EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51994PC0068(07)

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën (1994-1998)

/* COM/94/68 def. - CNS 94/0085 */

PB C 228 van 17.8.1994, p. 96–106 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

51994PC0068(07)

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën (1994-1998) /* COM/94/68DEF - CNS 94/0085 */

Publicatieblad Nr. C 228 van 17/08/1994 blz. 0096


Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën (1994-1998) (94/C 228/07) (Voor de EER relevante tekst) COM(94) 68 def. - 94/0085(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 30 maart 1994)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, in het bijzonder op artikel 130 I, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende dat de Raad en het Europees Parlement bij Besluit . . ./. . ./EG een vierde kaderprogramma voor communautaire acties op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna OTO genoemd) hebben vastgesteld voor de periode 1994-1998, waarin met name de activiteiten zijn omschreven die moeten worden uitgevoerd op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën; dat deze beschikking wordt vastgesteld in het licht van de in de preambule van genoemd besluit uiteengezette overwegingen;

Overwegende dat in artikel 130 I, lid 3, is bepaald dat het kaderprogramma ten uitvoer wordt gelegd door middel van specifieke programma's die binnen elke activiteit worden ontwikkeld; dat in elk specifiek programma de nadere bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de noodzakelijk geachte middelen worden vastgesteld;

Overwegende dat dit programma een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan herstel van de groei, versterking van het concurrentievermogen en ontwikkeling van werkgelegenheid in de Unie, zoals aangegeven in het Witboek "Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid" (1);

Overwegende dat dit programma hoofdzakelijk wordt uitgevoerd door middel van werkzaamheden voor gezamenlijke rekening alsmede gecoördineerde werkzaamheden en voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 130 I, lid 3, een raming moet worden gemaakt van de voor de uitvoering van dit specifiek programma noodzakelijk geachte middelen; (dat de definitieve bedragen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit overeenkomstig de relatieve prioriteit die aan het gebied waarop dit programma betrekking heeft, wordt toegekend binnen activiteit I van het vierde kaderprogramma);

Overwegende dat in Besluit . . ./. . ./EG is bepaald dat het maximum totaalbedrag van het 4e kaderprogramma uiterlijk op 30 juni 1996 opnieuw wordt bekeken met het oog op een verhoging ervan; dat als gevolg hiervan het voor de uitvoering van dit programma noodzakelijk geacht bedrag kan worden verhoogd;

Overwegende dat de kennis omtrent het marine milieu en zijn wisselwerking met de andere compartimenten van de biosfeer moet worden bevorderd ten einde veranderingen te kunnen voorspellen en te komen tot een versteviging van de technologische basis van de Europese industrie op het gebied van onderzoek, bewaking en duurzaam gebruik van het erfgoed van de gehele mensheid, de oceanen;

Overwegende dat de inhoud van het vierde kaderprogramma voor communautaire OTO-acties is vastgesteld overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel; dat in dit specifiek programma de inhoud is omschreven van de overeenkomstig dit beginsel uit te voeren activiteiten op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën;

Overwegende dat in Besluit . . ./. . ./EG is bepaald dat een communautaire actie onder meer is gerechtvaardigd als het onderzoek bijdraagt tot de versterking van de economische en sociale samenhang binnen de Unie en de harmonieuze ontwikkeling daarvan bevordert, met inachtneming van de wetenschappelijke en technische kwaliteit; dat dit programma geacht wordt bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen;

Overwegende dat dit programma zal bijdragen tot een versterking van de synergie tussen de OTO-activiteiten op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën uitgevoerd door onderzoekcentra, universiteiten en bedrijven, met name het midden- en kleinbedrijf (MKB), in de Lid-Staten en tussen deze en overeenkomstige communautaire OTO-activiteiten;

Overwegende dat de regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra (waaronder het GCO) en universiteiten alsmede de regels voor de verspreiding van de onderzoekresultaten als bepaald bij de maatregelen van artikel 130 J op dit specifiek programma van toepassing zijn;

Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma, naast associatie met de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER), ook internationale samenwerking overeenkomstig artikel 130 M met andere derde landen en internationale organisaties wenselijk kan zijn;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van dit programma ook activiteiten behelst voor de verspreiding en het gebruik van de onderzoekresultaten, met name ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf en in het bijzonder van ondernemingen in de Lid-Staten of regio's die het minst aan het programma deelnemen, alsmede activiteiten ter stimulering van de mobiliteit en de opleiding van onderzoekers, die binnen dit programma en voor zover nodig is voor de goede uitvoering ervan moeten worden ontwikkeld;

Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma maatregelen moeten worden genomen ter bevordering van de deelneming van het MKB, met name technologische stimuleringsmaatregelen;

Overwegende dat fundamenteel onderzoek op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën moet worden aangemoedigd in het licht van de noodzaak de fundamentele processen die de veranderingen van het aardsysteem en het klimaat sturen, beter te doorgronden;

