EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42015Y1215(01)

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan voor jeugdzaken van de Europese Unie voor 2016-2018

PB C 417 van 15.12.2015, p. 1–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 417/1


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan voor jeugdzaken van de Europese Unie voor 2016-2018

(2015/C 417/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN,

I.   INLEIDING

1.

CONSTATEREN dat ook na vaststelling van de resolutie over een nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018), en van het EU-werkplan voor jeugdzaken voor 2014-2015, jongeren in Europa nog altijd ernstig en onevenredig te lijden hebben van de crisis, met alle gevolgen voor hun overgang naar volwassenheid van dien.

2.

ONDERKENNEN de noodzaak van een hechtere sectoroverschrijdende samenwerking in jeugdzaken op Europees niveau om deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.

3.

NEMEN NOTA van het voornemen van de Europese Commissie om de bestrijding van radicalisering en marginalisering van jongeren en de bevordering van inclusie tot prioriteit te maken onder het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”), het nieuwe kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018), het werkplan van de EU voor sport (2014-2017) en het werkplan voor cultuur (2015-2018). (1)

4.

NEMEN NOTA van het gezamenlijke EU-jeugdverslag 2015 van de Raad en de Commissie (2), met name van deel 5 daarvan, getiteld „The way forward in EU youth cooperation”.

KOMEN aldus OVEREEN om ter ondersteuning van de uitvoering van het nieuwe kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018), een driejarig EU-werkplan voor jeugdzaken op te stellen voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018, voorzien van door de lidstaten en de Commissie uit te voeren acties.

II.   BEGINSELEN

5.

ZIJN VAN OORDEEL dat voor het Werkplan — onder naleving van het subsidiariteitsbeginsel — navolgende leidende beginselen moeten gelden. Het plan moet:

voortbouwen op de verwezenlijkingen van het vorige werkplan voor jeugdzaken (2014-2015);

jeugdwerk op EU-niveau in passende situaties aanmoedigen en op de voorgrond plaatsen;

met behulp van sectoroverschrijdende samenwerking helpen andere beleidstakken van de EU te doordringen van de specifieke problemen van jongeren;

bijdragen aan de overkoepelende prioriteiten van de EU-agenda's voor veiligheid, economisch en sociaal beleid;

kennis vergaren en een goed onderbouwd jeugdbeleid tot stand brengen;

een flexibel instrument blijven waarmee tijdig en adequaat kan worden ingespeeld op het veranderende beleidsklimaat;

een op samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie gebaseerde aanpak bevorderen — met meerwaarde voor de prioritaire thema's in punt 6 (zie hieronder);

voortbouwen op de synergie met het Erasmus+-programma, bijvoorbeeld door de specifieke prioriteiten voor het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+ te helpen vaststellen;

jongeren bij de gang van zaken betrekken via raadplegingsprocedures, opdat met het werkplan de zaken worden opgepakt die voor hen relevant zijn.

6.

ZIJN HET ER in het licht van de huidige ontwikkelingen OVER EENS dat de lidstaten en de Commissie bij hun samenwerking op EU-niveau gedurende de looptijd van dit werkplan tot eind 2018, voorrang aan onderstaande thema's moeten geven:

Jeugdwerk en sectoroverschrijdende samenwerking worden versterkt met de volgende doelstellingen, overeenkomstig de prioriteiten in het gezamenlijk jeugdverslag van de EU van 2015:

A.

Grotere sociale insluiting van alle jongeren, rekening houdend met de onderliggende Europese waarden;

B.

Grotere participatie van alle jongeren in het politiek en maatschappelijk leven in Europa;

C.

Vlottere overgang voor jongeren van jeugd naar volwassenheid, vooral wat betreft de integratie in de arbeidsmarkt;

D.

Steun voor gezondheid en welzijn van jongeren, met inbegrip van de geestelijke gezondheid;

E.

Helpen bij het oppakken van de uitdagingen en kansen van het digitale tijdperk voor jeugdbeleid, jeugdwerk en jongeren;

F.

