EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1782

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1782 van de Commissie van 24 juni 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159, met inbegrip van de verlenging van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

C/2024/4200

PB L, 2024/1782, 25.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1782/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1782/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1782

25.6.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1782 VAN DE COMMISSIE

van 24 juni 2024

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159, met inbegrip van de verlenging van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (1), en met name de artikelen 16, 19 en 20,

Gezien Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (2), en met name artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   ACHTERGROND

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie (3) (“de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel”) heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) ten aanzien van bepaalde staalproducten een definitieve vrijwaringsmaatregel ingesteld (“de vrijwaringsmaatregel”) die bestaat uit tariefcontingenten voor bepaalde staalproducten (“het betrokken product”) van 26 categorieën die zijn vastgesteld op niveaus die de traditionele handelsstromen per productcategorie handhaven. Een douanerecht van 25 % is alleen van toepassing als de kwantitatieve drempels van deze tariefcontingenten worden overschreden. De vrijwaringsmaatregel werd ingesteld voor een aanvankelijke periode van drie jaar, d.w.z. tot en met 30 juni 2021.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1029 van de Commissie (4) (“de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging”) heeft de Commissie geconcludeerd dat de maatregel nog steeds noodzakelijk was om ernstige schade te voorkomen of te verhelpen en dat de bedrijfstak van de Unie zich aan het aanpassen was. Zij concludeerde ook dat de verlenging van de maatregel in het belang van de Unie was. Bijgevolg besloot zij de vrijwaringsmaatregel te verlengen tot en met 30 juni 2024.

(3)

In overweging 161 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel zegde de Commissie toe regelmatig een beoordeling van de situatie uit te zullen voeren en ten minste op het einde van elk jaar van toepassing van de maatregelen een nieuw onderzoek te overwegen. In deze geest heeft de Commissie achtereenvolgens in 2019 (5), 2020 (6) en 2022 (7) de werking van de vrijwaringsmaatregel geëvalueerd. In juni 2023 (8) heeft zij voorts in een nieuw onderzoek beoordeeld of de maatregel voortijdig moest worden beëindigd (9).

(4)

Op 12 januari 2024 heeft de Commissie van veertien EU-lidstaten een met redenen omkleed verzoek ontvangen om overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (10) (“vrijwaringsbasisverordening”) en artikel 16 van Verordening (EU) 2015/755 te onderzoeken of de bestaande vrijwaringsmaatregel moet worden verlengd. Volgens de Commissie bevatte het verzoek voldoende bewijsmateriaal om een nieuw onderzoek met het oog op verlenging te openen.

(5)

Dienovereenkomstig heeft zij op 9 februari 2024 in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht van opening (11) (“het bericht van opening”) betreffende de mogelijke verlenging van de vrijwaringsmaatregel bekendgemaakt. In het bericht van opening heeft de Commissie ook toegezegd te zullen beoordelen of een technische aanpassing van de werking van de maatregel noodzakelijk is indien zij tot de conclusie komt dat de vrijwaringsmaatregel moet worden verlengd.

2.   PROCEDURE

(6)

Om naar behoren te kunnen beoordelen of de vrijwaringsmaatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen, of de staalindustrie van de Unie zich aanpast en of die verlenging strookt met het ruimere belang van de Unie, heeft de Commissie specifieke gegevens van de bedrijfstak van de Unie verzameld door middel van vragenlijsten (12). Deze gegevens omvatten onder meer de ontwikkeling van de belangrijkste economische en financiële indicatoren voor het betrokken product in de periode 2021-2023 (“de beoordelingsperiode”) en bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de bedrijfstak van de Unie zich aan het aanpassen is.

(7)

De Commissie heeft voorts de belanghebbenden geraadpleegd over een mogelijke verlenging en over eventuele noodzakelijke aanpassingen van de werking van de maatregel, en voerde derhalve tegelijkertijd twee verschillende onderzoeken uit. Daartoe nodigde zij de belanghebbenden in het bericht van opening uit om aan het onderzoek deel te nemen door schriftelijke opmerkingen en bewijsmateriaal in te dienen, en verzocht zij de haar bekende producenten van het betrokken product in de Unie en hun verenigingen de vragenlijsten over schade in te vullen. Wat de evaluatie van de werking betreft, heeft de Commissie de belanghebbenden verzocht hun standpunt kenbaar te maken en schriftelijk specifiek bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de volgende punten:

(a)

toewijzing en beheer van tariefcontingenten;

(b)

verdringing van traditionele handelsstromen;

(c)

actualisering van de lijst van ontwikkelingslanden die lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en die op basis van het meest recente niveau van invoer zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de maatregel;

(d)

mate van liberalisering;

(e)

andere wijzigingen van omstandigheden die een aanpassing van het niveau of de toewijzing van de tariefcontingenten noodzakelijk kunnen maken.

(8)

Met het oog op een goede rechtsgang omvatte het onderzoek inzake verlenging en ter evaluatie van de werking van de maatregel een in twee fasen opgedeelde schriftelijke procedure, waarbij belanghebbenden eerst hun opmerkingen indienden en vervolgens de opmerkingen van de andere partijen konden weerleggen. In totaal ontving de Commissie binnen de gestelde termijnen meer dan 65 opmerkingen en replieken van belanghebbenden. Ook hebben de producenten in de Unie meer dan 100 afzonderlijke antwoorden op de vragenlijst ingediend.

(9)

Bij de beoordeling of aan de voorwaarden voor verlenging van de vrijwaringsmaatregel was voldaan, heeft de Commissie in de eerste plaats onderzocht of was voldaan aan de wettelijke vereisten om een vrijwaringsmaatregel te verlengen op grond van de Unierechtelijke en de WTO-regels, namelijk of de maatregel noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen (punt 3.2) en of de bedrijfstak van de Unie zich aanpast (punt 3.3). In de tweede plaats heeft de Commissie beoordeeld of een dergelijke verlenging in het belang van de Unie zou zijn (punt 3.4). Tot slot heeft de Commissie in haar beoordeling naar behoren rekening gehouden met de opmerkingen en het bewijsmateriaal die zij van belanghebbenden heeft ontvangen, alsook met alle andere openbaar beschikbare informatie met betrekking tot de bovenstaande elementen. In punt 4 gaat de Commissie specifiek in op de ter zake doende argumenten van belanghebbenden met betrekking tot verlenging.

(10)

Vervolgens heeft de Commissie beoordeeld of technische aanpassingen van de werking van de maatregel noodzakelijk waren. Daarbij richtte zij zich op de in het bericht van opening genoemde aspecten (zie overweging 7) alsook op een technische wijziging waarbij de invoer uit Mozambique in het toepassingsgebied van de vrijwaringsmaatregel wordt opgenomen.

3.   BEOORDELING VAN EEN VERLENGING

3.1.   Wettelijke voorschriften

(11)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 19, lid 2, van de vrijwaringsbasisverordening kan de toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel worden verlengd op voorwaarde dat deze verlenging noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen (“noodzakelijkheidscriterium”) en er bewijs is dat de producenten in de Unie nog bezig zijn met aanpassingen. Bovendien bepaalt artikel 22 van de vrijwaringsbasisverordening dat de maatregel in het belang van de Unie moet zijn.

3.2.   De noodzaak van verlenging om ernstige schade te voorkomen of te herstellen (noodzakelijkheidscriterium)

(12)

Wat het eerste wettelijke criterium betreft, heeft de Commissie eerst de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie onderzocht op basis van de ontvangen antwoorden op de vragenlijst (punt 3.2.1). Vervolgens heeft zij verschillende belangrijke factoren beoordeeld om te bepalen hoe de invoer zich waarschijnlijk zou ontwikkelen en welke gevolgen een dergelijke ontwikkeling zonder vrijwaringsmaatregel zou hebben voor de producenten in de Unie (“contrafeitelijke analyse”, zie punt 3.2.2).

3.2.1.   Economische situatie van de staalindustrie van de Unie

(13)

Om de economische situatie van de staalindustrie van de Unie te beoordelen, heeft de Commissie de haar bekende staalproducenten in de Unie vragenlijsten gestuurd om informatie te verzamelen over schade-indicatoren voor het betrokken product in de beoordelingsperiode. De Commissie heeft de haar bekende brancheorganisaties in de Unie — de European Steel Association (Eurofer), de European Steel Tube Association (ESTA) en het Comité Européen de la Tréfilerie (CET) — verzocht de vragenlijsten te verspreiden onder hun leden. Daarnaast heeft zij de haar bekende producenten in de Unie in kennis gesteld van het verzoek om vragenlijsten in te vullen via het open bestandssysteem (TRON) (13). De vragenlijsten werden ook beschikbaar gesteld op de website van het directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie (14). De instructies voor het invullen van de vragenlijsten zijn ook opgenomen in het bericht van opening.

(14)

De Commissie heeft meer dan 100 individuele antwoorden op de vragenlijst ontvangen van leden van de drie haar bekende brancheorganisaties in de Unie en van andere producenten in de Unie die geen lid zijn van een organisatie. Bovendien hebben de drie brancheorganisaties de door hun afzonderlijke leden verstrekte gegevens gebundeld.

(15)

De Commissie heeft de rechtstreeks van de producenten in de Unie ontvangen gegevens gebundeld en de juistheid ervan tijdens specifieke kruiscontroles op afstand getoetst aan de gegevensset die de brancheorganisaties in de Unie hadden ingediend. Vervolgens heeft de Commissie de antwoorden van de leden van de organisaties en die van de producenten die geen lid zijn van een organisatie samengevoegd tot één geconsolideerde gegevensset, op basis waarvan de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie is beoordeeld.

(16)

De ontwikkeling van de schade-indicatoren tijdens de beoordelingsperiode wordt weergegeven in de onderstaande tabellen 1 tot en met 4:

(a)   Productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, voorraden

Tabel 1

Productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, voorraden

x 1 000 ton

2021

2022

2023

Productievolume van het betrokken product

178 257

158 704

154 158

Indexcijfer 2021 = 100

100

89

86

Productiecapaciteit voor het betrokken product

231 509

229 881

230 139

Indexcijfer 2021 = 100

100

99

99

Bezettingsgraad

77,00  %

69,04  %

66,98  %

Voorraden

32 082 625

30 434 986

31 214 413

Indexcijfer 2021 = 100

100

95

97

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

(17)

Tijdens de beoordelingsperiode daalde het productievolume van de producenten in de Unie gestaag, met respectievelijk 11 % in 2022 en 14 % in 2023 ten opzichte van 2021. De productiecapaciteit bleef gedurende de hele periode stabiel, zodat de bezettingsgraad een dalende trend vertoonde en in 2023 uitkwam op het zeer lage niveau van 67 %. Ten slotte daalden de voorraden in 2022 met 5 % en in 2023 met 3 % ten opzichte van 2021.

(b)   Verbruik in de Unie, binnenlandse verkoop en marktaandeel (15)

Tabel 2

Verbruik in de Unie, binnenlandse verkoop en marktaandeel

 

2021

2022

2023

Verbruik (x 1 000 ton)

161 072

148 065

139 207

Indexcijfer 2021 = 100

100

92

86

Binnenlandse verkoop (x 1 000 ton)

127 188

116 462

111 165

Indexcijfer 2021 = 100

100

92

87

Marktaandeel in %

79,0  %

78,7  %

79,9  %

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

(18)

Het verbruik op de markt van de Unie begon in 2022 te dalen (–8 %), en deze trend zette zich in 2023 voort (–14 %) ten opzichte van 2021. De ontwikkeling van de binnenlandse verkoop door producenten in de Unie vertoonde in de beoordelingsperiode een zeer vergelijkbare trend (respectievelijk –8 % in 2022 en –13 % in 2023 ten opzichte van 2021). In de beoordelingsperiode heeft de bedrijfstak van de Unie zijn marktaandeel vergroot met 0,9 procentpunt.

(c)   Verkoopprijs per eenheid, winstgevendheid, kasstroom en rendement op geïnvesteerd vermogen

Tabel 3

Verkoopprijs per eenheid, winstgevendheid, kasstroom en rendement op geïnvesteerd vermogen

 

2021

2022

2023

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

914

1 230

1 028

Indexcijfer 2021 = 100

100

135

113

Winstgevendheid (% van omzet)

9,4  %

10,3  %

0,3  %

Kasstroom (miljoen EUR)

5 024

10 696

7 881

Indexcijfer 2021 = 100

100

213

157

Rendement op geïnvesteerd vermogen (%)

25,2  %

22,5  %

–2,2  %

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

(19)

De verkoopprijzen per eenheid stegen in 2022 met 35 % en in 2023 met 13 % ten opzichte van 2021. De kasstroom steeg in 2022 met 113 % en in 2023 met 57 % ten opzichte van 2021. Het rendement op geïnvesteerd vermogen daalde in 2022 licht en was in 2023 negatief (–2,2 %).

(20)

Door de stijging van de prijzen en het herstel na COVID-19 was de bedrijfstak van de Unie winstgevend in 2021 (9,4 %) en nog iets winstgevender in 2022 (10,3 %). In 2023 daalde de winstgevendheid sterk, tot maar 0,3 %.

(d)   Werkgelegenheid

Tabel 4

Werkgelegenheid

(vte)

2021

2022

2023

Werkgelegenheid

180 958

181 913

179 867

Indexcijfer 2021 = 100

100

101

99

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

(21)

De werkgelegenheid bleef gedurende de beoordelingsperiode stabiel en vertoonde in 2023 een daling van 1 % ten opzichte van 2021.

Conclusie

(22)

Uit de schade-indicatoren bleek dat de bedrijfstak van de Unie in 2021 een gezonde winstgevendheid vertoonde, die grotendeels het gevolg was van hoge prijzen en een sterk herstel van de vraag na COVID-19. Vanaf de tweede helft van 2022 begon de bedrijfstak van de Unie echter tekenen van verslechtering te vertonen. Verscheidene belangrijke indicatoren, zoals productie, verkoop en bezettingsgraad, volgden een negatieve trend (16) en de energiekosten stegen aanzienlijk (17). De verslechtering van de meeste economische indicatoren werd nijpender in 2023, toen de prijzen daalden in de context van hogere gemiddelde energiekosten dan voorheen en een scherpe daling van de binnenlandse verkoop en productie op de markt van de Unie. Daardoor kwam de bezettingsgraad uit op het laagste niveau in de laatste tien jaar en daalde de winstgevendheid drastisch (tot break-even-niveau). De bedrijfstak van de Unie vergrootte zijn marktaandeel in 2023 met bijna een procentpunt ten opzichte van 2021, ten koste van de winstgevendheid; deze ontwikkeling moet worden bezien tegen de achtergrond van een aanhoudend hoge invoerdruk (18), waarbij de invoer in de beoordelingsperiode een groter marktaandeel had dan in eerdere perioden (19), zoals wordt toegelicht in punt 3.2.2.

(23)

Op basis van bovenstaande indicatoren (tabellen 1 tot en met 4) concludeerde de Commissie dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie tussen 2021 en 2023 was verslechterd en dat de bedrijfstak zich aan het einde van de beoordelingsperiode in een kwetsbare situatie bevond.

Aanvullende analyse per productfamilie

(24)

Zoals in het oorspronkelijke onderzoek (20) heeft de Commissie ook de ontwikkeling van de schade-indicatoren per productfamilie beoordeeld (21). De vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal heeft betrekking op de volgende productfamilies: platte producten, lange producten en buizen.

(25)

De tabellen 5 tot en met 8 tonen de ontwikkeling van de schade-indicatoren per productfamilie:

Tabel 5

Productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, voorraden

x 1 000 ton

2021

2022

2023

Productie van het betrokken product (plat)

133 919

118 680

117 230

Indexcijfer 2021 = 100

100

89

88

Productie van het betrokken product (lang)

38 061

33 729

30 848

Indexcijfer 2021 = 100

100

89

81

Productie van het betrokken product (buizen)

6 277

6 295

6 080

Indexcijfer 2021 = 100

100

100

97

 

 

 

 

Productiecapaciteit voor het betrokken product (plat)

168 949

167 811

168 540

Indexcijfer 2021 = 100

100

99

100

Productiecapaciteit voor het betrokken product (lang)

50 958

50 622

50 219

Indexcijfer 2021 = 100

100

99

99

Productiecapaciteit voor het betrokken product (buizen)

11 602

11 449

11 380

Indexcijfer 2021 = 100

100

99

98

 

 

 

 

Bezettingsgraad (plat)

79,27  %

70,72  %

69,56  %

Bezettingsgraad (lang)

74,69  %

66,63  %

61,43  %

Bezettingsgraad (buizen)

54,10  %

54,99  %

53,43  %

 

 

 

 

Voorraden (plat)

25 377

22 941

24 042

Indexcijfer 2021 = 100

100

90

95

Voorraden (lang)

3 349

3 468

3 274

Indexcijfer 2021 = 100

100

104

98

Voorraden (buizen)

3 357

4 026

3 899

Indexcijfer 2021 = 100

100

120

116

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

Tabel 6

Verbruik in de Unie, binnenlandse verkoop en marktaandeel

 

2021

2022

2023

Verbruik (x 1 000  ton) (plat)

92 700

84 749

81 344

Indexcijfer 2021 = 100

100

91

88

Verbruik (x 1 000 ton) (lang)

57 398

53 223

48 072

Indexcijfer 2021 = 100

100

93

84

Verbruik (x 1 000 ton) (buizen)

10 973

10 093

9 790

Indexcijfer 2021 = 100

100

92

89

 

 

 

 

Binnenlandse verkoop (x 1 000 ton) (plat)

68 864

63 050

61 409

Indexcijfer 2021 = 100

100

92

89

Binnenlandse verkoop (x 1 000 ton) (lang)

50 011

45 512

42 139

Indexcijfer 2021 = 100

100

91

84

Binnenlandse verkoop (x 1 000 ton) (buizen)

8 312

7 900

7 617

Indexcijfer 2021 = 100

100

95

92

 

 

 

 

Marktaandeel in % (plat)

74,3  %

74,4  %

75,5  %

Marktaandeel in % (lang)

87,1  %

85,5  %

87,7  %

Marktaandeel in % (buizen)

75,8  %

78,3  %

77,8  %

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

Tabel 7

Verkoopprijs per eenheid, winstgevendheid, kasstroom en rendement op geïnvesteerd vermogen

 

2021

2022

2023

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton) (plat)

971

1 309

1 104

Indexcijfer 2021 = 100

100

135

114

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton) (lang)

759

1 016

804

Indexcijfer 2021 = 100

100

134

106

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton) (buizen)

1 177

1 581

1 382

Indexcijfer 2021 = 100

100

134

117

 

 

 

 

Winstgevendheid (% van omzet) (plat)

10,6  %

11,0  %

0,1  %

Winstgevendheid (% van omzet) (lang)

7,6  %

9,6  %

–1,0  %

Winstgevendheid (% van omzet) (buizen)

5,1  %

7,3  %

5,6  %

 

 

 

 

Kasstroom (miljoen EUR) (plat)

3 434

6 326

5 999

Indexcijfer 2021 = 100

100

184

175

Kasstroom (miljoen EUR) (lang)

1 439

3 509

682

Indexcijfer 2021 = 100

100

244

47

Kasstroom (miljoen EUR) (buizen)

151

861

1 200

Indexcijfer 2021 = 100

100

571

795

 

 

 

 

Rendement op geïnvesteerd vermogen (%) (plat)

29,04  %

26,64  %

–3,24  %

Rendement op geïnvesteerd vermogen (%) (lang)

16,95  %

18,31  %

–3,15  %

Rendement op geïnvesteerd vermogen (%) (buizen)

29,31  %

11,00  %

7,81  %

Bron: gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

Tabel 8

Werkgelegenheid

(vte)

2021

2022

2023

Werkgelegenheid (plat)

114 657

114 444

114 053

Indexcijfer 2021 = 100

100

100

99

Werkgelegenheid (lang)

40 053

39 870

39 485

Indexcijfer 2021 = 100

100

100

99

Werkgelegenheid (buizen)

26 248

27 599

26 329

Indexcijfer 2021 = 100

100

105

100

Bron:

gegevens van de bedrijfstak en antwoorden op de vragenlijst

(26)

Afgaand op de bovenstaande indicatoren, bevestigt de analyse per productfamilie de bevindingen voor het betrokken product: de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie is in de beoordelingsperiode aanzienlijk verslechterd en de bedrijfstak bevindt zich momenteel in een kwetsbare situatie. Zelfs de productfamilie die beter presteerde qua winstgevendheid en ontwikkeling van het marktaandeel (d.w.z. buizen) noteerde in de beoordelingsperiode een achteruitgang voor andere kernindicatoren, zoals bezettingsgraad, productieniveau en binnenlandse verkoop.

3.2.2.   Contrafeitelijke analyse

(a)   Invoerdruk — Ontwikkeling van de invoer en het marktaandeel

(27)

De Commissie heeft de ontwikkeling van de invoer beoordeeld, zowel in algemene termen als in verhouding tot het verbruik, om te bepalen welke druk de invoer in de beoordelingsperiode uitoefende op de markt van de Unie. Daarnaast heeft de Commissie de ontwikkeling van de gebruikte tariefcontingenten beoordeeld (zie punt 3.2.2, b).

(28)

De invoer in de Unie daalde in 2023 met 17 % ten opzichte van 2021, het jaar waarin de invoer het op één na hoogste niveau sinds 2013 had bereikt (22).

Tabel 9

Ontwikkeling van de invoer

 

2021

2022

2023

Volume van de invoer (x 1 000 ton)

33 884

31 603

28 042

Indexcijfer 2021 = 100

100

93

83

Bron:

Eurostat

(29)

De analyse op productfamilieniveau bevestigde deze algemene trend, zoals blijkt uit tabel 10 hieronder.

Tabel 10

Marktaandeel van de invoer per productfamilie

 

2021

2022

2023

Verbruik (x 1 000  ton) (plat)

92 700

84 749

81 344

Indexcijfer 2021 = 100

100

91

88

Verbruik (x 1 000 ton) (lang)

57 398

53 223

48 072

Indexcijfer 2021 = 100

100

93

84

Verbruik (x 1 000 ton) (buizen)

10 973

10 093

9 790

Indexcijfer 2021 = 100

100

92

89

 

 

 

 

Invoer (x 1 000  ton) (plat)

23 835

21 699

19 935

Indexcijfer 2021 = 100

100

91

84

Invoer (x 1 000 ton) (lang)

7 387

7 711

5 933

Indexcijfer 2021 = 100

100

104

80

Invoer (x 1 000  ton) (buizen)

2 661

2 192

2 174

Indexcijfer 2021 = 100

100

82

82

 

 

 

 

Marktaandeel in % (plat)

25,7  %

25,6  %

24,5  %

Marktaandeel in % (lang)

12,9  %

14,5  %

12,3  %

Marktaandeel in % (buizen)

24,2  %

21,7  %

22,2  %

Bron:

gegevens van de bedrijfstak, antwoorden op de vragenlijst en Eurostat

(30)

De Commissie heeft de ontwikkeling van de invoer afgezet tegen de ontwikkeling van het verbruik in dezelfde periode. Onderstaande grafiek laat zien dat het verbruik in 2017-2018 een piek bereikte. In 2023 daalde het verbruik evenwel drastisch, tot het laagste niveau sinds 2013 (23). Anderzijds was het aandeel van de invoer sterk en aanhoudend toegenomen tot 2018, toen in juli de vrijwaringsmaatregel voorlopig werd ingesteld, om in de twee jaar daarna licht te dalen. Sinds 2021 stijgt het aandeel van de invoer echter weer en ligt het aanzienlijk boven het niveau van vóór de instelling van de vrijwaringsmaatregel. Daarom werd in het onderzoek geconcludeerd dat de invoerdruk, wat het marktaandeel betreft, zelfs hoger is dan vóór de instelling van de vrijwaringsmaatregel (24) en dan de druk die werd vastgesteld in het kader van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging (25).

Image 1

Bronnen:

voor de invoer, Eurostat. Voor het verbruik, de door de bedrijfstak van de Unie verstrekte antwoorden op de vragenlijst in respectievelijk het oorspronkelijke onderzoek (jaren 2013-2017), het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging (2018-2020) en het tweede nieuwe onderzoek met het oog op verlenging (2021-2023).

(b)   Invoerdruk — Ontwikkeling van het tariefcontingentgebruik

(31)

De Commissie heeft de invoerdruk ook beoordeeld in het licht van de ontwikkeling van het tariefcontingentgebruik (26). Eerst heeft de Commissie de ontwikkeling van het tariefcontingent sinds de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging beoordeeld. De onderstaande grafiek toont het beschikbare tariefcontingent aan het einde van elk van de laatste twee vrijwaringsjaren (27), waaruit blijkt dat aan het einde van het laatste kwartaal van een vrijwaringsjaar (april-juni) gemiddeld ongeveer 46 % van het tariefcontingent was gebruikt en dat het ongebruikte tariefcontingent in de jaren 4 en 5 respectievelijk 7 miljoen en 8,5 miljoen ton bedroeg. In het huidige vrijwaringsjaar (28) (waarvoor gegevens beschikbaar zijn tot 21 mei 2024) lijkt het beschikbare tariefcontingent een vergelijkbaar beeld op te leveren. De Commissie heeft bijgevolg geen grote verandering vastgesteld in het totale tariefcontingentgebruik aan het einde van de laatste twee vrijwaringsjaren, met inbegrip van het lopende jaar.

Image 2

Bron:

berekening door DG Handel op basis van gegevens in de databank inzake contingentgebruik van DG TAXUD (https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/quota_consultation.jsp)

(32)

Vervolgens heeft de Commissie de meest recente ontwikkelingen beoordeeld door het tariefcontingentgebruik tot dusver in het lopende vrijwaringsjaar (29) te onderzoeken op kwartaalbasis.

(33)

De analyse van het tariefcontingentgebruik bevestigde dat er aanzienlijke en toenemende hoeveelheden ongebruikte tariefcontingenten waren, en wel ongeveer 7 miljoen ton aan het einde van het kwartaal januari-maart 2024. Daardoor kwam het gebruik van het tariefcontingent na drie kwartalen uit op 47 %, zoals weergegeven in de onderstaande grafiek. Bij de beoordeling van de invoerdruk moet het gebruikspercentage van het tariefcontingent echter worden beschouwd in combinatie met de ontwikkeling van het aandeel van de invoer in punt 3.2.2, a), dat gemiddeld is gestegen ten opzichte van voorgaande perioden, en met een meer gedetailleerde beoordeling zoals die welke verderop in dit punt wordt verricht. Daarbij moet met name in ogenschouw worden genomen dat het tariefcontingent sinds 2019 met ongeveer 25 % in volume is toegenomen als gevolg van de liberalisering en de initiële verhoging, en dat het verbruik aanzienlijk is gedaald en naar verwachting in de nabije toekomst niet noemenswaardig zal herstellen.