Overwegende dat het economisch en sociaal effect en de eventuele technologische risico's van de in het kader van dit programma uitgevoerde activiteiten moeten worden beoordeeld;

Overwegende dat de voortgang van dit programma voortdurend en systematisch moet worden bekeken ten einde het programma eventueel aan te passen aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen op dit gebied; dat te zijner tijd ook een onafhankelijke evaluatie van de voortgang van het programma moet worden gemaakt, waarmee alle nodige elementen moeten worden aangereikt om de doelstellingen van het vijfde OTO-kaderprogramma te kunnen bepalen; dat aan het einde van dit programma een afsluitende evaluatie van de verkregen resultaten moet worden verricht voor een vergelijking met de doelstellingen beschreven in deze beschikking;

Overwegende dat het GCO kan deelnemen aan indirecte werkzaamheden in het kader van dit programma;

Overwegende dat het GCO via zijn eigen programma van directe werkzaamheden ook zelf bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het communautaire OTO op de door dit programma bestreken gebieden;

Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (Crest) is geraadpleegd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van . . . tot 31 december 1998 wordt een in bijlage I nader omschreven specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën vastgesteld.

Artikel 2

1. Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het programma beloopt 228 miljoen ecu, waarvan 6,7 % voor personeels- en huishoudelijke uitgaven.

2. Een indicatieve verdeling van de middelen is opgenomen in bijlage II.

3. Het hierboven genoemde, voor de uitvoering van het programma noodzakelijk geachte bedrag kan eventueel worden verhoogd ten gevolge van en overeenkomstig de in artikel 1, lid 3, van Besluit . . ./. . ./EG vastgestelde toewijzing.

4. De begrotingsautoriteit stelt de voor ieder begrotingsjaar beschikbare kredieten vast met inachtneming van de in het vierde kaderprogramma aangegeven wetenschappelijke en technologische prioriteiten.

Artikel 3

Bijlage III behelst de nadere regels voor de uitvoering van het programma, met uitzondering van die welke bedoeld zijn in artikel 5.

Artikel 4

1. De Commissie bekijkt voortdurend en systematisch, met passende hulp van onafhankelijke externe deskundigen, de voortgang van dit programma in het licht van de in bijlage I aangegeven doelstellingen. In het bijzonder zal zij onderzoeken of de doelstellingen, prioriteiten en financiële middelen nog steeds van toepassing zijn. Zo nodig zal zij voorstellen indienen ter aanpassing of aanvulling van dit programma, afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek.

2. Als bijdrage tot de algemene evaluatie van de communautaire activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van het besluit tot vaststelling van het vierde kaderprogramma, laat de Commissie te gelegener tijd door onafhankelijke deskundigen een evaluatie uitvoeren van de werkzaamheden die in de loop van de vijf aan deze evaluatie voorafgaande jaren op de/het door dit programma bestreken gebied(en) zijn verricht, alsmede van het beheer daarvan.

3. Na afloop van dit programma laat de Commissie door onafhankelijke deskundigen een eindevaluatie van de verkregen resultaten uitvoeren in het licht van de doelstellingen als omschreven in bijlage III van het vierde kaderprogramma en bijlage I van deze beschikking. Het verslag van de eindevaluatie wordt ingediend bij de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité.

Artikel 5

1. Overeenkomstig de doelstellingen van bijlage I wordt door de Commissie een werkprogramma opgesteld en zo nodig bijgewerkt, waarin de wetenschappelijke en technologische doelstellingen, de verschillende fasen van de uitvoering van het programma en de financiële middelen voor iedere wijze van uitvoering nader worden omschreven.

Het werkprogramma kan eventueel ook voorzien in deelname aan bepaalde acties binnen het Eureka-kader.

2. De Commissie stelt op basis van dat werkprogramma uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor projecten op.

Artikel 6

1. De Commissie wordt belast met de uitvoering van het programma.

2. In de in artikel 7, lid 1, bedoelde gevallen wordt de Commissie bijgestaan door een raadgevend Comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp, binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang de urgentie van de zaak, zo nodig door het houden van een stemming.

4. Het advies wordt opgenomen in de notulen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

5. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het Comité uitgebrachte advies. Zij brengt het Comité op de hoogte van de wijze waarop ze rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 7

1. De procedure van artikel 6, lid 2, geldt voor:

- de inhoud van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen,

- de opstelling en bijwerking van het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1,

- de evaluatie van de voor communautaire financiering voorgestelde OTO-projecten en van het geraamde bedrag van deze financiering, voor elk project afzonderlijk wanneer deze meer bedraagt dan 0,35 miljoen ecu,

- de voor de evaluatie van het programma te nemen maatregelen,

- iedere aanpassing van de in bijlage II vermelde indicatieve verdeling van het bedrag waarover geen begrotingsbeslissing is genomen.