Helpen bij het oppakken van de kansen en uitdagingen voortvloeiend uit het groeiende aantal jonge migranten en vluchtelingen in de Europese Unie.

7.

ZIJN HET EROVER EENS dat de actie van de lidstaten en de Commissie, als vastgesteld in bijlage I, gericht is op alle jongeren, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan de volgende groepen:

Jongeren die kans lopen te worden gemarginaliseerd

Jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET-jongeren)

Jongeren met een migrantenachtergrond, onder meer de nieuwe immigranten en jonge vluchtelingen.

8.

ZIJN HET EROVER EENS dat de Raad het werkplan kan herzien in het licht van de behaalde resultaten en de beleidsontwikkelingen in de EU.

9.

KOMEN een lijst met specifieke acties conform deze prioritaire thema's OVEREEN, alsmede een tijdschema voor de uitvoering ervan (zie bijlage I).

III.   WERKMETHODEN EN -STRUCTUREN

10.

CONSTATEREN dat

jeugdzaken beter geïntegreerd moeten worden in de resultaatgerichte sectoroverschrijdende samenwerking binnen de Raad, opdat bij de beleidsvorming op alle relevante gebieden waar mogelijk rekening wordt gehouden met de verwachtingen, situatie en behoeften van jongeren.

11.

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:

Bij de tenuitvoerlegging van dit werkplan zullen in voorkomend geval de volgende werkmethodes gebruikt worden: de open coördinatiemethode zoals overeengekomen in het nieuwe kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken, meer in het bijzonder door op kennis en feiten gebaseerde beleidsvorming, deskundigengroepen, intercollegiaal leren, collegiale toetsingen, studies, conferenties, seminars, verspreiding van resultaten, het informeel forum met jongerenvertegenwoordigers, bijeenkomsten van directeuren-generaal jeugdzaken en de gestructureerde dialoog met jongeren.

Bij alle werkmethodes, met inbegrip van de deskundigengroepen worden de werkzaamheden toegespitst op de in deel II, punt 6 omschreven prioritaire thema's. De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, kunnen de in bijlage I opgenomen acties en streefdata en de acties in bijlage I zo nodig herzien in het licht van de bereikte resultaten en de beleidsontwikkelingen in de EU.

De beginselen voor de deelname aan en de werking van de deskundigengroepen staan in bijlage II.

Met betrekking tot het recht van jongeren op deelname aan de ontwikkeling, uitvoering en beoordeling van hen betreffende beleidsmaatregelen, zal jongeren in het kader van de raadplegingsprocedures de gelegenheid worden geboden deel te nemen aan het gezamenlijke beraad over de prioritaire thema's van dit werkplan.

Tijdens de informele bijeenkomsten van directeuren-generaal jeugdzaken zullen strategische aangelegenheden in verband met dit werkplan worden besproken, naast aangelegenheden die meer in het algemeen verband houden met jeugdbeleid van de EU.

In de eerste helft van 2018 evalueren de Raad en de Commissie de uitvoering van dit werkplan, op basis van de in de context van het EU-jeugdverslag uit te voeren gezamenlijke beoordeling van deze uitvoering.

12.

VERZOEKEN, REKENING HOUDEND MET BOVENSTAANDE,

de lidstaten en de Commissie om voor de duur van het huidige werkplan voor de volgende thema's deskundigengroepen in te stellen:

het definiëren van de specifieke bijdrage van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren aan

a)

het bevorderen van actief burgerschap en participatie van jongeren in verscheiden en tolerante samenlevingen en van de voorkoming van marginalisering en van radicalisering die kan leiden tot gewelddadig gedrag.

b)

het benutten van de kansen en uitdagingen voortvloeiend uit het groeiende aantal jonge migranten en vluchtelingen in de Europese Unie

het aanpakken van de risico's voor jeugd, jeugdwerk en jeugdbeleid in verband met de digitalisering, en het oppikken van de mogelijkheden en gevolgen van die digitalisering.