Image 3

Bron:

berekening door DG Handel op basis van gegevens in de databank inzake contingentgebruik van DG TAXUD (https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/quota_consultation.jsp)

(34)

Een nadere analyse van deze gegevens wijst namelijk uit dat in de drie beoordeelde kwartalen gemiddeld 21 afzonderlijke (landspecifieke of residuele) tariefcontingenten voor verschillende productcategorieën waren uitgeput. Het gecombineerde gemiddelde volume daarvan vertegenwoordigde 32 % (bijna twee miljoen ton per kwartaal) van het totale gemiddelde invoervolume in dezelfde periode.

(35)

Ten aanzien van de oorsprong bevestigde het onderzoek voorts dat een aanzienlijk aantal van deze tariefcontingenten was uitgeput door enkele van de belangrijkste landen die staal uitvoeren naar de Unie (30), die in een bepaald kwartaal één tot acht van hun landspecifieke tariefcontingenten hadden uitgeput (31). De Commissie had soortgelijke uitvoerpatronen reeds vastgesteld in de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging (32). Bovendien werd het grootste tariefcontingent in het kader van de maatregel (het residuele tariefcontingent in categorie 1) de laatste drie opeenvolgende kwartalen vrijwel onmiddellijk uitgeput, wat duidt op aanhoudend opportunistisch gedrag van bepaalde derde landen (33).

(36)

De uitputting van de tariefcontingenten en het tempo waarin dat gebeurde, zijn in sommige gevallen een graadmeter voor de tariefcontingenten die zonder de vrijwaringsmaatregel waarschijnlijk te maken zouden hebben gekregen met grotere invoervolumes op de markt van de Unie. De vrijwaringsmaatregel heeft derhalve een hogere invoerdruk voorkomen. In het licht van deze gegevens concludeerde de Commissie dat de patronen van het tariefcontingentgebruik, die in verschillende mate waarneembaar waren in alle productfamilies, een verdere bevestiging vormden van de hoge invoerdruk op de staalmarkt van de Unie.

(c)   Ontwikkeling van de wereldwijde uitvoer door de belangrijkste staalexporterende landen en van het verbruik op hun binnenlandse markten

(37)

De invoer in de Unie daalde in 2023 met 17 % ten opzichte van 2021 (34). Zoals weergegeven in tabel 11, daalde in dezelfde periode ook de invoer op de markt van de VS, met 8 %, en bleef deze op een niveau dat aanzienlijk lager lag dan de piek die werd bereikt in 2017, vóór de instelling van de maatregel van de VS op grond van Section 232. In 2023 was de invoer met bijna 6 miljoen ton gedaald ten opzichte van 2017, het laatste jaar vóór instelling van de Section 232-maatregel.

Tabel 11

Invoer in de Verenigde Staten in ton

Jaar

2017

2021

2022

2023

Totaal derde landen (exclusief EU)

21 933 440

17 977 836

19 473 713

16 405 997

Bron:

United States International Trade Commission ()

(38)

Nadat zij de ontwikkeling van de invoervolumes op de twee grootste staalinvoermarkten (de Unie en de VS) had vastgesteld (36), analyseerde de Commissie de uitvoerprestaties van de belangrijkste landen die staal uitvoeren naar de Unie (37) naar derde landen (andere dan de Unie en de VS).

(39)

Uit tabel 12 blijkt dat de belangrijkste landen die het betrokken product uitvoeren naar de Unie, in de beoordelingsperiode over het geheel genomen minder zijn gaan uitvoeren naar andere derde markten. Een individuele beoordeling van de uitvoerprestaties van deze landen duidde voorts op een algemene negatieve ontwikkeling van de uitvoer naar andere markten dan de Unie en de VS (38).

Tabel 12

Ontwikkeling van de uitvoer (uitgezonderd de uitvoer naar de Unie en de VS) van het betrokken product uit de belangrijkste landen (uitgezonderd China) die staal uitvoeren naar de Unie en naar derde markten

Jaar

2021

2022

2023

Procentuele variatie

Variatie in ton

Ton

100 433 268

85 647 917

80 921 385

-19  %

–19 511 882

Bron:

Global Trade Atlas. Deze databank verzamelt statistische gegevens van de nationale bureaus voor de statistiek van elk land: https://www.spglobal.com/marketintelligence/en/mi/products/maritime-global-trade-atlas.html.

(40)

In het licht van deze cijfers concludeerde de Commissie dat deze landen lagere uitvoervolumes naar de markten van de Unie (tabel 9) en van de VS (tabel 11) noteerden en er voorts over het algemeen niet in slaagden hun op de twee grootste invoermarkten verloren uitvoervolumes te compenseren door uitvoer naar andere markten. Over het geheel genomen is het wereldwijde uitvoervolume van de belangrijkste landen die staal uitvoeren naar de Unie aanzienlijk gekrompen.

(41)

De Commissie heeft haar eigen beoordeling nog aangevuld met de analyse van de OESO aan de hand van een bredere productomschrijving. De OESO-gegevens bevestigden de eigen beoordeling van de Commissie dat de uitvoervolumes van de belangrijkste staalexporterende landen in de beoordelingsperiode constant waren gedaald (39).

(42)

De enige opmerkelijke uitzondering op deze overigens consistente trend betrof de Chinese uitvoer, die in 2023 toenam tot ongeveer 95 miljoen ton. Dit kwam neer op een stijging van de uitvoer met 24 miljoen ton (+40 %) (40). Gezien de enorme omvang ervan, zou de toename van de uitvoer door China de daling van de uitvoer voor vrijwel alle andere grote landen van uitvoer maskeren. Daarom is China niet opgenomen in de geaggregeerde analyse van tabel 12.

(43)

Door de extra druk van de Chinese uitvoer is de concurrentie op de markten van andere derde landen aanzienlijk toegenomen (41). Dit heeft de beschikbaarheid en omvang van exportmarkten over de hele wereld verder beperkt (42) en heeft bijgedragen tot de daling van de uitvoer door andere landen.

(44)

In dit verband bleek uit gegevens van de OESO dat de invoer in veel grote invoermarkten, behalve de EU en de VS, een opwaartse trend vertoonde ofschoon de meeste grote staalexporteurs minder uitvoerden (43). Dit lijkt ten minste op een aantal van deze markten (bv. Asean (44), Korea, Turkije (45) en Brazilië (46)) voort te vloeien uit de sterke stijging van de Chinese uitvoer (47). Bovendien wijzen de gegevens van de eerste maanden van 2024 niet op een kentering van dit exportgedrag van China (48).

(45)

Gelet op deze ontwikkeling van de Chinese uitvoer heeft de Commissie ook het effect van deze drastische stijging van de Chinese uitvoer naar derde landen op de invoerstromen naar de markt van de Unie en de correlatie daartussen beoordeeld.

(46)

De Commissie bevestigde dat de invoer uit sommige landen van oorsprong waarnaar China in 2023 zijn uitvoer aanzienlijk had opgevoerd (waaronder Vietnam, Indonesië en Maleisië (49)) alsook uit andere landen die op die Aziatische markten gewoonlijk met China concurreren (Japan (50)), in 2023 sterk was gestegen op de markt van de Unie (51). Deze stijgingen zijn nog scherper indien zij worden afgezet tegen de periode vóór de instelling van de vrijwaringsmaatregel. De onderzochte gegevens wijzen er dus sterk op dat, tegen de achtergrond van een zwakkere consumptie, deze sterke en toenemende invoerdruk uit China op bepaalde derde markten de producenten in sommige landen ertoe heeft aangezet om voor een deel van hun productie op zoek te gaan naar andere uitvoermarkten, waaronder de markt van de Unie (52).

(47)

Vervolgens heeft de Commissie de ontwikkeling van het binnenlandse verbruik van de belangrijkste staalexporterende landen (53) in de beoordelingsperiode beoordeeld.

Tabel 13

Ontwikkeling van het verbruik op de belangrijkste staalproducerende markten (met inbegrip van de belangrijkste landen die uitvoeren naar de Unie)

Jaar/Product

Warmgewalst breedband en platen

Koudgewalst breedband

Thermisch verzinkt + elektrolytisch verzinkt breedband

Blik

Kwartoplaat

Betonstaal + walsdraad

Staafstaal + structuuronderdelen

Spoorwegmateriaal

Alle — inclusief China

China

Zonder China

2018

501 094

172 656

87 022

8 539

110 692

495 876

190 878

8 137

1 574 894

964 829

610 065

2019

505 033

167 801

90 303

8 820

113 426

531 934

197 669

8 710

1 623 696

1 024 141

599 556

2020

518 795

176 849

91 167

8 371

121 359

552 592

211 095

8 111

1 688 338

1 141 389

546 949

2021

544 636

182 974

90 038

8 094

118 641

547 644

207 966

7 050

1 645 904

1 050 573

595 331

2022

532 646

173 302

87 504

7 317

119 759

516 659

200 983

7 175

1 707 043

1 085 222

621 821

2023

559 856

181 132

92 419

8 020

126 071

502 780

200 126

7 376

1 677 781

1 068 225

609 556

Bron:

CRU-databank (beschikbaar voor abonnees).

(48)

Uit tabel 13 (54) blijkt dat het verbruik op de binnenlandse markten van de belangrijkste staalexporteurs in 2022 (55) met 61 miljoen ton (–4 %) is gedaald ten opzichte van 2021 (56). Daarbinnen vertoonde het Chinese verbruik de scherpste daling wat betreft het totale volume, met een daling van 34 miljoen ton. In 2023 bedroeg de totale daling ten opzichte van 2021 2 % (–29,2 miljoen ton).

(49)

De analyse in dit punt bevestigde dat het voor de belangrijkste staalexporteurs steeds moeilijker wordt om een deel van hun productie uit te voeren naar derde markten (zie ook punt 3.2.2, e) en f)). Bovendien wezen de gegevens uit dat zij de verloren uitvoervolumes, gelet op de ontwikkeling van het verbruik, nauwelijks naar hun eigen binnenlandse markten zouden kunnen verleggen. Hierdoor daalden de verkochte volumes van veel van de grootste landen die staal uitvoeren naar de Unie aanzienlijk, zowel op de binnenlandse markt als in derde landen.

(d)   Overcapaciteit

(50)

De ontwikkeling van de wereldwijde overcapaciteit was een belangrijke factor in het besluit van de Commissie tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel in februari 2019 (57) en tot verlenging ervan in juni 2021 (58). In het huidige onderzoek heeft de Commissie de laatste ontwikkelingen omtrent de overcapaciteit van de staalproductie beoordeeld met behulp van informatie van het Staalcomité van de OESO en het Mondiaal Forum over de overcapaciteit van staal (Global Forum on Steel Excess Capacity — GFSEC), die in hun meest recente verslagen bevestigen dat de overcapaciteit nog steeds zeer hoog is (59).

(51)

Volgens deze bronnen overschreed de wereldwijde staalproductiecapaciteit de productie in 2023 naar schatting met 550 miljoen ton. Dit is gelijk aan de gecombineerde staalproductie van India, Noord- en Zuid-Amerika, de EU, Japan en Turkije in 2023 (60) en viermaal het verbruik op de markt van de Unie in 2023.

(52)

Deze gegevens wezen derhalve uit dat de situatie van overcapaciteit sinds de instelling van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal in 2019 niet is verbeterd. Overcapaciteit blijft een ernstig probleem in de staalsector, en in de nabije toekomst valt geen verbetering te verwachten. Bij de beoordeling van de waarschijnlijke ontwikkelingen van de wereldwijde overcapaciteit heeft de Commissie de verwachting geuit dat de situatie verder zal verslechteren. De OESO heeft gemeld dat de capaciteit tussen 2024 en 2026 naar verwachting met ongeveer 160 miljoen ton zal worden uitgebreid (61). Deze nieuwe capaciteit, die groter is dan het jaarlijkse verbruik in de Unie, komt er nog eens bij in een periode waarin de mondiale vraag naar staal naar verwachting slechts licht zal groeien, waardoor de kloof tussen capaciteit en vraag en bijgevolg de overcapaciteit nog groter dreigen te worden.

(53)

Bovendien bevestigde de onderzochte informatie dat de Unie vrijwel de enige belangrijke staalproducerende regio was waar de overcapaciteit in de periode 2018-2023 was gedaald en dus niet bijdroeg tot de huidige ontwikkeling van de wereldwijde overcapaciteit (62).

(54)

De Commissie bevestigde deze informatie verder met haar eigen beoordeling van de gegevens uit de CRU-databank (63) voor de belangrijkste staalproducerende landen ter wereld, waaronder de belangrijkste exporteurs van staal naar de markt van de Unie.

(55)

Bijgevolg concludeerde de Commissie dat de overcapaciteit op een zeer hoog niveau bleef en waarschijnlijk nog verder zou toenemen.

(56)

Naast de beoordeling van de laatste ontwikkelingen van de wereldwijde overcapaciteit analyseerde de Commissie ook de verbanden tussen de toenemende overcapaciteit in sommige landen en regio’s en de ontwikkeling van de invoer in de Unie uit die landen en regio’s. Zij baseerde die beoordeling op invoerstatistieken en op het specifieke onderzoek naar de ontwikkeling van overcapaciteit door het Staalcomité van de OESO (64) en het GFSEC (65).

(57)

Volgens het GFSEC zijn “de risico’s van overinvesteringen de afgelopen jaren steeds duidelijker geworden in Zuidoost-Azië, delen van het Midden-Oosten en Afrika, waar dergelijke capaciteitsuitbreidingen de lokale staalvraag sterk overschrijden”. Het GFSEC voegde daaraan toe dat “de capaciteit in Vietnam, Indonesië en Maleisië met wel 35 % tot 95 % is uitgebreid, terwijl de vraag naar staal is afgenomen of slechts marginaal is gestegen [...], en dat bepaalde andere economieën in het Midden-Oosten, Zuid-Azië en Noord-Afrika ook een onevenwichtige groei noteren (bv. Iran, Pakistan en Algerije)” (66).

(58)

Deze informatie was ook in overeenstemming met de informatie op landniveau van de OESO, waaruit een aanzienlijke toename van de capaciteit in deze (en andere) landen blijkt (67). In dit verband wees het onderzoek ook uit dat een deel van deze capaciteitsuitbreidingen werd aangejaagd door overzeese investeringen van China, voornamelijk in de Asean-regio (68).

(59)

Bij de beoordeling van de ontwikkeling van de invoer in de Unie per land van oorsprong heeft de Commissie vastgesteld dat de invoer uit bepaalde landen (69) in de periode 2022-2023 ondanks de vrijwaringsmaatregel was toegenomen (70). Deze landen behoorden niet tot de traditionele landen van uitvoer naar de Unie en leverden in sommige gevallen vrijwel geen staal vóór de vrijwaringsmaatregel en tijdens de eerste jaren van toepassing ervan. Als zodanig kwamen zij niet in aanmerking voor een landspecifiek contingent en gebruikten zij daarom de beschikbare ruimte in het kader van de residuele tariefcontingenten om zeer snel en met grote volumes de markt van de Unie te betreden. Deze abrupte penetratie veroorzaakte aanzienlijke marktverstoringen en ondermijnde in sommige gevallen de doeltreffendheid van de maatregel (zie punt 7.3). Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de invoer in de Unie uit sommige van die landen.

Image 4

Bron:

Eurostat

(60)

Uit de grafiek blijkt dat de invoer uit deze landen in 2023 met bijna 4 miljoen ton is gestegen ten opzichte van 2017, het jaar vóór de vrijwaringsmaatregel.

(61)

Uit de analyse van de beschikbare gegevens bleek derhalve dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de ontwikkeling van de invoer uit bepaalde landen naar de markt van de Unie en de ontwikkeling en toestand van de overcapaciteit in die landen, naast de toegenomen Chinese uitvoer naar sommige van die landen. Zoals uiteengezet in punt 7.3, heeft het onderzoek bevestigd dat de agressieve penetratie van een markt waar een vrijwaringsmaatregel van toepassing is reeds negatieve gevolgen had voor de bedrijfstak van de Unie, reden waarom verdere maatregelen met betrekking tot de werking van de maatregel nodig waren om die effecten te neutraliseren.

(e)   Maatregelen van derde landen, met inbegrip van Section 232 van de VS

(62)

In haar verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel heeft de Commissie vastgesteld dat de maatregelen van de VS op grond van Section 232 ten aanzien van bepaalde staalproducten waarschijnlijk een aanzienlijke verlegging van het handelsverkeer van oorspronkelijk voor de markt van de VS bestemde uitvoer naar de markt van de Unie zouden veroorzaken indien de Unie geen corrigerende maatregelen zou nemen. In die verordening constateerde de Commissie dat de eerste tekenen van handelsverlegging reeds in 2018 werden waargenomen (71). In de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging bevestigde de Commissie dat het uit deze maatregel voortvloeiende risico van verlegging van het handelsverkeer bleef bestaan (72). Voorts heeft de Commissie in het kader van de verordening inzake de derde evaluatie van de werking uitvoerig beoordeeld welke effecten deze maatregel had op de potentiële handelsstromen naar de markt van de Unie. In die beoordeling concludeerde de Commissie dat het risico van verlegging van het handelsverkeer bleef bestaan, ondanks de wijzigingen van Section 232 (73).

(63)

In het huidige onderzoek heeft de Commissie de laatste stand van zaken van de Amerikaanse maatregel beoordeeld om vast te stellen of de eerdere bevindingen nog steeds geldig waren. Bij het onderzoek werd bevestigd dat de maatregel van kracht bleef en dat de reikwijdte of werking ervan sinds de laatste beoordeling door de Commissie, in 2023, niet wezenlijk was gewijzigd (74). Voorts kon op basis van de beschikbare informatie (75) redelijkerwijs worden aangenomen dat de maatregel van de VS op grond van Section 232 in de nabije toekomst niet zou worden ingetrokken of ingrijpend zou worden gewijzigd.

(64)

In tabel 11 (invoer in de VS) heeft de Commissie aangetoond dat de invoer op de markt van de VS aanzienlijk lager was dan in de periode voorafgaand aan de instelling van de maatregel op grond van Section 232. Bovendien hebben de grootste landen van uitvoer naar de Unie, zoals blijkt uit punt 3.2.2, c) (uitvoer naar andere markten en binnenlands verbruik), in de regel geen andere markten gevonden waar zij de volumes konden afzetten die zij voorheen uitvoerden naar de markt van, onder meer, de VS.

(65)

Bijgevolg blijft het risico van verlegging naar de markt van de Unie als gevolg van de maatregelen van de VS op grond van Section 232 onverminderd bestaan indien de vrijwaringsmaatregel van de Unie zou komen te vervallen.

(66)

De VS gaven te kennen dat zij ook, naast Section 232, de invoerrechten voor bepaalde staalproducten uit China op grond van Section 301 zouden verhogen (76). Door deze maatregel zou het voor China nog moeilijker worden om naar de markt van de VS uit te voeren, zodat het risico van verlegging van het handelsverkeer zou toenemen, hetzij door extra hoeveelheden staal die rechtstreeks van China naar de Unie worden uitgevoerd, hetzij indirect door de verdringing van staal uit andere landen van oorsprong op derde markten door de sterkere aanwezigheid van China, zoals opgemerkt in punt 3.2.2, d). Die volumes zouden dan althans gedeeltelijk naar de markt van de Unie kunnen worden verlegd.

(67)

Naast de VS heeft de Commissie ook nieuwe maatregelen geïdentificeerd, afgezien van de handelsbeschermingsinstrumenten (77) die door andere rechtsgebieden zijn vastgesteld. Zo heeft Mexico in augustus 2023 de invoerrechten op bepaalde ijzer- en staalproducten verhoogd van 15 % naar 25 % (78). In februari 2024 heeft Brazilië de invoerrechten op verschillende staalproducten verhoogd (79). In april 2024 heeft Turkije de uitvoer van bepaalde staalproducten naar Israël beperkt (80).

(68)

Het onderzoek bevestigde dan ook dat het aantal maatregelen van derde landen en de reikwijdte ervan verder zijn toegenomen; dit vergroot het risico van verlegging van het handelsverkeer, aangezien de afzetmogelijkheden voor de exporteurs verder zijn afgenomen.

(f)   Situatie van handelsbeschermingsmaatregelen in derde landen

(69)

De ontwikkeling en de stand van de handelsbeschermingsinstrumenten ten aanzien van staalproducten in derde landen (81) is in eerdere onderzoeken beoordeeld (82). In dit onderzoek heeft de Commissie de meest recente ontwikkelingen onderzocht en bevestigd dat er nog steeds een groot aantal handelsbeschermingsinstrumenten van kracht is, dat blijft toenemen, zoals blijkt uit de onderstaande grafiek.

Image 5

Bron:

WTO-portaal inzake handelsmaatregelen — https:// trade-remedies.wto.org/en.

(70)

Bovendien laat deze grafiek zien dat een aanzienlijk deel van de maatregelen is ingesteld tegen de belangrijkste landen die staal uitvoeren naar de Unie (83). Dit betekent dat deze landen steeds grotere moeilijkheden ondervinden om hun producten naar derde landen uit te voeren als gevolg van het toenemende aantal tegen hen ingestelde handelsbeschermingsinstrumenten.

(71)

Voorts heeft de Commissie geconstateerd dat andere rechtsgebieden werken aan verlenging van hun bestaande vrijwaringsmaatregelen, zoals het Verenigd Koninkrijk (84), of aan de opening van nieuwe onderzoeken inzake vrijwaringsmaatregelen, zoals Zuid-Afrika (85). Het toenemende aantal handelsbeschermingsmaatregelen in de verschillende rechtsgebieden maakt het voor landen van uitvoer nog moeilijker om afzetmarkten voor hun producten te vinden, waarbij voorts sprake is van een stijgende overcapaciteit (86), die de reeds bestaande spanningen op de markt zal verergeren. Bovendien kunnen de waargenomen marktontwikkelingen, met name de sterke stijging van de Chinese uitvoer bij zwakke marktomstandigheden, leiden tot de toepassing van verdere handelsbeschermingsinstrumenten (87).

(g)   Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie

(72)

De Unie is momenteel qua volume verreweg de grootste staalinvoermarkt ter wereld (88). Wat de prijzen betreft, hanteren de belangrijkste staalexporterende landen voor het overgrote deel van hun staaluitvoer steevast hogere prijzen bij uitvoer naar de Unie dan bij uitvoer naar andere derde markten. Op basis van een prijsbeoordeling door de Commissie vertoonde 57 % tot 93 % van de geanalyseerde productcodes per land hogere prijzen bij uitvoer naar de Unie dan naar andere derde markten (89).

(73)

Dit is een duidelijke aanwijzing dat exporteurs er een zeer groot belang bij hebben om de markt van de Unie te betreden en soms om oneerlijke prijsstellingspraktijken toe te passen. De afgelopen jaren heeft de Commissie een aantal antidumping- en compenserende maatregelen ingesteld ten aanzien van de invoer van staal, ook ten aanzien van productcategorieën waarop de vrijwaringsmaatregel van toepassing is (90). Dit grote belang om de markt van de Unie te betreden, blijkt voorts uit de omstandigheid dat sommige landen de bestaande handelsbeschermingsinstrumenten proberen te omzeilen (91). De statistieken over de ontwikkeling van de invoer in de Unie bevestigen de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie voor exporteurs. Het marktaandeel van de invoer in de Unie is in de beoordelingsperiode gemiddeld zelfs toegenomen ten opzichte van de periode vóór de instelling van de vrijwaringsmaatregel, in een context van een dalend verbruik en ondanks het bestaan van een vrijwaringsmaatregel. Bovendien zijn in sommige gevallen de beschikbare tariefcontingenten in een bepaald kwartaal zeer snel uitgeput en zijn er aanwijzingen dat daarbij sprake is van aanhoudend opportunistisch gedrag.

(74)

In het licht van deze elementen heeft de Commissie geconcludeerd dat de staalmarkt van de Unie qua omvang en prijs aantrekkelijk blijft.

(h)   Marktvooruitzichten

(75)

In aanvulling op de beoordeling van de in de punt 3.2.2, a) tot en met g), beschreven factoren heeft de Commissie ook de meest recente beschikbare marktvooruitzichten geanalyseerd. De vooruitzichten wezen op een relatief traag herstel in 2024 en 2025 ten opzichte van 2023, met volumes die nog onder het niveau van 2021 uitkomen.

(76)

In haar kortetermijnvooruitzichten van april 2024 verwachtte Worldsteel dat de mondiale vraag naar staal in 2024 met 1,7 % zou toenemen tot 1 793 miljoen ton en in 2025 met 1,2 % tot 1 815 miljoen ton. Ondanks dit bescheiden herstel in 2024 (tot nauwelijks boven de cijfers van 2022) en 2025, zou de vraag nog steeds onder de vraag van 2021 uitkomen. In het verslag wordt opgemerkt dat “de mondiale economische vooruitzichten zijn verslechterd als gevolg van de verkrapping van de monetaire omstandigheden die van invloed is op de consumptie en de investeringen. De bouwsector, met name de woningbouw, heeft te kampen met hoge rentetarieven en kosten, terwijl investeringen in infrastructuur enig soelaas bieden. De verwerkende industrie vertraagt als gevolg van een verzwakte vraag, waarbij duurzame consumptiegoederen hard werden getroffen” (92).

(77)

Volgens de verklaring van de voorzitter van het Staalcomité van de OESO van maart 2024 wijzen de meest recente prognoses voor 2024 en 2025 erop dat de mondiale vraag naar staal zeer traag zal blijven groeien (93).

(78)

Tot slot zijn de economische vooruitzichten van Eurofer in overeenstemming met de andere beoordeelde vooruitzichten, in de zin dat de aanhoudende economische onzekerheid de komende kwartalen naar verwachting van invloed zal blijven op de groei van de staalmarkt en dat de groei van staalverbruikende sectoren in 2024 naar verwachting verder zal vertragen (+0,2 %, neerwaarts bijgesteld van +0,4 %), voornamelijk als gevolg van de tweede recessie op rij in de bouwsector, om vervolgens in 2025 gematigd te stijgen (+1,5 %) (94).