2. De Commissie licht het comité bij iedere vergadering daarvan in over het verloop van de uitvoering van het gehele programma.

Artikel 8

De Commissie wordt gemachtigd om onderhandelingen te openen, overeenkomstig artikel 228, lid 1, met het oog op het afsluiten van internationale samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in Europa, ten einde deze bij het gehele of een gedeelte van het programma te betrekken.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

(1) COM(93) 700 def. van 5. 12. 1993.

BIJLAGE I

WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE DOELSTELLINGEN EN INHOUD

Inleiding

Het specifieke programma voor OTO op het gebied van de marine wetenschappen en technologieën (MAST-III) weerspiegelt de oriëntaties van het vierde kaderprogramma, past daarin aangegeven selectiecriteria toe en specificeert de wetenschappelijke en technologische doelen.

Het derde hoofdstuk (inleiding en delen A en B) van bijlage III, eerste activiteit, van genoemd kaderprogramma maakt onverkort deel uit van dit programma.

Het MAST-III-programma vormt een voortzetting en verdieping van de werkzaamheden, die zijn uitgevoerd in het kader van de eerste twee MAST-programma's (de verkennende fase in 1989-1992 en het MAST-II-programma in 1991-1994). Voor de beschouwde periode vormt het programma een onderdeel van een strategie op langere termijn die Europa in staat zal stellen een volwaardige bijdrage te leveren aan de studie en het beheer van de oceanen.

Het programma omvat vier actiegebieden: 1. marine wetenschappen - terwijl dit thema in het algemeen alle zeeën omvat die de EER omgeven (met inbegrip van de Noordelijke IJszee) zal toch de nadruk worden gelegd op een pluridisciplinaire benadering van de specifieke problematiek van de diverse regionale zeeën en de problemen die eigen zijn aan bepaalde, door extreme omstandigheden gekenmerkte marine milieus; 2. strategisch marine onderzoek, dat met name zal worden toegespitst op de kustzone, de sociaal-economische effecten en de risico's; 3. marine technologieën; 4. ondersteunende activiteiten.

Met dit programma wordt uitvoering gegeven aan diverse bepalingen van het werkdocument COM(93)459 van de Commissie en het Witboek "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid" (COM(93) 700):

1. Er wordt specifiek ingegaan op een aantal problemen die voor Europa een hoge prioriteit hebben, zoals de veranderingen in het mondiale ecosysteem en de bescherming van de kustzones. Door intensieve coördinatie met de overeenkomstige activiteiten van het programma op het gebied van milieu en klimaat en die van het GCO zal de nodige synergie tot stand worden gebracht en ontstaat de mogelijkheid om dieper in te gaan op de interacties tussen de belangrijkste compartimenten van de biosfeer (land, zee en lucht).

2. In het onderdeel "marine technologieën" wordt een belangrijke plaats ingeruimd voor onderzoek inzake generieke technologieën en wordt rekening gehouden met het geleidelijk ontstaan van nieuwe behoeften waardoor, als daarop goed wordt ingespeeld, de Europese economie tot nieuwe groei kan worden gestimuleerd - men denke bijvoorbeeld aan de observatie en bewaking van de oceaan en de kustzones. Er zal worden gestreefd naar meer synergie met Eureka en met name het overkoepelend project Euromar.

3. Door coördinerende activiteiten en ondersteunende initiatieven zal het programma bijdragen tot een versterking van de eigen identiteit en de cohesie in Europese wetenschappelijke kringen, tot meer integratie van de nationale en op het niveau van de Unie uitgevoerde activiteiten en tot de bevordering van een gecoördineerd beheer van de voor het wetenschappelijk onderzoek nodige infrastructuur.

De tenuitvoerlegging van het programma zal, waar nodig, verlopen in nauwe coördinatie met andere activiteiten waarin het kaderprogramma voorziet: naast de in punt 1 genoemde programma's en activiteiten met name ook de programma's op het gebied van landbouw en visserij, biotechnologie, niet-nucleaire energie, metingen en proeven, gericht sociaal-economisch onderzoek, industrietechnologie en materialen, informatietechnologie, telematica en vervoer.

ALGEMENE DOELSTELLING

Bevordering van de wetenschappelijke kennis en de technologische ontwikkelingen die nodig zijn om de werking van marine systemen op oceaan- of zeebekkenschaal te begrijpen, de duurzame exploitatie van de oceanen voor te bereiden en hun rol in de mondiale veranderingsprocessen te bepalen.

Onderzoekgebied I: Marine wetenschappen

Doelstelling

Studie van de fundamentele processen die de systeemdynamiek van de Europa omgevende zeeën en oceanen bepalen, ten einde een beter inzicht te verwerven in het marine milieu en de veranderingen daarvan beter te kunnen voorspellen.

