EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1666

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1666 van de Commissie van 6 juni 2024 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad

C/2024/3506

PB L, 2024/1666, 7.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1666/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1666/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1666

7.6.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1666 VAN DE COMMISSIE

van 6 juni 2024

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (“de basisverordening”) (1), en met name artikel 11, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Voorafgaande onderzoeken en geldende maatregelen

(1)

De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 (2) een antidumpingrecht ingesteld op stalen kabels uit de Volksrepubliek China (“VRC”), Hongarije, India, Mexico, Polen, Zuid-Afrika en Oekraïne. Deze maatregelen worden hierna “de oorspronkelijke maatregelen” genoemd, en het onderzoek dat tot de bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 ingestelde maatregelen heeft geleid wordt hierna “het oorspronkelijke onderzoek” genoemd.

(2)

Vervolgens bleek na onderzoek overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (3) dat de oorspronkelijke maatregelen ten aanzien van de invoer uit Oekraïne en de VRC werden ontweken via respectievelijk Moldavië en Marokko. De Raad heeft daarom bij Verordening (EG) nr. 760/2004 (4) het definitieve antidumpingrecht op stalen kabels uit Oekraïne uitgebreid tot de invoer van dezelfde producten verzonden vanuit Moldavië. Evenzo werd het antidumpingrecht op stalen kabels uit de VRC bij Verordening (EG) nr. 1886/2004 van de Raad (5) uitgebreid tot de invoer van dezelfde producten verzonden vanuit Marokko.

(3)

De Raad heeft, naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96, bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 (6) de oorspronkelijke maatregelen ten aanzien van de invoer van stalen kabels uit de VRC, India, Zuid-Afrika en Oekraïne met vijf jaar verlengd. De maatregelen die van toepassing waren op de invoer uit Mexico zijn op 18 augustus 2004 komen te vervallen (7). Aangezien Hongarije en Polen op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, werden de maatregelen op die datum beëindigd.

(4)

Naar aanleiding van een antiontwijkingsonderzoek overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening heeft de Raad in mei 2010 bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 400/2010 (8) het bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ingestelde definitieve antidumpingrecht op de invoer van stalen kabels uit de VRC uitgebreid tot de invoer van stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea. Bepaalde Koreaanse producenten-exporteurs kregen vrijstelling van het uitgebreide recht, aangezien niet was aangetoond dat zij de definitieve antidumpingrechten hadden ontweken.

(5)

De maatregelen die van toepassing waren op invoer uit India zijn op 17 november 2010 (9) komen te vervallen.

(6)

Naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening, heeft de Raad in januari 2012 bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 102/2012 (10) een antidumpingrecht ingesteld op de invoer van stalen kabels uit de VRC en Oekraïne, zoals uitgebreid tot de invoer verzonden vanuit de Republiek Korea, Marokko en Moldavië. Tegelijkertijd werd de producent-exporteur in Marokko die van de bij Verordening (EG) nr. 1886/2004 uitgebreide maatregelen was vrijgesteld, van de maatregelen vrijgesteld. De 15 producenten-exporteurs uit de Republiek Korea die van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 400/2010 uitgebreide maatregelen waren vrijgesteld, werden ook van de maatregelen vrijgesteld.

(7)

Bij dezelfde verordening heeft de Raad de procedure ten aanzien van de invoer van stalen kabels uit Zuid-Afrika beëindigd. De maatregelen die van toepassing waren op de invoer uit Zuid-Afrika zijn op 9 februari 2012 komen te vervallen.

(8)

In april 2018 heeft de Commissie, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/607 (11) een antidumpingrecht ingesteld op de invoer van stalen kabels uit de VRC, zoals uitgebreid tot de invoer verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea (het “vorige nieuwe onderzoek bij het vervallen van maatregelen”).

(9)

De maatregelen die van toepassing waren op de invoer uit Oekraïne zijn op 10 februari 2017 (12) komen te vervallen.

(10)

De thans geldende definitieve antidumpingrechten bedragen 60,4 %.

1.2.   Verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen

(11)

Na de bekendmaking van een bericht dat bepaalde maatregelen op korte termijn vervallen (13) heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

(12)

Het verzoek om een nieuw onderzoek werd op 17 januari 2023 ingediend door de European Federation of Steel Wire Rope Industries (“de indiener van het verzoek”) namens de bedrijfstak van de Unie voor stalen kabels in de zin van artikel 5, lid 4, van de basisverordening. De reden voor dit verzoek om een nieuw onderzoek was dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting of herhaling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

1.3.   Opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen

(13)

Daar de Commissie na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te openen, heeft zij op 14 april 2023 op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen geopend met betrekking tot de invoer in de Unie van stalen kabels uit de VRC. Zij heeft daartoe een bericht van opening gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (14) (“het bericht van opening”).

1.4.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

(14)

Het onderzoek naar voortzetting of herhaling van dumping had betrekking op de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 (“het tijdvak van het nieuwe onderzoek”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade had betrekking op de periode van 1 januari 2019 tot het einde van het tijdvak van het nieuwe onderzoek (“de beoordelingsperiode”).

1.5.   Belanghebbenden

(15)

In het bericht van opening is de belanghebbenden verzocht contact met de Commissie op te nemen om aan het onderzoek mee te werken.

(16)

Daarnaast heeft de Commissie de indiener van het verzoek, andere haar bekende producenten in de Unie, de haar bekende producenten in de VRC, en de autoriteiten van de VRC, alsook de haar bekende importeurs en gebruikers specifiek van de opening van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen in kennis gesteld en hun verzocht mee te werken.

(17)

De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over de opening van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen en een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures aan te vragen.

(18)

Geen belanghebbende heeft om een onderhoud verzocht.

1.6.   Opmerkingen over de opening van het onderzoek

(19)

Er werden opmerkingen over de opening van het onderzoek ontvangen van één Chinese producent, namelijk de Fasten Group Imp. & Exp. Co., Ltd en verbonden ondernemingen (“Fasten Group”).

(20)

De Fasten Group voerde aan dat de indiener van het verzoek niet heeft aangetoond dat de bedrijfstak van de Unie zich in een ongunstige situatie bevond, aangezien uit de verstrekte gegevens bleek dat de bedrijfstak van de Unie tijdens de periode voor de beoordeling van de schade goed presteerde. Daarnaast werd aangevoerd dat de indiener van het verzoek niet had aangetoond dat voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk was. Met name werd aangevoerd dat de informatie over de uitvoer van China naar derde landen en de invoer uit derde landen naar de Unie irrelevant was voor de beoordeling van de gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie en onverenigbaar met de vereisten van de antidumpingverordening en de antidumpingovereenkomst van de WTO. De Chinese exporteur verstrekte ook gegevens over zijn uitvoerprijzen van stalen kabels naar de Unie en voerde aan dat deze prijzen dichter bij de prijzen in de Unie lagen, wat erop wees dat voortzetting of herhaling van schade niet waarschijnlijk was. De Fasten Group voerde aan dat de Chinese uitvoerprijzen in het verzoek niet correct waren omdat zij veel lager waren dan haar uitvoerprijzen. Voorts verzocht de Fasten Group de Commissie het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te beëindigen.

(21)

De Commissie merkte op dat het doel van antidumpingmaatregelen is om de handelsverstorende gevolgen van schadelijke dumping weg te nemen, en om een daadwerkelijke mededinging te herstellen doordat zij een positief effect hebben op de situatie van de bedrijfstak van de Unie. Zelfs als de bedrijfstak van de Unie in de periode waarop het verzoek betrekking heeft, geen aanmerkelijke schade heeft geleden, zou moeten worden nagegaan of de schade als gevolg van de invoer uit de VRC zich kan herhalen indien de maatregelen zouden komen te vervallen. Daarnaast vemeldt punt 4.2 van het bericht van opening dat de indiener van het verzoek aanvoerde dat herhaling van schade vanuit de VRC waarschijnlijk was. In dit verband heeft de indiener van het verzoek voldoende bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat, indien de maatregelen zouden komen te vervallen, de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie waarschijnlijk aanzienlijk zal toenemen. Zoals vermeld in het verzoek zal deze toegenomen invoer, gezien het bestaan van onbenutte productiecapaciteit in de VRC, het prijsgedrag van Chinese exporteurs op de markten van derde landen en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie, plaatsvinden tegen dumpingprijzen die de prijzen van de Unie zullen onderbieden, waardoor de bedrijfstak van de Unie schade lijdt. Derhalve werden deze argumenten afgewezen.

1.7.   Samenstelling van een steekproef

(22)

In het bericht van opening heeft de Commissie verklaard dat zij mogelijk een steekproef van de belanghebbenden zou samenstellen overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

Steekproef van producenten in de Unie

(23)

In het bericht van opening heeft de Commissie verklaard dat zij een voorlopige steekproef van producenten in de Unie had samengesteld. De Commissie selecteerde de steekproef op basis van representativiteit wat betreft omvang van de productie en verkoopvolume op de vrije markt in de Unie in het tijdvak van het nieuwe onderzoek en geografische locatie. Deze steekproef bestond uit drie producenten in de Unie: Gustav Wolf GmbH, WIRECO Poland sp. z o.o., en Redaelli Tecna SPA. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de basisverordening heeft de Commissie de belanghebbenden verzocht opmerkingen over de voorlopige steekproef te maken.

(24)

De indiener van het verzoek heeft de Commissie meegedeeld dat de in het kader van het verzoek ingediende verkoop- en productievolumes van een van de geselecteerde ondernemingen, Gustaf Wolf GmbH, in feite geconsolideerd waren en niet afzonderlijk werden verstrekt voor de juridische entiteiten binnen de groep. Na een nieuw onderzoek van de verkoop- en productievolumes van het onderzochte product voor de individuele ondernemingen binnen de groep, hebben de diensten van de Commissie besloten de voorgestelde steekproef te herzien en Gustav Wolf GmbH te vervangen door DIEPA Drahtseilwerk Dietz GmbH & Co. KG. Dit werd gedaan om de methodologie van selectie van de grootste entiteiten te handhaven.

(25)

DIEPA Drahtseilwerk Dietz GmbH & Co. KG heeft de Commissie vervolgens meegedeeld dat zij om tijdelijke technische redenen niet in staat zou zijn de gevraagde informatie binnen het vereiste tijdschema te verstrekken om als een in de steekproef opgenomen onderneming mee te kunnen werken. De Commissie heeft de voorgestelde steekproef dan ook herzien en DIEPA Drahtseilwerk Dietz GmbH & Co. KG vervangen door een andere Duitse producent, Pfeifer Drako Drahtseilwerk GmbH. Dit besluit was gebaseerd op het volume van de verkoop en de productie van het soortgelijke product in de Unie in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 en op de geografische spreiding. De in de steekproef opgenomen producenten in de Unie vertegenwoordigden 21 % van het geschatte verkoopvolume in de Unie en ongeveer 21 % van de totale productie in de Unie van de soortgelijke producten. De herziene steekproef werd als representatief voor de bedrijfstak van de Unie beschouwd. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de basisverordening heeft de Commissie de belanghebbenden verzocht opmerkingen over de herziene steekproef te maken. Er werden geen opmerkingen ontvangen. Daarom werd de herziene steekproef bevestigd.

Steekproef van importeurs

(26)

Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en zo ja, deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie niet-verbonden importeurs verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken.

(27)

Geen van de niet-verbonden importeurs heeft zich gemeld om de gevraagde informatie te verstrekken. Bijgevolg was een steekproef niet noodzakelijk.

Steekproef van producenten-exporteurs in de VRC

(28)

Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie alle producenten-exporteurs in de VRC verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken. Daarnaast heeft de Commissie de Vertegenwoordiging van de VRC bij de Europese Unie verzocht mogelijke andere producenten-exporteurs die geïnteresseerd zouden kunnen zijn in medewerking aan het onderzoek, op te sporen en/of met hen contact op te nemen.

(29)

Eén producent-exporteur in de VRC heeft de vragenlijst beantwoord. Noch deze producent, noch enige andere producent-exporteur/producent heeft de gevraagde informatie echter verstrekt.

(30)

In het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen werden 21 producenten-exporteurs geïdentificeerd, terwijl in het onderhavige verzoek om een nieuw onderzoek 46 producenten van stalen kabels in de VRC werden vermeld. Slechts één van deze ondernemingen heeft geantwoord met betrekking tot de samenstelling van een steekproef, echter zonder de gevraagde informatie over de productiefactoren te verstrekken. Deze onderneming vertegenwoordigde minder dan een derde van het totale volume van de invoer van stalen kabels uit de VRC in de Europese Unie en minder dan 2 % van de totale productie van stalen kabels in de VRC. Aangezien het marktaandeel in de Unie van de invoer uit de VRC in het tijdvak van het nieuwe onderzoek ongeveer 1 % bedroeg, was de Commissie van oordeel dat minder dan een derde van deze invoer onvoldoende informatie zou verschaffen om de uitvoerprijs en het bestaan van voortzetting van dumping in het tijdvak van het nieuwe onderzoek te beoordelen, en niet representatief kan worden geacht voor de totale invoer uit de VRC.

(31)

Gezien de ontoereikende mate van medewerking heeft de Commissie besloten geen steekproef samen te stellen overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de basisverordening. Er werden geen opmerkingen ontvangen.

1.8.   Antwoorden op de vragenlijst

(32)

De Commissie heeft de overheid van de VRC (“de Chinese overheid”) een vragenlijst toegezonden betreffende het bestaan van verstoringen van betekenis in de VRC in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening. Zij heeft hierop geen antwoord ontvangen.

(33)

Ondanks de geringe representativiteit van de Chinese producent die een antwoord op de steekproef had ingediend, heeft de Commissie de producent-exporteur verzocht in vereenvoudigde vorm aanvullende informatie te verstrekken over zijn binnenlandse verkoop en productie, uitvoer naar derde landen en uitvoer naar de Unie, die voor het onderzoek zou kunnen worden gebruikt. Zij heeft hierop geen antwoord ontvangen.

(34)

Alle drie de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie stuurden een antwoord op de vragenlijst in.

1.9.   Controle

(35)

De Commissie heeft alle gegevens verzameld en gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk was, en om het belang van de Unie te bepalen. Krachtens artikel 16 van de basisverordening zijn controlebezoeken ter plaatse verricht bij de volgende ondernemingen:

 

Producenten in de Unie

Pfeifer Drako Drahtseilwerk GmbH, Mülheim an der Ruhr, Duitsland, en twee verbonden handelaren in de Unie — Pfeifer Seil und Hebetechnik GmbH en Pfeifer Cables y Equipos de elevación;

Redaelli Tecna Spa, Milaan, Italië, en een verbonden handelaar in de Unie — Teufelberger Seil GmbH;

WIRECO Poland sp. z o.o., Włocławek, Polen, en een verbonden handelaar in de Unie — Olivera SÁ SA, WIRECO Portugal.

(36)

Bovendien werd in Brussel een controle uitgevoerd bij de wettelijke vertegenwoordiger van de volgende vereniging van producenten:

European Federation of Steel Wire Rope Industries (EWRIS), Düsseldorf, Duitsland.

2.   ONDERZOCHT PRODUCT, BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

2.1.   Onderzocht product

(37)

Het onderzochte product is hetzelfde product als in het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen, namelijk stalen kabels (gesloten kabels daaronder begrepen), met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm (“het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 81, ex 7312 10 83, ex 7312 10 85, ex 7312 10 89 en ex 7312 10 98 (Taric-codes 7312108112, 7312108113, 7312108119, 7312108312, 7312108313, 7312108319, 7312108512, 7312108513, 7312108519, 7312108912, 7312108913, 7312108919, 7312109812, 7312109813 en 7312109819) (“het onderzochte product”).

2.2.   Betrokken product

(38)

Het betrokken product in dit onderzoek is het onderzochte product van oorsprong uit de VRC (“het betrokken product”).

2.3.   Soortgelijk product

(39)

Dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen heeft bevestigd wat was vastgesteld in het vorige nieuwe onderzoek, namelijk dat de volgende producten dezelfde fysische en chemische eigenschappen hebben en voor dezelfde basisdoeleinden worden gebruikt:

het betrokken product bij uitvoer naar de Unie;

het onderzochte product dat in de VRC wordt geproduceerd en aldaar op de binnenlandse markt wordt verkocht, en

het in de Unie door de bedrijfstak van de Unie geproduceerde en verkochte onderzochte product.

(40)

Deze producten worden dan ook beschouwd als soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

3.   DUMPING

3.1.   Inleidende opmerkingen

(41)

In het tijdvak van het nieuwe onderzoek (d.w.z. van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022) bleef de invoer van stalen kabels uit de VRC op een zeer laag niveau, vergelijkbaar met het niveau van het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen. Volgens de Comext-databank vertegenwoordigde de invoer van stalen kabels uit de VRC in het tijdvak van het nieuwe onderzoek ongeveer 1,2 % van de markt van de Unie.

(42)

Zoals vermeld in overweging 29, heeft slechts één producent-exporteur de vragenlijst voor de steekproef beantwoord, maar geen van de vervolgens gevraagde inlichtingen verstrekt. Derhalve heeft de Commissie de autoriteiten van de VRC meegedeeld dat zij wegens gebrek aan medewerking voornemens was artikel 18 van de basisverordening toe te passen voor de bevindingen met betrekking tot de VRC. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen.

(43)

Bijgevolg werden de bevindingen inzake de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebaseerd op de beschikbare gegevens, met name op de in het verzoek ontvangen informatie, de informatie die werd ontvangen van één in de steekproef opgenomen producent in de Unie, en de beschikbare statistieken, namelijk die van Comext en de Global Trade Atlas (“GTA”).

3.2.   Procedure voor de vaststelling van de normale waarde op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening voor de invoer van stalen kabels uit de VRC

(44)

Aangezien er ten tijde van de opening van het onderzoek voldoende bewijsmateriaal beschikbaar was dat met betrekking tot de VRC wees op het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening, heeft de Commissie het onderzoek geopend op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening.

