EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0296

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/296 van de Commissie van 9 november 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 wat betreft de berichten betreffende accijnsgoederen die onder schorsing van accijns worden uitgevoerd

C/2023/7473

PB L, 2024/296, 22.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/296/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/296/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/296

22.1.2024

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/296 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 2023

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 wat betreft de berichten betreffende accijnsgoederen die onder schorsing van accijns worden uitgevoerd

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (1), en met name artikel 29, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 21, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van uitvoer de gegevens van het elektronische administratieve document aan de uitvoeraangifte toetsen en moeten zij de lidstaat van verzending via het geautomatiseerde systeem als bedoeld in Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad (2) (hierna “het geautomatiseerde systeem” genoemd) in kennis stellen van eventuele inconsistenties tussen het elektronische administratieve document en de uitvoeraangifte.

(2)

Krachtens artikel 21, lid 5, van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van uitvoer de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending ervan in kennis stellen als goederen het douanegebied van de Unie niet langer verlaten.

(3)

Overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 moet de Commissie de structuur en de inhoud van dergelijke kennisgevingen vaststellen.

(4)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 van de Commissie (3) zijn de structuur en de inhoud van de in het kader van de overbrenging van accijnsgoederen uitgewisselde documenten vastgesteld, maar niet de structuur en de inhoud van de in artikel 21, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde documenten. Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Krachtens artikel 27, lid 2, van Richtlijn (EU) 2020/262 moet gebruik worden gemaakt van een nooddocument wanneer de kennisgeving dat de goederen het grondgebied van de Unie niet langer zullen verlaten overeenkomstig artikel 21, lid 5, niet kan worden opgesteld omdat het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is. Overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 moet de Commissie de structuur en de inhoud van de nooddocumenten vaststellen. Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd om de inhoud van dit nooddocument vast te stellen.

(6)

Het geautomatiseerde accijnssysteem zal naar verwachting ten laatste op 13 februari 2024 aan het geautomatiseerde uitvoersysteem van de EU worden gekoppeld. Overeenkomstig artikel 54 van Richtlijn (EU) 2020/262 kunnen de in artikel 21, lid 5, van deze richtlijn bedoelde kennisgevingen tot 13 februari 2024 met behulp van andere middelen dan het geautomatiseerde systeem worden gedaan. Aangezien deze verordening betrekking heeft op procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns die uit de Unie worden uitgevoerd, moet zij met ingang van 13 februari 2024 van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 6 bis

Berichten betreffende accijnsgoederen die onder schorsing van accijns worden uitgevoerd

1.   De berichten met betrekking tot de toetsing van het elektronische administratieve document aan de uitvoeraangifte zoals bepaald in artikel 21, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262, moeten aan de in tabellen 7 en 8 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.

2.   De berichten met betrekking tot de kennisgeving dat goederen het douanegebied van de Unie niet langer zullen verlaten zoals bepaald in artikel 21, lid 5, van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten aan de in tabel 9 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.”.

2)

In artikel 9 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   De in artikel 27, leden 1 en 2, en in artikel 39 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde nooddocumenten moeten “Noodbericht van ontvangst voor overbrengingen van accijnsgoederen”, “Noodbericht van uitvoer voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns” of “Noodkennisgeving van ongeldigmaking van uitvoeraangifte aan de autoriteiten van de lidstaat van verzending” worden genoemd, naargelang het geval. De gegevens moeten worden opgegeven in de vorm van gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen zoals vermeld in de kolommen A en B van tabel 6 van bijlage I of in de kolommen A en B van tabel 9 van bijlage I. Alle gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen waartoe zij behoren, moeten worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters zoals vermeld in de kolommen A en B van tabel 6 van bijlage I of in de kolommen A en B van tabel 9 van bijlage I.”

.

3)

Bijlage I wordt geschrapt en vervangen door bijlage I bij deze verordening.

4)

Bijlage II wordt geschrapt en vervangen door bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 februari 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 november 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 58 van 27.2.2020, blz. 4.

(2)  Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2020 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (PB L 58 van 27.2.2020, blz. 43).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 van de Commissie van 5 juli 2022 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad door vaststelling van de structuur en de inhoud van de in het kader van de overbrenging van accijnsgoederen uitgewisselde documenten en vaststelling van een drempelwaarde voor verliezen vanwege de aard van de goederen (PB L 247 van 23.9.2022, blz. 2).