1. Onderzoek van marine systemen

Doelstelling

Studie van de fysische, chemische, biologische en geologische processen en van de interacties daarvan op oceaan- of zeebekkenschaal. De nadruk zal liggen op de met name voor Europa relevante wetenschappelijke problematiek.

Onderzoekactiviteiten

1. Stroming en uitwisseling van watermassa's: vorming en verplaatsing van al dan niet oppervlakkige watermassa's boven de continentale hellingen en in de diepzeebekkens van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan alsmede in de noordelijke en mediterrane randzeeën daarvan; veranderingen in de fysische, geochemische en biologische eigenschappen van deze watermassa's in de loop van hun verplaatsing en menging.

2. Pelagische en benthische ecosystemen van de randzeeën en oceaanbekkens: structuur en werking van de biologische gemeenschappen; de energiekringloop en de kringloop van elementen door de voedselketens; verband tussen bio-diversiteit en biotische en a-biotische factoren.

3. Biogeochemische processen en fluxen aan het zee/lucht grensvlak: koppeling tussen processen in het water en in de atmosfeer; kwantificering van de stofstromen (organische verbindingen, nutriënten, gassen en metalen) die optreden bij de uitwisselingsprocessen tussen zee en lucht.

4. Warmteuitwisseling en organische- en anorganische-stofstromen ter hoogte van het grensvlak tussen water en sediment: invloed op de dynamiek van de oceanen, de energiebalans, de diagenese van de sedimenten en de benthische en pelagische ecosystemen.

5. Sedimentatieprocessen in de diepzee en op de continentale helling: transport en depositie op diverse tijdschalen.

2. Marine milieus met extreme eigenschappen

Doelstelling

Inzicht in de werking van marine ecosystemen met extreme eigenschappen; omschrijving van hun rol in het mondiale systeem via de studie van de voor deze milieus karakteristieke fysische, chemische, biologische en geologische processen.

Onderzoekactiviteiten

1. Diepzeegebieden in het noorden van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee: interdisciplinair onderzoek van de onderste laag van de waterkolom, het grensvlak water/zeebodem en de sedimenten onder dit grensvlak: kwantificering en lange-termijnonderzoek van de variabiliteit van biologische, chemische en biogeochemische processen en fluxen in ruimte en tijd (met inbegrip van hydrothermale verschijnselen); geologische en geofysische processen ter hoogte van tektonisch actieve plaatranden.

2. IJszeeën van het noordelijk halfrond: dynamica van zeeijs; ontstaan van diepe waterlagen; grootschalige zeestromingen in de noordelijke ijszee, wervelstromen en processen op het arctisch continentaal plat; de biologische dynamiek van met zeeijs geassocieerde systemen, de rol daarvan in de arctische voedselketens en de levenscyclusstrategieën van marine organismen uit het poolgebied; verticale biogeochemische uitwisselingsprocessen, invloed van schommelingen in het bereik van het pakijs op de benthische gemeenschappen; sedimentatie in met ijs overdekte gebieden; geologische afzettingen als archief van de variaties in de omvang van de ijskap.

3. Branding- en golfslagzone: studie van de medio- en infralitorale ecosystemen in relatie tot de voornaamste a-biotische factoren: morfologische, fysiologische en ontogenetische aanpassingen van de organismen; interactie van de biologische met de fysische, chemische en sedimentologische factoren die een rol spelen bij de vorming, de stabilisering en de veranderingen van de kustlijn.

3. Onderzoek van de regionale zeeën

Doelstelling

Totstandbrenging van op een gemeenschappelijk doel gericht, grootschalig en interdisciplinair onderzoek van processen ten einde een beter inzicht te verwerven in de werking van de Europese binnenzeeën en van bepaalde deelgebieden van het noordoostelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan.

Onderzoekactiviteiten

1. Middellandse Zee:

Onderzoek van de fysische, geochemische en biologische processen als onderdelen van een alomvattende studie van de evolutie van het mediterrane ecosysteem; uitwisselingsprocessen tussen de wateren van de continentale rand en de open zee, alsmede via straten en zee-engten; aanvoer van organisch en anorganisch materiaal uit diverse bronnen (via de atmosfeer, door stromen en door opwelling) en transport in de waterkolom; registratie van deze processen in de sedimentpatronen; wijziging van de biogeochemische evenwichten als gevolg van beïnvloeding door de mens; invloed van het fysisch-chemisch milieu op de biologische en microbiologische processen.

2. Oostzee:

Kwantificering van de huidige stof- en energiestromen met het oog op een beter begrip van de effecten van mondiale veranderingen op de Oostzee; evaluatie van indicatoren van historische en zich thans nog voordoende, natuurlijke en door de mens veroorzaakte veranderingen van het Baltische ecosysteem ten einde op basis daarvan een evenwichtige en duurzame exploitatievorm voor het systeem als geheel te ontwikkelen; toepassing van strategieën en instrumenten voor een geïntegreerd (wetenschappelijk, technisch en sociaal-economisch) beheer van het kustgebied. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met het programma Milieu en klimaat.