IV.   ACTIES

13.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN OM, MET INACHTNEMING VAN HET BEGINSEL VAN SUBSIDIARITEIT:

met ondersteuning van de Commissie samen te werken volgens de in deze resolutie bepaalde werkmethoden;

te blijven aansturen op actieve betrokkenheid van de ministeries voor jeugdzaken bij de nationale beleidsvorming met betrekking tot de Europa 2020-strategie en het Europees semester, in aansluiting op de conclusies van de Raad over het optimaal benutten van het potentieel van jeugdbeleid bij het verwezenlijken van de doelen van de Europa 2020-strategie;

bij het uitstippelen van nationaal en regionaal beleid rekening te houden met het nieuwe kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) en dit werkplan, indien nuttig;

betrokken instanties, jongeren en jongerenorganisaties te informeren over de voortgang bij de uitvoering van het EU-jeugdwerkplan, opdat de activiteiten relevant en zichtbaar blijven.

14.

VERZOEKEN DE VOORZITTERSCHAPPEN VAN DE RAAD:

op basis van de resultaten van de tussentijdse evaluatie van de EU-strategie voor jongeren, een passende follow-up overwegen;

bij het opstellen van hun programma binnen het voorzitterschapsteam rekening te houden met de prioriteiten van het EU-werkplan;

de Groep jeugdzaken van de Raad te informeren over de werkzaamheden van andere voorbereidende instanties van de Raad die direct of indirect gevolgen hebben voor jongeren of jeugdbeleid;

binnen het voorzitterschapsteam rekening te houden met de openstaande punten van het vorige werkplan (2014-2015);

te overwegen aan het eind van de drie jaar waarop deze resolutie betrekking heeft een nieuw werkplan voor te leggen, uitgaande van de in punt 11 bedoelde beoordeling en evaluatie;

de lidstaten alsmede belanghebbenden op jongerengebied mogelijkheden te bieden om overleg te plegen over de toekomst van de Europese samenwerking op het gebied van jeugdzaken na 2018;

de directeuren-generaal jeugdzaken voor te stellen om de resultaten van het werkplan te bespreken en te integreren in hun reguliere informele vergaderingen, alsmede om zo nodig buitengewone gezamenlijke sectoroverschrijdende bijeenkomsten van directeuren-generaal te beleggen, de resultaten een wijde verspreiding te bezorgen en bij te dragen aan de beoordeling van de uitvoering van het EU-jeugdwerkplan.

15.

VERZOEKEN DE COMMISSIE:

steun te verlenen voor de opbouw van capaciteit van jeugdwerkers en in het jongerenwerk, door tenuitvoerlegging van het Erasmus+ programma, als een van de belangrijkste elementen voor de ontwikkeling van gedegen jongerenwerk in Europa;

met de lidstaten samen te werken en hen te steunen bij de uitvoering van dit werkplan, met name bij de acties in de bijlage;

de lidstaten op de hoogte te brengen van lopende en geplande initiatieven en studies inzake EU-jeugdbeleid en andere voor jongeren relevante beleidsgebieden, alsmede van de daarmee verband houdende ontwikkelingen in de Commissie;

de belanghebbenden op Europees niveau, waaronder het maatschappelijk middenveld en jongerenvertegenwoordigers regelmatig te raadplegen en te informeren over de voortgang van het werkplan, om ervoor te zorgen dat de activiteiten relevant zijn en zichtbaar.

meer contact en synergie binnen de EU-programma's te zoeken alsook samenwerking met andere internationale organisaties als de Raad van Europa.