(79)

Daarom concludeerde de Commissie dat de situatie op de wereldmarkt voor staal in het algemeen, en in de Unie in het bijzonder, problematisch zou blijven aan de vraagzijde.

3.2.3.   Conclusies inzake het noodzakelijkheidscriterium

(80)

Op basis van de bovenstaande bewijselementen en overwegingen heeft de Commissie vastgesteld dat de staalindustrie van de Unie zich in een kwetsbare situatie bevindt.

(81)

De Commissie heeft ook vastgesteld dat de invoer uit de belangrijkste staalexporterende landen een zeer hoge en toenemende invoerdruk op de staalmarkt van de Unie heeft uitgeoefend en nog steeds uitoefent. De invoerdruk werd nog vergroot door de plotselinge en snelle invoerpenetratie van verschillende landen van oorsprong die in het verleden geen significante hoeveelheden uitvoerden naar de markt van de Unie. Dit kwam bovenop de in eerdere onderzoeken vastgestelde invoerdruk.

(82)

De Commissie bevestigde ook de hoge overcapaciteit en de verwachte capaciteitsuitbreidingen in de komende jaren, in een context waarbij de vraag naar verwachting traag zal groeien. Dit wijst erop dat de situatie van overcapaciteit waarschijnlijk niet zal verbeteren.

(83)

De landen van uitvoer hebben niet alleen minder goede toegang tot de grootste invoermarkten (de Unie en de VS), maar ook tot andere derde markten gekregen. Bovendien is het binnenlandse verbruik over het algemeen ook gedaald. De sterke toename van de uitvoer uit China leidde tot extra concurrentiedruk op derde markten, waarbij volumes van andere landen van uitvoer werden verdrongen, een trend die in de nabije toekomst niet lijkt te zullen worden gekeerd.

(84)

De handelsbeperkende maatregelen en de handelsbeschermingsinstrumenten namen toe en bleven op een hoog niveau, waardoor de landen van uitvoer extra moeilijkheden ondervonden in de zoektocht naar afzetmogelijkheden voor hun producten. Ten slotte bevestigde het onderzoek dat de markt van de Unie aantrekkelijk was qua omvang en prijzen.

(85)

Gezien de omvang van de wereldwijde overcapaciteit, het grote aantal handelsbelemmeringen in meerdere rechtsgebieden en de huidige marktvooruitzichten, concludeerde de Commissie dat de invoer naar de Unie waarschijnlijk zou toenemen indien de vrijwaringsmaatregel zou komen te vervallen. Een dergelijke toename zou extra invoerdruk op de kwetsbare bedrijfstak van de Unie leggen en aldus waarschijnlijk ernstige schade veroorzaken. Gezien de in de punten 3.1 en 3.2 onderzochte elementen heeft de Commissie derhalve geconcludeerd dat de maatregel nog steeds noodzakelijk was om ernstige schade voor de bedrijfstak van de Unie te voorkomen of te verhelpen.

3.3.   Bewijs waaruit blijkt dat de bedrijfstak van de Unie zich aanpast

(86)

Een van de doelstellingen van het instrument van vrijwaring is de binnenlandse producenten in staat te stellen zich aan te passen terwijl de maatregelen van kracht zijn. Daarom is bewijs van aanpassingen door de bedrijfstak een noodzakelijke voorwaarde voor de verlenging van een vrijwaringsmaatregel.

(87)

In dit verband heeft de Commissie reeds in 2021 (95) bevestigd dat de bedrijfstak van de Unie zich aan het aanpassen was. Toen de Commissie in 2018 de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal instelde, was de bedrijfstak van de Unie al begonnen met een proces van aanpassing in reactie op de ernstige crisis waarmee de staalsector werd geconfronteerd sinds medio 2010, toen de mondiale vraag naar staal vertraagde maar de wereldwijde capaciteit bleef groeien (96).

(88)

In dit onderzoek heeft de Commissie bewijsmateriaal voor talrijke door de bedrijfstak van de Unie doorgevoerde aanpassingen verzameld via antwoorden op de vragenlijst (97), schriftelijke opmerkingen en eigen onderzoek (op basis van openbaar beschikbare informatie, zoals artikelen waarin melding wordt gemaakt van aanpassingen in de bedrijfstak in alle onderstaande categorieën).

(89)

De bedrijfstak van de Unie heeft tal van maatregelen beschreven om het concurrentievermogen in de huidige moeilijke marktomstandigheden te verbeteren. Sinds de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging in 2021 is de bedrijfstak van de Unie doorgegaan met een aantal herstructureringsmaatregelen, zoals de sluiting van minder efficiënte of onderbenutte installaties (98). Dit werd bevestigd door de capaciteitsgegevens in de antwoorden op de vragenlijst, die een lichte daling van de productiecapaciteit laten zien (99). De gegevens van het Staalcomité van de OESO waren ook in overeenstemming met deze informatie en wezen erop dat de capaciteit in de Unie in de periode 2018-2023 met 5,2 miljoen ton was gedaald (100). In het kader van deze aanpassing kondigde een van de grootste producenten in de Unie (thyssenkrupp) in april 2024 aan de capaciteit van zijn grootste productielocatie aanzienlijk te verminderen met ongeveer 2,5 miljoen ton. De bedrijfstak van de Unie leverde dus voortdurend aanzienlijke inspanningen om zich aan de marktomstandigheden aan te passen (101).

(90)

Daarnaast hebben de producenten in de Unie een reeks andere aanpassingen beschreven om het concurrentievermogen te verbeteren, zoals uitbreiding van de productportefeuille, vaak met producten met een hogere toegevoegde waarde (102), verbetering van de procesefficiëntie en modernisering van installaties (103). In dit verband zijn de inspanningen van de staalindustrie van de Unie gericht op verbetering van de energie-efficiëntie (104), mede met het oog op de naleving van de EU-emissievereisten.

(91)

De doorgevoerde aanpassingen hebben betrekking op alle productfamilies waarop de vrijwaringsmaatregel van toepassing is.

(92)

Daarom concludeerde de Commissie dat uit het bewijsmateriaal bleek dat de bedrijfstak van de Unie zich tijdens de beoordelingsperiode verder heeft aangepast.

3.4.   Belang van de Unie

(93)

De Commissie heeft ook onderzocht of er dwingende economische redenen zijn die tot de conclusie zouden kunnen leiden dat het niet in het belang van de Unie is om de bestaande vrijwaringsmaatregel te verlengen.

(94)

Daarvoor heeft de Commissie het effect van mogelijke maatregelen op producenten, importeurs en gebruikers in de Unie beoordeeld. De beoordeling van het beschikbare bewijsmateriaal is verricht aan de hand van: i) de economische situatie van de staalproducenten in de Unie en het mogelijke effect van intrekking van de maatregel; en ii) het belang van gebruikers en importeurs in de Unie, waarbij onder meer wordt gekeken naar de ontwikkeling van het gebruik van tariefcontingenten in het kader van de vrijwaringsmaatregel en de algemene beschikbaarheid van invoer op de markt van de Unie in het licht van de huidige marktvooruitzichten.

3.4.1.   Belang van de producenten in de Unie

(95)

Zoals uiteengezet in de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging, beschikt de staalindustrie van de Unie over meer dan 500 productielocaties in 23 EU-lidstaten. De bedrijfstak biedt rechtstreeks werk aan meer dan 300 000 mensen en is goed voor 2,6 miljoen banen in de hele Unie als de indirecte en daarmee gerelateerde banen in andere sectoren worden meegerekend. Bovendien bleek uit verschillende analyses van de diensten van de Commissie het belang van de staalindustrie voor de economie van de Unie (105). Het huidige onderzoek heeft bevestigd dat er in dit opzicht geen wezenlijke veranderingen zijn opgetreden.

(96)

In dit onderzoek heeft de Commissie ook geconcludeerd dat de vrijwaringsmaatregel noodzakelijk bleef om de ernstige schade die waarschijnlijk zou ontstaan indien de vrijwaringsmaatregel zou komen te vervallen, te voorkomen. In geval van ernstige schade zouden de aanpassingsinspanningen van de bedrijfstak van de Unie ernstig in gevaar komen.

(97)

Daarom bevestigde het onderzoek dat verlenging van de maatregel in het belang van de producenten in de Unie zou zijn.

3.4.2.   Belang van gebruikers en importeurs in de Unie

(98)

In het onderzoek werd ook beoordeeld welke gevolgen een verlenging van de maatregel waarschijnlijk zou hebben voor gebruikers en importeurs in de Unie.

(99)

In dit verband werd in het kader van het onderzoek geconstateerd dat het verbruik in de Unie drastisch was gedaald en dat er, in overeenstemming met deze marktontwikkeling, elk kwartaal steeds grotere hoeveelheden van de tariefcontingenten ongebruikt bleven. Bovendien bevestigde het onderzoek dat er een zeer grote en toenemende kloof bestond tussen de toename van de tariefcontingenten, voornamelijk (106) als gevolg van de geleidelijke liberalisering sinds 2019, en de ontwikkeling van het verbruik (107). De marktvooruitzichten duidden er ook op dat het verbruik in de Unie waarschijnlijk slechts gematigd zou groeien, en wel aanzienlijk minder dan de hoeveelheden tariefcontingenten die, doorgaans uit meerdere landen van oorsprong, beschikbaar bleven voor alle productcategorieën en -families.

(100)

Daarom concludeerde de Commissie dat het voor de gebruikers en importeurs in de Unie, zelfs in geval van verlenging van de maatregel, over het algemeen mogelijk zou blijven om voor alle productcategorieën rechtenvrij staal van verschillende oorsprong in te kopen. Bovendien bevestigde het onderzoek dat de producenten in de Unie ruimte hadden om hun bezettingsgraad te verhogen en dus extra hoeveelheden aan afnemers in de Unie konden leveren. De Commissie bevestigde dan ook dat een verlenging van de maatregel gebruikers en importeurs in de Unie in het algemeen niet zou verhinderen om voldoende hoeveelheden rechtenvrij staal in te kopen, zowel in derde landen als bij producenten in de Unie.

(101)

Bovendien heeft de Commissie, net als in de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging (108), de mogelijke gevolgen van de vrijwaringsmaatregel (109) voor de staalprijzen op de markt van de Unie getoetst door de trends in de Unie te vergelijken met die op andere belangrijke staalmarkten wereldwijd (110). De analyse wees uit dat de prijzen op de markt van de Unie dezelfde of een zeer vergelijkbare trend volgden als de prijzen op andere markten, wat erop wijst dat de vrijwaringsmaatregel geen ongewone prijsontwikkeling in de Unie veroorzaakte.

(102)

Op basis van deze bevindingen heeft de Commissie geconcludeerd dat uit de opmerkingen van gebruikers en importeurs in de Unie niet bleek dat de verlenging in strijd zou zijn met het algemene belang van de Unie.

3.5.   Conclusie over verlenging

(103)

De Commissie heeft vastgesteld dat aan de wettelijke vereisten om een vrijwaringsmaatregel te verlengen (noodzakelijkheid en aanpassing) is voldaan. Bovendien heeft zij vastgesteld dat de maatregel niet in strijd zou zijn met het algemene belang van de Unie.

(104)

Daarom acht de Commissie het passend de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal na 30 juni 2024 te verlengen.

4.   OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN OVER DE VERLENGING

(105)

De Commissie heeft meer dan 65 opmerkingen en replieken ontvangen van belanghebbenden, waaronder staalproducenten in de Unie, gebruikers en importeurs van staal in de Unie alsook hun respectieve verenigingen, producenten-exporteurs en regeringen van derde landen. In dit punt gaat de Commissie in op de argumenten van deze belanghebbenden met betrekking tot een eventuele verlenging. Met het oog op de administratieve efficiëntie heeft de Commissie de argumenten gegroepeerd naar aard en inhoud. In voorkomend geval verwijst de Commissie naar eerdere bevindingen in deze verordening (punten 3 en 4) waarin zij de meeste argumenten van belanghebbenden al uitvoerig heeft behandeld. De Commissie concludeerde dat geen van de aangevoerde argumenten haar conclusie over de gepastheid van de verlenging van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal kon veranderen.

4.1.   De Commissie moet de maatregel beëindigen op grond van de bevindingen van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO in geschil DS595

(106)

Sommige belanghebbenden verwezen naar het rapport van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van 29 april 2022 in het geschil DS595 Europese Unie — Vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van bepaalde staalproducten en voerden aan dat de Commissie de maatregel automatisch had moeten beëindigen omdat deze in strijd was met sommige bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT).

(107)

In dit verband verwijst de Commissie, net als in eerdere nieuwe onderzoeken waarin dit argument werd aangevoerd, naar Uitvoeringsverordening (EU) 2023/104 van 13 januari 2023 (111), waarbij zij uitvoering gaf aan de uitspraak van het Orgaan voor Geschillenbeslechting en aldus de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal in overeenstemming bracht met de WTO-regels voor de weinige aspecten waarvoor het panel inconsistenties had vastgesteld.

(108)

Bijgevolg zijn de argumenten met betrekking tot dat geschil niet relevant in het kader van het lopende onderzoek, aangezien zij reeds door middel van een afzonderlijke rechtshandeling zijn behandeld. De Commissie was het hoe dan ook, en gelet op de redenering in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/104, niet eens met het argument dat zij de maatregel op grond van de bevindingen van het panel in dat geschil had moeten beëindigen.

(109)

Eén partij voerde aan dat de WTO-leden een vrijwaringsmaatregel op grond van de WTO-regels eenmaal kunnen verlengen. In de desbetreffende tekst in de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen (artikel 7.3) wordt het woord “extension” (“verlenging”) namelijk in het enkelvoud gebruikt. Tot dusver heeft het Orgaan voor Geschillenbeslechting deze term niet inhoudelijk uitgelegd, maar het woord “verlenging” in artikel 7.3 wordt voorafgegaan door het woord “any” (“elke”), wat erop kan wijzen dat meerdere verlengingen mogelijk zijn. Bovendien wordt in artikel 19, lid 3, van de Engelstalige versie van de vrijwaringsbasisverordening de term “extensions” (meervoud) gebruikt.

4.2.   Verminderd risico van verlegging van het handelsverkeer als gevolg van wijzigingen in de maatregel van de VS op grond van Section 232

(110)

Sommige belanghebbenden voerden aan dat als gevolg van enkele wijzigingen in de maatregel van de VS op grond van Section 232, het risico van verlegging van het handelsverkeer zodanig was verminderd dat de vrijwaringsmaatregel niet langer nodig zou zijn.

(111)

Dit is een terugkerend argument dat de belanghebbenden ook in eerdere nieuwe onderzoeken hebben aangevoerd. Daarom heeft de Commissie dit vraagstuk in het verleden bij verschillende gelegenheden beoordeeld, waaronder in de verordening inzake het nieuwe onderzoek van juni 2023 (112). Steeds kwam de Commissie tot de conclusie dat de wijzigingen in de maatregel van de VS op grond van Section 232 geen verandering brachten in de beoordeling van het risico van verlegging van het handelsverkeer naar de markt van de Unie als gevolg van de maatregel van de VS op grond van Section 232 (113).

(112)

De wijzigingen van de maatregel van de VS op grond van Section 232 waarnaar belanghebbenden in het kader van het huidige onderzoek verwijzen, zijn vóór juni 2023 doorgevoerd en maakten derhalve reeds deel uit van de beoordeling van de Commissie in dat onderzoek. De Commissie heeft geen aanvullend bewijsmateriaal ontvangen op grond waarvan zij tot een andere conclusie zou komen dan in 2023.

(113)

Zoals toegelicht in punt 3.2.2, e), wees de informatie waarover de Commissie beschikte er bovendien op dat niet alleen de maatregel van de VS op grond van Section 232 zeer waarschijnlijk van kracht zou blijven, maar de VS en andere derde landen ook steeds meer handelsmaatregelen tegen invoer uit derde landen namen. Hierdoor neemt het risico van verlegging van het handelsverkeer als gevolg van dergelijke maatregelen toe, met inbegrip van de maatregel van de VS op grond van Section 232.

4.3.   De markt van de Unie wordt voldoende beschermd door andere handelsbeschermingsinstrumenten

(114)

Sommige partijen merkten op dat de staalindustrie van de Unie reeds voldoende beschermd is door talrijke antidumping- en compenserende maatregelen voor een breed scala aan producten. Het cumulatieve effect van de verschillende handelsbeschermingsinstrumenten zou in dit verband tot overmatige bescherming van de bedrijfstak van de Unie leiden.

(115)

De Commissie merkt op dat elk van de verschillende handelsbeschermingsinstrumenten een ander doel dient. De vrijwaringsmaatregel is een erga omnes maatregel tegen invoerstijgingen als gevolg van onvoorziene ontwikkelingen die ernstige schade veroorzaken of dreigen te veroorzaken, en antidumping- en compenserende maatregelen zijn erop gericht een binnenlandse bedrijfstak te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken (schade veroorzakende dumping of subsidiëring). Wanneer zij aan de wettelijke voorwaarden voor de oplegging (of verlenging) van de verschillende instrumenten voldoen, mogen de EU en de andere WTO-leden gelijktijdig verschillende instrumenten toepassen.

(116)

Zoals in eerdere onderzoeken in herinnering is gebracht (114), is het vrijwaringsinstrument in de EU verenigbaar met de toepassing van andere handelsbeschermingsinstrumenten zonder buitensporige bescherming te creëren, aangezien het EU-rechtskader (115) voorziet in een mechanisme om dubbele corrigerende maatregelen voor hetzelfde product te voorkomen. Dit mechanisme waarborgt dat wanneer de invoer in het kader van de vrijwaringsmaatregel het volume van het rechtenvrije tariefcontingent overschrijdt, de 25 % niet wordt gecumuleerd met het toepasselijke antidumping- en/of compenserende recht, zodat de gevolgen voor het handelsverkeer niet groter zijn dan wenselijk. Voorts heeft het Gerecht van de Europese Unie de rechtmatigheid van de praktijk van de Commissie in dit opzicht bevestigd in een zaak over de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal (116). Op grond hiervan heeft de Commissie de bovenstaande argumenten afgewezen.

4.4.   De omvang van de invoer nam af en het lage tariefcontingentgebruik wijst op een lage invoerdruk

(117)

Sommige belanghebbenden voerden aan dat er minder invoerdruk is als gevolg van een afgenomen vraag en een laag tariefcontingentgebruik.

(118)

Hoewel het tariefcontingentgebruik is gedaald in een context van lager verbruik (–14 % in de periode 2021-2023) en een lagere invoer (–17 % in dezelfde periode), blijkt uit gegevens dat de invoerdruk wat betreft het marktaandeel van de invoer hoog blijft. Ofschoon het marktaandeel van de invoer in 2023 licht is gedaald, bleef het met 21,5 % in de buurt van het recordniveau. Dit niveau ligt aanzienlijk hoger dan het gemiddelde marktaandeel vóór de vaststelling van de definitieve vrijwaringsmaatregel begin 2019 (16,4 %).

(119)

Bovendien vertegenwoordigden, zoals toegelicht in punt 3.2.2, a), de gecombineerde gemiddelde volumes van de uitgeputte tariefcontingenten 32 % (bijna twee miljoen ton per kwartaal) van het totale gemiddelde invoervolume in het lopende vrijwaringsjaar. Wat de oorsprong betreft, droeg de aanhoudende invoerdruk vanuit bepaalde landen van oorsprong in sommige productcategorieën (117), ondanks de algemene beschikbaarheid van tariefcontingenten, bij tot de algemene stijging van het marktaandeel van de invoer in de beoordelingsperiode tegen de achtergrond van een afnemende vraag.

(120)

Daarom is de Commissie van oordeel dat het lagere gebruik van tariefcontingenten niet noodzakelijkerwijs duidt op een vermindering van de invoerdruk die de beëindiging van de maatregel tegen 30 juni 2024 zou kunnen rechtvaardigen.

4.5.   De snelle uitputting van sommige tariefcontingenten wijst erop dat er onvoldoende staal is voor de invoer

(121)

Sommige belanghebbenden (voornamelijk exporteurs en gebruikers) voerden aan dat bepaalde tariefcontingenten snel of consistent uitgeput raken en dat de rechtenvrije contingenten derhalve ontoereikend zijn. Het aanbod zou daardoor ontoereikend zijn.

(122)

De Commissie heeft dit argument in eerdere onderzoeken beoordeeld en ook in het huidige nieuwe onderzoek bevestigd dat de snelle uitputting van bepaalde tariefcontingenten niet kan leiden tot de conclusie dat de vrijwaringsmaatregel een staaltekort voor gebruikers in het algemeen creëert. In dit verband merkte de Commissie op dat de argumenten van sommige belanghebbenden betrekking hadden op de uitputting van een aantal specifieke, afzonderlijke tariefcontingenten, zonder te verwijzen naar de algemene beschikbaarheid van staal buiten staal van een specifieke oorsprong waarvoor het landspecifieke tariefcontingent mogelijk snel uitgeput raakte. Zo bevestigde de Commissie dat het contingent voor bepaalde productcategorieën met een specifieke oorsprong weliswaar op een bepaald moment was uitgeput, maar die productcategorieën over het algemeen grotendeels beschikbaar bleven in andere landen van oorsprong (zie punt 3.2.2, b)).

(123)

Bovendien bood het bewijsmateriaal van verschillende partijen geen uitsluitsel over de bewering dat de bedrijfstak van de Unie niet in staat is te leveren. Integendeel, de lage benuttingsgraad in de meeste productcategorieën wijst erop dat het een reële mogelijkheid is om producten af te nemen van de bedrijfstak van de Unie.

(124)

De Commissie heeft dit argument daarom afgewezen.

4.6.   Prestaties van de bedrijfstak van de Unie

(125)

Sommige belanghebbenden voerden aan dat er geen bewijs is dat de bedrijfstak van de Unie zich in een kwetsbare staat bevindt, en andere voerden aan dat de vastgestelde schadefactoren niet kunnen worden toegeschreven aan een toename (of mogelijke toename) van de invoer, maar verband houden met mondiale omstandigheden. Andere factoren die van invloed zouden zijn op de prestaties van de bedrijfstak van de Unie zijn met name de stijging van de energiekosten en de stijging van de vervoerskosten. Tot slot merkten andere partijen op dat de schade niet voor alle productcategorieën is gecontroleerd.

(126)

Dienaangaande merkt de Commissie op dat de vereisten om een vrijwaringsmaatregel op grond van artikel 7, lid 1, van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 19, lid 2, van de vrijwaringsbasisverordening te verlengen, namelijk de noodzaak om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en dat de producenten in de Unie nog met aanpassingen bezig zijn, niet vereisen dat de invoer tijdens de beoordelingsperiode toeneemt. De Commissie heeft vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de invoer bij het vervallen van de vrijwaringsmaatregel zal toenemen, waardoor de bedrijfstak van de Unie ernstige schade zou lijden.

(127)

Wat betreft de vermeende noodzaak om in alle productcategorieën schade aan te tonen, herinnert de Commissie eraan dat de productomschrijving alle productcategorieën als één product omvat en dat de schadebeoordeling derhalve betrekking heeft op het product waarop het onderzoek betrekking heeft als geheel en niet per productcategorie. In voorkomend geval heeft de Commissie aangetoond dat een analyse per productfamilie geen afbreuk doet aan de conclusies op het niveau van het product als geheel.

(128)

De Commissie heeft deze argumenten daarom afgewezen.

4.7.   De vrijwaringsmaatregel heeft geleid tot prijsstijgingen en een verminderd concurrentievermogen van sectoren verderop in de keten

(129)

Sommige gebruikers voerden aan dat de vrijwaringsmaatregel heeft geleid tot een prijsstijging die het concurrentievermogen van de staalverwerkende industrie aantast. De gebruikers voerden ook aan dat de invoer van afgewerkte producten en halffabricaten is toegenomen omdat zij door de ten gevolge van de vrijwaringsmaatregel gestegen kosten van basisproducten concurrerender zijn geworden ten opzichte van dezelfde producten die door deze gebruikers in de Unie worden geproduceerd.

(130)

De Commissie heeft geen bewijsmateriaal ontvangen dat de argumenten met betrekking tot prijzen en concurrentievermogen staaft. Volgens de door de Commissie beoordeelde prijsinformatie (zie punt 3.4.2 over het belang van de Unie) volgden de prijzen op de markt van de Unie echter dezelfde of een zeer vergelijkbare trend als die op andere markten, hetgeen erop wijst dat de vrijwaringsmaatregel niet heeft geleid tot abnormale prijsontwikkelingen in de Unie.

(131)

Daarom heeft de Commissie deze argumenten afgewezen.

4.8.   De bedrijfstak van de Unie past zich niet aan

(132)

Een aantal partijen plaatste vraagtekens bij de aanpassingsinspanningen die de bedrijfstak van de Unie heeft geleverd sinds de instelling van de vrijwaringsmaatregel. Op basis daarvan waren zij van mening dat de vrijwaringsmaatregel niet kon worden verlengd, daar niet aan een van de wettelijke voorwaarden voor verlenging was voldaan. De partijen voerden aan dat de aanpassingen voornamelijk gericht waren op het koolstofvrij maken van de staalindustrie van de Unie en dat deze plannen nog niet waren uitgevoerd.

(133)

De producenten in de Unie hebben de Commissie talrijke voorbeelden gegeven van aanpassingen waartoe onlangs is besloten en die zich momenteel in verschillende uitvoeringsstadia bevinden. Bovendien heeft de Commissie vastgesteld dat naast de door de bedrijfstak van de Unie gegeven voorbeelden, producenten in de Unie van elke omvang ondanks de moeilijke marktomstandigheden een groot aantal maatregelen hebben genomen om het concurrentievermogen te verbeteren. Enkele van die voorbeelden worden genoemd in punt 3.3 van deze verordening.

(134)

Daarom heeft de Commissie deze argumenten afgewezen.

(135)

Verscheidene belanghebbenden voerden aan dat de meeste aanpassingsmaatregelen van de bedrijfstak van de Unie waren ingegeven door de milieuverplichtingen uit hoofde van Uniewetgeving en -beleid en derhalve niet mochten worden beschouwd als aanpassingen om het concurrentievermogen ten opzichte van de invoer te verbeteren.