3. Canarisch/Azorisch gebied en Zee van Alborán:

Analyse en simulatie van de uitwisseling van energie, water, zwevende deeltjes, opgeloste stoffen en levende organismen tussen de Middellandse Zee en het noorden van de Atlantische Oceaan; onderzoek van de straat van Gibraltar en de aangrenzende zeeën, met name toegespitst op de analyse en de simulatie van fluxen en de daarmee verband houdende klimatologische, geochemische en biologische effecten.

4. Noordoostatlantische continentale rand:

Omschrijving van de belangrijkste processen die de water en deeltjes fluxen boven de continentale rand in diverse geomorfologische situaties bepalen; studie van de watermassa's, de stromingen, de produktiviteit, de biologische gassen, de sedimentatie en het sedimenttransport; studie van de wisselwerkingen tussen deze processen enerzijds en de mondiale klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel anderzijds.

Onderzoekgebied II: Strategisch marine onderzoek

Doelstelling

Studie van de dynamiek van de marine systemen met het oog op toepassingen bij het beheer van het marine milieu als bron van natuurlijke rijkdommen. Wat betreft de invloed van sociaal-economische factoren op het marine milieu zal worden gezorgd voor coördinatie met het programma Milieu en klimaat.

1. Onderzoek van de kustzeeën en het continentaal plat

Doelstelling

Inzicht verwerven in de complexe interacties tussen fysische, biologische en chemische processen in de wateren boven het continentaal plat en in het kustmilieu; verbetering van het vermogen om de evolutie van de kustgebieden op middellange en lange termijn te voorspellen met het oog op een duurzame exploitatie van het continentaal plat en van het kustmilieu.

Onderzoekactiviteiten

1. Fysische processen in kustgebieden en morfodynamica van de kust:

Op het continentaal plat en in de kustzone optredende processen en de interacties daarvan, met nadruk op de morfodynamica en het transport van al dan niet cohesieve sedimenten. Dynamica van estuaria, getijdengebieden en schorren als morfologische elementen die een rol spelen bij de kustbescherming. Formulering van geïntegreerde modellen voor het voorspellen van de evolutie van de kust op middellange en lange termijn; uitvoering van grootschalige experimenten ter ondersteuning en toetsing van de modellen.

2. Structuur en dynamiek van de ecosystemen van het continentaal plat en van de kustzeeën:

Interacties tussen het continentaal plat en de verschillende compartimenten van het kustgebied (neritische zone, estuaria, getijdenzone, lagunes en schorren); relatief aandeel van lokale en allochtone bronnen van materiaal in diverse ecosysteemtypes nabij de kust; oorsprong, omzetting en eindbestemming van het organisch materiaal in de kustzeeën; rol van de biogeochemische cycli in kustgebieden bij mondiale veranderingen; geïntegreerde modellering van processen als instrument voor het beheer van de natuurlijke rijkdommen van het continentaal plat (het in deze alinea beschreven onderzoek zal worden gecoördineerd met de werkzaamheden van het IGBP/LOICZ-programma en met die van het programma Milieu en klimaat).

3. Methodologische bijdragen aan bewaking, voorspelling en beheer van het continentaal plat en de kustzone:

Methoden die de toepassing mogelijk maken van systemen voor de voorspelling en bewaking van de fysische - en andere - eigenschappen van het zeewater; methoden die het mogelijk maken subsystemen te integreren, een vloed van gegevens te verwerken en beheersopties te evalueren.

2. Kustwaterbouwkunde

Doelstelling

De wetenschappelijke en technische basis leggen voor nieuwe ontwerpen bij de bouw van kustwerken en aldus de formulering van door de autoriteiten toe te passen richtsnoeren ter bescherming van de kust voor te bereiden.

Onderzoekactiviteiten

1. Ontwerp van kustwerken en onderhoud van de bestaande natuurlijke structuren: Hydrodynamische invloeden op het dynamisch gedrag en de stabiliteit van kustwerken (met name driedimensionale beschrijving en numerieke simulatiemodellen daarvan); in de nabijheid van de constructies optredende morfologische veranderingen.

2. Ontwikkeling van nieuwe vormen van satelliettechnologie en toenemend gebruik van satellietbeelden voor het waarnemen, volgen en analyseren van processen die zich afspelen in kustzones (dit onderzoek dient te worden gecoördineerd met het programma Milieu en klimaat).

