51995AC0585

Advies over de ontwerp-verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (95/C 236/13)

De Raad heeft op 20 februari 1995 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over de ontwerp-verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk.

De Afdeling voor sociale aangelegenheden, gezinsvraagstukken, onderwijs en cultuur, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 11 mei 1995 goedgekeurd. Algemeen rapporteur was de heer Etty.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens de 326e Zitting (vergadering van 31 mei 1995) het volgende advies uitgebracht, dat met algemene stemmen is goedgekeurd.

1. Het Comité verwijst naar zijn advies over de Verordening van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk van 29 april 1992 (), en met name naar zijn opmerkingen met betrekking tot artikel 8. Het verheugt het Comité dat de Commissie nu voorstelt dat de werknemers en de werkgevers uit alle lid-staten vertegenwoordigd zullen zijn in de raad van bestuur van het Agentschap.

2.1. De uitbreiding van de raad van bestuur van 27 tot 48 leden zal ongetwijfeld een nog grotere claim leggen op de begroting van het Agentschap, die het Comité al aan de lage kant vond gezien het ruime takenpakket van het Agentschap en de eisen die hieraan worden gesteld.

2.2. Het Comité vindt dan ook dat het budget voor het Agentschap moet worden verhoogd.

3. Het Comité gaat niet akkoord met het in artikel 8, lid 6 geformuleerde voorstel om de leden die de regeringen vertegenwoordigen, elk twee stemmen te geven bij beslissingen in de raad van bestuur en de andere leden slechts één stem. Dit wordt alleen aanvaardbaar geacht voor besluiten die betrekking hebben op budgettaire aangelegenheden. Bij alle andere beslissingen dienen alle leden van de raad van bestuur over één stem te beschikken.

Brussel, 31 mei 1995.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

Carlos FERRER

() PB nr. C 169 van 6. 7. 1992.