BIJLAGE I

“BIJLAGE I

Berichten ten behoeve van overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns of overbrengingen van accijnsgoederen die voordien op het grondgebied van de ene lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd

TOELICHTINGEN

1.

De gegevenselementen van de elektronische berichten (1) die overeenkomstig de artikelen 20 tot en met 25 en de artikelen 36 en 37 van Richtlijn (EU) 2020/262 worden uitgewisseld, zijn gestructureerd in gegevensgroepen en in voorkomend geval gegevenssubgroepen zoals vermeld in de tabellen 1 tot en met 9 van deze bijlage. De kolommen van de tabellen 1 tot en met 9 bevatten de volgende informatie:

a)

kolom A: de numerieke cijfercode die aan elke gegevensgroep en gegevenssubgroep is toegekend. Elke subgroep krijgt het volgnummer van de gegevens(sub)groep waartoe hij behoort (bijvoorbeeld: wanneer de gegevensgroep het nummer 1 heeft, krijgt een gegevenssubgroep van deze groep het nummer 1.1 en een gegevenssubgroep van deze subgroep het nummer 1.1.1);

b)

kolom B: de alfabetische lettercode die aan elk gegevenselement in een gegevens(sub)groep is toegekend;

c)

kolom C: een identificatie van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement;

d)

kolom D: een waarde voor elke gegevens(sub)groep of elk gegevenselement die aangeeft of het desbetreffende gegeven:

i)

verplicht is (“R”/Required), hetgeen betekent dat de gegevens verstrekt moeten worden. Wanneer een gegevens(sub)groep de waarde optioneel (“O”) of conditioneel (“C”) heeft, kunnen gegevenselementen van die groep nog altijd de waarde “R” hebben als de bevoegde autoriteiten van de lidstaat hebben besloten dat de gegevens in deze (sub)groep ingevuld moeten worden of wanneer de voorwaarde vervuld is;

ii)

optioneel is (“O”/Optional), hetgeen betekent dat de persoon die het bericht indient (afzender of geadresseerde), de gegevens mag vermelden, tenzij een lidstaat heeft bepaald dat de gegevens verplicht zijn in overeenstemming met de optie die is opgenomen in kolom E voor een aantal van de optionele gegevens(sub)groepen of gegevenselementen;

iii)

conditioneel is (“C”/Conditional), hetgeen betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van andere gegevens(sub)groepen of gegevenselementen in hetzelfde bericht;

iv)

afhankelijk is (“D”/Dependent), hetgeen betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van een voorwaarde die niet kan worden gecontroleerd door het geautomatiseerde systeem, zoals opgenomen in de kolommen E en F;

e)

kolom E bevat de voorwaarde(n) voor de gegevens waarvan de vermelding de waarde “C” heeft, specificeert in voorkomend geval het gebruik van de gegevens met de waardes “O” en “D”, en geeft aan welke gegevens door de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt;

f)

kolom F bevat, indien nodig, nadere uitleg voor het invullen van het bericht;

g)

kolom G bevat:

i)

voor sommige gegevens(sub)groepen een cijfer gevolgd door het teken “x” waarmee wordt aangegeven hoe vaak de gegevens(sub)groep kan worden herhaald in het bericht (standaard = 1);

ii)

voor ieder gegevenselement, behalve de gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum weergeven, de identificatiekenmerken van het gegevenstype en de gegevenslengte. De codes voor het gegevenstype zijn “a” voor alfabetisch, “n” voor numeriek en “an” voor alfanumeriek.

Het cijfer na de code geeft de toegestane gegevenslengte voor het desbetreffende gegevenselement aan. De facultatieve twee punten vóór de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar het maximale aantal karakters kunnen bevatten dat door de lengte-indicator wordt aangegeven. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het gegeven decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt;

iii)

voor gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum aangeven, de vermelding “datum”, “tijd” of “datumtijd”, hetgeen betekent dat de datum, het tijdstip of de datum en het tijdstip moeten worden vermeld volgens ISO-norm 8601 voor de weergave van datum en tijd.