3. Evaluatie van risico's en effecten

Doelstelling

Omschrijving, inschatting en voorspelling van de risico's voor de ongunstige effecten op het marine milieu als gevolg van: a) de toepassing van bestaande of toekomstige marine technologieën alsmede het gebruik van onderzoek- en waarnemingstechnieken en -instrumenten; b) de wijze van gebruik en beheer van de oceanen. Risico's en effecten die het gevolg zijn van commerciële activiteiten zoals de winning van olie, gas of mineralen, de visserij en het maritiem transport komen niet in aanmerking.

Onderzoekactiviteiten

1. Risico's en effecten die voortkomen uit de constructie van kustwerken of uit de exploitatie en het beheer van de kustzeeën.

2. Risico's en effecten die het gevolg zijn van de exploitatie en het beheer van de zeebodem.

3. Risico's voor en effecten op het marine milieu die voortvloeien uit de exploitatie van de in het kustgebied aangetroffen natuurlijke rijkdommen.

4. Risico's voor en effecten op marine organismen die het gevolg zijn van de toepassing van bestaande of toekomstige technieken bij oceanologische waarnemingen.

5. Risico's voor en effecten op het marine milieu die voortkomen uit de toepassing van "invasieve" onderzoekmethoden.

6. Sociaal-economische gevolgen van de onder 1-5 genoemde ongunstige effecten.

Onderzoekgebied III: Marine technologieën

Doelstelling

Bevordering van het onderzoek naar generieke technologieën en geavanceerde systemen (platforms en -instrumenten) met het oog op de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde instrumenten voor de studie, de bewaking en het beheer van het marine milieu en voor de exploitatie van de rijkdommen daarvan. Daarbij zal vooral aandacht worden besteed aan het bevorderen van de concurrentiekracht van de Europese industrie; tegelijk zal bij dit onderzoek de bescherming van het milieu nooit uit het oog worden verloren.

1. Generieke technologieën

Doelstelling

Wetenschappers en andere gebruikers van het marine milieu de beschikking geven over toekomstgerichte generieke technologieën door het ontwikkelen van nieuwe, het verbeteren van bestaande en het aanpassen aan het marine milieu van in andere sectoren toegepaste technologieën.

Onderzoekactiviteiten

1. Niet-destructieve technologieën

Onderzoek naar niet-destructieve technologieën voor het doen van oceanografische waarnemingen (biologische gemeenschappen, driedimensionale structuur van de oceanen) met inbegrip van modellering en de analyse van akoestische signalen.

2. Communicatie en oriëntatie onder water

Ontwikkeling van uiterst nauwkeurige lokalisatie-, navigatie- en communicatiesystemen voor onderzoek, bewaking en exploratie op grote schaal. Alleen systemen waardoor horizontale afstanden worden overbrugd die veel groter zijn dan de diepte van het water, komen hiervoor in aanmerking.

3. Visuele waarneming onder water

Ontwikkeling van geavanceerde optische systemen en afbeeldingstechnieken ten behoeve van het chemisch, biologisch, geologisch en geofysisch onderzoek.

4. Andere vormen van exploitatie van de biologische rijkdommen van de zee dan visserij en aquacultuur

Ontwikkeling van technieken voor het identificeren en het kweken van marine organismen die biologisch actieve stoffen produceren; extractie, zuivering, structuurbepaling en analyse van biologisch actieve verbindingen; evaluatie van de toepassingsmogelijkheden van deze stoffen in het fundamenteel onderzoek op het gebied van de ecologie, marinetechniek, voedingsmiddelentechnologie en geneeskunde.

2. Geavanceerde systemen

Doelstelling

Ontwerp en verfijning van geavanceerde systemen en subsystemen voor het meten van oceanografische parameters en karakteristieken van de zeebodem, het nemen van monsters en het toepassen van ondersteunende technologieën bij onderzoek, bewaking en de exploitatie van het marine milieu. De toepassing van deze geavanceerde systemen moet het mogelijk maken de seizoen- en lange-termijnvariaties van het milieu zowel op regionale als op wereldschaal te observeren.

Onderzoekactiviteiten

1. Onbemande platforms voor gebruik in open zee en in het arctisch gebied

Ontwikkeling van apparaten en subsystemen die kunnen worden ingezet op onbemande platforms in volle zee en in het arctisch gebied: op afstand bestuurde en autonome robotvoertuigen, onderwater laboratoria, meetstations op de zeeboden, meetboeien; dit onderdeel van het programma omvat ook onderzoek aan geavanceerde materialen, energiebronnen en aandrijfsystemen alsmede onderzoek inzake beheerssystemen voor meetcampagnes en de onderhoudssystemen aan boord van oceanografische schepen.

2. Meet en bemonsteringsapparatuur

Ontwikkeling van sensoren, meetinstrumenten en bemonsteringsapparatuur die ook in de meest agressieve marine milieus - zowel in de waterkolom als op de zeebodem - gedurende langere tijd kunnen functioneren. Er zal rekening worden gehouden met de behoeften inzake instrumentarium van het toekomstige GOOS (1) en andere grote internationale onderzoekprogramma's, alsmede van de programma's ter ondersteuning van exploratie- en exploitatieactiviteiten in open zee. Daarnaast zal er eveneens naar worden gestreefd sensoren die reeds op andere gebieden worden toegepast, aan te passen voor gebruik in marine milieus.