(45)

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de vermeende verstoringen van betekenis nodig achtte, heeft de Commissie de Chinese overheid een vragenlijst toegezonden. Bovendien heeft de Commissie in punt 5.3.2 van het bericht van opening alle belanghebbenden uitgenodigd om binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dat bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hun standpunt kenbaar te maken, informatie in te dienen en ondersteunend bewijsmateriaal te verstrekken ten aanzien van de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. De Chinese overheid heeft niet binnen de daarvoor gestelde termijn op de vragenlijst gereageerd en evenmin opmerkingen ingediend over de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Vervolgens heeft de Commissie de Chinese overheid ervan in kennis gesteld dat zij overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening de beschikbare gegevens zou gebruiken om te bepalen of er sprake was van verstoringen van betekenis in de VRC.

(46)

In punt 5.3.2 van het bericht van opening heeft de Commissie ook vermeld dat zij, gezien het beschikbare bewijsmateriaal, op grond van artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, Turkije als mogelijk geschikt representatief derde land voor de VRC beschouwde voor de vaststelling van de normale waarde aan de hand van niet-verstoorde prijzen of benchmarks. De Commissie heeft verder opgemerkt dat zij andere mogelijk geschikte landen zou onderzoeken overeenkomstig de criteria van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening.

(47)

Op 13 november 2023 heeft de Commissie de belanghebbenden door middel van een mededeling in het dossier (“de mededeling”) op de hoogte gebracht van de relevante bronnen die zij voornemens was te gebruiken om de normale waarde vast te stellen, met Turkije als het representatieve land. Ook deelde zij de belanghebbenden mee dat zij de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (“VAA-kosten”) en de winst zou vaststellen op basis van de beschikbare informatie over de onderneming Celik Halat, een producent van het onderzochte product in het representatieve land. Er werden geen opmerkingen ontvangen.

(48)

In de mededeling presenteerde de Commissie de belangrijkste productiefactoren. Naast deze productiefactoren heeft de Commissie ook overheadkosten toegevoegd, zoals uiteengezet in overweging 106. Aangezien het bij het huidige onderzoek gaat om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening, waarvoor geen precieze berekening van de dumpingmarge vereist is maar veeleer moet worden nagegaan of voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is, was de Commissie bovendien van mening dat zij zich in dit geval bij wijze van uitzondering kon concentreren op de belangrijkste productiefactoren voor de berekening van de normale waarde.

(49)

Bij gebrek aan voldoende medewerking van de Chinese producenten-exporteurs en de Chinese overheid, zoals vermeld in overweging 32, heeft de Commissie de normale waarde bepaald op basis van de informatie die is verstrekt in het verzoek om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en andere onmiddellijk beschikbare informatie, zoals in het volgende punt wordt beschreven.

3.3.   Normale waarde

(50)

Artikel 2, lid 1, van de basisverordening bepaalt het volgende: “De normale waarde is normaal gebaseerd op de prijzen die door onafhankelijke afnemers in het land van uitvoer in het kader van normale handelstransacties worden betaald of dienen te worden betaald.”

(51)

Artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening bepaalt echter het volgende: “Wanneer […] wordt vastgesteld dat het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van punt b) in het land van uitvoer niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in dat land, wordt de normale waarde uitsluitend berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks tot uitdrukking komen” en “[omvat d]e door berekening vastgestelde normale waarde […] een niet-verstoord en redelijk bedrag voor administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten en voor winst”. (“Administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten” worden hierna “VAA” genoemd.)

(52)

Zoals hieronder nader toegelicht, heeft de Commissie in het onderhavige onderzoek geconcludeerd dat het, op basis van het beschikbare bewijsmateriaal en gezien het gebrek aan medewerking van de Chinese overheid en de producenten-exporteurs, juist was om artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening toe te passen.

3.3.1.   Aanwezigheid van verstoringen van betekenis

(53)

In recente onderzoeken betreffende de staalsector in de VRC (15) heeft de Commissie vastgesteld dat er sprake was van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening.

(54)

In die onderzoeken heeft de Commissie vastgesteld dat er in de VRC sprake is van aanzienlijk overheidsingrijpen, wat leidt tot een verstoring van de doeltreffende toewijzing van middelen volgens marktbeginselen (16). De Commissie heeft met name geconcludeerd dat er in de sector staal — de belangrijkste grondstof voor de vervaardiging van het onderzochte product — niet alleen sprake blijft van een aanzienlijke mate van eigendom van de Chinese overheid in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), eerste streepje, van de basisverordening (17), maar dat de Chinese overheid ook in de gelegenheid is zich te mengen in prijzen en kosten via overheidsaanwezigheid in bedrijven in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), tweede streepje, van de basisverordening (18). De Commissie heeft verder vastgesteld dat de aanwezigheid van de staat op de financiële markten en het ingrijpen door de staat op die markten, alsmede bij de verstrekking van grondstoffen en basisproducten, een aanvullend verstorend effect hebben op de markt. In feite leidt het planningssysteem van de VRC er over de gehele linie toe dat er middelen worden geconcentreerd in sectoren die door de Chinese overheid als strategisch of anderszins politiek belangrijk zijn bestempeld, in plaats van dat de toewijzing overeenkomstig marktwerking plaatsvindt (19). Bovendien heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese faillissementswetgeving en eigendomswetgeving niet naar behoren functioneren in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vierde streepje, van de basisverordening, en dus verstoringen veroorzaken, in het bijzonder wanneer in de VRC insolvente ondernemingen op de been worden gehouden en wanneer grondgebruiksrechten worden toegewezen (20). In dezelfde geest heeft de Commissie vastgesteld dat er sprake was van verstoringen van loonkosten in de staalsector in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vijfde streepje, van de basisverordening (21), alsmede van verstoringen op de financiële markten in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), zesde streepje, van de basisverordening, met name wat de toegang tot kapitaal voor ondernemingen in de VRC betreft (22).

(55)

Net als in de voorafgaande onderzoeken met betrekking tot de ijzer- en staalsector in de VRC is de Commissie in het huidige onderzoek nagegaan of het wegens de aanwezigheid van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening al dan niet passend was om gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC. Daartoe heeft de Commissie gebruikgemaakt van het beschikbare bewijsmateriaal in het dossier, met inbegrip van het bewijsmateriaal in het verzoek, alsmede in het werkdocument van de diensten van de Commissie over verstoringen van betekenis in de economie van de Volksrepubliek China met het oog op handelsbeschermingsonderzoeken (23) (“het rapport”), dat op openbaar beschikbare bronnen is gebaseerd. Bij deze analyse is niet alleen gekeken naar het aanzienlijke overheidsingrijpen in de economie van de VRC in het algemeen, maar ook naar de specifieke marktsituatie in de sector die het onderzochte product omvat. De Commissie heeft deze bewijselementen verder aangevuld met haar eigen onderzoek naar de verschillende criteria die relevant zijn om het bestaan van verstoringen van betekenis in de VRC aan te tonen, zoals die ook in het kader van haar eerdere onderzoeken in dit verband zijn vastgesteld.

(56)

In het verzoek werd aangevoerd dat de Chinese economie als geheel sterk wordt beïnvloed door en de gevolgen ondervindt van aanzienlijk overheidsingrijpen, waardoor de binnenlandse prijzen en kosten van de Chinese staalindustrie niet kunnen worden gebruikt in dit onderzoek.

(57)

Het verzoek bevat voorbeelden van elementen die duiden op het bestaan van verstoringen als bedoeld in artikel 2, lid 6 bis, punt b), eerste tot en met zesde streepje, van de basisverordening. Onder verwijzing naar een aantal openbaar toegankelijke informatiebronnen, zoals het rapport, eerdere onderzoeken van de Commissie in de staalsector, de Chinese wetgeving, en aanvullende bronnen, heeft de indiener van het verzoek met name het volgende aangevoerd:

Over het geheel genomen is er sprake van aanzienlijke overheidscontrole en -ingrijpen in de Chinese staalsector, hetgeen heeft geleid tot een verstoring van de doeltreffende toewijzing van middelen volgens de marktbeginselen. Dit is ook het geval voor de Chinese bedrijfstak voor stalen kabels. De bedrijfstak voor stalen kabels werd gekenmerkt door een hoge mate van staatseigendom, en verschillende producenten van stalen kabels hebben nauwe banden met de Chinese overheid, regionale of lokale overheden, rechtstreeks of via verenigingen.

De Chinese overheid en de Chinese Communistische Partij (“CCP”) onderhouden, zoals uitgelegd in het rapport, ook structuren die hun blijvende invloed op ondernemingen, en met name staatsondernemingen, waarborgen. De Chinese staat is niet alleen betrokken bij de formulering van het algehele economische beleid en het toezicht op de uitvoering ervan door individuele staatsondernemingen, maar doet ook zijn rechten gelden om deel te nemen aan de operationele besluitvorming van deze staatsondernemingen. Bovendien onderhoudt de Chinese overheid, zoals ook blijkt uit het rapport, nauwe banden met de Chinese producenten van stalen kabels via representatieve verenigingen, zoals de China Iron and Steel Association (“CISA”) op nationaal niveau en bijvoorbeeld de Nantong Steel Wire Rod Association, op provinciaal niveau in Jiangsu. Daarnaast oefent de Chinese overheid invloed uit via persoonlijke banden. In dit verband heeft de indiener van het verzoek bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de leden van de raden van bestuur, de raden van commissarissen en het hogere management van verschillende ondernemingen in de bedrijfstak voor stalen kabels nauw verbonden zijn met de CCP. De indiener van het verzoek concludeerde dat, gezien de aanwezigheid van grote staatsondernemingen en een hoge mate van overheidsingrijpen in de Chinese bedrijfstak voor stalen kabels, zelfs particuliere producenten wordt belet onder marktvoorwaarden te opereren, en dat zowel overheids- als particuliere ondernemingen in de sector voor stalen kabels ook onderworpen zijn aan beleidstoezicht en -advies.

Volgens het rapport zijn het Chinese beleid en de maatregelen die van toepassing zijn op de sector voor stalen kabels discriminerend ten gunste van binnenlandse leveranciers of beïnvloeden zij anderszins de vrije marktwerking. De koers van de Chinese economie, met inbegrip van de sector voor stalen kabels, wordt in aanzienlijke mate bepaald door een uitgebreid planningssysteem waarin prioriteiten worden gesteld en waarin doelstellingen worden voorgeschreven waar de centrale en lokale overheden zich op moeten concentreren. Op alle overheidsniveaus bestaan relevante plannen die vrijwel alle economische bedrijfstakken bestrijken, met inbegrip van de staalsector en de sector voor stalen kabels. De bij de planningsinstrumenten bepaalde doelstellingen zijn van bindende aard en de autoriteiten op elk bestuurlijk niveau houden toezicht op de uitvoering van de plannen door het desbetreffende lagere overheidsniveau. Over de gehele linie leidt het planningssysteem in de VRC ertoe dat er middelen worden toegewezen aan sectoren die door de overheid als strategisch of anderszins politiek belangrijk zijn bestempeld, in plaats van dat de toewijzing plaatsvindt in overeenstemming met de marktkrachten.

De staalindustrie, met inbegrip van de bedrijfstak voor stalen kabels, is een aangemoedigde bedrijfstak in het kader van het initiatief Made in China 2025 en komt daardoor in aanmerking voor aanzienlijke overheidsfinanciering. In de “Catalogus van leidende beginselen voor herstructurering van de industrie” (versie van 2019) wordt de staalsector ook genoemd als aangemoedigde bedrijfstak. In het 13e en 14e vijfjarenplan (“de vijfjarenplannen”) wordt de staalindustrie, als belangrijke verwerkende industrie in China, aangemoedigd zich op verschillende markten te ontwikkelen, waaronder de uitrusting van zeeschepen, technische machines, huisvesting en vervoer. Stalen kabels worden door al deze bedrijfstakken gebruikt en daarom zullen de steunmaatregelen die in het kader van de vijfjarenplannen worden uitgevoerd op deze kabels betrekking hebben. Andere overheidsplannen, zoals de “Catalogus van prioritaire industrieën voor buitenlandse investeringen in Midden- en West-China”; “Plan voor de aanpassing en modernisering van de staalindustrie voor 2016-2020” of provinciale beleidsplannen in de provincies Jiangsu en Shandong grijpen bovendien in bij en stimuleren de ontwikkeling van de bedrijfstak voor stalen kabels, bijvoorbeeld door middel van preferentiële beleidsmaatregelen voor buitenlandse investeringen in deze sector.

Binnen dit kader en volgens de verschillende beleidsdocumenten op alle hierboven beschreven niveaus heeft de Chinese overheid diverse subsidies verstrekt aan Chinese producenten-exporteurs van stalen kabels, hetgeen duidelijk wijst op de grote belangstelling van de staat om deze sector te bevorderen.

De kosten van de meeste, zo niet alle, productiefactoren van de Chinese productie van stalen kabels zijn verstoord, met inbegrip van grondstoffen, elektriciteit, grond en loonkosten. De belangrijkste grondstof voor de productie van stalen kabels is staal en de Commissie heeft in verschillende recente onderzoeken (24) met betrekking tot staalproducten uit de VRC vastgesteld dat er sprake is van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Deze herhaalde en consistente bevindingen wijzen op een systemisch probleem met de prijzen van alle soorten staalproducten.

Wat de energieprijzen betreft, is er volgens het rapport sprake van aanzienlijk en systematisch ingrijpen door de Chinese overheid op de Chinese elektriciteitsmarkt. De Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming stelt de Chinese binnenlandse elektriciteitsprijzen vast. In het kader van verschillende beleidsmaatregelen van de staat mogen grote belangrijke gebruikers van elektriciteit een bepaalde hoeveelheid elektriciteit rechtstreeks van elektriciteitsproducenten kopen (overeenkomsten voor rechtstreekse aankoop, met of zonder contract) tegen prijzen die lager zijn dan die welke door de netwerkleveranciers worden aangeboden.

Zoals in het rapport wordt aangegeven, is alle grond in de VRC eigendom van de staat (collectieve landbouwgrond en stedelijke grond in staatseigendom) en is de toewijzing ervan volledig in handen van de staat. Er zijn wettelijke bepalingen om de rechten op het gebruik van grond op transparante wijze en tegen marktprijzen toe te wijzen, bijvoorbeeld door invoering van biedprocedures. Het komt echter regelmatig voor dat deze bepalingen niet worden nageleefd, waarbij sommige kopers hun grond kosteloos of tegen een lagere prijs dan de marktprijs verkrijgen. Bovendien streven de autoriteiten bij het toewijzen van grond vaak specifieke politieke doelen na, waaronder de uitvoering van de economische plannen. Dit heeft tot gevolg dat ook producenten van stalen kabels te maken hebben met verstoringen van bovenaf wegens de discriminerende toepassing van de eigendomswetgeving.

De loonkosten in de staalsector, met inbegrip van stalen kabels, zijn eveneens verstoord, zoals de Commissie eerder in het rapport heeft bevestigd. De mobiliteit van werknemers in de VRC wordt beperkt door het systeem van registratie van huishoudens, dat de toegang tot het volledige scala van socialezekerheids- en andere voorzieningen beperkt tot de lokale inwoners van een bepaald administratief gebied. Dit leidt er doorgaans toe dat werknemers die niet als lokale ingezetene zijn geregistreerd, zich in een kwetsbare werkgelegenheidssituatie bevinden en een lager inkomen ontvangen dan de houders van de ingezetenenregistratie. Deze elementen leiden tot verstoring van de loonkosten in de VRC. De bedrijfstak voor stalen kabels staat bloot aan verstoringen van de loonkosten, zowel direct (bij het vervaardigen van het betrokken product of de belangrijkste grondstof voor de vervaardiging ervan) als indirect (bij het krijgen van toegang tot kapitaal of basisproducten van ondernemingen die in de VRC aan hetzelfde arbeidsrechtstelsel onderworpen zijn).

Toegang tot financiering en kapitaal, zoals in het rapport wordt vermeld, wordt verleend door instellingen die de doelstellingen van het overheidsbeleid uitvoeren of anderszins in hun werking niet onafhankelijk handelen ten opzichte van de staat. De toegang is derhalve onderhevig aan verschillende verstoringen in de zin van artikel 2, lid 6 bis, b), zesde streepje, van de basisverordening. Het Chinese financiële stelsel wordt gekenmerkt door de sterke positie van staatsbanken, die bij het verlenen van toegang tot financiering rekening houden met andere criteria dan de economische levensvatbaarheid van een project. Net als niet-financiële staatsondernemingen blijven de banken verbonden met de staat, niet alleen via de eigendomsrelatie maar ook via persoonlijke betrekkingen (de hoogste bestuurders van de grote financiële instellingen in handen van de overheid worden in laatste instantie door de CCP benoemd). Voorts zijn obligatie- en kredietratings dikwijls om verscheidene redenen verstoord, onder meer omdat de risicobeoordeling wordt beïnvloed door het strategische belang dat een bedrijf voor de Chinese overheid heeft, en door de kracht die uitgaat van een impliciete garantie van de overheid. De kredietkosten worden kunstmatig laag gehouden om de groei van investeringen te stimuleren. Dit wordt geïllustreerd door de recente toename van de schuldenlast bij staatsondernemingen ondanks een sterke afname van de winstgevendheid, waaruit valt op te maken dat de mechanismen in het bankwezen niet volgens normale commerciële beginselen reageren. Door zijn status lijkt de bedrijfstak voor stalen kabels gemakkelijk toegang te hebben tot financiële leningen van Chinese staatsbanken.

(58)

Concluderend werd in het verzoek gesteld dat er voldoende overtuigend voorlopig bewijsmateriaal is dat er sprake is van ingrijpen door de Chinese overheid in de Chinese bedrijfstak voor stalen kabels, wat tot verstoringen van betekenis heeft geleid. Aangevoerd werd derhalve dat het bestaan van deze verstoringen van betekenis de vaststelling van de normale waarde en de dumpingmarge op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening, rechtvaardigt.