(136)

In dit verband was de Commissie van oordeel dat de aanpassingsmaatregelen die ondernemingen in welk verband dan ook nemen, gewoonlijk door vele overwegingen worden ingegeven en verschillende doelen tegelijk dienen. Vaak zal een aanpassing om de milieuprestaties van een bepaalde installatie te verbeteren ook leiden tot een hogere energie-efficiëntie en zal een nieuw aanbod van groene producten ook voorzien in een groeiende vraag. Alle door de Commissie beoordeelde aanpassingen, of ze nu de modernisering van installaties, procesefficiëntie of de sluiting van onderbenutte installaties behelzen, zullen leiden tot een verbetering van het concurrentievermogen, wat op de markt van de Unie betekent dat ondernemingen beter het hoofd zullen kunnen bieden aan de concurrentie van ingevoerde producten.

5.   DUUR VAN DE VERLENGING

(137)

De Commissie heeft vastgesteld dat de vrijwaringsmaatregel van de Unie ten aanzien van staal noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen en dat er aanwijzingen zijn dat de bedrijfstak van de Unie maatregelen blijft nemen om zich aan te passen aan een marktsituatie die wordt gekenmerkt door een hogere invoerdruk. Overeenkomstig artikel 19 van de vrijwaringsbasisverordening, waarbij artikel 7, lid 2, van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen is omgezet, moet de duur van vrijwaringsmaatregelen worden “beperkt tot de tijd die nodig is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en om de producenten in de Unie de gelegenheid te geven zich aan te passen”.

(138)

Een vrijwaringsmaatregel mag maximaal acht jaar van kracht zijn, behalve voor ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO. Dit betekent dat de Unie de huidige vrijwaringsmaatregel slechts tot uiterlijk 30 juni 2026 kan verlengen.

(139)

In dit onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat verlenging van de maatregel noodzakelijk is. Sommige factoren die in 2019 aanleiding waren om de maatregel in te stellen, doen zich nog steeds voor, te weten een hoge staalovercapaciteit, het grote aantal door andere landen toegepaste handelsbeschermingsmaatregelen en het risico van verlegging van het handelsverkeer als gevolg van de Amerikaanse maatregel op grond van Section 232 en van andere maatregelen die derde landen sinds 2019 hebben genomen.

(140)

Bovendien verkeert de bedrijfstak van de Unie momenteel in een kwetsbare positie terwijl deze bezig is zich aan te passen in een context van hoge en toenemende invoerdruk uit landen van uitvoer. Uit de geanalyseerde informatie bleek niet dat een van de essentiële factoren die de verlenging van de maatregel rechtvaardigden in de nabije toekomst zal verdwijnen of aanzienlijk zal verbeteren.

(141)

Bovendien voorzien de meest recente marktvooruitzichten inzake het mondiale staalverbruik slechts een bescheiden herstel van 1,7 % in 2024 (nauwelijks beter dan in 2022) en van 1,2 % in 2025 (waarbij het verbruik onder de volumes van 2021 blijft).

(142)

Om ervoor te zorgen dat de maatregel de producenten in de Unie een doeltreffend en passend vangnet biedt, acht de Commissie het tegen deze achtergrond noodzakelijk om de maatregel met nog eens twee jaar te verlengen tot en met 30 juni 2026. De maatregel vervalt automatisch aan het einde van de periode van acht jaar.

6.   OPNEMING VAN MOZAMBIQUE IN HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DE MAATREGEL

(143)

In het kader van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) heeft de EU zich ertoe verbonden om de invoer uit de SADC-landen vijf jaar uit te sluiten van de toepassing van multilaterale vrijwaringsmaatregelen. Toen die termijn verstreek, nam de Unie de invoer uit Zuid-Afrika en de meeste SADC-leden op in het toepassingsgebied van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal (118). Voor Mozambique is deze vrijstelling in een later stadium komen te vervallen.

(144)

Daarom achtte de Commissie het passend om Mozambique met ingang van 1 juli 2024 binnen het toepassingsgebied van de vrijwaringsmaatregel te brengen teneinde te voldoen aan de meestbegunstigingsverplichting uit hoofde van de WTO-regels.

(145)

Vanwege de uitsluiting liet de Commissie de invoergegevens van Mozambique buiten beschouwing in haar oorspronkelijke bevindingen inzake het bewijs voor het bestaan van een toename van de invoer in de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel (119). Daarbij paste zij het beginsel van parallellisme toe (120), uit hoofde waarvan de onderzoekende autoriteit in haar analyse geen rekening mag houden met de landen van oorsprong die zijn uitgesloten van de toepassing van de maatregel.

(146)

Aangezien de invoer uit Mozambique niet langer van de maatregel wordt uitgesloten, moet de Commissie de oorspronkelijke bevindingen die tot de toepassing van de definitieve maatregel hebben geleid opnieuw beoordelen door de ten tijde van het oorspronkelijke onderzoek reeds beschikbare invoergegevens van Mozambique op te nemen.

(147)

Wat de beoordeling van de toename van de invoer betreft, toont onderstaande tabel de totale aan de vrijwaringsmaatregel onderworpen invoer in de Unie in de beoordelingsperiode van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel (2013-2017), met inbegrip van de invoer uit Mozambique:

Tabel 14

Invoervolume (na opneming van Mozambique) en marktaandeel

 

2013

2014

2015

2016

2017

MRP

Invoer (ton)

18 453 646

22 011 946

26 692 843

29 283 252

30 271 064

31 476 287

Invoer uit Mozambique (ton)

25

0

0

0

492

0

 

0,00014  %

0,00000  %

0,00000  %

0,00000  %

0,00163  %

0,00000  %

Indexcijfer 2013 = 100

100

119

145

159

164

171

Marktaandeel

12,78  %

14,48  %

16,97  %

17,97  %

18,19  %

18,88  %

Bron:

Eurostat en antwoorden van de bedrijfstak van de Unie op de vragenlijst van 2018

(148)

De invoer steeg in absolute zin met 71 % tijdens de beoordelingsperiode van het oorspronkelijke onderzoek, waarin ook het marktaandeel van de invoer steeg (van 12,78 % in 2013 tot 18,19 % in 2017).

In het licht van de geactualiseerde cijfers bevestigde de Commissie dat de oorspronkelijke beoordeling inzake toegenomen invoer ongewijzigd blijft. Gelet op de niet-significante omvang van de invoer uit Mozambique in de Unie ten opzichte van de totale invoer, was de Commissie bovendien van oordeel dat de oorspronkelijke bevindingen inzake dreiging van ernstige schade, oorzakelijk verband, belang van de Unie en onvoorziene ontwikkelingen nog steeds geldig zijn. De bijgewerkte lijst van ontwikkelingslanden die zijn onderworpen aan of zijn uitgesloten van de maatregel, waarin Mozambique is opgenomen, is te vinden in bijlage III.2 van het huidige nieuwe onderzoek.

(149)

Op basis van de bovenstaande beoordeling zullen de nieuwe, per 1 juli 2024 van toepassing zijnde tariefcontingenten (bijlage IV) de invoer uit Mozambique omvatten.

7.   BEOORDELING VAN DE WERKING VAN DE MAATREGEL

(150)

Toen de Commissie tot de conclusie was gekomen dat de maatregel moest worden verlengd en dat de invoer uit Mozambique binnen het toepassingsgebied van de maatregel moest vallen, heeft zij onderzocht of de werking van de maatregel technisch moest worden aangepast. Na een grondige analyse van alle ontvangen opmerkingen kwam de Commissie tot de hiernavolgende conclusies, die worden behandeld in de volgende punten, overeenkomstig de structuur in het bericht van opening.

7.1.   Toewijzing en beheer van tariefcontingenten

(151)

In dit punt analyseert de Commissie de ontwikkeling en de patronen van het gebruik van tariefcontingenten en de opmerkingen die de partijen daarover hebben ingediend. Op basis daarvan heeft zij bepaald of een aanpassing als gevolg van gewijzigde omstandigheden in het belang van de Unie gerechtvaardigd kon zijn.

Opmerkingen van belanghebbenden

(152)

Sommige partijen (de bedrijfstak van de Unie) verzochten om afschaffing van de driemaandelijkse overdracht van ongebruikte contingenten naar het volgende kwartaal (ten minste voor het laatste kwartaal), of om beperking van de overdracht tot maximaal 4 % van het ongebruikte tariefcontingent op kwartaalbasis, terwijl andere partijen (bepaalde landen van uitvoer en gebruikers) verzochten om doorschuiving van de ongebruikte landspecifieke contingenten naar het residuele contingent van het volgende kwartaal.

(153)

Bovendien verzochten bepaalde landen van uitvoer en gebruikers om voor bepaalde categorieën (of zelfs voor alle categorieën) af te stappen van landspecifieke contingenten en de contingenten binnen elk kwartaal op wereldniveau toe te wijzen teneinde de contingenten optimaal te benutten. Anderen verzochten om de toewijzing van sommige van de tariefcontingenten die momenteel wereldwijd worden toegewezen door middel van landspecifieke en residuele tariefcontingenten.

(154)

De Commissie heeft ook verzoeken ontvangen om alle contingenten te herberekenen aan de hand van een nieuw referentietijdvak teneinde rekening te houden met een recente verandering in de handelsstromen, alsook verzoeken om de contingenten te vergroten. Sommige belanghebbenden verzochten ook om afschaffing van de contingenten voor bepaalde landen en om herverdeling van deze hoeveelheden over andere landen van oorsprong.

(155)

De bedrijfstak van de Unie verzocht om schrapping van de evenredige verdeling van het recht buiten het contingent van 25 % op de dag van uitputting van een bepaald tariefcontingent over alle op die dag aanvaarde aangiften.

Beoordeling

(156)

Vooraf merkte de Commissie op dat veel van de bovenstaande argumenten met elkaar in tegenspraak waren. De Commissie heeft met name geen coherent en uitgebreid onderbouwd argument aangetroffen dat een herziening van de bestaande kernstructuur van het beheer van de tariefcontingenten zou rechtvaardigen, met name ter zake van de periode op basis waarvan de tariefcontingenten worden berekend en de combinatie van landspecifieke en residuele tariefcontingenten in de meeste productcategorieën.

(157)

De vrijwaringsmaatregel is al ongeveer zes jaar van kracht. De opzet van het tariefcontingentsysteem is in de loop der jaren doeltreffend en consistent gebleken. In voorkomend geval heeft de Commissie de nodige aanpassingen in het contingentbeheer aangebracht om de doeltreffendheid ervan te behouden en rekening te houden met marktontwikkelingen. Bepaalde basiselementen vormen echter de hoeksteen van het tariefcontingentsysteem en zorgen ervoor dat de maatregel voorspelbaar en coherent is, en de Commissie ziet daarom geen reden om die elementen te wijzigen.

(158)

Zoals toegelicht in eerdere nieuwe onderzoeken met betrekking tot de maatregel, werden de tariefcontingenten, zowel de landspecifieke als de residuele, toegewezen op basis van de uitvoerprestaties in het referentietijdvak van het oorspronkelijke onderzoek (121). Wijziging van dit referentietijdvak, zoals door verschillende partijen is geopperd, is niet mogelijk aangezien een herberekening van alle tariefcontingenten op basis van recentere stromen waarop de maatregel betrekking heeft, zou indruisen tegen de doelstelling van instandhouding van de traditionele handelsstromen die vóór de invoering van de maatregel bestonden.

(159)

Het systeem met tariefcontingenten op kwartaalbasis is doeltreffend gebleken om stabiliteit op de markt van de Unie tot stand te brengen, plotselinge stijgingen van de invoer die de markt zouden destabiliseren te voorkomen en te zorgen voor een ordelijke en voorspelbare invoerstroom gedurende het hele jaar. Dit systeem maakt het ook mogelijk dat de traditionele handelsstromen qua volume en oorsprong zonder aanvullend recht kunnen plaatsvinden, en in voorkomend geval heeft het bepaalde landen van oorsprong in staat gesteld hun rechtenvrije uitvoer uit te breiden tot buiten hun traditionele handelsstromen (122).

(160)

Bij de opzet van de huidige beheerswijze van de tariefcontingenten zijn tegengestelde belangen tegen elkaar afgewogen. Ten eerste werkt het systeem in het voordeel van de bedrijfstak van de Unie, omdat het een stortvloed aan invoer in een korte periode, met de daaruit voortvloeiende negatieve gevolgen voor de markt, voorkomt. Ten tweede is het systeem ook gunstig voor bepaalde derde landen en bepaalde gebruikers in de Unie, die anders door andere grotere landen van uitvoer ten onrechte van de markt zouden worden verdrongen en niet in staat zouden zijn om aan gebruikers in de Unie te leveren, die op hun beurt zouden worden belet om het materiaal dat zij nodig hebben te kopen van deze specifieke landen van oorsprong. Ten slotte kunnen grotere landen van uitvoer hun traditionele handelsstromen in de meeste productcategorieën overschrijden door in het laatste kwartaal van een periode waarin de gevestigde landen van uitvoer de contingenten niet konden opgebruiken, toegang te krijgen tot het residuele contingent.

(161)

De uitvoering van een aantal van de door de belanghebbenden gevraagde wijzigingen zou het evenwicht tussen de belangen van de belanghebbenden ernstig verstoren en zou aldus indruisen tegen het algemene belang van de Unie en de doeltreffende werking van de maatregel. Dit omvat het verzoek van de bedrijfstak van de Unie inzake de evenredige verdeling van het recht op de dag van uitputting van het contingent. In dit verband is artikel 51, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie tot vaststelling van de evenredige verdeling van toepassing, welke bepaling geen flexibiliteit biedt.

(162)

Bovendien hebben de partijen in hun opmerkingen niet aangetoond in welk opzicht het huidige systeem van tariefcontingenten niet geschikt zou zijn en hoe de verschillende door hen voorgestelde aanpassingen het algemene belang van de Unie (en niet slechts hun individuele belang) zou dienen en tevens verenigbaar met de logica en de goede werking van de maatregel zouden zijn.

(163)

Om deze redenen achtte de Commissie het nog steeds passend om de huidige wijze van contingentbeheer (driemaandelijks beheer met een combinatie van landspecifieke en residuele contingenten, met enkele gerechtvaardigde uitzonderingen in het belang van de Unie) in stand te houden, evenals de overdracht van ongebruikte contingenten en de toegang tot het residuele contingent in het laatste kwartaal van het vrijwaringsjaar (Q4), en achtte zij dit billijk voor alle belanghebbenden.

(164)

Hoewel het huidige systeem voor het beheer van tariefcontingenten passend is, was de Commissie niettemin van mening dat er een aantal technische aanpassingen nodig zijn om rekening te houden met recente marktontwikkelingen, zoals veranderingen in de handelsstromen, en om het systeem doeltreffender te maken. Die aanpassingen worden hieronder nader toegelicht en zullen worden beoordeeld samen met een aantal argumenten in het kader van de punten 7.2 (Verdringing van traditionele handelsstromen) en 7.6 (Andere wijzigingen van omstandigheden).

7.2.   Verdringing van traditionele handelsstromen

(165)

Als gevolg van de overdracht van ongebruikte contingenten van kwartaal naar kwartaal binnen een vrijwaringsjaar (123), wordt het laatste kwartaal van het vrijwaringsjaar (april-juni) gewoonlijk gekenmerkt door de hoogste ongebruikte volumes. Om het gebruik van contingenten aan het eind van het vrijwaringsjaar te optimaliseren, heeft de Commissie in de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel een mechanisme ingevoerd dat inhoudt dat grotere exporteurs die hun landspecifieke contingent hebben uitgeput, in het laatste kwartaal ook toegang krijgen tot het residuele contingent.

(166)

In het kader van de eerste evaluatie van de werking in 2019 merkte de Commissie op dat dit systeem kan leiden tot onnodige verdringing van kleinere landen van uitvoer in de residuele contingenten. Deze trend deed zich na 2019 ook voor in andere categorieën. Daarom heeft de Commissie bij de evaluatie van de werking van 2020 een systeem ontwikkeld waarin de toegang van landen met een landspecifiek contingent tot het residuele contingent in het laatste kwartaal van een vrijwaringsjaar zou worden gebaseerd op het werkelijke gebruik van het residuele contingent in de voorgaande kwartalen door de landen waarvoor het residuele tariefcontingent geldt. Deze aanpassing was bedoeld ter bescherming van de handelsstromen in het laatste kwartaal van de kleinere landen van uitvoer die de logische begunstigden van residuele contingenten zijn (124).

(167)

Om de verdringing van traditionele landen van oorsprong in de residuele contingenten tot een minimum te beperken en tegelijkertijd extra toegang te blijven verlenen in die categorieën waar dat nodig is om een maximaal gebruik van de contingenten te waarborgen, heeft de Commissie een systeem opgezet waarin elke productcategorie onder een van de volgende drie verschillende groepen valt, die behoren bij drie verschillende toegangsscenario’s. Dit systeem beantwoordt aan één van de belangrijkste beginselen en doelstellingen van de vrijwaringsmaatregel, namelijk het behoud van de traditionele handelsstromen wat de landen van oorsprong betreft.

(168)

De drie momenteel geldende regelingen zijn:

geen toegang — wanneer gevestigde landen van uitvoer die onder het residuele contingent vielen de residuele contingenten zelf konden uitputten en er verdringingseffecten waren vastgesteld in het laatste kwartaal;

beperkte toegang — wanneer gevestigde landen van uitvoer slechts een deel van het voor hen beschikbare residuele contingent konden gebruiken en er in beperkte mate aanvullende landen van oorsprong nodig waren om de contingenten te kunnen uitputten;

geen beperking — in die categorieën waarin de residuele contingenten niet in hoge mate werden gebruikt en er geen verdringingseffecten werden vastgesteld.

Opmerkingen van belanghebbenden

(169)

Er zijn geen argumenten ingediend over het huidige systeem waarin landen met een landspecifiek contingent toegang krijgen tot het residuele contingent van het laatste kwartaal van een vrijwaringsjaar.

(170)

In het kader van dit punt heeft de bedrijfstak van de Unie de Commissie verzocht onderzoek te doen naar het verdringingsrisico in alle productcategorieën als gevolg van de aanzienlijke toename van de invoer uit nieuwe landen van uitvoer. Dit verzoek wordt afzonderlijk behandeld in punt 7.3.

Beoordeling

(171)

In het algemeen was de Commissie van mening dat het huidige systeem geschikt is gebleken voor het beoogde doel. Het systeem stelt de gebruikers in de Unie zo goed mogelijk in staat om het residuele contingent uit te putten en zorgt ervoor dat de traditionele handelsstromen binnen het residuele contingent in stand worden gehouden qua landen van oorsprong (wat evenzeer in het belang van de gebruikers is). Bovendien heeft de Commissie geen opmerkingen ontvangen die wijzen op een specifiek probleem met de werking van dit aspect van de maatregel.

(172)

Niettemin is de Commissie op basis van de meest recente beschikbare gegevens nagegaan of er in het laatste kwartaal sprake was van verdringing in het residuele contingent. Dit deed zij op basis van gegevens over de invoer en het contingentgebruik per land van oorsprong en per categorie tussen 1 april 2023 en 31 maart 2024.

(173)

Op basis van deze beoordeling heeft de Commissie geconcludeerd dat het huidige systeem in stand moet blijven. De Commissie was evenwel van mening dat het systeem zou kunnen worden vereenvoudigd om marktdeelnemers voorspelbaarheid te bieden en mogelijke verdringing in de toekomst te voorkomen. De Commissie was dan ook van mening dat de werking van de maatregel moest worden aangepast door twee regelingen toe te staan in plaats van de huidige drie. De eerste regeling, “geen toegang”, zou van toepassing zijn op de categorieën met een zeer hoog gemiddeld gebruik van het residuele contingent in een bepaalde categorie. De tweede regeling, “toegang”, zou van toepassing zijn op de andere categorieën en zou in het laatste kwartaal toegang verlenen tot het residuele contingent wat betreft de volumes die de gevestigde landen van uitvoer gemiddeld niet hebben gebruikt in het kader van het residuele tariefcontingent. In enkele categorieën blijft een bijzondere regeling van toepassing.

Aanpassing

(174)

Op basis hiervan werden de toegangsregelingen per productcategorie als volgt aangepast (zie bijlage I (IV.3) bij deze verordening voor specifieke volumes):

Geen toegang: 3B, 14, 16, 20, 26.

Toegang: 2, 3A, 4A, 5, 6, 9, 10, 12, 13, 15, 18, 19, 21, 22, 24, 25B, 27, 28.

(175)

Deze regeling is (in overeenstemming met de beginselen van de vorige evaluatie van de werking) niet van toepassing op de volgende categorieën:

Speciale regeling: 1 en 4B.

De huidige regeling, waarin landen met een landspecifiek contingent toegang krijgen tot het residuele contingent in het laatste kwartaal, met een plafond van 30 % per land van uitvoer, blijft passend om te zorgen voor een voldoende gedifferentieerde voorziening en om tegelijkertijd verdringingseffecten door extra invoer bovenop de traditionele handelsstromen te voorkomen.

Wereldwijd beheer: 7, 8, 17, 25A.

De mogelijkheid om in het laatste kwartaal toegang te krijgen is niet van toepassing, aangezien er geen landen zijn waarvan de uitvoer onder een landspecifiek contingent valt.

(176)

Al met al zou de maatregel in het laatste kwartaal aldus voor verreweg de meeste productcategorieën toegang blijven verlenen tot het residuele contingent. Tegelijkertijd zorgt het systeem ervoor dat de landen zonder landspecifiek contingent niet onnodig worden verdrongen door de extra volumes die sommige landen in het kader van dit systeem kunnen uitvoeren. Vanaf nu zullen landen waar in beginsel geen risico op verdringing bestaat, ook worden beschermd tegen eventuele plotselinge toekomstige veranderingen in de handelsstromen, in overeenstemming met het gemiddelde gebruik van het residuele tariefcontingent in het lopende vrijwaringsjaar. Dit systeem biedt gebruikers brede toegang tot de beschikbare volumes zonder afbreuk te doen aan de doeltreffendheid van de maatregel voor de producenten in de Unie. Daarom is het huidige systeem het meest geschikt met het oog op het algemene belang van de Unie.

7.3.   Aanpassingen om de doeltreffendheid van de maatregel in bepaalde residuele tariefcontingenten te verbeteren

Opmerkingen van belanghebbenden

(177)

De Commissie was van mening dat bepaalde argumenten in het kader van de punten 7.1 (Toewijzing en beheer van tariefcontingenten), 7.2 (Verdringing van traditionele handelsstromen) en 7.6 (Andere wijzigingen van omstandigheden) gezamenlijk moesten worden behandeld. Deze argumenten lijken namelijk te zijn ingegeven door dezelfde grond.

(178)

Ze hadden in wezen betrekking op een verandering in het patroon van de handelsstromen in enkele productcategorieën, waarbij exporteurs die in de referentieperiode (2015-2017) geen aanzienlijke hoeveelheden uitvoerden en dus geen landspecifieke contingenten kregen toegewezen, via bepaalde residuele contingenten aanzienlijke hoeveelheden uitvoerden naar de markt van de Unie.

(179)

Partijen voerden aan dat deze verandering in het patroon van de handelsstromen kon worden beschouwd als een blijvende verandering van omstandigheden, aangezien deze nieuwe exporteurs hun productiecapaciteit in de afgelopen jaren aanzienlijk hadden uitgebreid. Deze stromen zouden andere landen van oorsprong in de residuele contingenten verdringen, en belanghebbenden stelden wijzigingen in het beheer van de tariefcontingenten voor. Deze voorgestelde wijzigingen omvatten de invoering van landspecifieke contingenten om bepaalde handelsstromen in de residuele contingenten te beschermen, de invoering van nieuwe regelingen om het verbruik van tariefcontingenten door bepaalde landen van oorsprong in alle kwartalen te voorkomen, de overdracht van ongebruikte hoeveelheden naar de residuele contingenten in het volgende kwartaal en het opsplitsen van categorieën of het vaststellen van een plafond voor de residuele contingenten.

Beoordeling

(180)

De Commissie heeft de invoerstromen van de residuele contingenten geanalyseerd in een aantal categorieën waarover belanghebbenden argumenten hadden aangevoerd.

(181)

De analyse bevestigde dat recente marktontwikkelingen ertoe hebben geleid dat de uitvoer door traditionele landen van uitvoer naar de Unie in het kader van de residuele contingenten in bepaalde categorieën is gedaald, terwijl de uitvoer uit nieuwe landen van oorsprong binnen dezelfde residuele contingenten is toegenomen. Deze verandering van de handelsstromen heeft verschillende negatieve effecten op de werking van de maatregel in bepaalde categorieën, zoals hieronder zal worden toegelicht.

(182)

De Commissie stelde vast dat de argumenten voor twee productcategorieën gegrond waren. Daardoor moest de werking van de maatregel worden gewijzigd om de doeltreffendheid ervan en het behoud van de traditionele handelsstromen in het belang van de Unie te waarborgen.

(a)   Productcategorie 1 — Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

(183)

Productcategorie 1 (warmgewalste platte producten) is om verschillende redenen een zeer belangrijke productcategorie in het kader van de vrijwaringsmaatregel. De categorie vertegenwoordigt consistent veruit het grootste deel van de invoer (8,5 miljoen ton in 2023) en is goed voor 31 % van de totale invoer in het kader van de maatregel in 2023. Deze categorie vertegenwoordigt ook 34 % van de totale productie van de bedrijfstak van de Unie en ongeveer 25 % van zijn binnenlandse verkoop uitgedrukt in volume. Aangezien de producten in deze categorie zeer veelzijdig toepasbaar zijn en worden beschouwd als een soort grondstof, is de categorie bijzonder gevoelig voor prijsschommelingen. Warmgewalste platte producten kunnen onder meer als eindproduct in de bouw- of in de automobielsector worden gebruikt, maar fungeren ook als basisproduct bij de vervaardiging van producten verderop in de keten, met name productcategorie 2 (koudgewalste platte producten), die vervolgens verder kunnen worden verwerkt tot bijvoorbeeld producten van categorie 4 (metallisch beklede bladen), die op hun beurt kunnen worden verwerkt tot producten van categorie 5 (organisch beklede platen). Warmgewalste platte producten zijn ook een basisproduct bij de vervaardiging van bepaalde buizen. Daarom zijn de ontwikkelingen in deze categorie, gezien het belang ervan in de totale productie van het betrokken product in de Unie en de verwevenheid ervan met verschillende andere productcategorieën, bijzonder relevant voor de doeltreffendheid van de vrijwaringsmaatregel.