3. Biosensenoren

Onderzoek ter ontwikkeling van in zee en in brakke wateren bruikbare biosensoren, met name voor het aantonen van natuurlijke en kunstmatige organische verbindingen en voor het volgen van hun afbraakprocessen.

Onderzoekgebied IV: Ondersteunende activiteiten

Doelstelling

Verbetering van de coördinatie, de samenwerking en de uitwisseling van gegevens tussen Europese wetenschappers; bevorderen van een toenemende effectiviteit van nationale en internationale programma's door middel van een rationeel gebruik van de onderzoekinfrastructuur en de overdracht van deskundigheid en kennis.

Onderzoekactiviteiten

1. Opleidingsinitiatieven op hoog niveau (beurzen, cursussen).

2. Normen inzake opleiding en werkvoorwaarden met betrekking tot bepaalde gespecialiseerde taken in het marine onderzoek: wetenschappelijke duikers, technici.

3. Coördinatie van het ontwerpen van modellen, uitwisseling van oceanografische gegevens en controle op de kwaliteiten daarvan, zowel ten behoeve van onderzoek als van operationele toepassingen: lancering van Europese initiatieven inzake modellering van marine systemen, uitwisseling van gegevens en kwaliteitscontrole. Hulp aan de gespecialiseerde centra, de nationale instellingen en de bedrijven (met name het MKB), zodat zij op een gecoördineerde manier aan deze werkzaamheden kunnen participeren.

4. Coördinatie van het gebruik van zware research- en informatie-infrastructuur op regionaal of Europees niveau.

5. Ontwerpen van systemen en componenten voor grootschalige logistieke en research faciliteiten.

6. IJktechnieken en standaarden ten behoeve van de instrumentatie en de waarnemingstechnieken in de oceanografie.

(1) Global Ocean Observing System.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

UITVOERING VAN HET PROGRAMMA

1. De voorwaarden voor de financiële deelneming van de Gemeenschap zijn bepaald in bijlage IV van het besluit betreffende het vierde kaderprogramma.

De regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten alsmede de regels voor de verspreiding, onderzoekcentra en universiteiten alsmede de regels voor de verspreiding van de onderzoekresultaten zijn bepaald in de maatregelen van artikel 130 J. Bij de tenuitvoerlegging van dit programma zal de deelneming daaraan, als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de beschikking van de Raad betreffende de regels voor de deelneming aan de specifieke programma's, worden beperkt tot in Europa gevestigde internationale instellingen alsmede tot in artikel 2, lid 2, onder c), van de bedoelde beschikking van de Raad genoemde rechtspersonen. Bij wijze van uitzondering kunnen de in Europa gevestigde internationale laboratoria worden gefinancierd onder dezelfde voorwaarden als de communautaire organisaties.

Voor de tenuitvoerlegging van dit programma gelden de volgende verduidelijkingen:

- in het algemeen moeten de ingediende voorstellen voorzien in een evaluatie van de uit de voorgestelde OTO-activiteiten voortvloeiende risico's voor het marine milieu;

- met het oog op de versterking van de internationale samenwerking die in de oceanografie en in het kader van de grote internationale milieuprogramma's noodzakelijk is, kunnen de ondersteunende initiatieven en de begeleidende maatregelen - met uitzondering van de opleiding op hoog niveau - in samenwerking met derde landen worden uitgevoerd.

2. Die programma wordt uitgevoerd door middel van:

2.1. Financiële deelneming van de Gemeenschap in door derden of door instituten van het GCO in samenwerking met derden uitgevoerde OTO-activiteiten:

a) Werkzaamheden voor gezamenlijke rekening, onder de volgende voorwaarden:

- OTO-projecten uitgevoerd door ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten, waaronder ook consortia voor geïntegreerde acties, waarbij deze rond een gemeenschappelijk thema worden samengebracht;

- technologische stimuleringsmaatregelen die erop gericht zijn participatie van het MKB aan te moedigen en te vergemakkelijken, met name via onderzoek in samenwerkingsverband en via de toekenning van een premie ter ondersteuning van de verkennende fase van een OTO-activiteit met inbegrip van het zoeken naar partners. De bedoelde premie wordt toegekend na selectie van concept-voorstellen, die op gelijk welk moment kunnen worden ingediend;

- steun voor de financiering van infrastructuren of installaties die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van een coördinerende actie (met coördinatie versterkte activiteit).