(59)

De Chinese overheid heeft geen opmerkingen gemaakt of bewijsmateriaal verstrekt ter ondersteuning of weerlegging van het bestaande bewijsmateriaal in het dossier, waaronder het rapport en het door de indiener van het verzoek verstrekte aanvullende bewijsmateriaal, over de aanwezigheid van verstoringen van betekenis en/of de juistheid van de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening in het onderhavige geval.

(60)

De sector van het onderzochte product — de ijzer- en staalsector — is nog steeds in sterke mate in handen van de Chinese overheid in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), eerste streepje, van de basisverordening. Zowel overheids- als particuliere ondernemingen in de sector zijn onderworpen aan beleidstoezicht en -advies. Voorbeelden hiervan zijn de Ansteel Group (25) en de Baowu Steel Group (26) — een staatsonderneming onder de centrale SASAC — en de dochterondernemingen van Baowu, Chongqing Iron & Steel Company Ltd (27) en Maanshan Iron & Steel Company Limited (28), de Baotou Steel Group — een staatsonderneming in handen van de overheid van Binnen-Mongolië (29) —, de Angang Steel Group — een staatsonderneming onder de centrale SASAC (30) —, alsook de Shougang Group — een staatsonderneming die voor 100 % in handen is van de Beijing State-Owned Asset Management Ltd (31). Aangezien de Chinese exporteurs van het onderzochte product geen medewerking verleenden, kon de exacte verhouding tussen de producenten in particulier eigendom en in staatseigendom niet worden vastgesteld. Hoewel er mogelijk geen specifieke informatie beschikbaar is voor het onderzochte product, betreft het een subsector van de ijzer- en staalsector en worden de bevindingen met betrekking tot de ijzer- en staalsector derhalve geacht ook indicatief te zijn voor het onderzochte product.

(61)

De meest recente Chinese beleidsdocumenten met betrekking tot de ijzer- en staalsector bevestigen dat de Chinese overheid belang blijft hechten aan de sector en voornemens is in de sector in te grijpen om die vorm te geven in overeenstemming met het overheidsbeleid. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van het richtsnoeradvies van het ministerie van Industrie en Informatietechnologie over de bevordering van een hoogwaardige ontwikkeling van de staalindustrie, waarin wordt opgeroepen tot een verdere consolidatie van de industriële basis en tot aanzienlijke verbeteringen bij de modernisering van de industriële keten (32), aan de hand van het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie, waarin wordt gesteld dat de sector zal “vasthouden aan de combinatie van marktleiderschap en stimulering door de overheid en “een groep leidende, ecologisch toonaangevende ondernemingen met een groot concurrentievermogen zal promoten” (33), of het werkplan 2023 voor de stabiele groei van de staalindustrie (34), waarin de volgende doelstellingen zijn opgenomen: “In 2023 […] moeten de investeringen in vaste activa in de gehele industrie een gestage groei handhaven en zijn de economische voordelen aanzienlijk verbeterd; de O & O-investeringen van de industrie bedragen uiteindelijk 1,5 %; de groei van de toegevoegde waarde van de industrie bedraagt ongeveer 3,5 %; in 2024 zullen het ontwikkelingsklimaat en de structuur van de bedrijfstak verder worden geoptimaliseerd, zal de verschuiving naar hoogwaardige, intelligente en groene producten worden voortgezet en zal de groei van de toegevoegde waarde van de bedrijfstak meer dan 4 % bedragen”, en dat voorziet in een door de overheid opgelegde bedrijfsconsolidatie van de staalsector: “[t]oonaangevende ondernemingen aanmoedigen om fusies en overnames tot stand te brengen, supergrote groepen van ijzer- en staalondernemingen van wereldklasse op te bouwen en de optimale indeling van de nationale productiecapaciteit voor ijzer en staal te bevorderen. Gespecialiseerde ondernemingen in een leidende positie in met name staalmarksegmenten ondersteunen om hulpbronnen verder te integreren en een ecosysteem van de staalindustrie tot stand te brengen. IJzer- en staalondernemingen aanmoedigen regio-overschrijdende […] fusies en reorganisaties uit te voeren […]. Overwegen meer beleidssteun voor capaciteitsvervanging te verlenen aan ijzer- en staalondernemingen die ingrijpende fusies en reorganisaties hebben ondergaan.

(62)

Op provincieniveau kunnen vergelijkbare voorbeelden worden waargenomen van het voornemen van de Chinese autoriteiten om de ontwikkeling van de sector te controleren en aan te sturen, zoals in de provincie Hebei, die ernaar streeft “de groepsontwikkeling onder organisaties gestaag uit te voeren, de hervorming van de gemengde eigendomsstructuur van staatsondernemingen te versnellen, de nadruk te leggen op de bevordering van regio-overschrijdende fusies en reorganisaties van particuliere ijzer- en staalondernemingen en te streven naar één of twee grote groepen van wereldklasse en drie tot vijf grote groepen met binnenlandse invloed ter ondersteuning” en “de kanalen voor recycling en verspreiding van staalschroot verder uit te breiden en de controle en classificatie van staalschroot te versterken” (35). Het plan van Hebei voor de staalsector vermeldt voorts: “Vasthouden aan structurele aanpassing en benadrukken van productdiversificatie. Bevorderen van de structurele aanpassing en de optimalisering van de indeling van de ijzer- en staalsector, bevorderen van de consolidatie, reorganisatie, transformatie en verbetering van ondernemingen, en bevorderen van de ontwikkeling van de ijzer- en staalsector naar grootschalige ondernemingen, modernisering van technische apparatuur, diversificatie van productieprocessen en diversificatie van downstreamproducten.”

(63)

Evenzo voorziet het uitvoeringsplan voor de transformatie en modernisering van de staalindustrie van Henan tijdens het 14e vijfjarenplan in de “bouw van kenmerkende staalproductiebases […], de bouw van zes kenmerkende staalproductiebases in Anyang, Jiyuan, Pingdingshan, Xinyang, Shangqiu, Zhouou enz., en de verbetering van de schaal, intensivering en specialisatie van de industrie. Zo zal de productiecapaciteit van ruwijzer in Anyang tegen 2025 onder de 14 miljoen ton worden gehouden, en zal de productiecapaciteit van ruwstaal onder de 15 miljoen ton worden gehouden.” (36)

(64)

Verdere industriële beleidsdoelstellingen kunnen ook worden aangetroffen in de planningsdocumenten van andere provincies, zoals Jiangsu (37), Shandong (38), Shanxi (39), Liaoning Dalian (40) en Zhejiang (41).

(65)

Een ander voorbeeld van een doeltreffende sturing via de plannen is dat de Ansteel Group een bericht van het partijcomité van Ansteel Group Co., Ltd heeft uitgebracht over het zorgvuldig bestuderen, bekendmaken en uitvoering geven aan de geest van het 20e Nationale Congres van de partij (42). In het bericht wordt gesteld dat de Ansteel Group de richtplannen zorgvuldig zal uitvoeren en deze beter zal introduceren bij de partijleden, het kader en de werknemers van de gehele groep.

(66)

Wat betreft de vraag of de Chinese overheid zich via de overheidsaanwezigheid in bedrijven kon mengen in de prijzen en kosten in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), tweede streepje, van de basisverordening, was het door het gebrek aan medewerking van de kant van de producenten-exporteurs onmogelijk om systematisch persoonlijke banden tussen producenten van het onderzochte product en de CCP vast te stellen. Er zijn echter enkele specifieke voorbeelden beschikbaar met betrekking tot het onderzochte product. Aangezien het bij het onderzochte product om een subsector van de staalsector gaat, is de beschikbare informatie met betrekking tot staalproducenten ook relevant voor het onderzochte product.

(67)

Zo fungeert de voorzitter van de raad van bestuur van de Baotou Steel Union, die deel uitmaakt van de Baotou Steel Group, ook als partijsecretaris van de onderneming, waarbij de voorzitter van de vakbond van de onderneming de adjunct-partijsecretaris is (43). In dezelfde geest fungeert de voorzitter van de raad van bestuur binnen de Shougang Group als secretaris van het partijcomité, terwijl de plaatsvervangend uitvoerend directeur lid is van het partijcomité (44). Evenzo heeft een hooggeplaatste figuur binnen de Hongguang Handan Company publiekelijk verklaard dat de onderneming zonder hulp en steun, niet in de laatste plaats dankzij de garanties van de Chinese overheid en de CCP, die met meer dan twintig leden betrokken is bij Hongguang Casting Co., Ltd, niet zo succesvol zou zijn geweest (45). Een ander voorbeeld van de loyaliteit aan de CCP is te vinden in artikel 3 van statuten van de China Foundry Association, volgens welk artikel de China Foundry Association de zakelijke richtsnoeren, het toezicht en het beheer door de desbetreffende entiteiten van de partij, bv. de SASAC en het Ministerie van Civiele Zaken, aanvaardt en de noodzakelijke voorwaarden voor deelname van de partij schept (46).

(68)

Andere voorbeelden van dergelijke banden zijn te vinden in Jiangsu Fasten Holding (47) en Ansteel Group (48). Van de eerstgenoemde is de voorzitter van de raad van bestuur van de holdinggroep met het feitelijke zeggenschap over de groep de secretaris van het partijcomité (49). De uitvoerend directeur en de plaatsvervangend uitvoerend directeur van de laatstgenoemde zijn beiden lid van het permanente comité van de partij, terwijl de voorzitter van de raad van bestuur tevens secretaris van het partijcomité is.

(69)

Verder wordt in de sector van het onderzochte product een beleid gehanteerd dat discrimineert ten gunste van binnenlandse producenten of dat anderszins de markt beïnvloedt in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), derde streepje, van de basisverordening. Tijdens het onderzoek werden verdere documenten gevonden waaruit blijkt dat de bedrijfstak profiteert van richtsnoeren en ingrijpen van de overheid in de ijzer- en staalsector, aangezien het onderzochte product een van de subsectoren van deze sector vertegenwoordigt.

(70)

De Chinese overheid beschouwt de ijzer- en staalindustrie nog steeds als een sleutelindustrie (50). Dit wordt bevestigd in de talrijke plannen, richtlijnen en andere documenten die zijn toegespitst op de sector en die op nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau worden uitgegeven. In het kader van het 14e vijfjarenplan heeft de Chinese overheid de ijzer- en staalsector bestemd voor transformatie en modernisering, alsmede voor optimalisering en structurele aanpassing (51). Evenzo wordt de sector in het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie, dat ook van toepassing is op de ijzer- en staalsector, genoemd als het “fundament van de reële economie” en “een sleutelgebied dat het internationale concurrentievoordeel van China vormgeeft”, en worden een aantal doelstellingen en werkmethoden vastgesteld die de ontwikkeling van de sector in de periode 2021-2025 zouden stimuleren, zoals een technologische upgrade ter verbetering van de structuur van de sector (niet in de laatste plaats door verdere bedrijfsconcentraties) of een digitale transformatie (52). Bovendien blijkt uit het bovengenoemde werkplan voor de stabiele groei van de staalindustrie (zie overweging 61) hoe de aandacht van de Chinese autoriteiten voor de sector past in de bredere context van de sturing die de Chinese overheid aan de Chinese economie geeft: “[s]taalbedrijven ondersteunen om de behoeften aan nieuwe infrastructuur, nieuwe verstedelijking, revitalisering van het platteland en opkomende industrieën nauwlettend te volgen, koppelen aan grote technische projecten in het kader van het14e vijfjarenplanin verschillende regio’s, en alles in het werk stellen om de staalvoorziening te waarborgen. Mechanismen voor samenwerking upstream en downstream opzetten en verdiepen tussen staalsectoren en belangrijke staalverbruikende sectoren, zoals scheepsbouw, vervoer, bouw, energie, voertuigen, huishoudelijke apparaten, landbouwmachines en zware machines, activiteiten verrichten om vraag en productie op elkaar af te stemmen, en de toepassingsgebieden voor staal actief uitbreiden (53) .

(71)

Met betrekking tot ijzererts — een grondstof die wordt gebruikt voor de productie van het onderzochte product — is de staat volgens het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie bovendien voornemens “binnenlandse minerale hulpbronnen rationeel te ontwikkelen, de exploratie van ijzererts te versterken […], een preferentieel belastingbeleid uit te voeren en de invoering van geavanceerde technologie en apparatuur aan te moedigen om de productie van vast afval in de mijnbouw terug te dringen” (54) hetgeen zal leiden tot het opzetten van een systeem voor het creëren van output uit ijzerertsreserves en minerale gronden dat “een belangrijke maatregel zal worden om de marktprijs van ijzererts te stabiliseren en de veiligheid van de industriële keten te waarborgen” (55). In provincies als Hebei voorzien de autoriteiten in het volgende voor de sector: “een subsidie in de vorm van kortingen voor investeringen in nieuwe projecten; financiële instellingen onderzoeken en begeleiden om leningen tegen lage rente te verstrekken aan ijzer- en staalondernemingen om over te stappen op nieuwe industrieën, terwijl de overheid tegelijkertijd kortingsubsidies zal verstrekken.” (56) Samengevat heeft de Chinese overheid maatregelen getroffen om marktdeelnemers ertoe te bewegen zich aan de doelstellingen van het overheidsbeleid te houden met als doel om bevorderde bedrijfstakken te ondersteunen, waaronder de productie van de belangrijkste grondstoffen voor de vervaardiging van het onderzochte product. Dergelijke maatregelen belemmeren de vrije marktwerking.

(72)

Het onderzochte product wordt ook beïnvloed door verstoringen van de loonkosten in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), vijfde streepje, van de basisverordening, zoals reeds vermeld in de overwegingen 54 en 57. Deze sector staat daarom zowel direct (bij het vervaardigen van het onderzochte product of de belangrijkste basisproducten) als indirect (bij het krijgen van toegang tot basisproducten van ondernemingen die in de VRC aan hetzelfde arbeidsrechtstelsel onderworpen zijn) bloot aan verstoringen (57).

(73)

Bovendien is in het onderhavige onderzoek geen bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de sector van het onderzochte product niet wordt beïnvloed door overheidsingrijpen in het financiële stelsel in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), zesde streepje, van de basisverordening, zoals reeds vermeld in overweging 54. Het bovengenoemde werkplan voor de stabiele groei (zie overweging 61) is ook een goed voorbeeld van dit type overheidsingrijpen: “Financiële instellingen aanmoedigen om actief financiële diensten te verlenen aan staalondernemingen die fusies en reorganisaties, aanpassingen van de indeling, transformaties en moderniseringen tot stand brengen in overeenstemming met de beginselen van risicobeheersing en duurzaamheid van bedrijven.” Het aanzienlijke overheidsingrijpen in het financiële stelsel leidt er derhalve toe dat de marktomstandigheden op alle niveaus sterk worden beïnvloed.

(74)

Tot slot herinnert de Commissie eraan dat voor de productie van het onderzochte product een aantal basisproducten nodig is. Wanneer de producenten van het onderzochte product deze basisproducten inkopen of daarvoor een contract sluiten, zijn de prijzen die zij betalen (en die als hun kosten worden geregistreerd) duidelijk blootgesteld aan dezelfde systemische verstoringen als hierboven genoemd. Zo zetten leveranciers van basisproducten bijvoorbeeld arbeidskrachten in die aan de verstoringen onderhevig zijn. Mogelijk lenen zij geld dat onderhevig is aan de verstoringen in de financiële sector/bij de kapitaaltoewijzing. Daarnaast zijn zij onderworpen aan het planningsysteem dat op alle niveaus van de overheid en op alle sectoren van toepassing is.

(75)

Dientengevolge zijn niet alleen de binnenlandse verkoopprijzen van het onderzochte product ongeschikt om te worden gebruikt in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, maar geldt dat ook voor alle kosten voor basisproducten (waaronder grondstoffen, energie, grond, financiering, arbeid enz.), omdat de prijsvorming ervan wordt beïnvloed door aanzienlijk overheidsingrijpen, zoals beschreven in de delen I en II van het rapport. Het overheidsingrijpen dat met betrekking tot de toewijzing van kapitaal, grond, arbeid, energie en grondstoffen is beschreven, vindt namelijk plaats in de gehele VRC. Dit betekent bijvoorbeeld dat een basisproduct dat zelf in de VRC is geproduceerd door de combinatie van een reeks productiefactoren aan verstoringen van betekenis onderhevig is. Hetzelfde geldt voor het basisproduct van het basisproduct enz.

(76)

Samengevat is uit het beschikbare bewijsmateriaal gebleken dat de prijzen en kosten van het onderzochte product, waaronder de kosten van grondstoffen, energie en arbeid, niet door vrije marktwerking tot stand zijn gekomen omdat zij worden beïnvloed door aanzienlijk overheidsingrijpen in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening, zoals blijkt uit de daadwerkelijke of mogelijke gevolgen van een of meer van de daarin genoemde relevante factoren. Op grond daarvan, en gezien het gebrek aan medewerking van de Chinese overheid, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat het in dit geval niet passend is om voor het vaststellen van de normale waarde gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten. Bijgevolg heeft de Commissie de normale waarde uitsluitend berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks tot uitdrukking komen, dat wil zeggen in dit geval aan de hand van de overeenkomstige productie- en verkoopkosten in een geschikt representatief land, in overeenstemming met artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, zoals beschreven in het volgende punt.

3.3.2.   Representatief land

3.3.2.1.   Algemene opmerkingen

(77)

De keuze van het representatieve land is gemaakt op basis van de volgende criteria in artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening:

een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC. Hiervoor heeft de Commissie landen gebruikt met een bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking dat volgens de databank van de Wereldbank (58) vergelijkbaar is met dat van de VRC;

productie van het onderzochte product in dat land (59);

beschikbaarheid van relevante openbare gegevens in het representatieve land;

wanneer meer dan één representatief land mogelijk is, wordt, indien van toepassing, de voorkeur worden gegeven aan het land met een toereikend niveau van sociale en milieubescherming.

