijds als vluchtelingen, migranten en straatkinderen anderzijds het slachtoffer zijn van gedwongen verhuizing uit hun traditionele grondgebied en woonplaatsen en derhalve bijzonder betrokken zijn bij het probleem van aanvaardbare woon- en levensomstandigheden,

L. overwegende dat de Commissie momenteel nadenkt over de wenselijkheid van een Groen Fonds voor steden in de derde wereld teneinde een grote reeks milieuverbeteringen op plaatselijk niveau te steunen,

M. overwegende dat de Europese Unie tot dusverre niet actief betrokken is geweest bij internationale maatregelen inzake de huisvesting,

N. overwegende dat de Commissie zal deelnemen aan de Habitat II-Conferentie en dat de betrokkenheid van de Europese Unie bij deze conferentie hoge verwachtingen wekt,

Het Europees Parlement,

1. verzoekt de Commissie criteria te formuleren voor een verantwoord en eerlijk systeem waardoor iedereen een goede woning kan vinden, in het kader van een welomschreven subsidiariteitsbeginsel, om vast te stellen welke doelen in alle lid-staten bereikt moeten worden, met inachtneming van de plaatselijke situatie;

2. wijst de Commissie erop dat echte economische integratie zonder sociale integratie niet mogelijk is;

3. wenst dat de Europese Unie het recht op huisvesting opneemt in alle verdragen en handvesten die aan de werkzaamheden en doelstellingen van de Europese Unie ten grondslag liggen;

4. verzoekt de Raad en de Commissie een programma op te zetten, gericht op intensivering van de samenwerking tussen lokale partners die bezig zijn met proefprojecten (die de vier terreinen huisvesting, werkgelegenheid, opleiding en dienstverlening bestrijken) voor de algehele integratie van achterstandsgroepen, naar het voorbeeld van het programma dat is opgezet door Cecodhas, Feantsa en het Europees Verbond van Vakverenigingen en daarbij een volwaardige rol toe te kennen aan de vrouwen, die een machtige factor in de strijd tegen marginalisering zijn en doorslaggevende invloed uitoefenen op het behoud en herstel van sociale banden en solidariteit;

5. verzoekt de Commissie na te gaan hoe de woonsubsidieprogramma's van de EGKS kunnen worden gecontinueerd;

6. verzoekt de Commissie het scheppen van arbeidsplaatsen in de bouw- en huisvestingssector en de inschakeling van vrouwen op vakgebieden als architectuur, bouwkunde, bouwvak en stedenbouw te bevorderen teneinde de woonomgeving als geheel voor alle EU-burgers te verbeteren;

7. wijst de Commissie nogmaals op de essentiële rol van vrijwilligerswerk, met dien verstande dat door de overheid georganiseerde solidariteit de hoeksteen van de democratie is;

8. verzoekt de Commissie steun te verlenen aan Europese organisaties als FEANTSA en Cecodhas bij hun werk voor betere huisvestingsmogelijkheden voor kansarmen;

9. is van oordeel dat de Unie bij elk van deze maatregelen meer effect kan sorteren dan de lid-staten afzonderlijk en kan bijdragen tot meer parallel, aanvullend en goed-onderbouwd optreden op het juiste niveau, in de geest van de Unieverdragen;

10. doet een beroep op de Europese Unie om tijdens de Habitat II-Conferentie de internationale erkenning te ondersteunen van het recht op goede huisvesting, waarbij vooral moet worden gelet op de verbetering van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten;

11. doet een beroep op de Commissie en de lid-staten om te werken aan een politieke consensus tijdens de Habitat II-Conferentie ten behoeve van een huisvestingsbeleid waarin milieu-, sociale, economische en culturele aspecten in aanmerking worden genomen, en dringt aan op hernieuwde internationale inspanningen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een Plaatselijke Agenda 21 in steden en bij plaatselijke instanties;

12. doet een beroep op de Commissie en de lid-staten om zich tijdens de Habitat II-Conferentie in te zetten voor de bevordering van de decentralisatie en de versterking van de rol van plaatselijke gemeenschappen, opdat internationale leningen en middelen direct ter beschikking worden gesteld van plaatselijke instanties, NGO's, gemeenschapsorganisaties, enz. zonder tussenkomst van de regering;

13. doet een beroep op de Commissie en de lid-staten om zich tijdens de Habitat II-Conferentie in te zetten voor het verlenen van politieke macht aan de inheemse bevolking, migranten, vluchtelingen en straatkinderen, opdat zij de politieke en financiële middelen krijgen om invloed te hebben op hun woon- en levensomstandigheden;

14. verzoekt de Commissie en lid-staten deel te nemen aan de belangrijkste internationale programma's voor huisvesting in ontwikkelingslanden om een doelmatiger beleidscooerdinatie te bevorderen;

15. verzoekt de Commissie om de Europese campagne voor leefbare steden te ondersteunen;

16. verzoekt de Commissie haar beleid inzake de stadsgebieden van ontwikkelingslanden te herzien om te zorgen voor het betrekken van de plaatselijke gemeenschappen en vooral van vrouwen bij de uitvoering van projecten, voor hun directe toegang tot verleende financiële steun, alsmede voor een betere cooerdinatie van vergelijkbare acties van de lid-staten in de betrokken gebieden;

17. verzoekt de ministers van Volkshuisvesting de aanbevelingen van deze resolutie bij hun eerstvolgende informele overleg te bespreken en op de agenda te plaatsen voor de komende Raadszitting (Sociale Zaken);

18. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lid-staten, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's, de sociale partners, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en het VN-Centrum voor wonen.

Top