16.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN CONFORM HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

hun nauwe samenwerking op deskundigenniveau overeenkomstig de bijlagen I en II bij deze resolutie voort te zetten;

de prioriteiten van het werkplan mee te nemen bij de voorbereiding van het jaarlijkse werkprogramma voor Erasmus+ op het gebied van jeugdzaken, onder meer met betrekking tot de algemene doelstellingen van het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+, de partnerschapsovereenkomst met de Raad van Europa, en de jongerenwiki;

andere sectoren aan te sporen de jongerendimensie mede in beschouwing te nemen bij het bepalen, uitvoeren en evalueren van maatregelen en acties op andere beleidsgebieden, met daarbij bijzondere aandacht voor vroegtijdige en doeltreffende integratie van de jongerendimensie in het beleidsontwikkelingsproces;

te helpen zorgen voor een betere erkenning van de bijdrage van het jeugdbeleid aan de algemene doelstellingen van Europees beleid voor jongeren, een voortvloeisel van de positieve effecten van het jeugdbeleid op actief burgerschap, werkgelegenheid, sociale integratie, cultuur en innovatie, onderwijs en opleiding, alsmede gezondheid en welzijn.


(1)  COM(2015) 185 definitief.

(2)  Document 13635/15.


BIJLAGE I

Acties, instrumenten, termijnen langs de lijnen van prioritaire thema's

Acties langs de lijnen van prioritaire thema's

Werkmethode/Instrument

Resultaat en streefdatum

Referentie

 

Prioriteit A:

Grotere sociale insluiting van alle jongeren, rekening houdend met de onderliggende Europese waarden

Raad en voorbereidende instanties

De rol van het jeugdwerk bij het voorkomen van gewelddadige radicalisering

Eerste helft van 2016

(evt.) Debat in de Raad

A 1

Kennisgedreven en empirisch onderbouwde beleidsvorming

Studie van de Commissie over kwaliteitsregelingen en raamwerken voor jongerenwerk in de Europese Unie

Tweede helft van 2016:

Handboek voor de uitvoering

A 2

Gestructureerde dialoog/de Raad en de voorbereidende instanties

„Essentiële sociale vaardigheden en competenties van jongeren in een divers, onderling verbonden en inclusief Europa voor actieve participatie in gemeenschap en beroepsleven.”

Eerste helft van 2017:

(evt.) Resolutie van de Raad

A 3

Prioriteit B:

Grotere participatie van alle jongeren in het politiek en maatschappelijk leven in Europa

Deskundigengroep

Afbakening van de specifieke rol van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren bij het bevorderen van actief burgerschap en participatie van jongeren in verscheiden en tolerante samenlevingen, alsmede bij het voorkomen van marginalisering en radicalisering en daaruit mogelijk voortvloeiend gewelddadig gedrag.

Eerste helft van 2017

Verslag

(evt.) Conclusies van de Raad

B 1

Kennisgedreven en empirisch onderbouwde beleidsvorming

Onderzoek van de Commissie naar de impact van transnationaal vrijwilligerswerk in het kader van het Europees vrijwilligerswerk

Eerste helft van 2017:

Verslag

(evt.) Conclusies van de Raad naar aanleiding van de studie

B 2

Seminar voor beleidsmakers jeugd en sport:

„Democratie, jeugd en sport: sectoroverschrijdende benaderingen voor de actieve deelname van jongeren aan en hun inzet voor het maatschappelijk en politiek leven door sport.”

Tweede helft van 2017:

Verslag seminar over beste praktijken en aanbevelingen over hoe sectoroverschrijdende benaderingen tussen jeugdzaken en sport de democratische waarden en burgerzin bij jongeren kunnen bevorderen.

B 3

Prioriteit C:

Vlottere overgang voor jongeren van jeugd naar volwassenheid, vooral wat betreft de integratie in de arbeidsmarkt

Intercollegiaal leren tussen lidstaten en Commissie/directeuren-generaal

„Jeugdwerk als erkend instrument voor toegevoegde waarde en sectoroverschrijdende samenwerking bij het ondersteunen van de overgang van jongeren naar volwassenheid en beroepsleven.”

Tweede helft van 2017:

Verslag over beste praktijken en aanbevelingen aangaande jeugdwerk als erkend instrument voor toegevoegde waarde en sectoroverschrijdende samenwerking bij het ondersteunen van de overgang van jongeren naar volwassenheid en beroepsleven.