(78)

Zoals toegelicht in overweging 47 heeft de Commissie een mededeling voor het dossier bekendgemaakt aangaande de bronnen voor de vaststelling van de normale waarde (“de mededeling”). In deze mededeling zijn de feiten en het bewijsmateriaal beschreven die ten grondslag liggen aan de relevante criteria. De mededeling stelde de belanghebbenden ook in kennis van het voornemen van de Commissie om in het onderhavige geval Turkije als een geschikt representatief land aan te merken indien het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening zou worden bevestigd.

Een niveau van economische ontwikkeling vergelijkbaar met dat van de VRC

(79)

Overeenkomstig de criteria van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening heeft de Commissie Turkije aangemerkt als een land met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC, zoals door de indiener van het verzoek om een nieuw onderzoek was voorgesteld. Turkije wordt door de Wereldbank op basis van het bruto nationaal inkomen ingedeeld als hogermiddeninkomensland (“upper-middle income”). Het land wordt dus geacht een vergelijkbaar niveau van economische ontwikkeling als de VRC te hebben.

Beschikbaarheid van relevante openbare gegevens in het representatieve land

(80)

De Commissie heeft vastgesteld dat Turkije voldeed aan alle criteria van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening, en dat alle relevante openbare gegevens onmiddellijk beschikbaar en toegankelijk waren, met inbegrip van invoerstatistieken, alsook gegevens over de kosten van grondstoffen en arbeid.

(81)

De Commissie heeft met name openbaar beschikbare financiële informatie gevonden over één producent in Turkije, Celik Halat, voor de maanden januari tot en met september van het financiële jaar 2022, die betrekking had op een deel van het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Celik Halat had een redelijk niveau van VAA-kosten en winst.

(82)

De Commissie stelde vast dat de elektriciteitsprijzen in Turkije in de eerste helft van 2022 waren gestegen in een tempo dat ver boven het inflatiepercentage in het land lag. Bovendien heeft het Turkse Instituut voor Statistiek geen informatie gepubliceerd over de prijzen van elektriciteit in de tweede helft van 2022. Gezien het ontbreken van gegevens voor de tweede helft van 2022 heeft de Commissie daarom voor de berekening van de energiebenchmark de niet-verstoorde elektriciteitskosten gebaseerd op openbaar beschikbare gegevens die zijn gepubliceerd door het Maleisische elektriciteitsbedrijf Tenaga Nasional Berhad (60), het Braziliaanse ministerie van Mijnbouw en Energie (61) ien de stedelijke elektriciteitsautoriteit van Thailand (62).

(83)

De Commissie heeft ook de invoer van de belangrijkste productiefactoren in Turkije geanalyseerd. Uit de analyse van de invoergegevens is gebleken dat de invoer naar Turkije van de belangrijkste productiefactoren niet wezenlijk werd beïnvloed door de invoer uit de VRC of een van de landen die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad (63).

(84)

De belanghebbenden werd verzocht opmerkingen in te dienen over de geschiktheid van Turkije als representatief land en van Celik Halat als producent in het representatieve land.

(85)

Naar aanleiding van de mededeling hebben de belanghebbenden geen opmerkingen ingediend over de keuze voor Turkije als representatief land.

Niveau van sociale en milieubescherming

(86)

Ten slotte hoefde er, gezien het gebrek aan medewerking en aangezien was vastgesteld dat Turkije op grond van alle voornoemde factoren een geschikt representatief land was, geen beoordeling van het niveau van sociale en milieubescherming plaats te vinden overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, laatste zin, van de basisverordening.

3.3.2.2.   Conclusie

(87)

Gezien de ontoereikende medewerking heeft de Commissie, zoals voorgesteld in het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen en omdat Turkije voldeed aan de criteria van artikel 2, lid 6 bis, punt a), eerste streepje, van de basisverordening, Turkije als geschikt representatief land geselecteerd.

3.3.3.   Bronnen aan de hand waarvan de niet-verstoorde kosten zijn vastgesteld

(88)

In de mededeling heeft de Commissie op basis van de antwoorden op de vragenlijst van één producent in de Unie de productiefactoren vermeld zoals materialen, elektriciteit en arbeid waarvan de producenten-exporteurs bij de productie van het onderzochte product gebruikmaken, en heeft zij de belanghebbenden verzocht om opmerkingen te maken en openbaar beschikbare informatie voor te stellen over niet-verstoorde waarden voor elk van de in die mededeling genoemde productiefactoren. De Commissie heeft de lijst van productiefactoren en de verbruiksratio’s ervan opgesteld op basis van de informatie in het verzoek en de informatie die later door de indiener van het verzoek is verstrekt en die tijdens de controlebezoeken bij een van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie is verzameld. De Commissie heeft ook verklaard dat zij, voor de berekening van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, gebruik zou maken van de GTA om de niet-verstoorde kosten van de meeste productiefactoren, met name de belangrijkste grondstoffen, vast te stellen. Daarnaast heeft de Commissie verklaard dat zij gebruik zou maken van openbaar beschikbare gegevens van het Turkse Instituut voor Statistiek die door de Turkse overheid zijn gepubliceerd om niet-verstoorde loonkosten vast te stellen (64).

(89)

Zoals beschreven in overweging 82, heeft de Commissie de berekening van de energiebenchmark gebaseerd op een aantal landen met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC, die doorgaans in andere onderzoeken worden gebruikt als representatieve landen die ook stalen kabels produceerden, aangezien de elektriciteitsprijzen in de eerste helft van 2022 in een hoger tempo stegen dan de inflatie.

(90)

In de mededeling heeft de Commissie de belanghebbenden ook meegedeeld dat als gevolg van het verwaarloosbare aandeel van sommige grondstoffen in de totale productiekosten, die items werden samengevoegd onder “verbruiksgoederen”. Bovendien heeft de Commissie meegedeeld dat zij het percentage van de verbruiksgoederen van het totaal van de grondstofkosten zou berekenen, en dat percentage zou toepassen op de herberekende grondstofkosten wanneer zij gebruikmaakt van de vastgestelde niet-verstoorde benchmarks in het geschikte representatieve land.

3.3.3.1.   Niet-verstoorde kosten en benchmarks

3.3.3.1.1.   Productiefactoren

(91)

Aan de hand van alle gegevens in het verzoek, de later door de indiener van het verzoek verstrekte gegevens en de gegevens die tijdens het controlebezoek bij een van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie met het hoogste productievolume zijn verzameld, zijn voor de vaststelling van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening, de volgende productiefactoren en verbruiksratio’s en de bronnen daarvan in kaart gebracht:

Tabel 1

Productiefactoren voor stalen kabels

Productiefactor

Goederencode in Turkije

Niet-verstoorde waarde (in CNY)

Meeteenheid

Bron van informatie

Grondstoffen

Staaldraad

72171090

12,67

kg

Global Trade Atlas (65) (GTA)

Synthetische stoffen

5402630010 en 5402630020

19,49

kg

GTA

Kunststoffen

39021000 0011

12,48

kg

GTA

Strengen

73121065

22,97

kg

GTA

Alle andere grondstoffen en verbruiksgoederen (bv. smeermiddelen, zink), verpakkingen, nutsvoorzieningen.

n.v.t.

7,3  % van de grondstoffen

Vast bedrag

 

Arbeid

Arbeidskosten per mensuur

n.v.t.

41,15

Mensuur

Turks Instituut voor Statistiek

Energie

Elektriciteit

n.v.t.

0,74

kWh

Gemiddelde van de benchmark berekend op basis van gegevens van:

Ministerie van Mijnbouw en Energie in Brazilië — Brazilië

Tenaga Nasional Berhad — Maleisië

Stedelijke elektriciteitsautoriteit — Thailand

3.3.3.1.2.   Grondstoffen

(92)

Met het oog op de vaststelling van de niet-verstoorde prijs van grondstoffen als geleverd aan de fabriekspoort van een producent in het representatieve land, heeft de Commissie als basis de gewogen gemiddelde cif-invoerprijs voor het representatieve land gebruikt, zoals vermeld in de GTA, waarbij invoerrechten en vrachtkosten werden opgeteld. Er werd een invoerprijs in het representatieve land vastgesteld als gewogen gemiddelde van de eenheidsprijzen van invoer uit alle derde landen met uitzondering van de VRC en de in bijlage 1 bij Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad (66) genoemde landen die geen lid zijn van de WTO. De Commissie heeft besloten de invoer uit de VRC in het representatieve land uit te sluiten, aangezien zij in punt 3.3.1 tot de conclusie is gekomen dat het niet passend is om de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC te gebruiken wegens de aanwezigheid van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt b), van de basisverordening. Aangezien er geen bewijsmateriaal is waaruit blijkt dat dezelfde verstoringen niet gelijkelijk gevolgen hebben voor de voor uitvoer bestemde producten, was de Commissie van mening dat die verstoringen gevolgen hebben gehad voor de uitvoerprijzen. Na de invoer uit de VRC en niet-WTO-landen in het representatieve land te hebben uitgesloten, bleef het volume van de invoer uit andere derde landen representatief.

(93)

Voor een aantal productiefactoren vertegenwoordigden de door de medewerkende producent in de Unie werkelijk gemaakte kosten een verwaarloosbaar percentage van de totale grondstofkosten in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Aangezien de voor die factoren gebruikte waarde geen merkbare invloed had op de berekeningen van de dumpingmarge, ongeacht de gebruikte bron, heeft de Commissie besloten die kosten op te nemen in de kosten van verbruiksgoederen, zoals toegelicht in overweging 90.

(94)

Normaliter moeten bij deze invoerprijzen ook de kosten voor binnenlands vervoer worden opgeteld. Gezien de aard van nieuwe onderzoeken in verband met het vervallen van de maatregelen, die bedoeld zijn om vast te stellen of de dumping in het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd voortgezet of zich opnieuw zou kunnen voordoen en niet om de exacte omvang daarvan te bepalen, heeft de Commissie echter besloten dat een correctie voor binnenlands vervoer in dit geval niet nodig is. Dergelijke correcties zouden slechts leiden tot een verhoging van de normale waarde en derhalve van de dumpingmarge.

3.3.3.1.3.   Arbeid

(95)

Om de benchmark voor loonkosten vast te stellen, heeft de Commissie gebruikgemaakt van de meest recente door het Turkse Instituut voor Statistiek (67) gepubliceerde statistieken. Dit instituut publiceert uitvoerige informatie over de loonkosten in verschillende economische sectoren in Turkije. De Commissie heeft de benchmark vastgesteld op basis van de loonkosten per uur voor 2020 voor de economische activiteit “vervaardiging van basismetalen”, NACE-code C.24 volgens de NACE Rev.2-classificatie. De waarden werden verder voor inflatie gecorrigeerd met behulp van de binnenlandse producentenprijsindex (68) om de kosten voor het tijdvak van het nieuwe onderzoek te weerspiegelen.

3.3.3.1.4.   Elektriciteit

(96)

Zoals vermeld in overweging 82 waren de elektriciteitsprijzen in Turkije onderworpen aan een stijging die ver boven het inflatiepercentage van het land in 2022 lag en waren voor het tijdvak van het nieuwe onderzoek de openbaar beschikbare prijzen slechts gedeeltelijk beschikbaar. Daarom heeft de Commissie de niet-verstoorde elektriciteitskosten gebaseerd op de benchmarks van een aantal landen met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC, namelijk Brazilië, Maleisië en Thailand, en op de verbruiksgegevens van één producent in de Unie (69).

Brazilië

(97)

De elektriciteitsprijzen waren openbaar beschikbaar op de website van het ministerie van Mijnbouw en Energie in Brazilië (Ministério de Minas e Energia(70). De Commissie heeft gebruikgemaakt van de gegevens over de industriële elektriciteitsprijzen in de overeenkomstige verbruikscategorie, uitgedrukt in kWh en gebaseerd op de maandelijkse rapportages die het tijdvak van het nieuwe onderzoek bestreken. De Commissie heeft het gemiddelde industriële tarief van 1,01 CNY/kWh gebruikt.

Maleisië

(98)

De elektriciteitsprijzen waren openbaar beschikbaar op de website van het elektriciteitsbedrijf Tenaga Nasional Berhad (TNB) (71) in zijn reguliere persberichten. De Commissie heeft gebruikgemaakt van de gegevens over de industriële elektriciteitsprijzen in de overeenkomstige verbruikscategorie, uitgedrukt in kWh en die het tijdvak van het nieuwe onderzoek bestreken.

(99)

De Commissie heeft tarieven gebruikt die van toepassing zijn op afnemers in de categorie “middenspanning”. De uiteindelijke elektriciteitsprijs bestond uit een prijs voor stroom (kW) en een prijs voor verbruik (kWh). Uit de beschikbare informatie blijkt dat het gemiddelde tarief voor het tijdvak van het nieuwe onderzoek 0,58 CNY/kWh bedroeg.

Thailand

(100)

De elektriciteitsprijzen waren openbaar beschikbaar op de website van de stedelijke elektriciteitsautoriteit van Thailand, die betrekking hadden op heel Thailand (72). De Commissie heeft het gemiddelde industriële tarief van 0,86 CNY/kWh gebruikt (73).

(101)

Vervolgens heeft de Commissie eenvoudig gemiddelde niet-verstoorde elektriciteitskosten berekend voor het geselecteerde aantal landen, namelijk 0,824 CNY/kWh.

3.3.3.1.5.   Overhead-productiekosten, VAA-kosten, winst en afschrijving

(102)

Volgens artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening geldt het volgende: “De door berekening vastgestelde normale waarde omvat een niet-verstoord en redelijk bedrag voor administratiekosten, verkoopkosten en algemene kosten en voor winst.” Bovendien moet een waarde voor de overhead-productiekosten worden vastgesteld om de niet in de bovengenoemde productiefactoren opgenomen kosten mee te kunnen nemen.

(103)

Om een niet-verstoorde waarde voor de overhead-productiekosten vast te stellen, heeft de Commissie, bij gebrek aan medewerking van de producenten-exporteurs, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens. Daarom heeft de Commissie het aandeel van de overhead-productiekosten in de totale productie- en loonkosten vastgesteld op basis van de door één in de steekproef opgenomen producent in de Unie verstrekte gegevens. Vervolgens is dit percentage toegepast op de niet-verstoorde waarde van de productiekosten om de niet-verstoorde waarde van de overhead-productiekosten te verkrijgen, afhankelijk van het geproduceerde model.

3.3.3.2.   Berekening van de normale waarde

(104)

Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening berekend in het stadium af fabriek.

(105)

Ten eerste heeft de Commissie bepaald wat de niet-verstoorde productiekosten zijn. Gezien het gebrek aan medewerking van de producenten-exporteurs heeft de Commissie zich gebaseerd op de door de indiener van het verzoek in het nieuwe onderzoek en één in de steekproef opgenomen producent in de Unie verstrekte informatie over het verbruik van elke factor (materialen, elektriciteit en arbeid) voor de vervaardiging van stalen kabels.

(106)

Toen de niet-verstoorde productiekosten waren vastgesteld, heeft de Commissie de overhead-productiekosten, de VAA-kosten en de winst erbij opgeteld, zoals vermeld in de overwegingen 102 en 103. De overhead-productiekosten werden vastgesteld op basis van door één producent in de Unie verstrekte gegevens. DE VAA-kosten en de winst werden vastgesteld op basis van de jaarrekening van de Turkse producent Celik Halat voor de kwartalen 1 tot en met 3 van 2022, zoals gerapporteerd in de boekhouding van de onderneming (74) (zie punt 3.3.2.1). De Commissie heeft vastgesteld dat het voor Celik Halat vastgestelde winstpercentage voor de kwartalen 1 tot en met 3 van 2022 onredelijk was in de zin van artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening. Deze bevinding is gebaseerd op het feit dat het vastgestelde winstpercentage te laag blijkt in vergelijking met de gemiddelde winst in de sector van het betrokken product, op basis van de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie en ook in vergelijking met de streefwinst voor het betrokken product zoals vermeld in overweging 186. Aangezien het hier echter om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen gaat, merkte de Commissie op dat bij optelling van winst het bedrag van de dumping wel hoger moest uitvallen, welk bedrag, zelfs zonder opgetelde winst, reeds aanzienlijk bleek te zijn. De Commissie heeft bij de niet-verstoorde productiekosten de volgende elementen opgeteld:

de overhead-productiekosten, die in totaal [13-18] % van de directe productiekosten uitmaakten;

de VAA-kosten en andere kosten, die goed waren voor 11,07 % van de kosten van verkochte goederen (“KVG”) van Celik Halat.

(107)

Op basis daarvan heeft de Commissie de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening berekend in het stadium af fabriek.

3.4.   Uitvoerprijs

(108)

Zoals vermeld in overweging 32, was de uitvoerprijs wegens het gebrek aan medewerking van de Chinese producenten-exporteurs overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebaseerd op beschikbare feiten, dat wil zeggen op de informatie van Eurostat.

(109)

Bij gebrek aan medewerking van producenten-exporteurs uit de VRC werd de uitvoerprijs vastgesteld op basis van de beschikbare statistieken, namelijk de Comext-databank (Eurostat). Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek vond de uitvoer uit China plaats in het kader van zowel de regeling actieve veredeling als de normale regeling, zoals weergegeven in overweging 137. De uitvoerprijs werd in het kader van beide regelingen berekend, omdat deze redelijkerwijs beschikbare informatie over de prijs bij uitvoer naar de Unie bevatten. Aangezien de prijzen in Comext op cif-niveau (kosten, verzekering en vracht, ofwel “cif”) worden geregistreerd, is de prijs af fabriek bepaald aan de hand van het bewijsmateriaal dat in het verzoek is verstrekt voor transportkosten, laden en lossen, en vervoer over zee en binnenlands vervoer.