(184)

Bijgevolg maakt een doeltreffend beheer van het tariefcontingent in deze categorie, gelet op het bijzondere belang ervan, het waarschijnlijker dat de maatregel in het algemeen doeltreffend is. Deze categorie is dan ook speciaal onder de loep genomen, en de werking ervan is in eerdere nieuwe onderzoeken meermaals geëvalueerd om het beheer ervan af te stemmen op de heersende marktomstandigheden.

(185)

Bovendien is het residuele contingent van deze categorie het grootste individuele tariefcontingent in het kader van de maatregel, met een omvang van ongeveer 1 miljoen ton aan het begin van elk kwartaal.

(186)

Kijkend naar de huidige situatie, is het residuele tariefcontingent sinds oktober 2023 (drie opeenvolgende kwartalen (125)) steeds uitgeput op de eerste dag van het kwartaal.

(187)

Als gevolg daarvan was de markt de rest van die kwartalen uit evenwicht doordat zeer grote hoeveelheden onmiddellijk ter beschikking werden gesteld, met een aanzienlijke invoerdruk als gevolg.

(188)

De invoerdruk was bijzonder hoog in deze productcategorie, aangezien de invoer bleef toenemen ondanks een aanzienlijke algemene daling van het staalverbruik in de Unie. Het marktaandeel van de invoer in deze productcategorie bedroeg in 2023 namelijk 30 %, aanzienlijk boven het gemiddelde voor het betrokken product als geheel.

(189)

De vroegtijdige uitputting werd met name veroorzaakt door de zeer sterke penetratie van Vietnam en Egypte, die pas in de tweede helft van 2022 producten uit categorie 1 naar de Unie zijn gaan uitvoeren en eind 2023 goed waren voor meer dan 45 % van de invoer in het kader van dit tariefcontingent. Daardoor zijn andere kleinere, maar historisch aanwezige landen van uitvoer in deze categorie, zoals Zwitserland, in sommige van deze kwartalen verdrongen.

Image 6

Bron:

databank inzake contingentgebruik van DG TAXUD, * Tot 5.4.2024 https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/quota_consultation.jsp.

(190)

Om de markt in deze belangrijke productcategorie te stabiliseren en er aldus voor te zorgen dat de doeltreffendheid van de maatregel niet wordt ondermijnd door marktontwikkelingen, heeft de Commissie vastgesteld dat een aanpassing nodig was.

Aanpassing

(191)

Gezien het bovenstaande achtte de Commissie de instelling van een maximumhoeveelheid die een land in het kader van het residuele tariefcontingent per kwartaal kan uitvoeren de meest geschikte oplossing.

(192)

Op basis van een zorgvuldige afweging van alle belangen die op het spel staan, waaronder die van de betrokken landen van uitvoer en hun gebruikers in de Unie, achtte de Commissie een plafond van 15 % per land op het bij aanvang van elk kwartaal beschikbare tariefcontingent passend (126).

(193)

Dit plafond zorgt er enerzijds voor dat de invoerpenetratie in het kader van het residuele tariefcontingent op de eerste dag van het kwartaal qua volume beperkt zal zijn, waardoor de invoerdruk op de markt afneemt. Anderzijds zullen de meest getroffen landen van uitvoer nog steeds aanzienlijke hoeveelheden kunnen uitvoeren, boven hun historische handelsstromen van vóór de vrijwaringsmaatregel en in het algemeen ook boven de hoeveelheden die zij in de eerste jaren van de vrijwaringsmaatregel uitvoerden. Bovendien beschermt het plafond de belangen van die gebruikers in de Unie en landen van uitvoer die consequent werden verdrongen.

(194)

De Commissie was om een aantal redenen van oordeel dat deze aanpassing geen risico inhoudt voor de beschikbaarheid van producten uit categorie 1 op de markt van de Unie. Ten eerste zijn er aanzienlijke hoeveelheden ongebruikte landspecifieke contingenten van andere grote landen van uitvoer en kunnen andere landen van uitvoer hun aanwezigheid in het kader van het residuele tariefcontingent tot op zekere hoogte vergroten. Ten tweede beschikt de bedrijfstak van de Unie over de capaciteit om zijn binnenlandse productie te verhogen, zoals blijkt uit tabel 5. Dit zou helpen om de bezettingsgraad van de Unie op een gezonder peil te brengen, waardoor de bedrijfstak van de Unie zijn algemene economische prestaties zou kunnen verbeteren. Tot slot lijkt het, gelet op de marktprognoses, zeer onwaarschijnlijk dat de gecombineerde volumes van de ongebruikte landspecifieke contingenten plus de beschikbare capaciteit van de producenten in de Unie niet zouden volstaan om in de toekomst aan de vraag te voldoen.

(195)

Om deze redenen was de Commissie van mening dat de aanpassing in het algemene belang van de Unie is, aangezien zij de werking van de maatregel verbetert, de doeltreffendheid ervan vergroot en tegelijkertijd onnodige verdringing voorkomt en een voldoende divers aanbod voor gebruikers in de Unie waarborgt.

(b)   Productcategorie 16 — Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

(196)

Behalve voor productcategorie 1 stelde de Commissie ook voor productcategorie 16 vast dat een veranderd invoerpatroon het evenwicht tussen de landen van oorsprong in het residuele tariefcontingent verstoorde, met negatieve gevolgen voor de werking van de maatregel. In twee van de laatste drie beoordeelde kwartalen (127) raakte het residuele tariefcontingent in deze categorie in de eerste dagen van het kwartaal opgebruikt.

(197)

Uit de beoordeling van de Commissie bleek dat het residuele tariefcontingent tot het kwartaal juli-september 2023 regelmatig door een verscheidenheid aan landen van uitvoer werd uitgeput. Het aandeel van de invoer per land varieerde per kwartaal. Algerije gebruikte gemiddeld (128) 39 % van het totale residuele tariefcontingent, Bosnië en Herzegovina ongeveer 23 %, Zuid-Korea 9 % en Japan 7 %. Verscheidene andere landen gebruikten gemiddeld de resterende 20 %.

(198)

Bij het ontwerpen van de definitieve vrijwaringsmaatregel en bij de verschillende evaluaties van de werking heeft de Commissie getracht de traditionele handelsstromen qua volume en landen van oorsprong in stand te houden. De doelstelling om de traditionele volumes in stand te houden werd bereikt door de tariefcontingenten te berekenen op basis van handelsstromen uit het verleden, terwijl de doelstelling om de traditionele landen van oorsprong te behouden werd verwezenlijkt door landspecifieke contingenten vast te stellen.

(199)

Kleinere traditionele landen van uitvoer die in een bepaalde productcategorie niet in aanmerking kwamen voor een landspecifiek contingent, konden evenwel te maken krijgen met plotselinge en abrupte veranderingen in de handelsstromen binnen hun respectieve residuele tariefcontingenten. Bepaalde landen van uitvoer van producten uit categorie 16 kregen hiermee te maken en konden daardoor geen significante volumes meer uitvoeren, ten nadele van henzelf en van hun gebruikers in de Unie.

Image 7

Bron:

databank inzake contingentgebruik van DG TAXUD, * Tot 5.4.2024https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/quota_consultation.jsp.

(200)

Vanaf het kwartaal juli-september 2023 veranderde de verhouding tussen de landen van oorsprong abrupt binnen het residuele tariefcontingent voor deze productcategorie en gingen Maleisië en Egypte plotseling zeer grote hoeveelheden uitvoeren. Het gecombineerde gemiddelde gebruik van dit tariefcontingent vóór dat kwartaal bedroeg 0 %. In de laatste drie kwartalen waarvoor volledige gegevens beschikbaar waren, bereikte het gecombineerde gemiddelde aandeel van de invoer echter het niveau van 76 %. Dit leidde tot een enorme vermindering van de rechtenvrije invoer uit alle andere landen van uitvoer die voorheen een vaste waarde waren op de markt van de Unie. Sommige van hen hebben de uitvoer in het kader van dit tariefcontingent vrijwel stopgezet. Het aandeel van Bosnië en Herzegovina in het gebruik van het tariefcontingent daalde tot 2 %, het aandeel van Zuid-Korea tot 4 %, het aandeel van Japan tot 1 % en het aandeel van andere landen tot 1 %.

(201)

Deze agressieve penetratie van Maleisië en Egypte op de markt van de Unie heeft dan ook duidelijk geleid tot verdringing van andere landen die regelmatig uitvoerden in het kader van dit tariefcontingent. Die landen werden beduidend minder actief (Algerije) of zetten de uitvoer vrijwel volledig stop (bv. Bosnië en Herzegovina, Japan, Zuid-Korea), ten nadele van henzelf en van hun gebruikers in de Unie.

Aanpassing

(202)

Op basis van bovenstaande bevindingen achtte de Commissie de instelling van een plafond voor de rechtenvrije invoer per land van oorsprong en per kwartaal de meest geschikte maatregel om in dit residuele tariefcontingent weer tot een evenwichtiger verdeling over de landen van oorsprong te komen en aldus te zorgen voor een betere werking van de maatregel. De Commissie achtte het passend om dit plafond vast te stellen op 15 % van het aanvankelijk aan het begin van elk kwartaal beschikbare tariefcontingent.

(203)

Met deze aanpassing streeft de Commissie ernaar om onwenselijke verdringing van kleinere traditionele landen van uitvoer te voorkomen en er bijgevolg voor te zorgen dat de gebruikers in de Unie toegang hebben tot volumes uit die landen van oorsprong. Anderzijds zou een plafond van 15 % de landen van uitvoer die het sterkst de gevolgen van het plafond ondervinden, in staat stellen aanzienlijke hoeveelheden rechtenvrij te blijven uitvoeren, ruim boven hun historische niveaus, die in sommige gevallen non-existent waren. Bovendien zou het plafond de gebruikers in de Unie voldoende diversiteit bieden qua landen van oorsprong. Tot slot acht de Commissie het, gezien de consistente prestaties die andere landen in het verleden hebben behaald in het residuele tariefcontingent, redelijk om aan te nemen dat het residuele tariefcontingent in deze categorie volledig benut zal blijven worden.

(204)

De Commissie is van mening dat deze aanpassing in het belang van de Unie is, aangezien zo wordt gewaarborgd dat er verschillende toeleveringsbronnen beschikbaar zijn voor de gebruikers in de Unie en tegelijkertijd ontwrichtende stromen worden voorkomen, wat ten goede komt aan de stabiliteit van de markt.

7.4.   Actualisering van de lijst van ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO en die op basis van het meest recente niveau van invoer zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de maatregel

(205)

In punt 2.C van het bericht van opening kondigde de Commissie aan dat zij zou nagaan of de invoer uit een ontwikkelingsland dat lid is van de WTO de drempel van 3 % in de relevante periode (namelijk het jaar 2023) overschreed en, indien nodig, de lijst van ontwikkelingslanden die WTO-lid zijn en die in het toepassingsgebied van de maatregel moeten worden opgenomen of daarvan moeten worden uitgesloten, zou bijwerken.

Opmerkingen van belanghebbenden

(206)

Verscheidene partijen verzochten om bijwerking van de lijst van WTO-ontwikkelingslanden die van het toepassingsgebied van de maatregel zijn uitgesloten op basis van de meest recente invoergegevens. De bedrijfstak van de Unie verzocht voorts de uit Oekraïne ingevoerde hoeveelheden niet mee te tellen in de gegevens die worden gebruikt in de berekening om vast te stellen welke WTO-leden die ontwikkelingslanden zijn van het toepassingsgebied van de maatregel worden uitgesloten.

Beoordeling

(207)

Overeenkomstig artikel 9 van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 18 van de vrijwaringsbasisverordening kunnen vrijwaringsmaatregelen niet worden toegepast ten aanzien van een product van oorsprong uit een ontwikkelingsland dat lid is van de WTO zolang het aandeel van dat land in de invoer in de Unie van het betrokken product niet meer dan 3 % bedraagt. Indien de ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO en waarvan het aandeel in de invoer in de Unie minder dan 3 % bedraagt, tezamen meer dan 9 % van de totale invoer in de Unie van het betrokken product vertegenwoordigen, is de vrijwaringsmaatregel van toepassing op alle ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO. De Commissie heeft de lijst van ontwikkelingslanden regelmatig geëvalueerd en bijgewerkt.

(208)

Dat deed zij voor het laatst in juni 2023, in het kader van het nieuwe onderzoek waarin zij naging of de vrijwaringsmaatregel vroegtijdig kon worden beëindigd (129). Net als bij eerdere nieuwe onderzoeken heeft de Commissie de lijst van ontwikkelingslanden die onder de maatregel vallen en daarvan zijn uitgesloten, bijgewerkt op basis van een berekening van hun aandeel in de invoer aan de hand van de meest recente beschikbare geconsolideerde invoergegevens, d.w.z. invoerstatistieken over het jaar 2023 (130). De Commissie achtte het niet nodig om de bij eerdere nieuwe onderzoeken gevolgde methode te wijzigen.

Aanpassing

(209)

Deze bijwerking brengt de volgende, per 1 juli 2024 geldende wijzigingen met zich mee (bijgewerkte tabel in bijlage II (III.2) bij deze verordening):

alle ontwikkelingslanden worden opgenomen in de categorieën 5 en 24, omdat de som van alle aandelen in de invoer in 2023 die individueel minder dan 3 % bedroegen hoger was dan 9 %;

Albanië wordt opgenomen in categorie 28;

Brazilië wordt uitgesloten in de categorieën 1 en 2;

China wordt opgenomen in de categorieën 4B, 13 en 17 en wordt uitgesloten in de categorieën 2, 3A, 7 en 15;

India wordt opgenomen in de categorieën 25A en 27 en wordt uitgesloten in de categorieën 16 en 17;

Indonesië wordt uitgesloten in categorie 9;

Kazachstan wordt uitgesloten in categorie 19;

Maleisië wordt uitgesloten in categorie 9;

Noord-Macedonië wordt uitgesloten in categorie 26;

Oman wordt uitgesloten in categorie 13;

Zuid-Afrika wordt uitgesloten in categorie 4A;

Tunesië wordt opgenomen in categorie 4A;

Turkije wordt opgenomen in categorie 7;

de Verenigde Arabische Emiraten worden opgenomen in categorie 25A;

Vietnam wordt opgenomen in categorie 2 en uitgesloten in categorie 26.

7.5.   Mate van liberalisering

(210)

Op grond van de regels van de WTO (131) en de EU (132) moet een WTO-lid dat een vrijwaringsmaatregel toepast, de maatregel een jaar na oplegging ervan tijdens de toepassingsperiode met regelmatige intervallen geleidelijk liberaliseren. De liberalisering heeft tot doel om geleidelijk meer invoerconcurrentie op de markt toe te laten naarmate de binnenlandse bedrijfstak zich aanpast aan een toename van de invoer.

(211)

Het WTO-recht bevat geen bijzondere eisen met betrekking tot de vorm of het precieze tempo van de liberalisering, behalve dat een dergelijke liberalisering tijdens de toepassingsperiode geleidelijk en met regelmatige intervallen moet plaatsvinden.

(212)

De EU-vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal wordt sinds 2019 jaarlijks geliberaliseerd, en het liberaliseringspercentage is verschillende malen beoordeeld en zo nodig gewijzigd (133). Het sinds juli 2022 geldende jaarlijkse liberaliseringspercentage is 4 %.

(213)

In het kader van het onderzoek heeft de Commissie toegezegd te beoordelen of de huidige mate van liberalisering nog steeds passend is of moet worden herzien.

Opmerkingen van belanghebbenden

(214)

Verschillende belanghebbenden (met name producenten-exporteurs en gebruikers in de Unie) verzochten de Commissie de mate van liberalisering te verhogen tot boven 4 %. Verscheidene producenten-exporteurs voerden aan dat de bedrijfstak van de Unie robuust was, dat er geen verlegging van het handelsverkeer had plaatsgevonden en dat het risico daarop was afgenomen. De bedrijfstak van de Unie verzocht om een verlaging van het liberaliseringstempo op basis van aanwijzingen voor een verminderd verbruik en de vooruitzichten voor de komende maanden. De bedrijfstak van de Unie merkte op dat er daarom geen tekorten dreigen op de markt van de Unie.

Beoordeling

(215)

Om te bepalen of de huidige mate van liberalisering passend is, heeft de Commissie zowel een retrospectieve als een toekomstgerichte analyse uitgevoerd.

(216)

Wat de retrospectieve beoordeling betreft, blijkt uit de gegevens dat het liberaliseringspercentage hoger was dan de ontwikkeling van het verbruik. Terwijl de tariefcontingenten met bijna 25 % zijn verhoogd (met inbegrip van de verhoging van 5 % die sinds februari 2019 van toepassing is), daalde het verbruik in dezelfde periode met 17 %. Deze tegengestelde trends hebben de kloof tussen de omvang van de tariefcontingenten en de marktvraag aldus aanzienlijk vergroot.

(217)

Wat de toekomstgerichte beoordeling betreft, vertoont de staalmarkt, zoals uiteengezet in punt 3.2.2, h), duidelijke tekenen van vertraging. Het mondiale staalverbruik daalde in 2023 met 1,1 % (134) ten opzichte van 2022. In de Unie daalde het verbruik veel scherper, namelijk met 6 % (135). De meest recente marktvooruitzichten inzake het mondiale staalverbruik voorzien slechts een bescheiden herstel van 1,7 % in 2024 (nauwelijks beter dan in 2022) en van 1,2 % in 2025 (waarbij het verbruik onder de volumes van 2021 blijft). Uit punt 3.2.2, h), blijkt dat de markt van de Unie zich naar verwachting op een vergelijkbare wijze zal ontwikkelen.

(218)

Hoewel het gebruik van de tariefcontingenten per land en per categorie verschilde, resteerden er aan het einde van elk vrijwaringsjaar aanzienlijke ongebruikte hoeveelheden, wat in het huidige, zesde vrijwaringsjaar nog steeds het geval is (136).

(219)

Gezien de recente negatieve ontwikkelingen en de vooruitzichten inzake het staalverbruik in de wereld en op de staalmarkt van de Unie en het feit dat voor alle productcategorieën grote hoeveelheden tariefcontingenten beschikbaar waren, achtte de Commissie het niet in het belang van de Unie om de reeds grote kloof tussen het tempo waarmee het tariefcontingent wordt verhoogd en de ontwikkeling van het staalverbruik verder te vergroten.

Aanpassing

(220)

Gezien de steeds groter wordende kloof tussen het verbruik (met inbegrip van het verwachte verbruik) en de tariefcontingenten, en de bestaande hoge invoerdruk, die zeer waarschijnlijk zal aanhouden, was de Commissie van mening dat handhaving of verhoging van het percentage van 4 % de doeltreffendheid van de maatregel ernstig zou ondermijnen. Daarnaast bevestigde de Commissie dat er in algemene zin voor alle productcategorieën voldoende hoeveelheden van de tariefcontingenten beschikbaar waren.

(221)

Tegen deze achtergrond achtte de Commissie een verlaging van het liberaliseringspercentage tot 1 % passend om de doeltreffendheid van de maatregel te waarborgen.

(222)

Bijgevolg zullen de tariefcontingenten vanaf 1 juli 2024 voor alle productcategorieën jaarlijks met 1 % stijgen. De specifieke hoeveelheden voor de periode van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2026 (op kwartaalbasis) worden vermeld in bijlage IV.1 bij deze verordening.

(223)

In combinatie met de andere in deze verordening voorgestelde aanpassingen zal dit liberaliseringspercentage de doeltreffendheid van de maatregel vergroten in een periode waarin de markt van de Unie te maken heeft met aanzienlijke spanningen als gevolg van de invoer, die worden teweeggebracht door de negatieve effecten van de overcapaciteit en de reacties daarop in de hele wereld, tegen de achtergrond van een zwakke vraag. Voor de gebruikers in de Unie zullen in het kader van de bestaande tariefcontingenten voldoende rechtenvrije hoeveelheden beschikbaar blijven.

7.6.   Andere wijzigingen van omstandigheden die een aanpassing van het niveau of de toewijzing van de tariefcontingenten noodzakelijk kunnen maken

(224)

In het bericht van opening heeft de Commissie de reikwijdte van de argumenten in het kader van dit hoofdstuk gedefinieerd als alle andere kwesties die niet onder de punten 7.1, 7.2, 7.4 of 7.5 vallen, voor zover het blijvende wijzigingen van omstandigheden betreft in vergelijking met de situatie tijdens het oorspronkelijke onderzoek, waarvan de gevolgen mogelijk opnieuw moeten worden onderzocht en waardoor onder meer een aanpassing van het niveau of de toewijzing van de tariefcontingenten voor specifieke productcategorieën gerechtvaardigd kan zijn. De belanghebbenden werd verzocht voldoende bewijsmateriaal ter staving van hun opmerkingen over te leggen, alsook specifieke voorstellen om in te spelen op ontwikkelingen die van invloed zijn op een productcategorie.

Opmerkingen van belanghebbenden

(225)

De in dit verband ontvangen verzoeken kunnen worden opgedeeld in twee groepen. De eerste groep verzoeken heeft betrekking op blijvende veranderingen in de vraag naar producten uit bepaalde categorieën, en de tweede op een blijvende verandering met betrekking tot nieuwe landen van uitvoer.

(a)   Toegenomen vraag voor bepaalde categorieën

(226)

Deze verzoeken hadden betrekking op wijzigingen in de productomschrijving, waarbij gewoonlijk productcategorieën uit het toepassingsgebied van de maatregel werden geschrapt, de toewijzingen van tariefcontingenten werden verhoogd of een landspecifiek contingent aan een bepaald land van oorsprong werd toegekend op basis van een geraamde snelle toename van de vraag naar producten uit een bepaalde categorie, in de veronderstelling dat de bedrijfstak van de Unie die niet in voldoende hoeveelheden kon leveren.

Beoordeling

(227)

Het bewijsmateriaal dat in dezen door de belanghebbenden is verstrekt, volstond niet om een aanpassing door te voeren op basis van de argumenten met betrekking tot gewijzigde omstandigheden. De argumenten hadden veelal betrekking op specifieke landen van oorsprong in bepaalde productcategorieën. In alle gevallen waren er in de laatste drie kwartalen (juli 2023-maart 2024) rechtenvrije hoeveelheden beschikbaar. De argumenten hadden derhalve geen betrekking op het algemene belang van de Unie, maar veeleer op de specifieke voorkeuren van bepaalde belanghebbenden. Voorts werden de argumenten over de beschikbaarheid van aanvoer van producenten in de Unie uitgebreid weerlegd door de bedrijfstak van de Unie, en de Commissie was van mening dat het beschikbare bewijsmateriaal in het dossier, waaronder over het tariefcontingentgebruik, geen ondersteuning bood voor een vermeend potentieel staaltekort.

Conclusie

(228)

De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de werking van de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal aan te passen wegens gewijzigde omstandigheden in verband met een vermeende toekomstige stijging van de vraag naar producten uit bepaalde categorieën.

(b)   Veranderingen in de handelsstromen — Nieuwe landen van uitvoer

(229)

Verscheidene partijen (de bedrijfstak van de Unie, exporteurs en gebruikers) voerden aan dat de handelsstromen waren veranderd en dat dit een blijvende verandering van omstandigheden betrof. Volgens bepaalde partijen (de bedrijfstak van de Unie) houdt deze verandering van de handelsstromen verband met een recente, complexe regionale dynamiek ten aanzien van de mondiale staalovercapaciteit die noopt tot wijzigingen in het tariefcontingentenbeheer.

(230)

Argumenten met betrekking tot de verandering van de handelsstromen werden ook ingediend in het kader van de punten 7.1 (Toewijzing en beheer van tariefcontingenten) en 7.2 (Verdringing van traditionele handelsstromen) .

(231)

De belanghebbenden voerden aan dat hoewel sommige landspecifieke contingenten in bepaalde productcategorieën grotendeels onbenut blijven, nieuwe stromen de markt van de Unie bereiken via residuele contingenten. Daarom verzochten zij de Commissie om het tariefcontingentenbeheer op een aantal punten aan te passen.

Beoordeling

(232)

In het onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat in bepaalde productcategorieën sprake is van nieuwe handelsstromen naar de markt. De Commissie is naar aanleiding van deze argumenten gekomen met de in punt 7.3 beschreven aanpassingen.

8.   WIJZIGING VAN GN-CODES IN DE PRODUCTCATEGORIEËN 22, 24 EN 26

(233)

Als gevolg van actualiseringen (137) van de gecombineerde nomenclatuur (GN) van de Unie zijn op 1 januari 2022 bepaalde GN-codes met betrekking tot stalen buizen waarop de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van staal van toepassing is, gewijzigd (138). De betrokken productcategorieën waren 22 (naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal), 24 (andere naadloze buizen) en 26 (andere gelaste buizen).

(234)

Deze wijziging is niet in aanmerking genomen in het laatste nieuwe onderzoek met betrekking tot de maatregel (139) in juni 2023, en daardoor was het invoervolume dat in dat nieuwe onderzoek werd gebruikt voor de berekening met het oog op de opstelling van de lijst van ontwikkelingslanden voor deze categorieën niet geheel accuraat.

(235)

Bijgevolg had de lijst van ontwikkelingslanden waarop de maatregel vanaf 1 juli 2023 van toepassing is wezenlijke gevolgen voor twee van de drie bovengenoemde categorieën. Indien de Commissie in haar laatste nieuwe onderzoek de bijgewerkte GN-codes had gebruikt, zou de lijst van ontwikkelingslanden als volgt zijn gewijzigd ten opzichte van de op 1 juli 2023 gepubliceerde lijst (die van toepassing is tot en met 30 juni 2024):

Categorie 24: de drempel van 9 % voor ontwikkelingslanden zou zijn bereikt. Daarom hadden alle ontwikkelingslanden die producten van deze categorie uitvoeren, vanaf 1 juli 2023 aan de maatregel moeten worden onderworpen.

Categorie 26: de invoer uit Noord-Macedonië en Vietnam zou onder de individuele drempel van 3 % hebben gelegen en had daarom vanaf 1 juli 2023 van de maatregel moeten worden uitgesloten.