C 1

Kennis en goed onderbouwde beleidsvorming

Studie van de Commissie over jongerenwerk en ondernemerschap

Tweede helft van 2017

Verslag

(evt.) Conclusies van de Raad naar aanleiding van de studie

C 2

Prioriteit D:

Steun voor gezondheid en welzijn van jongeren, met inbegrip van de geestelijke gezondheid

Raad en voorbereidende instanties

Sectoroverschrijdende samenwerking inzake deelname om de gezondheid en het welzijn van jongeren bij de overgang naar volwassenheid te bevorderen, met name voor jongeren met geestelijke gezondheidsproblemen (1), vaak in verband met de overgang naar volwassenheid. Het accent leggen op wat ze kunnen betekenen voor de samenleving in plaats van op hun problemen.

a)    Eerste helft van 2016

(evt.) Conclusies van de Raad

D 1

b)    Tweede helft van 2017

Sectoroverschrijdend intercollegiaal leren tussen de lidstaten

D 2

Prioriteit E:

Helpen bij het oppakken van de uitdagingen en kansen van het digitale tijdperk voor jeugdbeleid, jeugdwerk en jongeren

Raad en voorbereidende instanties

Nieuwe benaderingen in het jeugdwerk met het oog op de optimale ontwikkeling van het potentieel en het talent van jongeren en hun integratie in de samenleving.

Nieuwe, moderne en aantrekkelijke vormen van jeugdwerk, met inbegrip van online praktijken voor jeugdwerk in verband met de nieuwe trends in het leven van jongeren en het maximaliseren van het effect van jeugdwerk, zodat meer jongeren bij de activiteiten ervan betrokken zijn.

Tweede helft van 2016

(evt.) Conclusies van de Raad

E 1

Intercollegiaal leren

Nieuwe praktijken in het kader van het jeugdwerk en jeugdwerk aantrekkelijker maken voor jongeren.

Eerste helft van 2017

Rapport over bestaande praktijken om in te spelen op de trends en aanbevelingen inzake de tenuitvoerlegging in de dagelijkse praktijk van het jeugdwerk

E 2

Deskundigengroep

„Risico's voor jeugd, jeugdwerk en jeugdbeleid in verband met de digitalisering, en het oppikken van de mogelijkheden en gevolgen van die digitalisering”

Tweede helft van 2017

Rapport van de deskundigengroep

E 3

Kennisgedreven en empirisch onderbouwde beleidsvorming

Studie van de Commissie over de gevolgen van het internet en de sociale media voor de participatie van jongeren en jongerenwerk

Eerste helft van 2018

Verslag

E 4

Raad en voorbereidende instanties

Ontwikkeling van innovatieve methoden in het jeugdwerk, met inbegrip van digitale instrumenten, zodat op een efficiëntere, slimmere en relevantere manier kan worden aangesloten op de behoeften en verwachtingen van jongeren en de sectoroverschrijdende samenwerking kan worden verbeterd.

Eerste helft van 2018

(evt.) Conclusies van de Raad, naar aanleiding van bovengenoemde acties E3 en E4.

E 5

Prioriteit F:

Helpen bij het benutten van de kansen en uitdagingen voortvloeiend uit het groeiende aantal jonge migranten en vluchtelingen in de Europese Unie.

Deskundigengroep

Definiëren van de specifieke bijdrage van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren aan het benutten van de kansen en uitdagingen voortvloeiend uit het groeiende aantal jonge migranten en vluchtelingen in de Europese Unie

Tweede helft van 2018

Verslag

(evt.) Conclusies van de raad naar aanleiding van het rapport

F 1


Overige

 

Onderwerp

Instrument/actie

Resultaat en streefdatum

 

EU-strategie voor jongeren

Intercollegiaal leren

a.

Voorstel van de Commissie voor een flexibel raamwerk

Eerste helft van 2016

Formalisering van het flexibel raamwerk voor intercollegiaal leren-activiteiten

O 1

Kennisgedreven en empirisch onderbouwde beleidsvorming

b.