3.5.   Vergelijking

(110)

De Commissie heeft de door berekening vastgestelde normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, punt a), van de basisverordening vergeleken met de uitvoerprijs in het stadium af fabriek, zoals hierboven vastgesteld.

3.6.   Dumping

(111)

Op basis hiervan bleek de uitvoerprijs aanzienlijk lager te zijn (50 %) dan de door berekening vastgestelde normale waarde. Bijgevolg werd geconcludeerd dat de dumping in het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd voortgezet.

4.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN VOORTZETTING OF HERHALING VAN DUMPING

(112)

Na te hebben vastgesteld dat in het tijdvak van het nieuwe onderzoek sprake was van dumping, is de Commissie in overeenstemming met artikel 11, lid 2, van de basisverordening nagegaan hoe waarschijnlijk voortzetting of herhaling van dumping is indien de maatregelen zouden komen te vervallen. De volgende bijkomende elementen zijn onderzocht: 1) de productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC, en 2) de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie en de prijzen bij uitvoer naar derde landen, alsook de mogelijke absorptiecapaciteit van markten van derde landen en handelsbeschermingsmaatregelen op andere uitvoermarkten.

(113)

Als gevolg van het gebrek aan medewerking van Chinese producenten-exporteurs en de Chinese overheid heeft de Commissie haar beoordeling overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebaseerd op de beschikbare gegevens, namelijk op de in het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen verstrekte informatie, openlijk beschikbare informatie en informatie uit de GTA-databank.

4.1.   Productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC

(114)

In het verzoek heeft de indiener van het verzoek ramingen verstrekt met betrekking tot de productie, de productiecapaciteit en de reservecapaciteit van stalen kabels in de VRC (75). Deze ramingen waren gebaseerd op het Global Steel Wire Rope Market Research Report, Segment by Major Player, Types, Applications and Regions, 2017-2027 (het “rapport”) (76). De Chinese productie van stalen kabels werd geraamd op 3,6 miljoen ton in 2022, met een groei van bijna 10 % ten opzichte van 2019. De productiecapaciteit van stalen kabels in de VRC in 2022 werd geraamd op ongeveer 6,0 miljoen ton, wat neerkomt op 75 % van de geschatte wereldwijde productiecapaciteit voor stalen kabels in 2022. Het binnenlandse verbruik van stalen kabels in China in 2022 werd geraamd op ongeveer 3,1 miljoen ton. Na aftrek van de uitvoer uit China naar alle landen (geraamd op ongeveer 0,5 miljoen ton) werd de Chinese reservecapaciteit geraamd op ongeveer 2,4 miljoen ton. Aangezien het verbruik op de vrije markt in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek 0,18 miljoen ton bedroeg (zie punt 5.2), was de Chinese reservecapaciteit ruim tienmaal hoger dan het verbruik op de vrije markt in de Unie.

(115)

De Commissie heeft ook de reservecapaciteit in de VRC in het tijdvak van het nieuwe onderzoek vergeleken met de reservecapaciteit tijdens het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, en heeft een aanzienlijke toename vastgesteld. Hoewel de Chinese reservecapaciteit in het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen (77) op ongeveer 1,8 miljoen ton werd geraamd, wordt deze in het tijdvak van het nieuwe onderzoek van het huidige onderzoek op 2,4 miljoen geraamd. Dit betekent dat de toename van de reservecapaciteit sinds het laatste nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen alleen al groter is dan de totale vraag in de Unie. Bovendien heeft de indiener van het verzoek informatie verstrekt waaruit blijkt dat de Chinese producenten van stalen kabels ondanks de reeds aanzienlijke reservecapaciteit hun productiecapaciteit blijven uitbreiden (78). Er zijn geen aanwijzingen dat een dergelijke toegenomen reservecapaciteit zou kunnen worden geabsorbeerd door de Chinese binnenlandse markt of een markt van een derde land.

(116)

Overtollige productiecapaciteit vormt een prikkel om te blijven uitvoeren tegen dumpingprijzen. Het is redelijk aan te nemen dat de Chinese sector voor stalen kabels alle bestaande mogelijkheden tot verhoging van de productie moet benutten om ten volle te profiteren van de aanzienlijke investeringen die zij in de geïnstalleerde capaciteit hebben gedaan. De meest voor de hand liggende manier is om de markt van de Unie te penetreren die, wat prijzen en volume betreft, de aantrekkelijkste is, zoals uiteengezet in punt 4.2, en zoals wordt aangetoond door de voortdurende dumpingpraktijken van de Chinese producenten-exporteurs, zoals vastgesteld in overweging 111.

(117)

Op basis van de bovenstaande feiten en overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese producenten-exporteurs beschikken over een aanzienlijke reservecapaciteit, die bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou worden gebruikt voor de uitvoer naar de Unie van stalen kabels tegen dumpingprijzen.

4.2.   Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie en prijzen bij uitvoer naar de markten van derde landen

(118)

De Commissie heeft onderzocht of het waarschijnlijk is dat Chinese producenten-exporteurs hun uitvoer naar de markt van de Unie tegen dumpingprijzen zouden verhogen als de maatregelen zouden komen te vervallen. Daarom heeft de Commissie het prijsniveau van de Chinese uitvoer naar de markten van derde landen geanalyseerd en vergeleken met het prijsniveau van de Chinese uitvoer naar de markt van de Unie, om te bepalen of de markt van de Unie aantrekkelijk was in termen van prijsniveaus. De Chinese uitvoervolumes en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie werden overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vastgesteld op basis van beschikbare feiten, namelijk GTA-gegevens en de informatie in het verzoek.

(119)

Bij gebrek aan medewerking van de Chinese producenten-exporteurs heeft de Commissie gebruikgemaakt van gegevens uit de GTA-databank op basis van de productcategorie (GS-code 7312 10) van het betrokken product, als zijnde redelijkerwijs beschikbare informatie, en zich gericht op vijf belangrijke uitvoermarkten voor China, namelijk India, Zuid-Korea, Thailand, de VS en Vietnam. De uitvoer naar deze vijf landen vertegenwoordigde meer dan 50 % van alle Chinese uitvoer in de bovengenoemde productcategorie. In het tijdvak van het nieuwe onderzoek bleek de gemiddelde prijs van de Chinese uitvoer naar de Unie in die productcategorie hoger te zijn dan de gemiddelde Chinese prijs bij uitvoer naar een van deze andere uitvoermarkten. De bovenstaande bevindingen op basis van GTA-statistieken voor de productcategorie bevestigden de in het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen verstrekte informatie waaruit blijkt dat de prijzen van Chinese stalen kabels voor afnemers op de markt van de Unie hoger waren dan op de markt van andere belangrijke handelspartners (79).

(120)

Zoals uiteengezet in overweging 119 werd op basis van de beschikbare informatie vastgesteld dat de producenten-exporteurs uit de VRC op de markt van de Unie hogere prijzen kunnen hanteren dan in andere derde landen. Dit duidt erop dat de markt van de Unie een zeer aantrekkelijke markt is, aangezien Chinese producenten-exporteurs hogere winsten kunnen genereren op uitvoer naar de Unie dan op hun uitvoer naar andere uitvoermarkten. Gezien de aanzienlijke reservecapaciteit van de Chinese producenten van stalen kabels, zoals vastgesteld in overweging 114, moeten Chinese exporteurs bovendien toegang hebben tot zowel grote als kleinere markten om een zekere bezettingsgraad van de fabrieken waar stalen kabels worden vervaardigd, te waarborgen. Volgens de informatie in het dossier verkopen de Chinese producenten-exporteurs van stalen kabels aan meer dan tachtig landen (80). Het is redelijk aan te nemen dat het aantrekkelijker is om de uitvoer naar een eengemaakte markt die een aanzienlijk deel van de Chinese overcapaciteit kan absorberen, te verhogen dan naar verschillende kleinere markten, aangezien verkoop aan grote afnemers in hetzelfde gebied ook de verzendings-, logistieke en organisatorische kosten kan verminderen.

(121)

Voorts bevinden zich, op basis van de beschikbare informatie, op de markt van de Unie voornamelijk alle belangrijke sectoren van de gebruikers van stalen kabels, zoals de visserij, de zeevaart, de scheepsbouw, de olie- en gasindustrie, de mijnbouw, de bosbouw, het luchtvervoer, de automobielindustrie, de civiele techniek, de bouw en de liftindustrie, wat wijst op een groot marktpotentieel voor Chinese producenten-exporteurs; daarbij beschikken veel Chinese uitvoerbestemmingen niet over de knowhow die nodig is voor bepaalde toepassingen van stalen kabels (81);

(122)

Bovendien is vastgesteld dat Chinese producenten-exporteurs, zoals vermeld in punt 1.1, de geldende antidumpingmaatregelen ontwijken. De pogingen tot ontwijking en het feit dat Chinese producenten van stalen kabels ondanks het bestaan van antidumpingmaatregelen nog steeds een zekere aanwezigheid op de markt van de Unie hebben, getuigen van de aantrekkelijkheid van de grote markt van de Unie voor Chinese producenten-exporteurs.

(123)

Tevens waren volgens de WTO-databank (82) in 2023 antidumpingrechten van toepassing op de invoer van Chinese stalen kabels in Mexico, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

(124)

Gezien de moeilijkheden die de Chinese exporteurs ondervinden bij de verkoop aan deze markten, zou de markt van de Unie na het vervallen van de huidige maatregelen nog aantrekkelijker worden voor Chinese exporteurs die hun overproductie willen uitvoeren en hun reservecapaciteit willen benutten.

(125)

Op basis van het voorgaande en vooral rekening houdend met het niveau van de Chinese prijzen bij uitvoer naar de Unie vergeleken met andere uitvoermarkten en de brede basis van de industrieën in de Unie die stalen kabels gebruiken, zou er voor Chinese exporteurs een sterke prikkel zijn om in aanzienlijk grotere hoeveelheden tegen dumpingprijzen naar de Unie te blijven uitvoeren als de maatregelen zouden komen te vervallen, mede gezien het feit dat andere uitvoermarkten niet in staat zouden zijn de enorme hoeveelheden Chinese stalen kabels die geproduceerd zouden kunnen worden, te absorberen.

4.3.   Conclusie betreffende de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping

(126)

Uit het onderzoek is gebleken dat gedurende het tijdvak van het nieuwe onderzoek de invoer uit de VRC, ondanks de relatief lage invoervolumes in vergelijking met het verbruik in de Unie, tegen dumpingprijzen op de markt van de Unie werd voortgezet.

(127)

Bovendien worden de vastgestelde dumpingprijzen bevestigd door de analyse van de Chinese prijzen bij uitvoer naar andere derde landen. De Commissie heeft ook vastgesteld dat de verkoop door de Chinese producenten-exporteurs op hun belangrijkste uitvoermarkten geschiedt tegen aanzienlijk lagere prijzen dan in de Unie, en dat verscheidene landen handelsbeschermingsmaatregelen tegen de Chinese uitvoer van SRC hebben ingesteld.

(128)

Daarnaast heeft zij vastgesteld dat de reservecapaciteit alleen al in de VRC meer dan tienmaal het verbruik in de Unie in het tijdvak van het nieuwe onderzoek bedroeg en dat de markt van de Unie qua omvang en prijzen voor Chinese producenten-exporteurs zeer aantrekkelijk is. Gezien de aanzienlijke reservecapaciteit in de VRC en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie heeft de Commissie geconcludeerd dat indien de maatregelen zouden komen te vervallen, de Chinese producenten-exporteurs de reservecapaciteit waarschijnlijk zouden activeren en de uitvoer tegen dumpingprijzen en in aanzienlijke volumes zelfs zouden verleggen van derden landen naar de markt van de Unie.

(129)

Gezien de voortzetting van dumping in het tijdvak van het nieuwe onderzoek, het prijsgedrag van de Chinese exporteurs op derde markten en de bestaande reservecapaciteit in de VRC, alsmede gelet op de omvang van de markt van de Unie en de gangbare prijzen op die markt en de handelsbeschermingsmaatregelen die tegen de uitvoer van SRC van oorsprong uit de VRC op andere belangrijke markten van kracht zijn, heeft de Commissie geconcludeerd dat het zeer waarschijnlijk is dat de dumping uit de VRC wordt voortgezet of zich in elk geval opnieuw voordoet met aanzienlijk grotere volumes indien de bestaande maatregelen zouden komen te vervallen.

5.   SCHADE

5.1.   Omschrijving van de bedrijfstak van de Unie en productie in de Unie

(130)

Het soortgelijke product werd in de beoordelingsperiode door ongeveer 25 producenten in de Unie vervaardigd. Zij vormen de “bedrijfstak van de Unie” in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

(131)

De totale productie in de Unie in het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd vastgesteld op 137 910 ton. De Commissie heeft dit cijfer gebaseerd op de gecontroleerde macrogegevens in de door EWRIS verstrekte antwoorden op de vragenlijst. Zoals vermeld in overweging 25, werd een steekproef van drie producenten in de Unie samengesteld die 21 % van de totale productie van het soortgelijke product in de Unie vertegenwoordigden.

5.2.   Verbruik in de Unie

(132)

De Commissie heeft het totale verbruik in de Unie (intern en op de vrije markt) vastgesteld op basis van de gecontroleerde macrogegevens in de door EWRIS verstrekte antwoorden op de vragenlijst (voor de totale verkoop op de markt van de Unie) en van gegevens van Eurostat (voor de invoer in de Unie).

(133)

Het verbruik in de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 2

Verbruik in de Unie (ton)

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Totaal verbruik in de Unie

167 316

152 636

158 423

176 498

Index

100

91

95

105

Verbruik op de vrije markt van de Unie

165 917

148 919

156 756

175 298

Index

100

90

94

106

Intern verbruik in de Unie

1 398

3 717

1 668

1 200

Index

100

266

119

86

Bron: Eurostat en door EWRIS verstrekte macrogegevens

(134)

Het verbruik op de vrije markt van de Unie daalde in 2020 met 10 % en steeg vervolgens tot een hoger niveau dan 2019. In het tijdvak van het nieuwe onderzoek was het verbruik ten opzichte van 2019 met 6 % gestegen. Het totale verbruik maakte een zeer vergelijkbare ontwikkeling door.

(135)

De daling in 2020, gevolgd door een daaropvolgende stijging van het verbruik, wordt verklaard door de algemene economische neergang als gevolg van de in 2020 opgelegde beperkingen in verband met de COVID-19-pandemie en het daaropvolgende economische herstel na de opheffing van deze maatregelen in de loop van 2021. De meeste van de belangrijkste sectoren van gebruikers van het onderzochte product beïnvloedden het verbruik in lijn met de algemene economische situatie op de markt van de Unie.

(136)

Het interne verbruik bedroeg in drie van de vier jaar van de beoordelingsperiode slechts ongeveer 1 %. De Commissie heeft dit aandeel als niet wezenlijk beschouwd, waardoor de algemene conclusies inzake het verbruik er niet door werden beïnvloed en het geen aanzienlijke gevolgen voor de situatie van de bedrijfstak van de Unie had.

5.3.   Invoer uit het betrokken land

(137)

De Commissie heeft het volume van de invoer vastgesteld op basis van gegevens van Comext. Het marktaandeel van de invoer werd vastgesteld op basis van invoergegevens van Comext en het verbruik op de vrije markt van de Unie. De invoer in de Unie uit het betrokken land heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 3

Volume (ton) en marktaandeel van de invoer

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Totale volume van de invoer uit China (ton)

2 301

2 875

2 177

2 052

Index

100

125

95

89

Marktaandeel

1,4  %

1,9  %

1,4  %

1,2  %

Index

100

139

100

84

Normale invoerregeling

Totale volume van de invoer uit China (ton)

759

987

824

1 230

Index

100

130

108

162

Marktaandeel

0,5  %

0,7  %

0,5  %

0,7  %

Index

100

145

115

153

Regeling actieve veredeling

Volume van de invoer uit China (ton)

1 542

1 887

1 353

821

Index

100

122

88

53

Omvang ten opzichte van de markt van de Unie

0,9  %

1,3  %

0,9  %

0,5  %

Index

100

136

93

50

Bron: Comext.

(138)

Tijdens de beoordelingsperiode schommelden de totale volumes van de invoer uit China van jaar tot jaar en daalden de totale ingevoerde hoeveelheden met 11 %.

(139)

Het marktaandeel van de invoer uit de VRC nam tijdens de beoordelingsperiode met 0,2 procentpunten af. Het marktaandeel van de invoer uit de VRC bleef tijdens de beoordelingsperiode dus licht dalend maar was over het geheel genomen stabiel.

(140)

Het betrokken product werd uit China ingevoerd in het kader van de normale invoerregeling, onderworpen aan antidumpingrechten, en in het kader van de regeling actieve veredeling, waarvoor geen antidumpingrechten van toepassing zijn.

(141)

De invoer onder de regeling actieve veredeling steeg tussen 2019 en 2020 met 22 % en daalde vervolgens tussen 2020 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek met 56 %. In totaal daalde de invoer onder de regeling actieve veredeling uit China in de beoordelingsperiode met 47 %, wat neerkomt op een marktaandeel van 0,5 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. De invoer onder deze regeling zou vóór wederuitvoer in downstreamconstructies worden geïntegreerd. Een voorbeeld hiervan zijn grote contracten voor technische werkzaamheden. Als zodanig worden grote schommelingen in de hoeveelheden als normaal beschouwd.

(142)

In de beoordelingsperiode nam de invoer onder de normale regeling in totaal met 62 % toe. Het marktaandeel van deze invoer steeg echter slechts van 0,5 % in 2019 tot 0,7 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek.

5.3.1.   Prijzen van de invoer uit het betrokken land en prijsonderbieding

(143)

De Commissie heeft de prijzen van de invoer uit de VRC vastgesteld op basis van Comext-gegevens, aangezien de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden aan het onderzoek.

