EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42013D0398

2013/398/EU: Besluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen van 20 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Euro-mediterrane Luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Staat Israël, anderzijds

PB L 208 van 2.8.2013, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 208 van 2.8.2013, p. 1–1 (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/398/oj

Related international agreement

2.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 208/1


BESLUIT VAN DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

van 20 december 2012

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Euro-mediterrane Luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Staat Israël, anderzijds

(2013/398/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 8, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Unie en de lidstaten onderhandeld over een Euro-Mediterrane Luchtvaartovereenkomst tussen Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Staat Israël, anderzijds (hierna "de Overeenkomst" genoemd), overeenkomstig het besluit van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, op 8 april 2008 in het kader van de Raad bijeen, waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen. De onderhandelingen zijn met succes voltooid en zijn op 30 juli 2012 uitgemond in de parafering van de Overeenkomst.

(2)

Aangezien de Overeenkomst elementen bevat die zowel onder de bevoegdheid van de Unie als die van de lidstaten vallen, moet dit besluit door de Raad en de lidstaten gezamenlijk worden vastgesteld, teneinde nauwe samenwerking en eenheid in internationale betrekkingen te waarborgen. Dit besluit strekt tevens tot het waarborgen van een eenvormige toepassing met betrekking tot het uit hoofde van artikel 22 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité.

(3)

De regels die worden beoogd om een dergelijke nauwe samenwerking en eenheid te verzekeren moeten duidelijke richtsnoeren bevatten voor vertegenwoordiging ter plaatse, onder meer door de noodzaak van een gezamenlijke en gemeenschappelijke aanpak te bevestigen. In het kader van een gemengde overeenkomst moeten deze regels nog volledig de verdeling van bevoegdheden tussen de Unie en haar lidstaten eerbiedigen, alsmede de procedures van de Unie, ook ten aanzien van de vaststelling van het standpunt van de Unie en de vertegenwoordiging van de Unie in het Gemengd Comité.

(4)

De Overeenkomst dient te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ondertekening

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Euro-Mediterrane Luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Staat Israël, anderzijds, onder voorbehoud van de sluiting van de Overeenkomst. De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Machtiging te ondertekenen

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Voorlopige toepassing

In afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt ze vanaf de datum van de ondertekening van de Overeenkomst voorlopig toegepast door de Unie en de lidstaten, overeenkomstig hun toepasselijke interne procedures en/of nationale wetgeving (1).

Artikel 4

Gemengd Comité

1.   De Unie en haar lidstaten worden in het bij artikel 22 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie respectievelijk van de lidstaten.

2.   Het door de Unie in het Gemengd Comité in te nemen en door haar lidstaten te ondersteunen standpunt inzake onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallende aangelegenheden die geen vaststelling van een besluit met rechtsgevolgen vereisen, wordt vastgesteld door de Commissie en van tevoren bekendgemaakt aan de Raad en de lidstaten.

3.   Het door de Unie en haar lidstaten in het Gemengd Comité in te nemen standpunt inzake andere dan de in lid 2 bedoelde aangelegenheden die geen vaststelling van een besluit met rechtsgevolgen vereisen, wordt door de Commissie en de lidstaten gezamenlijk vastgesteld.

4.   Voor besluiten van het Gemengd Comité met rechtsgevolgen die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, wordt het door de Unie in te nemen en door haar lidstaten te ondersteunen standpunt vastgesteld door de Raad die, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, tenzij de in het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgelegde toepasselijke stemprocedures anders bepalen.

5.   Voor andere dan de in lid 4 bedoelde besluiten van het Gemengd Comité met rechtsgevolgen, wordt het door de Unie en haar lidstaten in te nemen standpunt vastgesteld door de Raad die, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, tenzij de in het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgelegde toepasselijke stemprocedures anders bepalen, en van de lidstaten.

Artikel 5

Arbitrage

1.   De Commissie vertegenwoordigt de Unie in arbitrageprocedures overeenkomstig artikel 23 van de Overeenkomst.

2.   De beslissing om de toepassing van voordelen op te schorten krachtens artikel 23, lid 7, van de Overeenkomst, wordt genomen door de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op basis van een voorstel van de Commissie.

3.   Iedere andere krachtens artikel 23 van de Overeenkomst te nemen maatregel inzake aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, wordt genomen door de Commissie, in overleg met een Bijzonder Comité van door de Raad benoemde vertegenwoordigers van de lidstaten.

Artikel 6

Informatieverstrekking aan de Commissie

1.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van elk voornemen om de vergunning van een luchtvaartmaatschappij van de Staat Israel overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst te weigeren, in te trekken, te schorsen of te beperken.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 13 van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

3.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 14 van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 20 december 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

E. FLOURENTZOU


(1)  De datum van ondertekening van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.


Top