b) Gecoördineerde werkzaamheden, die bestaan in de coördinatie, vooral in de vorm van overlegnetwerken, van OTO-projecten die reeds door de overheid of door particuliere instanties worden gefinancierd. Gecoördineerde werkzaamheden kunnen ook dienen voor de coördinatie van de themanetwerken waarin, via OTO-projecten voor werkzaamheden voor gezamenlijke rekening (zie punt 2.1. a), eerste streepje), fabrikanten, gebruikers, universiteiten en onderzoekcentra rond één technologische of industriële doelstelling worden samengebracht.

c) Specifieke maatregelen zoals maatregelen ter bevordering van de normalisatie en maatregelen voor de totstandbrenging van instrumenten voor algemene doeleinden ten behoeve van onderzoekcentra, universiteiten en ondernemingen. De deelneming van de Gemeenschap hierin kan tot 100 % van de kosten van de maatregelen belopen.

Om de communautaire onderzoekinspanningen te bundelen en deze in het kader van het mondiale onderzoek inzake "global change" duidelijker te profileren, zullen de op dit gebied geplande onderzoekactiviteiten worden uitgevoerd in het raam van het ENRICH-netwerk (1). De aldus tot stand komende activiteiten zullen zo worden georiënteerd dat de onderzoekinspanning bijdraagt tot de realisatie van de doelstellingen van de mondiale IGBP (2), WCRP (3) en HDP (4) programma's alsmede tot bepaalde aspecten van de ontwikkeling van het GOOS (5).

De implementatie van het programma zal geschieden in nauwgezette afstemming met de activiteiten van het GCO en in samenwerking met de volgende communautaire onderzoekprogramma's: landbouw en visserij, niet-nucleaire energie, milieu en klimaat, metingen en proeven, industrie- en materiaaltechnologie en informatietechnologie. Ook zullen de gepaste vormen van samenwerking tot stand worden gebracht met andere internationale instellingen als de IOC (6) de ICES (7) en de CIESM (8) alsmede met de overeenkomstige activiteiten van het Eureka-programma (Euromar) en de onderzoekcentra van de NAVO (9).

2.2. Voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen, onder de volgende voorwaarden:

- studies ter ondersteuning van dit programma en ter voorbereiding van eventuele toekomstige acties;

- conferenties, studiebijeenkomsten, workshops of andere wetenschappelijke of technische bijeenkomsten, waaronder ook vergaderingen voor intersectoriële of multidisciplinaire coördinatie;

- gebruik van externe deskundigheid, inclusief toegang tot wetenschappelijke gegevensbanken;

- wetenschappelijke publikaties, inclusief de verspreiding, bekendmaking en het gebruik van resultaten (gecoördineerd met de onder de derde activiteit verrichte werkzaamheden);

- studies ter beoordeling van de sociaal-economische gevolgen en de eventuele technologische risico's van alle projecten van dit programma;

- opleidingsactiviteiten in verband met onder dit programma vallend onderzoek;

- onafhankelijke evaluatie (studies inbegrepen) van het beheer en de uitvoering van de activiteiten van het programma;

- coördinatie en ondersteuning met betrekking tot grootschalige infrastructuur en apparatuur;

- maatregelen ter ondersteuning van de werking van netwerken voor het verschaffen van informatie en gedecentraliseerde bijstand aan het midden- en kleinbedrijf, in coördinatie met de Euromanagement OTO-audit actie.

De in het kader van dit programma uitgevoerde activiteiten met betrekking tot de verspreiding en exploitatie van de resultaten vormen het complement van de overeenkomstige activiteiten in het kader van de derde activiteit; er is ter zake in actieve coördinatie voorzien. De bij de OTO-projecten betrokken instellingen en bedrijven zijn bevoorrechte partners in netwerken voor de verspreiding en exploitatie van de resultaten. Om deze verspreiding en exploitatie te intensiveren zal gebruik worden gemaakt van publikaties, conferenties, promotieactiviteiten, technisch-economische toepasbaarheidsstudies enz. Met het oog op een optimale exploitatie dient van bij het begin van de OTO-projecten en gedurende hun hele looptijd rekening te worden gehouden met alle factoren die de verdere benutting van de resultaten kunnen bevorderen.

Deze voorwaarden voor de toepassing van voorbereidende, begeleidende en ondersteunende maatregelen zijn met name van toepassing op gebied IV van het programma.

(1) European Network for Research in Global Change.

(2) Internatinal Geosphere-Biosphere Programme.

(3) World Climate Research Programme.

(4) Human Dimensions of Global Environmental Change Programme.

(5) Global Ocean Observing System.

(6) Intergouvernementele Oceanografische Commissie van Unesco.

(7) Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (International Council for the Exploration of the Sea).

(8) Internationale Commissie voor het wetenschappelijk onderzoek van de Middellandse Zee (Commission internationale pour l'exploration scientifique de la Mer Méditerranée).

(9) Noordatlantische Verdragsorganisatie.

Top