(144)

De gewogen gemiddelde prijzen van de invoer in de Unie uit het betrokken land hebben zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 4

Invoerprijzen (EUR/ton)

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Totale invoer

VRC

1 883

1 663

1 897

2 576

Index

100

88

101

137

Normale regeling

VRC

2 161

2 014

2 343

2 883

Index

100

93

108

133

Regeling actieve veredeling

VRC

1 746

1 479

1 625

2 117

Index

100

85

93

121

Bron: Comext.

(145)

De gemiddelde prijs van de totale invoer uit de VRC van het betrokken product steeg tijdens de beoordelingsperiode met 37 %: De prijsontwikkeling was vergelijkbaar voor de invoer in het kader van de normale regeling en de invoer in het kader van de regeling actieve veredeling.

(146)

De stijging van de totale prijzen zoals weergegeven in tabel 9 en de prijzen van de invoer uit andere landen zoals weergegeven in tabel 5 volgden de trend van de marktprijzen in de Unie, zoals blijkt uit de prijzen van de bedrijfstak van de Unie.

(147)

De Commissie heeft de prijsonderbieding gedurende het tijdvak van het nieuwe onderzoek vastgesteld aan de hand van een vergelijking van:

de gewogen gemiddelde verkoopprijzen die door de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie werden berekend aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie, gecorrigeerd tot het niveau af fabriek,

met de overeenkomstige gewogen gemiddelde invoerprijzen van Comext, met de nodige correcties voor kosten na invoer.

(148)

Het resultaat van de vergelijking werd uitgedrukt als een percentage van de omzet van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Daaruit bleek een gewogen gemiddelde prijsonderbiedingsmarge van 20,4 % voor de invoer uit het betrokken land op de markt van de Unie wanneer antidumpingrechten in aanmerking werden genomen, en van 41,3 % zonder antidumpingrechten.

(149)

Na analyse van de handelsstatistieken van Comext werd de meeste Chinese invoer aangegeven onder een Taric-code van soorten met een diameter van minder dan 12 mm. De Commissie heeft de prijzen voor deze invoer vergeleken met soortgelijke productsoorten van de bedrijfstak van de Unie. Uit de vergelijking bleek een nog hogere prijsonderbiedingsmarge (41,2 % met antidumpingrechten en 55,4 % zonder antidumpingrechten).

5.4.   Invoer uit derde landen

(150)

De invoer van het onderzochte product uit derde landen was voornamelijk afkomstig uit de Republiek Korea, India, Turkije en Thailand. De hoeveelheden en prijzen werden verkregen uit Comext.

(151)

Het totale volume van de invoer in de Unie alsmede het marktaandeel en de prijsontwikkeling van de invoer van het onderzochte product uit andere derde landen hebben zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 5

Invoer uit derde landen

Land

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Republiek Korea

Volume (ton)

25 702

20 787

20 707

22 944

Index

100

81

81

89

Marktaandeel

15,5  %

14,0  %

13,2  %

13,1  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

2 126

1 995

2 154

2 780

Index

100

94

101

131

India

Volume (ton)

13 993

12 157

16 941

22 202

Index

100

87

121

159

Marktaandeel

8,4  %

8,2  %

10,8  %

12,7  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

1 367

1 235

1 352

1 814

Index

100

90

99

133

Turkije

Volume (ton)

16 517

13 439

13 452

18 696

Index

100

81

81

113

Marktaandeel

10,0  %

9,0  %

8,6  %

10,7  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

1 421

1 395

1 549

1 944

Index

100

98

109

137

Thailand

Volume (ton)

7 803

10 866

8 115

12 215

Index

100

139

104

157

Marktaandeel

4,7  %

7,3  %

5,2  %

7,0  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

1 716

1 387

1 618

2 224

Index

100

81

94

130

Overige derde landen

Volume (ton)

14 887

13 459

18 293

19 913

Index

100

90

123

134

Marktaandeel

9,0  %

9,0  %

11,7  %

11,4  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

1 996

1 953

2 289

3 092

Index

100

98

115

155

Totaal van alle derde landen behalve de VRC

Volume (ton)

78 901

70 708

77 508

95 970

Index

100

90

98

122

Marktaandeel

47,6  %

47,5  %

49,4  %

54,7  %

Gemiddelde prijs (EUR/ton)

1 779

1 649

1 850

2 388

Index

100

93

104

134

Bron: Comext.

(152)

De totale invoer uit alle derde landen met uitzondering van China steeg tijdens de beoordelingsperiode met 22 %.

(153)

Het marktaandeel van deze invoer steeg van 47,6 % in 2019 tot 54,7 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek, terwijl de invoerprijzen tijdens de beoordelingsperiode stegen met 34 %.

(154)

Terwijl het aandeel van de invoer uit de Republiek Korea in de totale invoer daalde en dat van de invoer uit Turkije tijdens de beoordelingsperiode stabiel bleef, steeg het aandeel van de invoer uit India van 8 % tot 13 % en uit Thailand van 4,7 % tot 7 %.

(155)

Zoals uiteengezet in overweging 6, werden de geldende antidumpingrechten op het betrokken product uit China na antiontwijkingsonderzoeken uitgebreid tot de invoer van het onderzochte product verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea. Er moet worden opgemerkt dat de invoer uit Marokko in de beoordelingsperiode verwaarloosbaar was. Voorts was de invoer uit de Republiek Korea in de beoordelingsperiode afkomstig van producenten-exporteurs die bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 400/2010 van de maatregelen waren vrijgesteld.

(156)

In het tijdvak van het nieuwe onderzoek waren de gemiddelde prijzen van de invoer uit derde landen, met uitzondering van China, lager dan de gemiddelde prijs van de bedrijfstak van de Unie en iets lager dan de prijzen van de invoer uit de VRC onder de normale regeling (zoals blijkt uit de tabellen 4 en 5).

5.5.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

5.5.1.   Algemene opmerkingen

(157)

De beoordeling van de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie omvat een evaluatie van alle economische indicatoren die in de beoordelingsperiode op de situatie van de bedrijfstak van de Unie van invloed waren.

(158)

Voor de vaststelling van de schade heeft de Commissie onderscheid gemaakt tussen macro-economische en micro-economische schade-indicatoren. De Commissie heeft de macro-economische indicatoren beoordeeld op basis van de door EWRIS verstrekte antwoorden op de vragenlijst en die betrekking hadden op alle producenten in de Unie. De Commissie heeft de micro-economische indicatoren beoordeeld op basis van de door de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie verstrekte gecontroleerde antwoorden op de vragenlijst. Beide gegevensreeksen bleken representatief te zijn voor de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie.

(159)

De macro-economische indicatoren zijn: productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, verkoopvolume, marktaandeel, groei, werkgelegenheid, productiviteit, hoogte van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping.

(160)

De micro-economische indicatoren zijn: gemiddelde eenheidsprijzen, kosten per eenheid, loonkosten, voorraden, winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken.

5.5.2.   Macro-economische indicatoren

5.5.2.1.   Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

(161)

De totale productie in de Unie, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 6

Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Productievolume (ton)

144 183

130 921

133 927

137 910

Index

100

91

93

96

Productiecapaciteit (ton)

225 263

225 411

225 263

228 194

Index

100

100

100

101

Bezettingsgraad

64  %

58  %

59  %

60  %

Index

100

91

93

94

Bron: Macrogegevens van EWRIS

(162)

Het productievolume daalde in de periode 2019-2020 met 9 % en steeg vervolgens tussen 2020 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek met 5,3 %. Tijdens de beoordelingsperiode daalde het productievolume in totaal met 4 %.

(163)

De productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Unie was gedurende de beoordelingsperiode stabiel.

(164)

De bezettingsgraad daalde in de beoordelingsperiode met 6 %, wat de neergaande trend van de productie zoals weergegeven in tabel 6 weerspiegelt.

(165)

De Commissie merkte op dat de productiecapaciteit zou variëren afhankelijk van de mix van productsoorten die worden vervaardigd. De capaciteit werd berekend op basis van de recente mix van geproduceerde producten.

5.5.2.2.   Verkoopvolume en marktaandeel

(166)

De verkoopvolumes en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 7

Verkoopvolume en marktaandeel (ton)

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de vrije markt van de Unie

84 715

75 336

77 070

77 276

Index

100

89

91

91

Marktaandeel

51,1  %

50,6  %

49,2  %

44,1  %

Index

100

99

96

86

Bron: Macrogegevens van EWRIS

(167)

Het totale verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie daalde in de beoordelingsperiode met 9 %.

(168)

Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie daalde tijdens de beoordelingsperiode met 14 % of 7 procentpunten en tot 44,1 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek, vergeleken met 51,1 % in 2019.

(169)

De omvang van de daling van het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode is vergelijkbaar met de toename van het marktaandeel van andere derde landen dan China, zoals weergegeven in tabel 5.

5.5.2.3.   Groei

(170)

De marktpositie van de bedrijfstak van de Unie is in de beoordelingsperiode verzwakt. Dit standpunt is gebaseerd op de daling van het verkoopvolume en het marktaandeel zoals weergegeven in tabel 7.

5.5.2.4.   Werkgelegenheid en productiviteit

(171)

De werkgelegenheid en de productiviteit hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 8

Werkgelegenheid en productiviteit

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Aantal werknemers

3 291

3 063

3 097

3 186

Index

100

93

94

97

Productiviteit (eenheid/werknemer)

44

43

43

43

Index

100

98

99

99

Bron: Macrogegevens van EWRIS

(172)

Het aantal werknemers in de bedrijfstak van de Unie daalde tijdens de beoordelingsperiode met 3 %. De grootste daling vond plaats in de periode 2019-2020 en bedroeg 7 %, gevolgd door een stijging in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Deze trend volgde de trend van de volumes van de productie en van de verkoop zoals beschreven in de tabellen 6 en 7. De daling van de werkgelegenheid in de periode 2019-2020 kan worden verklaard door de afname van de productie als gevolg van de opgelegde beperkingen in verband met de COVID-19-pandemie. Na de opheffing van deze maatregelen nam de werkgelegenheid weer toe, maar het aantal werknemers van 2019 werd niet gehaald.

(173)

De productiviteit bleef gedurende de periode stabiel en daalde tussen 2019 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek licht met 1 %.

5.5.2.5.   Omvang van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping

(174)

De tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek vastgestelde dumpingmarge lag aanzienlijk boven de de-minimisdrempel. Tegelijkertijd vertegenwoordigde het niveau van de invoer tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek 1,2 % van het verbruik op de vrije markt in de Unie. De gevolgen van de omvang van de werkelijke dumpingmarges voor de bedrijfstak van de Unie waren derhalve vrij beperkt.

(175)

Door de gevolgen van de grote hoeveelheden invoer uit derde landen en de ontwikkelingen in de algemene economische situatie van de Unie heeft de bedrijfstak van de Unie zich tijdens de beoordelingsperiode niet van de gevolgen van eerdere dumping hersteld.

5.5.3.   Micro-economische indicatoren

5.5.3.1.   Prijzen en factoren die de prijzen beïnvloeden

(176)

De gewogen gemiddelde prijzen per eenheid van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie voor verkoop aan niet-verbonden afnemers in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 9

Verkoopprijzen en productiekosten in de Unie (EUR/ton)

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Gemiddelde verkoopprijs per eenheid in de Unie op de totale markt

3 172

3 453

3 734

4 439

Index

100

109

118

140

Productiekosten per eenheid

3 102

3 205

3 346

3 911

Index

100

103

108

126

Bron: in de steekproef opgenomen producenten in de Unie.

(177)

De gemiddelde prijzen per eenheid van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie voor verkoop aan niet-verbonden afnemers in de Unie daalden in de beoordelingsperiode met 40 % vergeleken met 2019.

(178)

Tijdens de beoordelingsperiode stegen de productiekosten per eenheid met 26 %. Meer dan de helft van deze stijging vond plaats tussen 2021 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek.

(179)

De stijging van de productiekosten per eenheid wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de kosten van de belangrijkste grondstof voor producenten, namelijk draad, of voor producenten van stalen kabels die hun eigen draad trekken, namelijk walsdraad. Deze stijging van de kosten begon na het economisch herstel als gevolg van de opheffing van de COVID-maatregelen en zette zich voort na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Bovendien stegen ook de energiekosten door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

5.5.3.2.   Loonkosten

(180)

De gemiddelde loonkosten van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 10

Gemiddelde loonkosten per werknemer

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Gemiddelde loonkosten per werknemer (EUR)

40 841

40 880

43 611

45 430

Index

100

100

107

111

Bron: in de steekproef opgenomen producenten in de Unie.

(181)

De loonkosten stegen in de beoordelingsperiode met 11 %, wat ook aanpassingen van de salarissen aan de stijgende inflatie weerspiegelt.

5.5.3.3.   Voorraden

(182)

De voorraden van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 11

Voorraden

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Eindvoorraden (ton)

7 012

6 799

6 051

5 764

Index

100

97

86

82

Eindvoorraden als percentage van de productie

5  %

5  %

5  %

4  %

Index

100

100

100

80

Bron: in de steekproef opgenomen producenten in de Unie.

(183)

Tijdens de beoordelingsperiode namen de voorraden met 18 % af. Wat de productie betreft, namen de eindvoorraden als percentage van de productie met 1 procentpunt af.

5.5.3.4.   Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

(184)

De winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van de investeringen van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 12

Winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen

 

2019

2020

2021

Tijdvak van het nieuwe onderzoek

Winstgevendheid van de verkoop in de Unie aan niet-verbonden afnemers (% van omzet)

-3  %

-3  %

2  %

4  %

Index

100

100

266

333

Kasstroom (EUR)

432 391

1 357 148

3 545 014

2 560 077

Index

100

314

820

592

Investeringen (EUR)

4 126 772

2 578 009

1 703 064

4 362 268

Index

100

62

41

106

Rendement van investeringen

–3,1  %

–2,2  %

1,9  %

5,0  %

Index

100

129

261

361

Bron: in de steekproef opgenomen producenten in de Unie.

(185)

De Commissie heeft de winstgevendheid van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie vastgesteld door de nettowinst vóór belastingen van de verkoop van het soortgelijke product aan niet-verbonden afnemers in de Unie uit te drukken als percentage van de aldus gerealiseerde omzet. Als gevolg van een moeilijke marktsituatie in bepaalde gebruikerssectoren aan het begin van de periode (bv. gas- en oliewinning), gevolgd door de economische neergang in verband met de COVID-19-pandemie, heeft de bedrijfstak van de Unie in 2019 en 2020 verliezen geleden. Vervolgens boekte de bedrijfstak van de Unie in 2021 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek kleine winsten. Dit kwam door de toegenomen vraag in bepaalde gebruikerssectoren (bv. industriële toepassingen, maritieme sector) en ook door het algemene herstel van de economie. Deze verbeterde vraag betekende dat de prijsstijgingen in 2021 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek hoger waren dan de stijging van de grondstofkosten, zoals vermeld in tabel 9.

(186)

Het winstgevendheidspercentage in alle vier jaren van de beoordelingsperiode bleef echter onder de streefwinst van 5 % voor deze bedrijfstak zoals uiteengezet in eerdere onderzoeken (Uitvoeringsverordening (EU) 2018/607, overweging 162) en onder de in artikel 7, lid 2, punt c), van de basisverordening vastgestelde streefwinst van ten minste 6 %.

(187)

De nettokasstroom is het vermogen van de producenten in de Unie om hun activiteiten zelf te financieren. De nettokasstroom verbeterde na de afname van de voorraden en de ontwikkeling van de winstgevendheid in de loop van de beoordelingsperiode.

(188)

De totale jaarlijkse investeringen waren tijdens de beoordelingsperiode bescheiden en relatief stabiel. De investeringen bleven meestal beperkt tot het onderhoud en de vervanging van bestaande apparatuur.

(189)

Het rendement van investeringen is de winst uitgedrukt als percentage van de nettoboekwaarde van de investeringen. Het rendement volgde de trend van de winstgevendheid in die zin dat het negatief was in 2019 en 2020, waarna de situatie verbeterde en de cijfers in 2021 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek een positieve waarde kregen.

5.6.   Conclusie inzake de schade

(190)

De invoer op de markt van de Unie werd in de beoordelingsperiode gedomineerd door derde landen, met name die uit de Republiek Korea, India en Turkije. Bovendien steeg de invoer uit andere derde landen van ongeveer 78 000 tot ongeveer 96 000 ton in het tijdvak van het nieuwe onderzoek, zoals weergegeven in tabel 5. Het marktaandeel van deze invoer steeg van 47,6 % in 2019 tot 54,7 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. De invoer uit de VRC bedroeg in de beoordelingsperiode daarentegen niet meer dan 1,9 % en was goed voor 1,2 % van het verbruik in het tijdvak van het nieuwe onderzoek, zoals weergegeven in tabel 3.

(191)

In de eerste jaren van de beoordelingsperiode werden de macro-economische indicatoren van de bedrijfstak van de Unie zwaar beïnvloed door de economische neergang als gevolg van de maatregelen in verband met de COVID-19-pandemie, en de moeilijke economische situatie in bepaalde gebruikerssectoren. Naar aanleiding van het economisch herstel dat voorvloeide uit de geleidelijke afschaffing van de lockdownmaatregelen, lieten de macro-indicatoren tot op zekere hoogte verbetering zien. Over het geheel genomen blijkt echter uit deze indicatoren dat er sprake is van aanhoudende schade, zowel in absolute cijfers voor productie en verkoop als in termen van marktaandeel, dat in de beoordelingsperiode daalde van 51,1 % tot 44,1 %. De markt voor intern gebruik bedroeg in het tijdvak van het nieuwe onderzoek ongeveer 1 % van het totale verbruik en de ontwikkelingen op deze markt hadden geen reële gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie.