Tussentijdse evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en van de aanbeveling over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie

Tweede helft van 2016:

(evt.) Conclusies van de Raad naar aanleiding van de evaluatie, met inbegrip van de evaluatie van de aanbeveling van de Raad over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie

O 2

c.

EU-Jongerenrapport

Eerste helft van 2018:

EU-Jongerenrapport

O 3

Erasmus+

Kennis en goed onderbouwde beleidsvorming

Tussentijdse evaluatie van Erasmus+ en de vorige programma's

Eerste helft van 2018:

Beantwoording van de evaluatie in samenwerking met de betrokken sectoren (onderwijs, opleiding, jeugd, sport)

O 4


(1)  Daaronder begrepen ernstige en veel voorkomende psychiatrische problemen, psychologische moeilijkheden en (tijdelijke) psychische stoornissen in perioden met levensproblemen of crisissituaties waarin jongeren op de proef worden gesteld.


BIJLAGE II

Beginselen voor het lidmaatschap en de werking van de door de lidstaten en de Commissie in te stellen deskundigengroepen ten behoeve van het EU-werkplan voor jeugdzaken (1 januari 2016 — 31 december 2018)

Lidmaatschap:

De lidstaten kunnen vrij en te allen tijde aan de werkgroepen deelnemen.

Lidstaten die willen deelnemen aan de werkzaamheden van bepaalde groepen, vaardigen er deskundigen voor af. De lidstaten zien erop toe dat de afgevaardigde deskundigen voor het eigen land over relevante ervaring over het betrokken onderwerp beschikken. De afgevaardigde deskundigen dragen zorg voor het contact met de bevoegde nationale instanties. De Commissie coördineert de afvaardigingsprocedures.

Elke deskundigengroep kan besluiten om andere deelnemers uit te nodigen: onafhankelijke deskundigen, vertegenwoordigers van jeugdorganisaties, jeugdonderzoekers en andere belanghebbenden, alsmede vertegenwoordigers van derde landen. Elke deskundigengroep kan voorstellen om deelnemers toe te voegen voor de volledige werktermijn, op voorwaarde dat de deskundigengroep hun deelname met eenparigheid van stemmen goedkeurt.

Mandaat

De Commissie doet overeenkomstig punt 12 van het werkplan een voorstel voor het mandaat van de deskundigengroep, aangepast aan de hand van de opmerkingen in de Groep jeugdzaken van de Raad.

Werkprocedures

De deskundigengroepen hebben tot taak een beperkt aantal concrete en bruikbare resultaten betreffende het opgelegde onderwerp voort te brengen.

Met het oog op de uitvoering van het werkplan wijst elke deskundigengroep tijdens de eerste vergadering van de deskundigengroep na vaststelling van het plan, haar voorzitter en medevoorzitters aan. De verkiezing van de voorzitters verloopt open en transparant en wordt gecoördineerd door de Commissie, die het secretariaat van de deskundigengroepen verzorgt. Elke deskundigengroep stelt een werkschema conform dit werkplan op.

De Commissie biedt de groepen deskundig advies en logistieke ondersteuning. Zij ondersteunt de werkzaamheden van de groepen voor zover mogelijk ook met andere geschikte middelen (onder meer met studies die betrekking hebben op hun respectieve werkgebieden).

Verslaglegging en informatie

De voorzitters van de deskundigengroepen brengen de Groep jeugdzaken verslag uit over de vorderingen en vruchten van de werkzaamheden. Zo nodig geeft de Raadsgroep jeugdzaken elke deskundigengroep aanwijzingen om te waarborgen dat de gewenste resultaten worden bereikt en om het tijdpad te bewaken. De directeuren-generaal worden op de hoogte gehouden van de resultaten.

De agenda's en verslagen van de vergaderingen van de verschillende groepen zullen beschikbaar zijn voor alle lidstaten, ongeacht de mate waarin zij aan een bepaald thema deelnemen. De resultaten van de groepen worden bekendgemaakt.


Top