(236)

De wijzigingen in de lijst van ontwikkelingslanden waarop de maatregel van toepassing is, die het gevolg zijn van de codewijzigingen, kunnen als volgt worden samengevat:

 

 

 

GEPUBLICEERD

 

GECORRIGEERD

Land/Productgroep

22

24

26

 

Land/Productgroep

22

24

26

Argentinië

 

X

 

 

Argentinië

 

X

 

Brazilië

 

X

 

 

Brazilië

 

X

 

China

X

X

X

 

China

X

X

X

Egypte

 

 

 

 

Egypte

 

X

 

India

X

X

X

 

India

X

X

X

Indonesië

 

 

 

 

Indonesië

 

X

 

Kazachstan

 

 

 

 

Kazachstan

 

X

 

Maleisië

 

 

 

 

Maleisië

 

X

 

Mexico

 

X

 

 

Mexico

 

X

 

Moldavië

 

 

 

 

Moldavië

 

X

 

Noord-Macedonië

 

 

X

 

Noord-Macedonië

 

X

 

Oman

 

 

 

 

Oman

 

X

 

Turkije

 

 

X

 

Turkije

 

X

X

Oekraïne

X

X

 

 

Oekraïne

X

X

 

Verenigde Arabische Emiraten

 

X

 

 

Verenigde Arabische Emiraten

 

X

 

Vietnam

 

 

X

 

Vietnam

 

X

 

Alle andere ontwikkelingslanden

 

 

 

 

Alle andere ontwikkelingslanden

 

X

 

(237)

De bijgewerkte lijst van ontwikkelingslanden waarop de maatregel van toepassing is, die geldt van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024, is opgenomen in bijlage III (III.2) bij deze verordening.

(238)

Deze wijzigingen in de lijst van ontwikkelingslanden waarop de maatregel van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 van toepassing is, hebben de volgende praktische gevolgen:

voor categorie 24 heeft het feit dat alle ontwikkelingslanden met ingang van 1 juli 2023 aan de maatregel hadden moeten worden onderworpen, geen praktische gevolgen. Alle landen waarop de maatregel van toepassing had moeten zijn, zouden via het residuele contingent hebben uitgevoerd. Het residuele contingent is sinds 1 juli 2023 nooit uitgeput geraakt en de aan het einde van de periode resterende hoeveelheden volstonden om de totale uitvoer te dekken die afkomstig was uit de WTO-leden die ontwikkelingslanden zijn en die onder deze categorie had moeten vallen. Daarom had geen van de landen die hadden moeten worden opgenomen, met de oude of met de nieuwe codes, rechten moeten betalen.

voor categorie 26 treedt er een dubbel effect op als gevolg van het gebruik van verouderde codes. De reden hiervoor is dat het residuele contingent sinds 1 juli 2023 in twee kwartalen is uitgeput (140). Enerzijds werd, volgens informatie van DG TAXUD, voor bepaalde invoer uit Noord-Macedonië en Vietnam (141) het recht van 25 % betaald omdat het rechtenvrije residuele contingent was opgebruikt. Anderzijds leidde het feit dat de uitvoer van deze twee landen ten onrechte onder het residuele contingent werd geboekt, tot uitputting van dat contingent, waardoor andere exporteurs ten onrechte rechten moesten betalen. Voor het lopende kwartaal is nog niet bekend of het residuele contingent voor categorie 26 is uitgeput.

(239)

Op basis van het bovenstaande erkent de Commissie het recht van de importeurs die tussen 1 juli 2023 en 31 december 2023 in categorie 26 rechten hebben betaald voor invoer van oorsprong uit bepaalde landen, om overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving de nationale douaneautoriteiten om terugbetaling van die rechten te verzoeken. Deze landen zijn:

voor het kwartaal dat loopt van 1 juli tot en met 30 september 2023: Bosnië en Herzegovina, Canada, India, Israël, Japan, Noord-Macedonië, Servië, Singapore, Verenigde Staten, Vietnam en Zuid-Korea;

voor het kwartaal dat loopt van 1 oktober tot en met 31 december 2023: Australië, Bosnië en Herzegovina, Canada, India, Japan, Kosovo, Nieuw-Caledonië, Noord-Macedonië, Servië, Singapore, Verenigde Staten, Vietnam en Zuid-Korea.

(240)

Met het oog op de goedkeuring van verzoeken om terugbetaling voor het lopende kwartaal (1 april 2024 tot en met 30 juni 2024) zal worden nagegaan of de betaling van rechten voortkwam uit het feit dat de Commissie de nieuwe codes niet in de berekening van de ontwikkelingslanden had verwerkt.

(241)

Indien een bedrag moet worden terugbetaald naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, geldt ingevolge artikel 109 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (142) als rentevoet de rente die de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties hanteert, zoals bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie op de eerste kalenderdag van elke maand.

9.   SLOTOPMERKINGEN

(242)

Deze verordening tot wijziging van de vrijwaringsmaatregel voldoet ook aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bilaterale overeenkomsten die met bepaalde derde landen zijn ondertekend.

(243)

De in deze verordening vervatte maatregel is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 3, lid 3, van de vrijwaringsbasisverordening respectievelijk artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) 2015/755 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2019/159 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

“2.   Voor elk van de betrokken productcategorieën, met uitzondering van de productcategorieën 7, 8, 17 en 25A, wordt een deel van elk tariefcontingent toegewezen aan de in bijlage IV gespecificeerde landen.”

.

2)

Artikel 1, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

“3.   Voor de toewijzing van het resterende deel van elk tariefcontingent en het tariefcontingent voor de productcategorieën 7, 8, 17 en 25A wordt uitgegaan van het beginsel dat de aanvragen in chronologische volgorde van binnenkomst worden behandeld, op basis van een gelijk tariefcontingent voor elk kwartaal van de instellingsperiode.”

.

3)

Artikel 1, lid 5, wordt als volgt gewijzigd:

“5.   Indien het relevante tariefcontingent op grond van lid 2 voor een specifiek land is uitgeput, kan de invoer uit dat land voor sommige productcategorieën verdergaan op basis van het resterende deel van het tariefcontingent voor dezelfde productcategorie. Deze bepaling geldt enkel gedurende het laatste kwartaal van elk jaar van toepassing van het definitieve tariefcontingent. Voor de productcategorieën 3B, 14, 16, 20 en 26 wordt geen verdere toegang verleend tot het resterende deel van het tariefcontingent. Voor de productcategorieën 2, 3A, 4A, 5, 6, 9, 10, 12, 13, 15, 18, 19, 21, 22, 24, 25B, 27 en 28 wordt alleen toegang verleend tot een specifieke hoeveelheid van het aanvankelijk in het laatste kwartaal beschikbare tariefcontingent. Voor de productcategorieën 1 en 4B is het geen enkel land van uitvoer toegestaan om, alleen, gebruik te maken van meer dan 30 % van het residuele tariefcontingent dat aanvankelijk beschikbaar is in het laatste kwartaal van elk jaar waarin maatregelen worden toegepast.”

.

4)

Aan artikel 1 wordt het volgende lid 7 toegevoegd:

“7.   Voor landen die invoeren via het contingent “Andere landen” in de productcategorieën 1 en 16 geldt een invoerplafond van 15 % per land van het rechtenvrije contingent dat aan het begin van het kwartaal beschikbaar is zoals vastgesteld in bijlage IV.1 bij deze verordening. Het invoerplafond geldt voor landen zonder landspecifiek contingent en is van toepassing in alle kwartalen.”

.

5)

Artikel 2, lid 2, tweede zin, wordt geschrapt.

6)

Artikel 6, lid 2, wordt geschrapt.

7)

Artikel 10, tweede alinea, wordt als volgt gewijzigd:

 

“Zij is van toepassing tot en met 30 juni 2026.”.

8)

Bijlage IV wordt gewijzigd bij bijlage I bij deze verordening.

9)

Bijlage III.2 wordt met ingang van 1 juli 2024 vervangen door bijlage II bij deze verordening.

10)

Bijlage III.2 wordt van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 vervangen door bijlage III bij deze verordening.

Artikel 2

1.   Vrijwaringsrechten die tussen 1 juli 2023 en 31 december 2023 zijn betaald voor de invoer in de Unie van producten uit categorie 26 (andere gelaste buizen) van oorsprong uit de in lid 2 vermelde landen, worden terugbetaald of kwijtgescholden overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving.

2.   De onder lid 1 vallende invoer heeft de volgende oorsprong:

voor het kwartaal dat loopt van 1 juli tot en met 30 september 2023: Bosnië en Herzegovina, Canada, India, Israël, Japan, Noord-Macedonië, Servië, Singapore, Verenigde Staten, Vietnam en Zuid-Korea;

voor het kwartaal dat loopt van 1 oktober tot en met 31 december 2023: Australië, Bosnië en Herzegovina, Canada, India, Japan, Kosovo, Nieuw-Caledonië, Noord-Macedonië, Servië, Singapore, Verenigde Staten, Vietnam en Zuid-Korea.

3.   De terugbetaling of kwijtschelding van tussen 1 april 2024 en 30 juni 2024 betaalde invoerrechten is onderworpen aan een aanvullende verificatie van het verzoek om terugbetaling. De douaneautoriteiten van elke lidstaat nemen contact op met de Europese Commissie alvorens een verzoek om terugbetaling of kwijtschelding goed te keuren.

4.   De terugbetaling of kwijtschelding wordt overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten aangevraagd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).

(2)  Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie van 31 januari 2019 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 27).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1029 van de Commissie van 24 juni 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie teneinde de vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten te verlengen (PB L 225 I van 25.6.2021, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1590 van de Commissie van 26 september 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 248 van 27.9.2019, blz. 28; “verordening inzake de eerste evaluatie van de werking”).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/894 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 206 van 30.6.2020, blz. 27; “verordening inzake de tweede evaluatie van de werking”).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/978 van de Commissie van 23 juni 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 167 van 24.6.2022, blz. 58; “verordening inzake de derde evaluatie van de werking”).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1301 van de Commissie van 26 juni 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 161 van 27.6.2023, blz. 44; “verordening inzake het nieuwe onderzoek van 2023”).

(9)  Zie de website van DG Handel voor een volledige lijst van de verschillende aanpassingen van de maatregel, waaronder de aanpassing van tariefcontingenten na de Brexit en de sancties tegen Belarus en Rusland: https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/search.

(10)  Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).

(11)  Bericht van opening betreffende de mogelijke uitbreiding van de termijn en het nieuwe onderzoek van vrijwaringsmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde staalproducten (PB C, C/2024/1460 van 9.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/notice/C/2024/1460/oj).

(12)  De openbare versies van de antwoorden op de vragenlijst zijn beschikbaar voor inzage door belanghebbenden in het niet-vertrouwelijke dossier van het onderzoek: https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI (toegankelijk voor geregistreerde belanghebbenden).

(13)   https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI (alleen toegankelijk voor geregistreerde belanghebbenden).

(14)  Beschikbaar op de speciale website van DG Handel voor het onderzoek: https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2519 (openbaar toegankelijk).

(15)  Aangezien de antwoorden op de vragenlijst niet alle staalproducenten in de Unie omvatten, is het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie berekend op basis van de verbruiksgegevens, invoergegevens en gegevens uit de antwoorden op de vragenlijst.

(16)  Voor een vergelijking van de ontwikkeling van de indicatoren vóór 2021, zie de tabellen 1 tot en met 4 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(17)  Zie de CRU-databank voor de ontwikkeling van de energieprijzen in de Unie en een vergelijking van de energiekosten van staalproducenten in de Unie en producenten op andere markten (beschikbaar voor abonnees).

(18)  Zie punt 3.2.2, punten a) en b).

(19)  Met inbegrip van de niveaus vóór de instelling van de vrijwaringsmaatregel en in de eerste jaren van toepassing van de maatregel, zoals beoordeeld in de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(20)  Verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel, overweging 47.

(21)  Zie voor een volledige beschrijving van de productfamilies overweging 21 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel.

(22)  Zie voor een breder beeld van de ontwikkeling van de invoer in eerdere jaren tabel 2 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel en tabel 9 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(23)  2013 is het eerste jaar van de periode waarop de gegevensverzameling van de Commissie in het kader van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel betrekking heeft.

(24)  Reeds bij de vaststelling van de definitieve maatregel, toen de invoer een kleiner aandeel had, constateerde de Commissie dat de invoerstijging met 71 % aanzienlijk was. Zie punt 3 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel.

(25)  Zie overweging 25 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(26)  Gegevens afkomstig van de website van de Commissie met informatie over het gebruik van alle tariefcontingenten, die dagelijks wordt bijgewerkt. De onderliggende gegevens die voor deze analyse zijn gebruikt, zijn openbaar beschikbaar op

https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/taric/quota_consultation.jsp.

(27)  Jaar 4 bestrijkt de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022, jaar 5 de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.

(28)  Jaar 6 bestrijkt de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024.

(29)  Gegevens van 1 juli 2023 tot en met 31 maart 2024.

(30)  Deze landen van oorsprong zijn China, India, Korea, Taiwan en Turkije.

(31)  Deze landen van oorsprong waren gemiddeld goed voor 65 % van alle uitgeputte tariefcontingenten.

(32)  Zie de overwegingen 27 en 28 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(33)  Oktober-december 2023, januari-maart 2024, april-juni 2024. Een soortgelijk patroon was in bepaalde kwartalen waarneembaar in productcategorie 16 (walsdraad).

(34)  Zie tabel 9 van deze verordening.

(35)   https://dataweb.usitc.gov/.

(36)  Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 7.

(37)  Deze landen zijn (in alfabetische volgorde): Egypte, India, Indonesië, Japan, Taiwan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea. Hun aandeel in de totale invoer in de Unie bedroeg in 2023 65 %.

(38)  Gegevens uit China, ook een van de belangrijkste exporteurs van staal naar de Unie, zijn niet opgenomen omdat de specifieke ontwikkeling met betrekking tot dit land afzonderlijk aan bod komt. Dezelfde analyse, met inbegrip van de uitvoer uit China, laat in dezelfde periode een stijging van de uitvoer met 3 % zien.

(39)  Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 6.

(40)  Zie OESO, Steel trade and trade policy developments (Jul. — Dec. 2023), punt 2.1.1. Dit volume is groter dan de gecombineerde uitvoervolumes van de volgende vier grootste staalexporteurs ter wereld: Japan, Zuid-Korea, de Europese Unie en Turkije. Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 6.

(41)  Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 5.

(42)  Zie de ontwikkeling van het binnenlandse verbruik op belangrijke markten in tabel 13 van deze verordening.

(43)  Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 7.

(44)  Met inbegrip van Vietnam, Filipijnen, Maleisië, Thailand, Indonesië en Singapore.

(45)  Zie S&P Platts: “Turkish steel mills under pressure from low-priced Asian imports” https://www.spglobal.com/commodityinsights/en/market-insights/latest-news/metals/050924-turkish-steel-mills-under-pressure-from-low-priced-asian-imports-panel.

(46)  Zie Bloomberg: “China’s $8.5 Billion in Steel Spurs Latin America Toward Tariffs” https://www.bloomberg.com/news/articles/2024-04-23/brazil-joins-protectionist-wave-in-face-of-cheap-steel-imports.

(47)  Zie OESO, Steel trade and trade policy developments (Jul. — Dec. 2023), tabel 1, gelezen in samenhang met OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 7.

(48)  Zie GMK: “In January-April, China increased steel exports by 27 percent” https://gmk.center/en/news/china-increased-steel-exports-by-27-y-y-in-january-april/; zie ook S&P Global Commodity Insights — Platts, World Steel Review, Volume 24, Issue 19, 8 mei 2024 (beschikbaar voor abonnees).

(49)  Vietnam heeft in 2023 37 % meer van het betrokken product uitgevoerd dan in 2021, Maleisië 535 % en Indonesië 66 %. Vietnam, de grootste van de in dit verband beoordeelde landen van uitvoer, noteerde in 2023 een stijging van +334 % ten opzichte van het jaar met de hoogste uitvoer vóór 2021 (d.w.z. 2018).

(50)  Japan voerde in 2023 106 % meer uit dan in 2021.

(51)  Ook Zuid-Korea, dat eveneens druk vanuit de VRC op zijn binnenlandse markt en op andere uitvoermarkten ondervond, verstevigde zijn aanwezigheid op de markt van de Unie, hoewel de stijging gematigder was.

(52)  De ontwikkeling van de invoer uit sommige van deze landen van oorsprong in de Unie komt nader aan bod in de analyse van de overcapaciteit in punt 3.2.2, d).

(53)  De belangrijkste landen die het betrokken product uitvoeren naar de Unie.

(54)  Deze tabel geeft een algemeen overzicht van de ontwikkeling van het verbruik van enkele van de belangrijkste wereldwijd verhandelde productcategorieën. De gegevens vormen geen precieze afspiegeling van het betrokken product.

(55)  De meest recente gegevens waarover de Commissie uit deze bron beschikt, hebben betrekking op 2022.

(56)  De trend inclusief dan wel exclusief China is grotendeels vergelijkbaar.

(57)  Zie de overwegingen 49 tot en met 54 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel.

(58)  Zie ook de overwegingen 38 tot en met 43 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging en overweging 87 van de verordening inzake het nieuwe onderzoek van 2023.

(59)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook until 2026”, en Mondiaal Forum over de overcapaciteit van staal, “Steel Exports, Trade Remedy Actions and Sources of Excess Capacity”.

(60)  Zie de verklaring van de voorzitter van de 95e zitting van het Staalcomité van de OESO.

(61)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook until 2026”, punten 2.4 en 4.

(62)  Ibid., tabel 1, blz. 9.

(63)  Bron: CRU-databank voor 2017-2023, cijfers betreffende overcapaciteit in vergelijking met verbruik en productie, https://www.crugroup.com/analysis/steel/ (toegankelijk voor abonnees).

(64)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook until 2026”.

(65)  Zie Mondiaal Forum over de overcapaciteit van staal, “Steel Exports, Trade Remedy Actions and Sources of Excess Capacity”.

(66)  Ibid., punten 12 en 13.

(67)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook until 2026”, bijlage C.

(68)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook until 2026”, punten 2.4 en 3. Zie ook: https://gmk.center/en/news/chinese-xinxing-invests-2-billion-in-steel-plants-in-egypt/ en https://news.metal.com/newscontent/102434658/Another-Chinese-steel-mills-made-its-way-to-overseas-For-Chinese-companies-looking-to-invest-overseas-what-are-critical-factors-to-watch-for.

(69)  Die landen zijn: Algerije, Egypte, Indonesië, Maleisië en Vietnam.

(70)  De invoer uit deze landen steeg met 344 % ten opzichte van 2017, het laatste jaar voordat de vrijwaringsmaatregel werd ingesteld.

(71)  Zie overwegingen 99 tot en met 110 van de verordening tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel.

(72)  Zie punt 3.1.2, c), van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(73)  Punt 3.5 van de verordening inzake de derde evaluatie van de werking.

(74)  Zie punt 4.1.2 van de verordening inzake het nieuwe onderzoek van 2023.

(75)  Zie “Fact Sheet: Biden-Harris Administration Announces New Actions to Protect U.S. Steel and Shipbuilding Industry from China’s Unfair Practices”, april 2024, waarin wordt verklaard dat “ dit een toenemend probleem is dat moet worden aangepakt om te voorkomen dat staalexporteurs uit China en uit andere landen toegang krijgen tot de Amerikaanse markt en de heffingen uit hoofde van Section 232 of Section 301 ontwijken. President Biden heeft onlangs hooggeplaatste regeringsfunctionarissen naar Mexico gestuurd om deze kwestie aan te pakken”.

https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2024/04/17/fact-sheet-biden-harris-administration-announces-new-actions-to-protect-u-s-steel-and-shipbuilding-industry-from-chinas-unfair-practices/.

Zie ook de verklaring van USTR-woordvoerder Adam Hodge van 9 december 2022: https://ustr.gov/about-us/policy-offices/press-office/press-releases/2022/december/statement-ustr-spokesperson-adam-hodge.

(76)  Zie “Fact Sheet: Biden-Harris Administration Announces New Actions to Protect U.S. Steel and Shipbuilding Industry from China’s Unfair Practices”, april 2024, https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2024/04/17/fact-sheet-biden-harris-administration-announces-new-actions-to-protect-u-s-steel-and-shipbuilding-industry-from-chinas-unfair-practices/.

Zie ook “Fact Sheet: President Biden Takes Action to Protect American Workers and Businesses from China’s Unfair Trade Practices” van 14 mei 2024:

https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2024/05/14/fact-sheet-president-biden-takes-action-to-protect-american-workers-and-businesses-from-chinas-unfair-trade-practices/.

(77)  In punt 3.2.2, f), wordt specifiek stilgestaan bij de handelsbeschermingsinstrumenten.

(78)  Zie S&P Platts: “ Mexico imposes 25% tariff on imports of steel to improve domestic market”| S&P Global Commodity Insights (spglobal.com).

(79)  Zie verklaring van de Braziliaanse regering: “Gecex restores import tariffs for 5 steel NCMs”, https://www.gov.br/mdic/pt-br/assuntos/noticias/2024/fevereiro/gecex-recompoe-tarifas-de-importacao-para-5-ncms-do-aco.

(80)  Zie S&P Platts: “Türkiye restricts steel and aluminium exports to Israel”, met name de opmerking dat “de beperkingen de uitvoervolumes en prijzen van Turkse producenten kunnen schaden, aangezien Israël een van de belangrijkste Turkse exportbestemmingen voor langstaal is”.

https://www.spglobal.com/commodityinsights/en/market-insights/latest-news/metals/040924-Türkiye-restricts-steel-and-aluminum-exports-to-israel.

(81)  Bij deze beoordeling is de aan handelsbeschermingsinstrumenten onderworpen uitvoer uit de Unie buiten beschouwing gelaten.

(82)  Zie overwegingen 33 en 34 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1013 van de Commissie van 17 juli 2018 tot instelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 181 van 18.7.2018, blz. 39), overwegingen 47 en 48 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging en de overwegingen 64 tot en met 66 van de verordening inzake het nieuwe onderzoek van 2023.

(83)  In alfabetische volgorde: China, Egypte, India, Indonesië, Japan, Taiwan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea.

(84)   https://www.gov.uk/government/news/tra-recommends-steel-safeguard-measure-be-extended-to-2026.

(85)   https://www.wto.org/english/news_e/news24_e/safe_zaf_04mar24_e.htm.

(86)  Zie, met betrekking tot het verband tussen bestaande overcapaciteit en de ontwikkeling van handelsbeschermingsmaatregelen, de analyse van het Mondiaal Forum over de overcapaciteit van staal: “Steel Exports, Trade Remedy Actions and Sources of Excess Capacity”, punt 4.

(87)  Zie de verklaring van de voorzitter van het Staalcomité van de OESO: “Toenemende bezorgdheid over verstoringen van de staalhandel. De leden bespraken de plotselinge stijging van de staaluitvoer in het afgelopen jaar, met name uit China, waar de staaluitvoer momenteel de piek van 2016 benadert. Ook de indirecte uitvoer van staal (staalhoudende goederen zoals machines en voertuigen) uit China neemt toe. Deze ontwikkelingen kunnen overal in de wereld verdere instabiliteit en handelsmaatregelen in de hand werken”.

(88)  Zie OESO, Steel Market Developments, Q2 2024, tabel 7.

(89)  Bron onbewerkte gegevens: Global Trade Atlas (GTA), https://www.gtis.com/gta/. Cijfers met betrekking tot de uitvoer van de belangrijkste landen die staal uitvoeren naar de Unie, 2023. In alfabetische volgorde: China, Egypte, India, Indonesië, Japan, Taiwan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea.

(90)  Zie de website van DG Handel voor een volledige lijst van maatregelen die sinds de instelling van de vrijwaringsmaatregel zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van staal: https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/search.

(91)  Zie dit recente voorbeeld: “Commission fights circumvention of tariffs on imports of cold-rolled stainless steel”, https://policy.trade.ec.europa.eu/news/commission-fights-circumvention-tariffs-imports-cold-rolled-stainless-steel-2024-05-07_en.

(92)   https://worldsteel.org/media/press-releases/2024/worldsteel-short-range-outlook-april-2024/.

(93)  Zie de verklaring van de voorzitter van het Staalcomité van de OESO: https://www.oecd.org/industry/ind/95-oecd-steel-chair-statement.htm#:~:text=The%20combined%20effects%20of%20inflation,steel%20consuming%20sector%2C%20and%20investment.

(94)   https://www.eurofer.eu/assets/publications/economic-market-outlook/economic-and-steel-market-outlook-2024-2025-second-quarter/Economic-Report-Q2-2024_final.pdf.

(95)  Zie punt 3.2 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(96)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook to 2026”, tabel 1, blz. 9.

(97)  Zie het onderdeel over aanpassingen in de niet-vertrouwelijke versies van de antwoorden van producenten in de Unie op de vragenlijst, beschikbaar in TRON (https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI, alleen toegankelijk voor geregistreerde belanghebbenden). Bepaalde informatie met betrekking tot enkele aanpassingen bevat vertrouwelijke bedrijfsinformatie en is derhalve niet vermeld in de niet-vertrouwelijke versie van het antwoord.

(98)   thyssenkrupp Steel Executive Board reacts to challenging market conditions and presents initial conceptual outlines of a structural realignment”. Bron: thyssenkrupp-steel.com (11 april 2024), https://www.thyssenkrupp-steel.com/en/newsroom/press-releases/thyssenkrupp-steel-executive-board-reacts-to-challenging-market-conditions-and-presents-initial-conceptual-outlines-of-a-structural-realignment.html.

“Vallourec is winding down pipe production in Germany”. Bron: GMK (25 september 2023),

https://gmk.center/en/news/vallourec-is-winding-down-pipe-production-in-germany/.

“thyssenkrupp shuts down the Galmed steel plant in Spain”. Bron: GMK (27 november 2023), https://gmk.center/en/news/thyssenkrupp-shuts-down-the-galmed-steel-plant-in-spain/#:~:text=German%20concern%20Thyssenkrupp%20has%20announced,rolled%20galvanized%20coils%20per%20year.

“Outokumpu plans restructuring measures in Germany to strengthen competitiveness and market leadership in advanced materials”. Bron: Otokumpu.com (7 november 2023), https://www.outokumpu.com/en/news/2023/outokumpu-plans-restructuring-measures-in-germany-to-strengthen-competitiveness-and-market-leadership-in-advanced-materials-3354404.

(99)  Zie tabel 1 van deze verordening.

(100)  Zie OESO, “Latest developments in steelmaking capacity and outlook to 2026”, tabel 1.

(101)  De capaciteitsreductie was uitzonderlijk in vergelijking met de ontwikkelingen in andere belangrijke staalproducerende regio’s, waar de capaciteit voortdurend werd uitgebreid.