(192)

Wat de micro-indicatoren betreft, verbeterde de situatie van de bedrijfstak van de Unie in 2021 en het nieuwe onderzoek licht ten opzichte van 2019 en 2020. Ondanks een stijging van de kosten profiteerde de bedrijfstak van een periode van verbeterde marktomstandigheden na de uitfasering van de COVID-19-pandemie in 2021, waardoor de bedrijfstak de prijzen voldoende kon verhogen, zodat de winstgevendheid, rendement van investeringen en kasstroom verbeterden. Niettemin lag de winstgevendheid van de bedrijfstak nog steeds onder de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde streefwinst (5 %).

(193)

Rekening houdend met zowel de macro- als de micro-indicatoren en met name met het dalende marktaandeel, het gebrek aan groei, de lage bezettingsgraad en de ontoereikende winstgevendheid, heeft de Commissie geconcludeerd dat de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode aanmerkelijke schade bleef lijden in de zin van artikel 3, lid 5, van de basisverordening.

(194)

Het doel van de beoordeling van de schade is vast te stellen of de aanmerkelijke schade voortduurde en zo ja, of deze schade werd veroorzaakt door de invoer uit de VRC. De Commissie heeft geconcludeerd dat de vastgestelde aanmerkelijke schade niet werd veroorzaakt door het feit dat de invoer uit de VRC tijdens de beoordelingsperiode laag was, maar door een toename van de invoer uit derde landen die aanzienlijk aan marktaandeel wonnen in de context van ongunstige marktomstandigheden, zoals uiteengezet in de overwegingen 191 en 192.

6.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN HERHALING VAN SCHADE

6.1.   Analyse

(195)

Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of zich opnieuw aanmerkelijke schade als gevolg van invoer uit de VRC zou voordoen indien de maatregelen ten aanzien van de VRC zouden komen te vervallen. Het onderzoek heeft aangetoond dat de invoer uit de VRC in het tijdvak van het nieuwe onderzoek tegen dumpingprijzen heeft plaatsgevonden (punt 3.6, overweging 111) en dat het waarschijnlijk is dat de dumping wordt voortgezet indien de maatregelen komen te vervallen (punt 4.3).

(196)

Om de waarschijnlijkheid van herhaling van schade vast te stellen, zijn de volgende elementen geanalyseerd: i) de productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC, ii) mogelijke prijzen van de invoer uit de VRC indien de maatregelen zouden komen te vervallen, iii) het gedrag van de Chinese producenten-exporteurs in andere derde landen, iv) de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie en v) het effect van de invoer uit de VRC op de situatie van de bedrijfstak van de Unie indien de maatregelen zouden komen te vervallen.

6.1.1.   Productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC

(197)

Zoals uiteengezet in de overwegingen 114 en 115 hebben de producenten in de VRC een aanzienlijke productiecapaciteit in China en daardoor een reservecapaciteit die niet alleen veel hoger is dan de tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek naar de Unie uitgevoerde hoeveelheden, maar ook tienmaal het totale verbruik in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek. De Commissie merkte ook op dat alleen al de capaciteit die de Chinese producenten sinds het laatste nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen hebben toegevoegd, het totale verbruik in de Unie in het tijdvak van het nieuwe onderzoek ruimschoots overschreed.

(198)

Bovendien werden er, zoals vermeld in de overwegingen 115 en 116, geen elementen gevonden die konden wijzen op een significante verhoging van de binnenlandse vraag naar stalen kabels in de VRC of op de markt van een ander derde land in de nabije toekomst. De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de binnenlandse vraag in China of op de markten van andere derde landen de beschikbare reservecapaciteit niet zou kunnen absorberen.

6.1.2.   Mogelijke prijzen van de invoer uit de VRC

(199)

Zoals vermeld in overweging 119, werden de Chinese uitvoervolumes en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vastgesteld op basis van beschikbare feiten en gebaseerd op GTA-gegevens en de informatie in het verzoek.

(200)

Zoals uiteengezet in overweging 120, bleek uit de analyse van de beschikbare statistieken over de wereldhandel (zie de overwegingen 119 en 120), dat de prijzen van de uitvoer uit de VRC naar de vijf belangrijke uitvoermarkten voor China, namelijk India, Zuid-Korea, Thailand, de VS en Vietnam, onder de prijzen van de Chinese uitvoer naar de Unie lagen. Deze uitvoerprijzen lagen ruim onder de prijzen van de bedrijfstak van de Unie (ongeveer 60 %). Op basis daarvan werd geconcludeerd dat de Chinese producenten-exporteurs de prijzen bij uitvoer naar de Unie nog verder zouden kunnen verlagen.

(201)

Ook wat de prijzen betreft, bedroeg de prijsonderbiedingsmarge van de Chinese invoer op de markt van de Unie meer dan 40 %, zonder rekening te houden met antidumpingrechten, zoals uiteengezet in overweging 148. Dit zou erop wijzen dat zonder maatregelen de invoer uit de VRC in grotere volumes een aanzienlijke prijsdruk zou uitoefenen op de bedrijfstak van de Unie.

6.1.3.   Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie

(202)

Rekening houdend met deze prijsanalyse in de vorige overweging en overweging 120 indien de maatregelen zouden komen te vervallen, zouden de Chinese producenten-exporteurs een sterke prikkel hebben om hun uitvoer naar de Unie te verleggen, waar zij hogere prijzen zouden kunnen bereiken, terwijl zij nog steeds in staat zouden zijn de verkoopprijs van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk te onderbieden. Tevens zouden zij hun reservecapaciteiten kunnen gebruiken om de uitvoer naar de markt van de Unie te vergroten.

(203)

Voorts is de markt van de Unie op basis van beschikbare informatie een van de grootste ter wereld en omvat zij een breed scala van sectoren die stalen kabels gebruiken, waaronder de visserij, de zeevaart, de scheepsbouw, de olie- en gasindustrie, de mijnbouw, de bosbouw, het luchtvervoer, de automobielindustrie, de civiele techniek, de bouw en de liftindustrie. Dit toont de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie aan.

(204)

Bovendien kan, zoals uiteengezet in overweging 122, redelijkerwijs worden geconcludeerd dat het aantrekkelijker is om de uitvoer naar een eengemaakte markt te verhogen dan naar verschillende kleinere markten, aangezien door de verkoop aan grote afnemers in hetzelfde gebied de verzendings-, logistieke en organisatorische kosten kunnen verminderen en ook een zekere bezettingsgraad van de fabrieken waar stalen kabels worden vervaardigd, kan worden gewaarborgd.

(205)

Ook als het gaat om prijzen is het duidelijk dat de markt van de Unie een aantrekkelijke markt is, aangezien Chinese producenten-exporteurs hogere winsten kunnen genereren met verkoop naar de Unie dan met hun verkopen naar andere uitvoermarkten.

(206)

Een andere aanwijzing voor de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie is het feit dat er sinds het begin van de instelling van de maatregelen door Chinese exporteurs pogingen tot ontwijking zijn ondernomen, zoals uiteengezet in punt 1.1.

(207)

Derhalve wordt geconcludeerd dat de producenten-exporteurs in de VRC over voldoende potentieel en prikkels beschikken om het volume van hun uitvoer van stalen kabels naar de Unie tegen dumpingprijzen die de prijzen van de bedrijfstak van de Unie fors onderbieden, aanzienlijk te vergroten, indien de maatregelen zouden komen te vervallen.

6.1.4.   Gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie

(208)

De bedrijfstak van de Unie is, wanneer het huidige prijsniveau behouden blijft, niet in staat om zijn verkoopvolume en marktaandeel tegenover de goedkope invoer uit de VRC te handhaven. Het is zeer waarschijnlijk dat het Chinese marktaandeel snel zal stijgen indien de maatregelen zouden komen te vervallen. Dit zou hoogstwaarschijnlijk ten koste gaan van de bedrijfstak van de Unie, aangezien zijn prijsniveau het hoogste is, met name in vergelijking met de prijs van de invoer uit de VRC zonder antidumpingrechten, zoals uiteengezet in overweging 149. Een daling van de verkoopvolumes zou leiden tot een nog lagere bezettingsgraad en een stijging van de gemiddelde productiekosten. Hierdoor zou de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie verder verslechteren en zou het risico op een verliesgevende situatie die zich reeds in de beoordelingsperiode heeft voorgedaan, groter worden.

(209)

Indien de bedrijfstak van de Unie zou besluiten zijn prijsniveaus te verlagen in een poging om zijn verkoopvolume en marktaandeel te behouden, zal de financiële situatie bijna onmiddellijk verslechteren en de verliesgevende situatie die reeds aan het begin van de beoordelingsperiode werd waargenomen, zich waarschijnlijk opnieuw voordoen en zelfs verergeren.

(210)

Het vervallen van de maatregelen heeft in beide scenario’s waarschijnlijk negatieve gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie, de werkgelegenheid daaronder begrepen. Tijdens de beoordelingsperiode was de bedrijfstak van de Unie reeds gedwongen de productgerelateerde werkgelegenheid met 3 % in te krimpen (zie tabel 8). Een verdere verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Unie vergroot het risico dat hele productie-eenheden moeten worden gesloten.

(211)

Derhalve kan worden geconcludeerd dat het zeer waarschijnlijk is dat het vervallen van de bestaande maatregelen zou leiden tot een herhaling van schade veroorzaakt door de invoer van stalen kabels uit China en dat de reeds door de bedrijfstak van de Unie geleden schade nog zou toenemen.

(212)

Er wordt erkend dat de invoer van stalen kabels uit de Republiek Korea en andere derde landen, gezien het hoge en stijgende volume daarvan, een factor is die bijdraagt tot de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. In dit onderzoek werd op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening echter alleen beoordeeld of voortzetting of herhaling van schade als gevolg van de invoer van stalen kabels uit China tegen schadeveroorzakende prijzen waarschijnlijk is indien de huidige antidumpingmaatregelen zouden komen te vervallen. Gezien de kwetsbare situatie van de bedrijfstak van de Unie zou bij een aanzienlijke toename van de invoer uit de VRC die situatie verslechteren als gevolg van de aanzienlijke reservecapaciteit in de VRC, de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie en de mogelijke lage prijzen van de Chinese uitvoer van stalen kabels naar de Unie.

(213)

De Chinese invoer van stalen kabels komt momenteel in veel kleinere volumes op de markt van de Unie dan vóór de instelling van de maatregelen. Door de invoerprijzen, met inbegrip van de antidumpingrechten, zijn de niet-verstoorde concurrentievoorwaarden tussen de Chinese exporteurs van het onderzochte product en de bedrijfstak van de Unie met succes hersteld. Het feit dat de invoer uit derde landen de invoer uit de VRC waarop antidumpingrechten van toepassing zijn, onderbiedt, doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de Commissie om binnen het kader van dit onderzoek te blijven. Zoals uiteengezet in overweging 211 heeft de Commissie aangetoond dat het vervallen van de maatregelen zeer waarschijnlijk zou leiden tot herhaling van schade.

6.2.   Conclusie

(214)

Op basis van de bovenstaande analyse heeft de Commissie geconcludeerd dat intrekking van de maatregelen naar alle waarschijnlijkheid zou leiden tot een aanzienlijke toename van de invoer van stalen kabels uit de VRC tegen dumpingprijzen die de prijzen van de bedrijfstak van de Unie onderbieden, waardoor de bedrijfstak van de Unie nog meer schade zou lijden. Daardoor zou de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Unie ernstig in gevaar komen.

7.   BELANG VAN DE UNIE

(215)

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of handhaving van de bestaande antidumpingmaatregelen in strijd is met het belang van de Unie in haar geheel. Het belang van de Unie werd vastgesteld aan de hand van een afweging van alle betrokken belangen, met inbegrip van die van de bedrijfstak van de Unie, de importeurs, de gebruikers en de leveranciers.

(216)

Alle belanghebbenden werden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van de basisverordening in de gelegenheid gesteld hun standpunt bekend te maken.

(217)

In het vorige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen werd voortzetting van de maatregelen niet in strijd met het belang van de Unie geacht. Voorts kan nu, omdat het om een nieuw onderzoek gaat waarbij een situatie wordt onderzocht waarin al antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, worden nagegaan of die maatregelen ongewenste negatieve gevolgen voor de betrokken partijen hebben.

(218)

Op basis hiervan werd onderzocht of er, ondanks de conclusies inzake de waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping en herhaling van schade, dwingende redenen waren om te concluderen dat handhaving van maatregelen in dit bijzondere geval niet in het belang van de Unie was.

7.1.   Belang van de bedrijfstak van de Unie

(219)

Uit het onderzoek is gebleken dat indien de maatregelen zouden komen te vervallen, dit waarschijnlijk aanzienlijke negatieve gevolgen zou hebben voor de bedrijfstak van de Unie en dat de schade die nu al wordt geleden verder zou toenemen. Door het vervallen van de maatregelen zou de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Unie ernstig in gevaar komen, aangezien bepaalde producenten in de Unie hun activiteiten zouden moeten staken (of gedeeltelijk staken), waardoor de markt van de Unie afhankelijker wordt van de invoer van stalen kabels.

(220)

Daarom is het handhaven van de geldende antidumpingmaatregelen in het belang van de bedrijfstak van de Unie.

7.2.   Belang van importeurs

(221)

Zoals al werd vermeld in overweging 29, heeft geen van de importeurs medewerking verleend aan het onderzoek. Er wordt aan herinnerd dat in de eerdere onderzoeken werd vastgesteld dat de instelling van maatregelen geen grote gevolgen zou hebben voor de importeurs. Bij gebrek aan bewijs waaruit iets anders blijkt, kan bijgevolg worden bevestigd dat de geldende maatregelen geen negatief effect van betekenis hebben gehad op hun financiële situatie en dat de voortzetting van de maatregelen geen ernstige gevolgen voor importeurs zou hebben.

7.3.   Belang van gebruikers

(222)

Het onderzochte product wordt gebruikt voor zeer uiteenlopende toepassingen, bijvoorbeeld in de visserij, de zeevaart/scheepvaart, de olie- en gasindustrie, de mijnbouw, de bosbouw, de luchtvaart, weg- en waterbouw, de bouwsector en de liftindustrie.

(223)

Zoals vermeld in overweging 223, heeft geen enkele gebruiker aan dit onderzoek meegewerkt. Sommige gebruikers van stalen kabels hebben kenbaar gemaakt dat zij de voortzetting van de maatregelen steunen en hebben gewezen op het belang van een betrouwbare toeleveringsketen voor producten op basis van stalen kabels in de EU.

(224)

Daarom, en gezien het ontbreken van overtuigende tegenargumenten, werd geconcludeerd dat de geldende maatregelen geen aanzienlijke negatieve gevolgen hebben voor de economische situatie van de gebruikers en dat voortzetting van de maatregelen dus geen buitensporige gevolgen zou hebben voor de situatie van de verwerkende bedrijven.

7.4.   Belang van leveranciers

(225)

Sommige leveranciers van de bedrijfstak voor stalen kabels, bijvoorbeeld producenten van draad en producenten van verpakkingsmateriaal, zoals houten kabeltrommels, hebben ook gemeld de voortzetting van de maatregelen te steunen, waarbij zij tevens wezen op het strategische belang van de bedrijfstak voor stalen kabels in de EU voor andere sectoren, zoals de staalindustrie.

7.5.   Conclusie inzake het belang van de Unie

(226)

Derhalve heeft de Commissie geconcludeerd dat er, wat het belang van de Unie betreft, geen dwingende redenen zijn om de definitieve antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van stalen kabels uit de VRC niet te handhaven.

8.   ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(227)

Op basis van de conclusies van de Commissie inzake de voortzetting van dumping, de herhaling van schade en het belang van de Unie moeten de antidumpingmaatregelen ten aanzien van stalen kabels uit de VRC worden gehandhaafd.

(228)

Alle belanghebbenden zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was aan te bevelen de bestaande maatregelen ten aanzien van de invoer van stalen kabels uit de VRC te handhaven. Zij konden hierover tevens binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken. Er zijn geen opmerkingen van de partijen ontvangen.

(229)

Zoals uiteengezet in overweging 6 werden de geldende antidumpingrechten op de invoer van stalen kabels uit de VRC uitgebreid tot de invoer van stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko of de Republiek Korea. De uitbreiding van het te handhaven antidumpingrecht op stalen kabels uit de VRC moet blijven gelden voor stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko of de Republiek Korea. De producent-exporteur uit Marokko die werd vrijgesteld van de bij Verordening (EG) nr. 1886/2004 uitgebreide maatregelen, moet ook worden vrijgesteld van de bij deze verordening vastgestelde maatregelen. De 15 producenten-exporteurs uit de Republiek Korea die werden vrijgesteld van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 400/2010 uitgebreide maatregelen, moeten ook worden vrijgesteld van de bij deze verordening vastgestelde maatregelen.

(230)

Indien een bedrag moet worden terugbetaald naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, geldt ingevolge artikel 109 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (83) als rentevoet de rente die de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties hanteert, zoals bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie op de eerste kalenderdag van elke maand.

(231)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op stalen kabels (gesloten kabels daaronder begrepen), met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 81, ex 7312 10 83, ex 7312 10 85, ex 7312 10 89 en ex 7312 10 98 (Taric-codes 7312108112, 7312108113, 7312108119, 7312108312, 7312108313, 7312108319, 7312108512, 7312108513, 7312108519, 7312108912, 7312108913, 7312108919, 7312109812, 7312109813 en 7312109819).

2.   Het definitieve antidumpingrecht dat van toepassing is op de cif-nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van het in lid 1 genoemde product en van oorsprong uit de VRC bedraagt 60,4 %.

3.   Het in lid 2 genoemde definitieve antidumpingrecht dat van toepassing is op de invoer uit de VRC, wordt uitgebreid tot de invoer van dezelfde stalen kabels verzonden vanuit Marokko, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko (Taric-codes 7312108112, 7312108312, 7312108512, 7312108912 en 7312109812), met uitzondering van die welke worden geproduceerd door Remer Maroc SARL, Zone Industrielle, Tranche 2, Lot 10, Settat, Marokko (aanvullende Taric-code A567), en tot de invoer van dezelfde stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea (Taric-codes 7312108113, 7312108313, 7312108513, 7312108913 en 7312109813), met uitzondering van die welke door de onderstaande ondernemingen worden geproduceerd:

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Republiek Korea

Bosung Wire Rope Co., Ltd, 568, Yongdeok-ri, Hallim-myeon, Gimae-si, Gyeongsangnam-do, 621-872

A969

Chung Woo Rope Co., Ltd, 1682-4, Songjung-Dong, Gangseo-gu, Busan

A969

CS Co., Ltd, 31-102, Junam maeul 2-gil, Yangsan, Gyeongsangnam-do

A969

Cosmo Wire Ltd, 4-10, Koyeon-Ri, Woong Chon-Myon Ulju-kun, Ulsan

A969

Dae Heung Industrial Co., Ltd, 185 Pyunglim-ri, Daesan-myun, Haman-gun, Gyungnam

A969

Daechang Steel Co., Ltd, 1213, Aam-daero, Namdong-gu, Incheon

C057

DSR Wire Corp., 291, Seonpyong-ri, Seo-myon, Suncheon-City, Jeonnam

A969

Goodwire MFG. Co. Ltd, 984-23, Maegok-dong, Yangsan-City, Kyungnam

B955

 

Kiswire Ltd, 37, Gurak-ro, 141 Beon-gil, Suyeong-gu, Busan, Korea 48212

A969

 

Manho Rope & Wire Ltd, Dongho Bldg., 85-2 4 Street Joongang-dong, Jong-gu, Busan

A926

 

Line Metal Co. Ltd, 1259 Boncho-ri, Daeji-myeon, Changnyeong-gun, Gyeongnam

B926

 

Seil Wire and Cable, 47-4, Soju-dong, Yangsan-si, Kyungsangnamdo

A994

 

Shin Han Rope Co., Ltd, 715-8, Gojan-dong, Namdong-gu, Incheon

A969

 

Ssang Yong Cable Mfg. Co., Ltd, 1559-4 Song-jeong dong, Gang-seo gu, Busan

A969

 

‘Youngwire, 71-1 Sin-Chon Dong, Changwon-City, Gyungnam (84)

A969

Artikel 2

Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juni 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad van 12 augustus 1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van stalen kabels uit de Volksrepubliek China, Hongarije, India, Mexico, Polen, Zuid-Afrika en Oekraïne, tot definitieve inning van het op deze invoer ingestelde voorlopige antidumpingrecht en tot beëindiging van de antidumpingprocedure in verband met deze invoer uit de Republiek Korea (PB L 217 van 17.8.1999, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(4)  Verordening (EG) nr. 760/2004 van de Raad van 22 april 2004 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 werd ingesteld op stalen kabels uit, onder meer, Oekraïne, tot stalen kabels die vanuit Moldavië zijn verzonden, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Moldavië (PB L 120 van 24.4.2004, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 1886/2004 van de Raad van 25 oktober 2004 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 werd ingesteld op stalen kabels uit onder meer de Volksrepubliek China, tot stalen kabels die vanuit Marokko zijn verzonden, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, en tot beëindiging van het onderzoek ten aanzien van een Marokkaanse exporteur (PB L 328 van 30.10.2004, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 1858/2005 van de Raad van 8 november 2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van stalen kabels uit de Volksrepubliek China, India, Zuid-Afrika en Oekraïne naar aanleiding van een herzieningsonderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 (PB L 299 van 16.11.2005, blz. 1).

(7)  Mededeling in verband met het vervallen van bepaalde anti-dumpingmaatregelen (PB C 203 van 11.8.2004, blz. 4).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 400/2010 van de Raad van 26 april 2010 tot uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ingestelde definitieve antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China tot stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea, en tot beëindiging van het onderzoek betreffende de invoer van stalen kabels verzonden vanuit Maleisië (PB L 117 van 11.5.2010, blz. 1).

(9)  Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (PB C 311 van 16.11.2010, blz. 16).

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 102/2012 van de Raad van 27 januari 2012 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden uit Marokko, Moldavië en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, na een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en tot beëindiging van de procedure van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen betreffende de invoer van stalen kabels uit Zuid-Afrika overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 36 van 9.2.2012, blz. 1).

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/607 van de Commissie van 19 april 2018 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 20.4.2018, blz. 40).

(12)  Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (PB C 41 van 8.2.2017, blz. 4).

(13)   PB C 280 van 21.7.2022, blz. 23.

(14)  Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 130 van 14.4.2023, blz. 8).

(15)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444 van de Commissie van 11 juli 2023 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op platbulbstaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Turkije (PB L 177 van 12.7.2023, blz. 63); Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100 van de Commissie van 11 januari 2023 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op navulbare vaten van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 10 van 12.1.2023, blz. 36); Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068 van de Commissie van 26 oktober 2022 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde koudgewalste platte staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China en de Russische Federatie naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 149); Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191 van de Commissie van 16 februari 2022 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 36 van 17.2.2022, blz. 1); Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95 van de Commissie van 24 januari 2022 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde hulpstukken voor buisleidingen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot bepaalde hulpstukken voor buisleidingen, van ijzer of van staal, verzonden vanuit Taiwan, Indonesië, Sri Lanka en de Filipijnen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 16 van 25.1.2022, blz. 36).

(16)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 66; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 58; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 80; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 208; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 59.

(17)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 45; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 38; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 64; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 192; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 46.

(18)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 58; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 40; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 66; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overwegingen 193 en 194; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 47. Terwijl het recht van de relevante overheidsinstanties om belangrijk leidinggevend personeel in staatsondernemingen te benoemen en te ontslaan, zoals voorzien in de Chinese wetgeving, kan worden beschouwd als afspiegeling van de corresponderende eigendomsrechten, vormen daarnaast cellen van de Chinese Communistische Partij (“CCP”) in ondernemingen — niet alleen in staatsondernemingen maar ook in particuliere ondernemingen — een ander belangrijk kanaal door middel waarvan de staat zich in de besluitvorming van ondernemingen kan mengen. Volgens het vennootschapsrecht van de VRC moet in elke onderneming een CCP-organisatie worden opgezet (met ten minste drie CCP-leden zoals bepaald in de statuten van de CCP) en moet de onderneming de nodige voorwaarden scheppen voor de activiteiten van de partijorganisatie. Deze eis lijkt in het verleden niet altijd te zijn gevolgd of strikt te zijn gehandhaafd. De CCP heeft haar aanspraken op zeggenschap bij zakelijke beslissingen in staatsondernemingen echter sinds 2016 nadrukkelijker als politiek beginsel doen gelden. Ook zijn er berichten dat de CCP druk uitoefent op particuliere ondernemingen om “vaderlandslievendheid” voorop te stellen en zich naar de partijlijn te voegen. In 2017 werd bericht dat in 70 % van de circa 1,86 miljoen ondernemingen in particuliere eigendom partijcellen aanwezig waren, en dat er toenemende druk was om de CCP-organisaties het laatste woord te laten hebben bij de zakelijke besluitvorming in de betrokken ondernemingen. Deze voorschriften zijn van algemene toepassing in de gehele Chinese economie, in alle sectoren, ook op producenten van het onderzochte product en de leveranciers van de grondstoffen ervan.

(19)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 59; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 43; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 68; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overwegingen 195-201; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overwegingen 48-52.

(20)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 62; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 52; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 74; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 202; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 53.

(21)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 45; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 33; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 75; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 203; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 54.

(22)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 64; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 54; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2068, overweging 76; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 204; Uitvoeringsverordening (EU) 2022/95, overweging 55.

(23)  Werkdocument van de diensten van de Commissie SWD (2017) 483 final/2, van 20.12.2017, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=SWD(2017)483&lang=nl.

(24)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2022/191, overweging 187 e.v.; Uitvoeringsverordening (EU) 2021/635 van de Commissie van 16 april 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde gelaste buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal, van oorsprong uit Belarus, de Volksrepubliek China en Rusland, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 19.4.2021, blz. 145), overweging 100 e.v.; Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2239 van de Commissie van 15 december 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde stalen windmolenmasten voor grootschalige toepassing van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 450 van 16.12.2021, blz. 59, overweging 52 e.v.); Uitvoeringsverordening (EU) 2020/508 van de Commissie van 7 april 2020 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platen en rollen van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië, de Volksrepubliek China en Taiwan (PB L 110 van 8.4.2020, blz. 3, overweging 103 e.v.).

(25)  Zie: http://wap.sasac.gov.cn/n2588045/n27271785/n27271792/c14159097/content.html (geraadpleegd op 6 december 2023).

(26)  Zie: http://wap.sasac.gov.cn/n2588045/n27271785/n27271792/c14159097/content.html (geraadpleegd op 6 december 2023).

(27)  Zie: www.cqgt.cn (geraadpleegd op 6 december 2023).

(28)  Zie: https://www.magang.com.cn/ (geraadpleegd op 6 december 2023).

(29)  Zie: https://www.qixin.com/company/ab02483a-5ed7-49fe-b6e6-8ea39dc4dc80 (geraadpleegd op 7 december 2023).

(30)  Zie: http://www.ansteel.cn/about/company_profile/ (geraadpleegd op 10 december 2023).

(31)  Zie: https://www.qcc.com/firm/d620835aaae14e62fdc965fd41a51d8d.html (geraadpleegd op 7 december 2023).

(32)  Zie: https://www.gov.cn/zhengce/zhengceku/2022-02/08/content_5672513.htm (geraadpleegd op 7 december 2023).

(33)  Zie afdeling IV, onderafdeling 3 van het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie.

(34)  Zie: https://www.miit.gov.cn/zwgk/zcwj/wjfb/tz/art/2023/art_2a4233d696984ab59610e7498e333920.html (geraadpleegd op 7 december 2023).

(35)  Zie het driejarige actieplan voor clusterontwikkeling in de keten van de staalindustrie, hoofdstuk I, afdeling 3, van de provincie Hebei, te raadplegen via: https://huanbao.bjx.com.cn/news/20200717/1089773.shtml (geraadpleegd op 7 december 2023).

(36)  Zie het uitvoeringsplan voor de transformatie en modernisering van de staalindustrie van Henan tijdens het 14e vijfjarenplan, hoofdstuk II, afdeling 3, te raadplegen via: https://huanbao.bjx.com.cn/news/20211210/1192881.shtml (geraadpleegd op 8 december 2023).

(37)  Werkplan voor de transformatie en modernisering en de verbetering van de indeling van de staalsector 2019-2025 van de provincie Jiangsu, te raadplegen via: http://www.jiangsu.gov.cn/art/2019/5/5/art_46144_8322422.html (geraadpleegd op 8 december 2023).

(38)  14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de staalindustrie van de provincie Shandong, te raadplegen via: http://gxt.shandong.gov.cn/art/2021/11/18/art_15681_10296246.html (geraadpleegd op 8 december 2023).

(39)  Actieplan voor de transformatie en modernisering van de staalindustrie 2020 van de provincie Shanxi, te raadplegen via: http://gxt.shanxi.gov.cn/zfxxgk/zfxxgkml/cl/202110/t20211018_2708031.shtml (geraadpleegd op 8 december 2023).

(40)  14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de be- en verwerkende industrie van de gemeente Dalian, Liaoning: “Tegen 2025 zal de industriële outputwaarde van nieuwe materialen 15 miljoen yuan bereiken, en is het niveau van uitrusting en belangrijke materialen dat de capaciteit waarborgt duidelijk verbeterd” , te raadplegen via: https://www.dl.gov.cn/art/2021/12/20/art_854_1995411.html (geraadpleegd op 5 december 2023).

(41)  Actieplan ter bevordering van een hoogwaardige ontwikkeling van de staalindustrie van de provincie Zhejiang: “Fusies en reorganisaties van ondernemingen bevorderen, het concentratieproces versnellen, het aantal staalsmeltende ondernemingen terugbrengen tot ongeveer tien bedrijven” , te raadplegen via: https://www.dl.gov.cn/art/2021/12/20/art_854_1995411.html (geraadpleegd op 5 december 2023).

(42)  Zie: http://www.ansteel.cn/dangdejianshe/dangjiandongtai/2023-03-17/12429.html (geraadpleegd op 6 december 2023).

(43)  Zie: https://www.baoganggf.com/ggry (geraadpleegd op 13 december 2023).

(44)  Zie: https://www.shougang.com.cn/sgweb/html/gsld.html (geraadpleegd op 13 december 2023).

(45)  Zie: https://www.handannews.com.cn/news/content/2023-05/20/content_20113749.html (geraadpleegd op 9 december 2023).

(46)  Zie: https://foundry.org.cn/%e5%8d%8f%e4%bc%9a%e7%ab%a0%e7%a8%8b (geraadpleegd op 9 december 2023).

(47)  Zie: https://www.chinafasten.com/ (geraadpleegd op 6 december 2023).

(48)  Zie: http://www.ansteel.cn/ (geraadpleegd op 6 december 2023).

(49)  Zie: http://file.finance.sina.com.cn/211.154.219.97:9494/MRGG/CNSESZ_STOCK/2023/2023-4/2023-04-29/9184004.PDF blz. 56 (geraadpleegd op 6 december 2023).

(50)  Rapport, deel III, hoofdstuk 14, blz. 346 e.v.

(51)  Zie het 14e vijfjarenplan van de Volksrepubliek China voor nationale economische en sociale ontwikkeling en langetermijndoelstellingen voor 2035, deel III, artikel VIII, beschikbaar op: https://cset.georgetown.edu/publication/china-14th-five-year-plan/ (geraadpleegd op 13 december 2023).

(52)  Zie met name de afdelingen I en II van het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie.

(53)  Zie: https://www.miit.gov.cn/zwgk/zcwj/wjfb/tz/art/2023/art_2a4233d696984ab59610e7498e333920.html (geraadpleegd op 13 december 2023).

(54)  Zie het 14e vijfjarenplan voor de ontwikkeling van de grondstoffenindustrie, blz. 22.

(55)  Zie: https://en.ndrc.gov.cn/news/mediarusources/202203/t20220325_1320408.html (geraadpleegd op 5 december 2023).

(56)  Zie het actieplan 1 + 3 voor ijzer en staal 2022 van de gemeente Tangshan, Hebei, hoofdstuk 4, afdeling 2, te raadplegen via: http://www.chinaisa.org.cn/gxportal/xfgl/portal/content.html?articleId=e2bb5519aa49b566863081d57aea9dfdd59e1a4f482bb7acd243e3ae7657c70b&columnId=3683d857cc4577e4cb75f76522b7b82cda039ef70be46ee37f9385ed3198f68a (geraadpleegd op 13 december 2023).

(57)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1444, overweging 63; Uitvoeringsverordening (EU) 2023/100, overweging 33.

(58)  World Bank Open Data — Upper Middle Income, https://data.worldbank.org/income-level/upper-middle-income.

(59)  Als het onderzochte product in geen enkel land met een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau wordt geproduceerd, kan de productie van een product in dezelfde algemene categorie en/of sector als van het onderzochte product in aanmerking worden genomen.

(60)   https://www.tnb.com.my/commercial-industrial/pricing-tariffs1.

(61)   https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/sntep/publicacoes/boletins-mensais-de-energia/2022-2/ingles.

(62)   http://www.mea.or.th/en/profile/109/114.

(63)  Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33), zoals gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/749 van de Commissie van 24 februari 2017 (PB L 113 van 29.4.2017, blz. 11).

(64)   https://data.tuik.gov.tr/Bulten/DownloadIstatistikselTablo?p=tg4QGRdNcBVDQo/mmOOyD/8g3GlHdKhwM0SMnhh4V/APyz9UrZvk0kK90vktK5jo.

(65)   http://www.gtis.com/gta/secure/default.cfm.

(66)  Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33). Volgens artikel 2, lid 7, van de basisverordening kunnen de binnenlandse prijzen in die landen niet worden gebruikt voor de vaststelling van de normale waarde.

(67)  De loonkosten zijn te raadplegen op https://data.tuik.gov.tr/Bulten/DownloadIstatistikselTablo?p=tg4QGRdNcBVDQo/mmOOyD/8g3GlHdKhwM0SMnhh4V/APyz9UrZvk0kK90vktK5jo.

(68)   https://data.tuik.gov.tr/Bulten/Index?p=Consumer-Price-Index-December-2022-49651&dil=2.

(69)  Om redenen van vertrouwelijkheid worden de verbruiksgegevens niet bekendgemaakt in de desbetreffende bijlagen over elektriciteit.

(70)   https://www.gov.br/mme/pt-br/assuntos/secretarias/sntep/publicacoes/boletins-mensais-de-energia/2022-2/ingles.

(71)   https://www.tnb.com.my/commercial-industrial/pricing-tariffs1.

(72)   http://www.mea.or.th/en/.

(73)   http://www.mea.or.th/en/profile/109/114.

(74)   https://www.celikhalat.com.tr/images/uploaded/Celik%20Halat%20SPK_30.09.22%20.pdf.

(75)  Zie punt 5.2 van de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, en ook punt 1 van de niet-vertrouwelijke versie van de opmerkingen van EWRIS van 15 februari 2024.

(76)  Bladzijden 15 en 21 tot en met 23 van het rapport, waarvan een extractie is opgenomen in bijlage 10 bij de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen. Het volledige rapport is openbaar en tegen betaling bij de uitgever te verkrijgen.

(77)  Zie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/607, overweging 60.

(78)  Zie punt 26 van de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen.

(79)  Zie punt 5.2.b van de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen.

(80)  Zie de punten 30 en 95 van de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen.

(81)  Zie de punten 5 en 98 van de niet-vertrouwelijke versie van het verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, alsmede punt 1 van de niet-vertrouwelijke versie van de opmerkingen van EWRIS van 15 februari 2024.

(82)   https://ad-notification.wto.org/explore-data/measures.

(83)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(84)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1624 van de Commissie van 20 september 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/607 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit Marokko en de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 244 van 21.9.2022, blz. 8).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1666/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top