(102)   “Liberty Galati invested $8.9 million in a new pipe coating line”. Bron: GMK (11 mei 2023) https://gmk.center/en/news/liberty-galati-invested-8-9-million-in-a-new-pipe-coating-line/;

“ArcelorMittal plans to invest about $25 million in a galvanizing plant in Krakow”. Bron: GMK (11 april 2024),

https://gmk.center/en/news/arcelormittal-plans-to-invest-about-25-million-in-a-galvanizing-plant-in-krakow/#:~:text=The%20funds%20will%20be%20used,its%20galvanizing%20plant%20in%20Krakow

“thyssenkrupp Steel puts together largest investment package in 20 years”. Bron: thyssenkrupp.com https://www.thyssenkrupp-steel.com/en/company/strategy-20-30/investments/investments.html (laatstelijk geraadpleegd mei 2024).

Een groot aantal respondenten op de EU-vragenlijsten noemde nog andere projecten.

(103)   “Expansion of large diameter line at Tenaris’s mill in Italy lowers carbon emissions”. Bron: Tenaris.com (12 februari 2021), https://www.tenaris.com/en/news/2021/expansion-of-large-diameter-line-in-italy-lowers-carbon-emissions.

“thyssenkrupp Steel is starting a new production modernization project in Duisburg”. Bron: GMK (13 december 2023), https://gmk.center/en/news/thyssenkrupp-steel-is-starting-a-new-production-modernization-project-in-duisburg/.

Een groot aantal respondenten op de EU-vragenlijsten noemde nog andere projecten.

(104)   “Belgium: Showcasing the full spectrum of our decarbonisation technologies”. Bron: corporate.arcelormittal.com (laatstelijk geraadpleegd mei 2024), https://corporate.arcelormittal.com/climate-action/decarbonisation-investment-plans/belgium-showcasing-the-full-spectrum-of-our-decarbonisation-technologies.

“Voestalpine produces worlds’ first green wire rod a Donawitz plant”. Bron: GMK (11 april 2024), https://gmk.center/en/news/voestalpine-produces-worlds-first-green-wire-rod-at-donawitz-plant/.

“ArcelorMittal plans major investments in German sites, to accelerate CO2 emissions reduction strategy and leverage the hydrogen grid”. Bron: corporate.arcelormittal.com (29 maart 2021), https://corporate.arcelormittal.com/media/news-articles/arcelormittal-plans-major-investment-in-german-sites-to-accelerate-co2-emissions-reduction-strategy-and-leverage-the-hydrogen-grid.

“Aperam launches its new sustainability brand for all its near-zero* footprint premium products, related services and solutions ‘aperam infinite.TM”. Bron: www.eqs-news.com (23 september 2023), https://www.eqs-news.com/news/corporate/aperam-launches-its-new-sustainability-brand-for-all-its-near-zero-footprint-premium-products-related-services-and-solutions-aperam-infinite-tm/1907309.

“SALCOS milestone reached – Salzgitter AG awards contract for direct reduction plant”. Bron: Salzgitter-ag.com (24 mei 2023), https://www.salzgitter-ag.com/en/newsroom/press-releases/details/salcos-milestone-reached-salzgitter-ag-awards-contract-for-direct-reduction-plant-20791.html.

“ArcelorMittal starts production of low carbon heavy steel plate in Spain”. Bron: fastmarkets.com (20 juli 2023), https://www.fastmarkets.com/insights/low-carbon-steel-production-arcelormittal-spain/.

(105)  Zie de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa” (COM(2013) 407 final), waarin de Commissie opmerkte: “Een sterke en concurrerende staalindustrie is van belang voor de industriële basis van Europa.”

Zie ook het werkdocument van de diensten van de Commissie “Towards competitive and clean European steel” (SWD(2021) 353 final van 5.5.2021), waarin wordt opgemerkt dat energie-intensieve industrieën onmisbaar zijn voor de Europese economie en dat andere sectoren daarop steunen, en dat de staalsector en andere energie-intensieve industrieën een essentiële rol spelen bij het leveren van producten en diensten aan een breed scala van Europese industriële ecosystemen. In hetzelfde document werd al benadrukt dat een sterke industriële basis essentieel is voor de economische groei in Europa, het behoud van duurzame banen en het concurrentievermogen van Europa op de wereldwijde markten, en dat een sterke staalsector de basis vormt voor een groot aantal industriële waardeketens.

(106)  De Commissie verhoogde het tariefcontingent met 5 % na de instelling van de definitieve maatregel in februari 2019. Die verhoging hield geen verband met de liberalisering.

(107)  Zie punt 7.5 van deze verordening.

(108)  Zie punt 5.2.2 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging.

(109)  Aangezien de vrijwaringsmaatregel van de Unie de vorm heeft van een tariefcontingent, kunnen aanzienlijke hoeveelheden rechtenvrij worden ingevoerd.

(110)  Zie ter referentie S&P Global Commodity Insights, Platts market price assessments (beschikbaar voor abonnees). De beoordeelde markten zijn de Unie, de VS, China, Turkije, Mexico en India, en de beoordeelde producten zijn warmgewalste platte producten, thermisch verzinkte producten, betonstaal en walsdraad.

(111)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/104 van de Commissie van 12 januari 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten naar aanleiding van een door het orgaan voor geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie vastgesteld verslag (PB L 12 van 13.1.2023, blz. 7).

(112)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1301 van de Commissie van 26 juni 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

(113)  Zie bijvoorbeeld punt 3.5 van de verordening betreffende de derde evaluatie van de werking.

(114)  Zie punt 7.10 van de verordening inzake het eerste nieuwe onderzoek met het oog op verlenging en punt 4.1.8 van de verordening inzake het nieuwe onderzoek van 2023.

(115)  Verordening (EU) 2015/477 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 inzake de maatregelen die de Unie kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 11).

(116)  Zie arrest van het Gerecht van 20 oktober 2021, Novolipetsk Steel PAO/Commissie, T-790/19.

(117)  Sommige van deze productcategorieën waarvoor bepaalde tariefcontingenten volledig werden benut, vertegenwoordigen een significant volume (zowel in algemene zin als binnen hun productfamilie). Het gaat hierbij om de productcategorieën 1 (warmgewalste platte producten), goed voor 31 % van de invoer in 2023, 4A en 4B (metallisch beklede bladen), goed voor respectievelijk 8 % en 7 % van de invoer in 2023, en 16 (walsdraad), goed voor 8 % van de invoer in 2023. Deze categorieën staan in de top zes van categorieën qua invoervolume.

(118)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/664 van de Commissie van 21 april 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten.

(119)  Zie de overwegingen 27 tot en met 47 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie.

(120)  Verslag van de WTO-beroepsinstantie van 14 december 1999, Argentinië — Vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van schoeisel, WT/DS121/AB/R, punt 113.

(121)  Zie overweging 33 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/894 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 206 van 30.6.2020, blz. 27): “Tot slot merkt de Commissie ook op dat het referentietijdvak dat voor het berekenen van de tariefcontingenten wordt gebruikt, al bij de definitieve verordening werd vastgesteld en bijgevolg vanaf het begin een van de pijlers bij het opstellen van de maatregelen vormt, en dat de reikwijdte van het nieuwe onderzoek zich niet uitstrekt tot substantiële wijzigingen van de basisstructuur van de maatregelen”.

(122)  Zie bijvoorbeeld de mogelijkheid om in het laatste kwartaal van een vrijwaringsjaar (april-juni) het residuele tariefcontingent aan te spreken.

(123)  Een EU-vrijwaringsjaar gaat van start op 1 juli van een bepaald jaar en eindigt op 30 juni van het daaropvolgende jaar.

(124)  Zie punt 3.2.3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/894 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten.

(125)  Oktober-december 2023, januari-maart 2024, april-juni 2024.

(126)  Het aanvankelijk beschikbare tariefcontingent is te vinden in bijlage I (IV.1) bij deze verordening.

(127)  Vanaf het kwartaal oktober-december 2023.

(128)  Periode januari 2021 tot en met juni 2023.

(129)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1301 van de Commissie van 26 juni 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten.

(130)  Bron: Eurostat

(131)  Artikel 7, lid 4, van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen.

(132)  Artikel 19, lid 4, van de vrijwaringsbasisverordening.

(133)  Het liberaliseringspercentage is naar aanleiding van de eerste evaluatie van de werking in september 2019 verlaagd van 5 % tot 3 % en is naar aanleiding van de derde evaluatie van de werking in juni 2022 verhoogd van 3 % tot 4 %.

(134)  World Steel Association — Short Range Outlook, april 2024.

(135)  Zie punt 3.2.1 over de ontwikkeling van het verbruik op de markt van de Unie.

(136)  Zie punt 3.2.2, b), van deze verordening over het gebruik van tariefcontingenten.

(137)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1832 van de Commissie van 12 oktober 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 385 van 29.10.2021, blz. 1).

(138)  In totaal werden 21 GN-codes gesloten en 14 GN-codes toegevoegd.

(139)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1301 van de Commissie van 26 juni 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van een definitieve vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten.

(140)   1 juli tot en met 30 september 2023 en 1 oktober tot en met 31 december 2023.

(141)  Europese Commissie, directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie.

(142)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).


BIJLAGE I

“BIJLAGE IV

IV.1   — Omvang tariefcontingenten

Productnummer

Productcategorie

GN-codes

Toewijzing per land (indien van toepassing)

Jaar 7

Jaar 8

Aanvullend recht

Volgnummers

Van 1.7.2024 t/m 30.9.2024

Van 1.10.2024 t/m 31.12.2024

Van 1.1.2025 t/m 31.3.2025

Van 1.4.2025 t/m 30.6.2025

Van 1.7.2025 t/m 30.9.2025

Van 1.10.2025 t/m 31.12.2025

Van 1.1.2026 t/m 31.3.2026

Van 1.4.2026 t/m 30.6.2026

Omvang tariefcontingent (ton netto)

Omvang tariefcontingent (ton netto)

1

Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

7208 10 00 , 7208 25 00 , 7208 26 00 , 7208 27 00 , 7208 36 00 , 7208 37 00 , 7208 38 00 , 7208 39 00 , 7208 40 00 , 7208 52 10 , 7208 52 99 , 7208 53 10 , 7208 53 90 , 7208 54 00 ,

7211 13 00 , 7211 14 00 , 7211 19 00 , 7212 60 00 , 7225 19 10 , 7225 30 10 , 7225 30 30 , 7225 30 90 , 7225 40 15 , 7225 40 90 , 7226 19 10 , 7226 91 20 , 7226 91 91 , 7226 91 99

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8966

Turkije

475 173,52

475 173,52

464 843,66

470 008,59

479 925,26

479 925,26

469 492,10

474 708,68

25  %

09.8967

India

301 703,57

301 703,57

295 144,80

298 424,18

304 720,61

304 720,61

298 096,25

301 408,43

25  %

09.8968

Korea (Republiek)

188 405,48

188 405,48

184 309,71

186 357,59

190 289,53

190 289,53

186 152,80

188 221,17

25  %

09.8969

Verenigd Koninkrijk

157 607,78

157 607,78

154 181,53

155 894,66

159 183,86

159 183,86

155 723,34

157 453,60

25  %

09.8976

Servië

167 256,84

167 256,84

163 620,82

165 438,83

168 929,40

168 929,40

165 257,03

167 093,21

25  %

09.8970

Andere landen

945 664,87

945 664,87

925 106,94

935 385,91

955 121,52

955 121,52

934 358,01

944 739,77

25  %

 (1)

2

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

7209 15 00 , 7209 16 90 , 7209 17 90 , 7209 18 91 , 7209 25 00 , 7209 26 90 , 7209 27 90 , 7209 28 90 , 7209 90 20 , 7209 90 80 , 7211 23 20 , 7211 23 30 , 7211 23 80 , 7211 29 00 , 7211 90 20 , 7211 90 80 , 7225 50 20 , 7225 50 80 , 7226 20 00 , 7226 92 00

India

164 886,33

164 886,33

161 301,85

163 094,09

166 535,19

166 535,19

162 914,86

164 725,03

25  %

09.8801

Korea (Republiek)

95 630,77

95 630,77

93 551,84

94 591,31

96 587,08

96 587,08

94 487,36

95 537,22

25  %

09.8802

Verenigd Koninkrijk

88 383,80

88 383,80

86 462,41

87 423,10

89 267,64

89 267,64

87 327,04

88 297,34

25  %

09.8977

Oekraïne

73 421,18

73 421,18

71 825,07

72 623,12

74 155,39

74 155,39

72 543,32

73 349,35

25  %

09.8803

Servië

41 629,15

41 629,15

40 724,17

41 176,66

42 045,44

42 045,44

41 131,41

41 588,43

25  %

09.8805

Andere landen

338 044,38

338 044,38

330 695,59

334 369,98

341 424,82

341 424,82

334 002,54

337 713,68

25  %

 (2)

3.A

Elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

7209 16 10 , 7209 17 10 , 7209 18 10 , 7209 26 10 , 7209 27 10 , 7209 28 10

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8808

Verenigd Koninkrijk

559,43

559,43

547,27

553,35

565,03

565,03

552,74

558,89

25  %

09.8978

Iran (Islamitische Republiek)

167,77

167,77

164,12

165,95

169,45

169,45

165,76

167,61

25  %

09.8809

Korea (Republiek)

256,93

256,93

251,35

254,14

259,50

259,50

253,86

256,68

25  %

09.8806

Andere landen

858,86

858,86

840,19

849,52

867,45

867,45

848,59

858,02

25  %

 (3)

3.B

7225 19 90 , 7226 19 80

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8811

Korea (Republiek)

35 566,76

35 566,76

34 793,57

35 180,17

35 922,43

35 922,43

35 141,51

35 531,97

25  %

09.8812

China

31 278,07

31 278,07

30 598,11

30 938,09

31 590,85

31 590,85

30 904,09

31 247,47

25  %

09.8813

Taiwan

24 462,63

24 462,63

23 930,83

24 196,73

24 707,26

24 707,26

24 170,14

24 438,70

25  %

09.8814

Andere landen

8 722,51

8 722,51

8 532,89

8 627,70

8 809,74

8 809,74

8 618,22

8 713,98

25  %

 (4)

4.A

Metallisch beklede bladen

GN-code:

7212 50 20

Taric-codes: 7210410020 , 7210410030 , 7210490020 , 7210490030 , 7210610020 , 7210610030 , 7210690020 , 7210690030 , 7212300020 , 7212300030 , 7212506120 , 7212506130 , 7212506920 , 7212506930 , 7225920020 , 7225920030 , 7225990011 , 7225990022 , 7225990023 , 7225990041 , 7225990045 , 7225990091 , 7225990092 , 7225990093 , 7226993010 , 7226993030 , 7226997011 , 7226997013 , 7226997091 , 7226997093 , 7226997094

Korea (Republiek)

37 935,59

37 935,59

37 110,90

37 523,24

38 314,94

38 314,94

37 482,01

37 898,47

25  %

09.8816

India

54 225,74

54 225,74

53 046,92

53 636,33

54 768,00

54 768,00

53 577,39

54 172,70

25  %

09.8817

Verenigd Koninkrijk

35 743,38

35 743,38

34 966,35

35 354,86

36 100,81

36 100,81

35 316,01

35 708,41

25  %

09.8979

Andere landen

477 237,17

477 237,17

466 862,45

472 049,81

482 009,54

482 009,54

471 531,07

476 770,30

25  %

 (5)

4.B

GN-codes: 7210 20 00 , 7210 30 00 ,

7210 90 80 , 7212 20 00 ,

7212 50 30 , 7212 50 40 ,

7212 50 90 , 7225 91 00 ,

7226 99 10 Taric-codes: 7210410080 , 7210490080 , 7210610080 , 7210690080 , 7212300080 , 7212506180 , 7212506980 , 7225920080 , 7225990025 , 7225990095 , 7226993090 , 7226997019 , 7226997096

China

129 629,13

129 629,13

126 811,10

128 220,12

130 925,42

130 925,42

128 079,21

129 502,32

25  %

09.8821

Korea (Republiek)

168 236,08

168 236,08

164 578,78

166 407,43

169 918,44

169 918,44

166 224,56

168 071,50

25  %

09.8822

India

77 423,90

77 423,90

75 740,77

76 582,33

78 198,14

78 198,14

76 498,18

77 348,16

25  %

09.8823

Verenigd Koninkrijk

35 743,38

35 743,38

34 966,35

35 354,86

36 100,81

36 100,81

35 316,01

35 708,41

25  %

09.8980

Andere landen

105 930,82

105 930,82

103 627,98

104 779,40

106 990,13

106 990,13

104 664,26

105 827,20

25  %

 (6)

5

Organisch beklede platen

7210 70 80 , 7212 40 80

India

79 455,26

79 455,26

77 727,97

78 591,62

80 249,82

80 249,82

78 505,25

79 377,53

25  %

09.8826

Korea (Republiek)

71 808,92

71 808,92

70 247,86

71 028,39

72 527,01

72 527,01

70 950,33

71 738,67

25  %

09.8827

Verenigd Koninkrijk

35 255,57

35 255,57

34 489,14

34 872,35

35 608,12

35 608,12

34 834,03

35 221,08

25  %

09.8981

Taiwan

23 014,43

23 014,43

22 514,12

22 764,27

23 244,57

23 244,57

22 739,26

22 991,92

25  %

09.8828

Turkije

15 889,17

15 889,17

15 543,76

15 716,47

16 048,07

16 048,07

15 699,19

15 873,63

25  %

09.8829

Andere landen

43 331,67

43 331,67

42 389,68

42 860,67

43 764,99

43 764,99

42 813,57

43 289,28

25  %

 (7)

6

Blik

7209 18 99 , 7210 11 00 , 7210 12 20 , 7210 12 80 , 7210 50 00 , 7210 70 10 , 7210 90 40 , 7212 10 10 , 7212 10 90 , 7212 40 20

China

112 138,60

112 138,60

109 700,80

110 919,70

113 259,98

113 259,98

110 797,81

112 028,90

25  %

09.8831

Verenigd Koninkrijk

40 902,97

40 902,97

40 013,77

40 458,37

41 312,00

41 312,00

40 413,91

40 862,95

25  %

09.8982

Servië

22 509,42

22 509,42

22 020,09

22 264,76

22 734,52

22 734,52

22 240,29

22 487,40

25  %

09.8832

Korea (Republiek)

16 282,30

16 282,30

15 928,34

16 105,32

16 445,12

16 445,12

16 087,62

16 266,37

25  %

09.8833

Taiwan

13 537,54

13 537,54

13 243,25

13 390,40

13 672,92

13 672,92

13 375,68

13 524,30

25  %

09.8834

Andere landen

37 515,08

37 515,08

36 699,54

37 107,31

37 890,24

37 890,24

37 066,54

37 478,39

25  %

 (8)

7

Kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

7208 51 20 , 7208 51 91 , 7208 51 98 , 7208 52 91 , 7208 90 20 , 7208 90 80 , 7210 90 30 , 7225 40 12 , 7225 40 40 , 7225 40 60 , 7225 99 00

Oekraïne

283 626,45

283 626,45

277 460,66

280 543,56

286 462,72

286 462,72

280 235,27

283 348,99

25  %

09.8836

Andere landen

582 521,66

582 521,66

569 858,15

576 189,90

588 346,88

588 346,88

575 556,73

581 951,80

25  %

 (9)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

5 298,37

5 298,37

5 183,19

5 240,78

5 351,36

5 351,36

5 235,02

5 293,19

25  %

09.8498

8

Roestvrije warmgewalste platen en banden

7219 11 00 , 7219 12 10 , 7219 12 90 , 7219 13 10 , 7219 13 90 , 7219 14 10 , 7219 14 90 , 7219 22 10 , 7219 22 90 , 7219 23 00 , 7219 24 00 , 7220 11 00 , 7220 12 00

Andere landen

110 902,59

110 902,59

108 491,66

109 697,12

112 011,61

112 011,61

109 576,58

110 794,09

25  %

 (10)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

13,44

13,41

13,15

13,30

13,58

13,58

13,28

13,43

25  %

09.8491

9

Roestvrije koudgewalste platen en banden

7219 31 00 , 7219 32 10 , 7219 32 90 , 7219 33 10 , 7219 33 90 , 7219 34 10 , 7219 34 90 , 7219 35 10 , 7219 35 90 , 7219 90 20 , 7219 90 80 , 7220 20 21 , 7220 20 29 , 7220 20 41 , 7220 20 49 , 7220 20 81 , 7220 20 89 , 7220 90 20 , 7220 90 80

Korea (Republiek)

50 181,76

50 181,76

49 090,85

49 636,30

50 683,58

50 683,58

49 581,76

50 132,67

25  %

09.8846

Taiwan

46 535,23

46 535,23

45 523,59

46 029,41

47 000,58

47 000,58

45 978,83

46 489,70

25  %

09.8847

India

31 102,58

31 102,58

30 426,44

30 764,51

31 413,61

31 413,61

30 730,71

31 072,16

25  %

09.8848

Zuid-Afrika

27 064,27

27 064,27

26 475,92

26 770,10

27 334,92

27 334,92

26 740,68

27 037,80

25  %

09.8853

Verenigde Staten

25 305,11

25 305,11

24 755,00

25 030,05

25 558,16

25 558,16

25 002,55

25 280,35

25  %

09.8849

Turkije

21 057,01

21 057,01

20 599,25

20 828,13

21 267,58

21 267,58

20 805,24

21 036,41

25  %

09.8850

Andere landen

66 853,01

66 853,01

65 399,69

66 126,35

67 521,54

67 521,54

66 053,68

66 787,61

25  %

 (11)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

31,50

31,50

30,81

31,15

31,81

31,81

31,12

31,46

25  %

09.8492

10

Roestvrije warmgewalste kwartoplaten

7219 21 10 , 7219 21 90

China

4 969,75

4 969,75

4 861,71

4 915,73

5 019,45

5 019,45

4 910,33

4 964,89

25  %

09.8856

India

2 108,21

2 108,21

2 062,38

2 085,29

2 129,29

2 129,29

2 083,00

2 106,15

25  %

09.8857

Zuid-Afrika

1 443,59

1 443,59

1 412,20

1 427,89

1 458,02

1 458,02

1 426,33

1 442,17

25  %

09.8859

Verenigd Koninkrijk

869,69

869,69

850,78

860,24

878,39

878,39

859,29

868,84

25  %

09.8984

Taiwan

802,93

802,93

785,48

794,21

810,96

810,96

793,33

802,15

25  %

09.8858

Andere landen

1 053,49

1 053,49

1 030,59

1 042,04

1 064,03

1 064,03

1 040,90

1 052,46

25  %

 (12)

12

Niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

7214 30 00 , 7214 91 10 , 7214 91 90 , 7214 99 31 , 7214 99 39 , 7214 99 50 , 7214 99 71 , 7214 99 79 , 7214 99 95 , 7215 90 00 , 7216 10 00 , 7216 21 00 , 7216 22 00 , 7216 40 10 , 7216 40 90 , 7216 50 10 , 7216 50 91 , 7216 50 99 , 7216 99 00 , 7228 10 20 , 7228 20 10 , 7228 20 91 , 7228 30 20 , 7228 30 41 , 7228 30 49 , 7228 30 61 , 7228 30 69 , 7228 30 70 , 7228 30 89 , 7228 60 20 , 7228 60 80 , 7228 70 10 , 7228 70 90 , 7228 80 00

China

141 807,58

141 807,58

138 724,81

140 266,19

143 225,65

143 225,65

140 112,05

141 668,85

25  %

09.8861

Verenigd Koninkrijk

118 470,22

118 470,22

115 894,78

117 182,50

119 654,93

119 654,93

117 053,73

118 354,33

25  %

09.8985

Turkije

107 140,30

107 140,30

104 811,16

105 975,73

108 211,70

108 211,70

105 859,27

107 035,48

25  %

09.8862

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8863

Zwitserland

68 859,03

68 859,03

67 362,09

68 110,56

69 547,62

69 547,62

68 035,71

68 791,66

25  %

09.8864

Belarus

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8865

Andere landen

61 358,22

61 358,22

60 024,34

60 691,28

61 971,80

61 971,80

60 624,59

61 298,19

25  %

 (13)

13

Betonstaal

7214 20 00 , 7214 99 10

Turkije

95 436,11

95 436,11

93 361,42

94 398,76

96 390,47

96 390,47

94 295,03

95 342,75

25  %

09.8866

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8867

Oekraïne

44 430,34

44 430,34

43 464,46

43 947,40

44 874,64

44 874,64

43 899,11

44 386,88

25  %

09.8868

Bosnië en Herzegovina

34 333,24

34 333,24

33 586,87

33 960,06

34 676,58

34 676,58

33 922,74

34 299,66

25  %

09.8869

Moldavië (Republiek)

28 694,83

28 694,83

28 071,03

28 382,93

28 981,78

28 981,78

28 351,74

28 666,76

25  %

09.8870

Andere landen

139 355,41

139 355,41

136 325,95

137 840,68

140 748,97

140 748,97

137 689,21

139 219,09

25  %

 (14)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

2 178,07

2 178,07

2 130,72

2 154,40

2 199,85

2 199,85

2 152,03

2 175,94

25  %

09.8493

14

Staven en lichte profielen van roestvrij staal

7222 11 11 , 7222 11 19 , 7222 11 81 , 7222 11 89 , 7222 19 10 , 7222 19 90 , 7222 20 11 , 7222 20 19 , 7222 20 21 , 7222 20 29 , 7222 20 31 , 7222 20 39 , 7222 20 81 , 7222 20 89 , 7222 30 51 , 7222 30 91 , 7222 30 97 , 7222 40 10 , 7222 40 50 , 7222 40 90

India

32 082,28

32 082,28

31 384,84

31 733,56

32 403,10

32 403,10

31 698,69

32 050,89

25  %

09.8871

Verenigd Koninkrijk

4 688,43

4 688,43

4 586,51

4 637,47

4 735,32

4 735,32

4 632,37

4 683,85

25  %

09.8986

Zwitserland

4 614,90

4 614,90

4 514,57

4 564,73

4 661,04

4 661,04

4 559,72

4 610,38

25  %

09.8872

Oekraïne

3 564,33

3 564,33

3 486,84

3 525,59

3 599,97

3 599,97

3 521,71

3 560,84

25  %

09.8873

Andere landen

5 206,31

5 206,31

5 093,13

5 149,72

5 258,38

5 258,38

5 144,06

5 201,22

25  %

 (15)

15

Walsdraad van roestvrij staal

7221 00 10 , 7221 00 90

India

7 461,77

7 461,77

7 299,56

7 380,66

7 536,39

7 536,39

7 372,55

7 454,47

25  %

09.8876

Taiwan

4 811,05

4 811,05

4 706,47

4 758,76

4 859,16

4 859,16

4 753,53

4 806,35

25  %

09.8877

Verenigd Koninkrijk

3 865,14

3 865,14

3 781,12

3 823,13

3 903,79

3 903,79

3 818,93

3 861,36

25  %

09.8987

Korea (Republiek)

2 401,99

2 401,99

2 349,77

2 375,88

2 426,01

2 426,01

2 373,27

2 399,64

25  %

09.8878

Japan

1 614,45

1 614,45

1 579,35

1 596,90

1 630,59

1 630,59

1 595,15

1 612,87

25  %

09.8880

Andere landen

2 439,66

2 439,66

2 386,63

2 413,14

2 464,06

2 464,06

2 410,49

2 437,28

25  %

 (16)

16

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

7213 10 00 , 7213 20 00 , 7213 91 10 , 7213 91 20 , 7213 91 41 , 7213 91 49 , 7213 91 70 , 7213 91 90 , 7213 99 10 , 7213 99 90 , 7227 10 00 , 7227 20 00 , 7227 90 10 , 7227 90 50 , 7227 90 95

Verenigd Koninkrijk

185 274,13

185 274,13

181 246,43

183 260,28

187 126,87

187 126,87

183 058,90

185 092,89

25  %

09.8988

Oekraïne

124 576,81

124 576,81

121 868,62

123 222,72

125 822,58

125 822,58

123 087,31

124 454,95

25  %

09.8881

Zwitserland

136 944,28

136 944,28

133 967,23

135 455,75

138 313,72

138 313,72

135 306,90

136 810,31

25  %

09.8882

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8883

Turkije

119 010,72

119 010,72

116 423,53

117 717,13

120 200,83

120 200,83

117 587,77

118 894,30

25  %

09.8884

Belarus

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8885

Moldavië (Republiek)

69 937,46

69 937,46

68 417,08

69 177,27

70 636,83

70 636,83

69 101,25

69 869,04

25  %

09.8886

Andere landen

122 754,97

122 754,97

120 086,38

121 420,67

123 982,52

123 982,52

121 287,25

122 634,88

25  %

 (17)

17

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7216 31 10 , 7216 31 90 , 7216 32 11 , 7216 32 19 , 7216 32 91 , 7216 32 99 , 7216 33 10 , 7216 33 90

Oekraïne

31 630,96

31 630,96

30 943,33

31 287,14

31 947,27

31 947,27

31 252,76

31 600,01

25  %

09.8891

Andere landen

68 221,22

68 221,22

66 738,15

67 479,69

68 903,44

68 903,44

67 405,53

68 154,48

25  %

 (18)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

14 240,75

14 240,75

13 931,17

14 085,96

14 383,16

14 383,16

14 070,48

14 226,82

25  %

09.8499

18

Damwandprofielen

7301 10 00

China

7 075,96

7 075,96

6 922,14

6 999,05

7 146,72

7 146,72

6 991,36

7 069,04

25  %

09.8901

Verenigde Arabische Emiraten

3 501,93

3 501,93

3 425,80

3 463,87

3 536,95

3 536,95

3 460,06

3 498,51

25  %

09.8902

Verenigd Koninkrijk

908,13

908,13

888,38

898,26

917,21

917,21

897,27

907,24

25  %

09.8990

Andere landen

340,08

340,08

332,69

336,38

343,48

343,48

336,01

339,75

25  %

 (19)

19

Spoorwegmateriaal

7302 10 22 , 7302 10 28 , 7302 10 40 , 7302 10 50 , 7302 40 00

Verenigd Koninkrijk

5 164,71

5 164,71

5 052,44

5 108,58

5 216,36

5 216,36

5 102,96

5 159,66

25  %

09.8991

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8906

Turkije

1 573,65

1 573,65

1 539,44

1 556,54

1 589,39

1 589,39

1 554,83

1 572,11

25  %

09.8908

China

1 522,23

1 522,23

1 489,14

1 505,68

1 537,45

1 537,45

1 504,03

1 520,74

25  %

09.8907

Andere landen

797,70

797,70

780,36

789,03

805,67

805,67

788,16

796,92

25  %

 (20)

20

Gasbuizen

7306 30 41 , 7306 30 49 , 7306 30 72 , 7306 30 77

Turkije

49 976,08

49 976,08

48 889,64

49 432,86

50 475,84

50 475,84

49 378,54

49 927,19

25  %

09.8911

India

19 232,37

19 232,37

18 814,27

19 023,32

19 424,69

19 424,69

19 002,41

19 213,55

25  %

09.8912

Noord-Macedonië

7 103,37

7 103,37

6 948,95

7 026,16

7 174,41

7 174,41

7 018,44

7 096,42

25  %

09.8913

Verenigd Koninkrijk

6 757,17

6 757,17

6 610,28

6 683,72

6 824,74

6 824,74

6 676,38

6 750,56

25  %

09.8992

Andere landen

11 229,42

11 229,42

10 985,31

11 107,36

11 341,72

11 341,72

11 095,16

11 218,44

25  %

 (21)

21

Holle profielen

7306 61 10 , 7306 61 92 , 7306 61 99

Turkije

99 461,66

99 461,66

97 299,45

98 380,56

100 456,28

100 456,28

98 272,45

99 364,36

25  %

09.8916

Verenigd Koninkrijk

53 047,35

53 047,35

51 894,15

52 470,75

53 577,82

53 577,82

52 413,09

52 995,46

25  %

09.8993

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8917

Noord-Macedonië

29 364,68

29 364,68

28 726,32

29 045,50

29 658,33

29 658,33

29 013,58

29 335,96

25  %

09.8918

Oekraïne

21 718,42

21 718,42

21 246,28

21 482,35

21 935,60

21 935,60

21 458,74

21 697,17

25  %

09.8919

Zwitserland

16 232,19

16 232,19

15 879,32

16 055,75

16 394,51

16 394,51

16 038,11

16 216,31

25  %

09.8920

Belarus

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8921

Andere landen

20 873,17

20 873,17

20 419,41

20 646,29

21 081,91

21 081,91

20 623,60

20 852,76

25  %

 (22)

22

Naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

7304 11 00 , 7304 22 00 , 7304 24 00 , 7304 41 00 , 7304 49 83 , 7304 49 85 , 7304 49 89

India

5 945,04

5 945,04

5 815,80

5 880,42

6 004,50

6 004,50

5 873,96

5 939,23

25  %

09.8926

Oekraïne

3 722,57

3 722,57

3 641,64

3 682,10

3 759,79

3 759,79

3 678,06

3 718,92

25  %

09.8927

Verenigd Koninkrijk

1 889,57

1 889,57

1 848,49

1 869,03

1 908,46

1 908,46

1 866,98

1 887,72

25  %

09.8994

Korea (Republiek)

1 170,22

1 170,22

1 144,78

1 157,50

1 181,92

1 181,92

1 156,23

1 169,07

25  %

09.8928

Japan

1 088,25

1 088,25

1 064,59

1 076,42

1 099,13

1 099,13

1 075,23

1 087,18

25  %

09.8929

China

933,70

933,70

913,40

923,55

943,03

943,03

922,53

932,78

25  %

09.8931

Andere landen

2 716,63

2 716,63

2 657,57

2 687,10

2 743,79

2 743,79

2 684,14

2 713,97

25  %

 (23)

24

Andere naadloze buizen

7304 19 10 , 7304 19 30 , 7304 19 90 , 7304 23 00 , 7304 29 10 , 7304 29 30 , 7304 29 90 , 7304 31 20 , 7304 31 80 , 7304 51 81 , 7304 51 89 , 7304 90 00 , 7304 39 50 , 7304 39 82 , 7304 39 83 , 7304 39 88 , 7304 59 82 , 7304 59 83 , 7304 59 89

China

38 808,17

38 808,17

37 964,52

38 386,35

39 196,26

39 196,26

38 344,16

38 770,21

25  %

09.8936

Oekraïne

32 437,15

32 437,15

31 732,00

32 084,58

32 761,53

32 761,53

32 049,32

32 405,42

25  %

09.8937

Belarus

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8938

Verenigd Koninkrijk

11 835,98

11 835,98

11 578,68

11 707,33

11 954,34

11 954,34

11 694,46

11 824,40

25  %

09.8995

Verenigde Staten

8 519,43

8 519,43

8 334,22

8 426,83

8 604,62

8 604,62

8 417,57

8 511,09

25  %

09.8940

Andere landen

45 946,99

45 946,99

44 948,14

45 447,56

46 406,46

46 406,46

45 397,62

45 902,04

25  %

 (24)

25.A

Grote gelaste buizen

7305 11 00 , 7305 12 00

Andere landen

121 581,27

121 581,27

118 938,20

120 259,74

122 797,09

122 797,09

120 127,58

121 462,33

25  %

 (25)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

14,03

14,03

13,72

13,87

14,17

14,17

13,86

14,01

25  %

09.8494

25.B

Grote gelaste buizen

7305 19 00 , 7305 20 00 , 7305 31 00 , 7305 39 00 , 7305 90 00

Turkije

15 095,79

15 095,79

14 767,62

14 931,71

15 246,75

15 246,75

14 915,30

15 081,03

25  %

09.8971

China

8 544,60

8 544,60

8 358,85

8 451,72

8 630,05

8 630,05

8 442,44

8 536,24

25  %

09.8972

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8973

Verenigd Koninkrijk

6 201,36

6 201,36

6 066,55

6 133,95

6 263,37

6 263,37

6 127,21

6 195,29

25  %

09.8996

Korea (Republiek)

2 921,35

2 921,35

2 857,84

2 889,59

2 950,56

2 950,56

2 886,42

2 918,49

25  %

09.8974

Andere landen

6 566,11

6 566,11

6 423,36

6 494,73

6 631,77

6 631,77

6 487,60

6 559,68

25  %

 (26)

26

Andere gelaste buizen

7306 21 00 , 7306 29 00 , 7306 30 80 , 7306 40 20 , 7306 40 80 , 7306 50 80 , 7306 69 10 , 7306 69 90 , 7306 90 00 , 7306 11 00 , 7306 19 00 , 7306 30 12 , 7306 30 18 , 7306 50 21 , 7306 50 29

Zwitserland

48 607,62

48 607,62

47 550,94

48 079,28

49 093,70

49 093,70

48 026,45

48 560,07

25  %

09.8946

Turkije

38 497,24

38 497,24

37 660,35

38 078,79

38 882,22

38 882,22

38 036,95

38 459,58

25  %

09.8947

Verenigd Koninkrijk

11 756,08

11 756,08

11 500,51

11 628,30

11 873,64

11 873,64

11 615,52

11 744,58

25  %

09.8997

Taiwan

9 108,71

9 108,71

8 910,69

9 009,70

9 199,79

9 199,79

8 999,80

9 099,80

25  %

09.8950

China

8 161,56

8 161,56

7 984,13

8 072,85

8 243,18

8 243,18

8 063,98

8 153,58

25  %

09.8949

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8952

Andere landen

20 271,58

20 271,58

19 830,89

20 051,24

20 474,29

20 474,29

20 029,20

20 251,75

25  %

 (27)

27

Staven van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, door koud nabewerken verkregen

7215 10 00 , 7215 50 11 , 7215 50 19 , 7215 50 80 , 7228 10 90 , 7228 20 99 , 7228 50 20 , 7228 50 40 , 7228 50 61 , 7228 50 69 , 7228 50 80

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8956

Zwitserland

42 629,58

42 629,58

41 702,85

42 166,22

43 055,88

43 055,88

42 119,88

42 587,88

25  %

09.8957

Verenigd Koninkrijk

25 717,28

25 717,28

25 158,21

25 437,75

25 974,45

25 974,45

25 409,79

25 692,12

25  %

09.8998

China

27 205,69

27 205,69

26 614,26

26 909,98

27 477,75

27 477,75

26 880,41

27 179,08

25  %

09.8958

Oekraïne

30 705,61

30 705,61

30 038,10

30 371,86

31 012,67

31 012,67

30 338,48

30 675,57

25  %

09.8959

Andere landen

31 896,89

31 896,89

31 203,48

31 550,19

32 215,86

32 215,86

31 515,52

31 865,69

25  %

 (28)

28

Draad van niet-gelegeerd staal

7217 10 10 , 7217 10 31 , 7217 10 39 , 7217 10 50 , 7217 10 90 , 7217 20 10 , 7217 20 30 , 7217 20 50 , 7217 20 90 , 7217 30 41 , 7217 30 49 , 7217 30 50 , 7217 30 90 , 7217 90 20 , 7217 90 50 , 7217 90 90

Belarus

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8961

China

79 826,78

79 826,78

78 091,41

78 959,10

80 625,05

80 625,05

78 872,33

79 748,69

25  %

09.8962

Russische Federatie

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25  %

09.8963

Turkije

51 945,98

51 945,98

50 816,72

51 381,35

52 465,44

52 465,44

51 324,89

51 895,16

25  %

09.8964

Oekraïne

39 174,24

39 174,24

38 322,63

38 748,44

39 565,99

39 565,99

38 705,86

39 135,92

25  %

09.8965

Andere landen

49 942,21

49 942,21

48 856,51

49 399,36

50 441,63

50 441,63

49 345,07

49 893,35

25  %

 (29)

Verenigd Koninkrijk (naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk)

191,95

191,95

187,78

189,86

193,87

193,87

189,65

191,76

25  %

09.8495

IV.2 —   Omvang globale en residuele tariefcontingenten per kwartaal

Productnummer

Toewijzing per land (indien van toepassing)

Jaar 7

Jaar 8

Van 1.7.2024 t/m 30.9.2024

Van 1.10.2024 t/m 31.12.2024

Van 1.1.2025 t/m 31.3.2025

Van 1.4.2025 t/m 30.6.2025

Van 1.7.2025 t/m 30.9.2025

Van 1.10.2025 t/m 31.12.2025

Van 1.1.2026 t/m 31.3.2026

Van 1.4.2026 t/m 30.6.2026

Omvang tariefcontingent (ton netto)

Omvang tariefcontingent (ton netto)

1

Andere landen

945 664,87

945 664,87

925 106,94

935 385,91

955 121,52

955 121,52

934 358,01

944 739,77

2

Andere landen

338 044,38

338 044,38

330 695,59

334 369,98

341 424,82

341 424,82

334 002,54

337 713,68

3.A

Andere landen

858,86

858,86

840,19

849,52

867,45

867,45

848,59

858,02

3.B

Andere landen

8 722,51

8 722,51

8 532,89

8 627,70

8 809,74

8 809,74

8 618,22

8 713,98

4.A

Andere landen

477 237,17

477 237,17

466 862,45

472 049,81

482 009,54

482 009,54

471 531,07

476 770,30

4.B

Andere landen

105 930,82

105 930,82

103 627,98

104 779,40

106 990,13

106 990,13

104 664,26

105 827,20

5

Andere landen

43 331,67

43 331,67

42 389,68

42 860,67

43 764,99

43 764,99

42 813,57

43 289,28

6

Andere landen

37 515,08

37 515,08

36 699,54

37 107,31

37 890,24

37 890,24

37 066,54

37 478,39

7

Andere landen

582 521,66

582 521,66

569 858,15

576 189,90

588 346,88

588 346,88

575 556,73

581 951,80

8

Andere landen

110 902,59

110 902,59

108 491,66

109 697,12

112 011,61

112 011,61

109 576,58

110 794,09

9

Andere landen

66 853,01

66 853,01

65 399,69

66 126,35

67 521,54

67 521,54

66 053,68

66 787,61

10

Andere landen

1 053,49

1 053,49

1 030,59

1 042,04

1 064,03

1 064,03

1 040,90

1 052,46

12

Andere landen

61 358,22

61 358,22

60 024,34

60 691,28

61 971,80

61 971,80

60 624,59

61 298,19

13

Andere landen

139 355,41

139 355,41

136 325,95

137 840,68

140 748,97

140 748,97

137 689,21

139 219,09

14

Andere landen

5 206,31

5 206,31

5 093,13

5 149,72

5 258,38

5 258,38

5 144,06

5 201,22

15

Andere landen

2 439,66

2 439,66

2 386,63

2 413,14

2 464,06

2 464,06

2 410,49

2 437,28

16

Andere landen

122 754,97

122 754,97

120 086,38

121 420,67

123 982,52

123 982,52

121 287,25

122 634,88

17

Andere landen

68 221,22

68 221,22

66 738,15

67 479,69

68 903,44

68 903,44

67 405,53

68 154,48

18

Andere landen

340,08

340,08

332,69

336,38

343,48

343,48

336,01

339,75

19

Andere landen

797,70

797,70

780,36

789,03

805,67

805,67

788,16

796,92

20

Andere landen

11 229,42

11 229,42

10 985,31

11 107,36

11 341,72

11 341,72

11 095,16

11 218,44

21

Andere landen

20 873,17

20 873,17

20 419,41

20 646,29

21 081,91

21 081,91

20 623,60

20 852,76

22

Andere landen

2 716,63

2 716,63

2 657,57

2 687,10

2 743,79

2 743,79

2 684,14

2 713,97

24

Andere landen

45 946,99

45 946,99

44 948,14

45 447,56

46 406,46

46 406,46

45 397,62

45 902,04

25.A

Andere landen

121 581,27

121 581,27

118 938,20

120 259,74

122 797,09

122 797,09

120 127,58

121 462,33

25.B

Andere landen

6 566,11

6 566,11

6 423,36

6 494,73

6 631,77

6 631,77

6 487,60

6 559,68

26

Andere landen

20 271,58

20 271,58

19 830,89

20 051,24

20 474,29

20 474,29

20 029,20

20 251,75

27

Andere landen

31 896,89

31 896,89

31 203,48

31 550,19

32 215,86

32 215,86

31 515,52

31 865,69

28

Andere landen

49 942,21

49 942,21

48 856,51

49 399,36

50 441,63

50 441,63

49 345,07

49 893,35

IV.3 —   Maximumomvang van het residuele contingent waartoe landen met een landspecifiek contingent in het laatste kwartaal toegang hebben

Productcategorie

Nieuw toegewezen contingent (in ton)

Van 1.4.2025 t/m 30.6.2025

Van 1.4.2026 t/m 30.6.2026

1

Speciale regeling

Speciale regeling

2

158 616,97

160 203,14

3.A

821,13

829,34

3.B

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

4.A

94 249,03

95 191,52

4.B

Speciale regeling

Speciale regeling

5

7 675,20

7 751,95

6

8 326,69

8 409,96

7

Niet van toepassing

Niet van toepassing

8

Niet van toepassing

Niet van toepassing

9

47 390,04

47 863,95

10

541,85

547,27

12

37 204,21

37 576,25

13

45 515,47

45 970,62

14

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

15

2 185,29

2 207,14

16

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

17

Niet van toepassing

Niet van toepassing

18

207,40

209,47

19

480,41

485,22

20

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

21

4 053,74

4 094,28

22

2 601,14

2 627,16

24

24 365,76

24 609,41

25.A

Niet van toepassing

Niet van toepassing

25.B

2 698,83

2 725,82

26

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

Geen toegang tot het residuele contingent in vierde kwartaal

27

25 516,97

25 772,14

28

36 703,68

37 070,72


(1)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8601

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8602

Van 1.7 t/m 30.6: Voor Egypte: 09.8450, voor Vietnam: 09.8451, voor Japan: 09.8452, voor Taiwan: 09.8453, voor Australië: 09.8454, voor Zwitserland: 09.8455, voor de Verenigde Staten: 09.8456, voor Libië: 09.8457 en voor Canada: 09.8458

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Turkije*: 09.8572, voor India*: 09.8573, voor Korea (Republiek)*: 09.8574, voor Servië*: 09.8575, en voor het Verenigd Koninkrijk*: 09.8599. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(2)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8603

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8604

Van 1.4 t/m 30.6: Voor India*, Korea (Republiek)*, het Verenigd Koninkrijk* en Servië*: 09.8567. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(3)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8605

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8606

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Korea (Republiek)*, het Verenigd Koninkrijk* en Iran (Islamitische Republiek)*: 09.8568. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(4)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8607

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8608

(5)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8609

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8610

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Korea (Republiek)*, het Verenigd Koninkrijk* en India*: 09.8570. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(6)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8611

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8612

Van 1.4 t/m 30.6: Voor China*: 09.8581, voor Korea (Republiek)*: 09.8582, voor India*: 09.8583, en voor het Verenigd Koninkrijk*: 09.8584. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(7)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8613

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8614

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Korea (Republiek)*, het Verenigd Koninkrijk*, Taiwan* en Turkije*: 09.8560. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(8)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8615

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8616

Van 1.4 t/m 30.6: Voor China*, Korea (Republiek)*, het Verenigd Koninkrijk*, Taiwan* en Servië*: 09.8576. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(9)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8617

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8618

(10)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8619

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8620

(11)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8621

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8622

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Korea (Republiek)*, Taiwan*, India*, Zuid-Afrika*, de Verenigde Staten* en Turkije* 09.8510 *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(12)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8623

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8624

Van 1.4 t/m 30.6: Voor China*, het Verenigd Koninkrijk*, India*, Zuid-Afrika* en Taiwan*: 09.8591. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(13)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8625

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8626

Van 1.4 t/m 30.6: Voor China*, het Verenigd Koninkrijk*, Turkije* en Zwitserland*: 09.8592. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(14)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8627

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8628

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Turkije*, Bosnië en Herzegovina* en Moldavië (Republiek)*: 09.8593. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(15)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8629

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8630

(16)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8631

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8632

Van 1.4 t/m 30.6: Voor India*, Taiwan*, het Verenigd Koninkrijk*, Korea (Republiek)* en Japan*: 09.8595. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(17)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8633

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8634

Van 1.7 t/m 30.6: Voor Maleisië: 09.8460, voor Algerije: 09.8461, voor Egypte: 09.8462, voor Bosnië en Herzegovina: 09.8463, voor Korea (Republiek): 09.8464, voor Japan: 09.8466, voor Indonesië: 09.8465 en voor Servië: 09.8467

(18)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8635

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8636

(19)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8637

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8638

Van 1.4 t/m 30.6: Voor het Verenigd Koninkrijk*, China* en de Verenigde Arabische Emiraten*: 09.8580. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(20)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8639

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8640

Van 1.4 t/m 30.6: Voor het Verenigd Koninkrijk*, China* en Turkije*: 09.8585. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(21)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8641

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8642

(22)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8643

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8644

Van 1.4 t/m 30.6: Voor het Verenigd Koninkrijk*, Noord-Macedonië*, Zwitserland* en Turkije*: 09.8530. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(23)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8645

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8646

Van 1.4 t/m 30.6: Voor India*, het Verenigd Koninkrijk*, Korea (Republiek)*, Japan* en China*: 09.8597. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(24)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8647

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8648

Van 1.4 t/m 30.6: Voor China*, het Verenigd Koninkrijk* en de Verenigde Staten*: 09.8586. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(25)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8657

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8658

(26)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8659

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8660

Van 1.4 t/m 30.6: Voor het Verenigd Koninkrijk*, China*, Korea (Republiek)* en Turkije*: 09.8587. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(27)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8651

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8652

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Zwitserland*, Turkije*, het Verenigd Koninkrijk*, Taiwan* en China*: 09.8588. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(28)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8653

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8654

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Zwitserland*, het Verenigd Koninkrijk* en China*: 09.8539. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.

(29)  Van 1.7 t/m 31.3: 09.8655

Van 1.4 t/m 30.6: 09.8656

Van 1.4 t/m 30.6: Voor Turkije* en China*: 09.8598. *In geval van uitputting van hun specifieke contingenten overeenkomstig artikel 1, lid 5.


BIJLAGE II

“BIJLAGE III.2

Lijst van productcategorieën uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de definitieve maatregelen gelden

Lijst van productcategorieën uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de definitieve maatregelen gelden met ingang van 1 juli 2024

Land/Productgroep

1

2

3A

3B

4A

4B

5

6

7

8

9

10

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

24

25A

25B

26

27

28

Albanië

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

X

Brazilië

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

China

 

 

 

X

 

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

 

 

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

X

Egypte

X

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

India

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

X

 

 

 

 

X

 

X

X

X

 

X

X

 

Indonesië

 

 

 

 

 

 

X

 

X

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Maleisië

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Moldavië

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Noord-Macedonië

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

X

X

 

X

 

 

 

 

 

Oman

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Zuid-Afrika

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Tunesië

 

 

 

 

X

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Turkije

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

 

X

X

 

 

X

X

 

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

Oekraïne

X

X

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

X

X

X

 

 

 

X

X

Verenigde Arabische Emiraten

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

X

 

X

 

 

X

X

 

 

 

 

Vietnam

X

X

 

X

X

X

X

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

Alle andere ontwikkelingslanden

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 


BIJLAGE III

“BIJLAGE III.2

Lijst van productcategorieën uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de definitieve maatregelen gelden

Lijst van productcategorieën uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de definitieve maatregelen gelden van 1 juli 2023 t/m 30 juni 2024

Land/Productgroep

1

2

3A

3B

4A

4B

5

6

7

8

9

10

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

24

25A

25B

26

27

28

Argentinië

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Brazilië

X

X

X

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

China

 

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

X

 

 

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

X

Egypte

X

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

India

X

X

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

X

X

X

 

 

X

 

X

X

 

X

X

 

X

Indonesië

 

 

 

 

 

X

X

 

X

X

X

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Kazachstan

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Maleisië

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

X

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Mexico

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Moldavië

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Noord-Macedonië

 

 

 

 

 

X

X

 

X

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

X

X

 

X

 

X

 

 

X

Oman

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Zuid-Afrika

 

 

 

 

X

X

X

 

 

X

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Turkije

X

X

X

 

X

X

X

X

 

X

X

 

X

X

 

 

X

X

 

X

X

X

 

X

X

X

X

X

X

Oekraïne

X

X

 

 

 

X

X

 

X

 

 

 

 

X

 

 

X

 

 

 

X

X

X

X

 

X

 

X

X

Verenigde Arabische Emiraten

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

X

 

X

 

 

X

 

X

 

 

X

Vietnam

X

 

 

X

X

X

X

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X

Alle andere ontwikkelingslanden

 

 

 

 

 

X

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

X

 

 

X


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1782/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top