2.

In de tabellen 1 tot en met 9 worden de volgende afkortingen gebruikt:

a)

“e-AD”: elektronisch administratief document;

b)

“e-VAD”: elektronisch vereenvoudigd administratief document;

c)

“ARC”: administratieve referentiecode;

d)

“SEED”: systeem voor de uitwisseling van accijnsgegevens, bedoeld in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (2);

e)

“ED-invoer”: enig document voor invoer;

f)

“GN-code”: code van de gecombineerde nomenclatuur;

g)

“MRN”: identificatienummer voor verzending.

Tabel 1

(als bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 9, lid 1)

Voorlopig elektronisch (vereenvoudigd) administratief document en elektronisch (vereenvoudigd) administratief document

A

B

C

D

E

F

G

 

 

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Indiening soort bericht

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

standaardindiening

2

=

(voorbehouden)

3

=

indiening voor veraccijnsde goederen (wordt gebruikt voor overbrengingen van goederen die reeds tot verbruik zijn uitgeslagen)

Het soort bericht mag niet verschijnen in het e-AD/e-VAD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

n1

 

b

Indicatie uitgestelde indiening

D

“R” voor de indiening van een e-AD/e-VAD voor een overbrenging die is aangevangen onder dekking van het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

Mogelijke waarden:

0

=

onwaar

1

=

waar

De waarde staat standaard op “onwaar”.

Dit gegevenselement mag niet verschijnen in het e-AD/e-VAD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

n1

1

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

5

=

Vrijgesteld geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), iv), van Richtlijn (EU) 2020/262)

6

=

Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

7

=

(voorbehouden)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262)

9

=

Bestemming — gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262)

10

=

Bestemming — tijdelijk gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, en artikel 35, lid 8, van Richtlijn (EU) 2020/262)

11

=

Bestemming — Retour naar de plaats van verzending van de afzender

n..2

 

b

Reistijd

R

 

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

an3

 

c

Regeling vervoer

R

 

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

 

d

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

e

Datum en tijdstip geldigmaking e-AD/e-VAD

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

f

Volgnummer

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD en bij iedere wijziging van bestemming.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd op elk e-AD/e-VAD dat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending wordt aangemaakt bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

 

g

Datum en tijdstip geldigmaking bijwerking

C

Datum en tijdstip van geldigmaking van het bericht van bestemmingswijziging in tabel 3; wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in geval van wijziging van bestemming.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

HANDELAAR afzender

R

 

 

 

 

a

Accijnsnummer handelaar

R

 

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde afzender, gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender.

an13

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3

HANDELAAR plaats van verzending

C

“R” indien de code soort herkomst in vak 9d “1” of “3” is.

 

 

 

a

Referentie belastingentrepot

C

“R” indien de code soort herkomst in vak 9d “1” is.

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van verzending.

an13

 

b

Naam handelaar

C

Voor de vakken 3b, 3c, 3e en 3f:

“R” indien de code soort herkomst in vak 9d “3” is.

 

an..182

 

c

Straat

C

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

4

KANTOOR van verzending — invoer

C

“R” indien de code soort herkomst in vak 9d “2” is.

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

5

HANDELAAR geadresseerde

C

“R” voor code soort bestemming 8

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, tijdelijk geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11.

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

6

AANVULLING HANDELAAR geadresseerde

C

“R” voor code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Code lidstaat

R

 

Vermeld de lidstaat van bestemming met behulp van de landcode uit bijlage II, codelijst 3.

a2

 

b

Volgnummer certificaat van vrijstelling

D

“R” indien een volgnummer is vermeld op het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1637 van de Commissie (3) vastgestelde certificaat van vrijstelling van accijnzen.

 

an..255

7

HANDELAAR plaats van levering

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 4, 9 en 10

“O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

“O” voor het e-AD aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

niet van toepassing op het voorlopige e-AD.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 9 en 10

“O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2, 3, 5, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 5, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 7c, 7e en 7f:

“R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 5, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

KANTOOR plaats van levering — douane

C

“R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

9

e-AD/e-VAD

R

 

 

 

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD/e-VAD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Factuurnummer

R

 

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

c

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

De datum van het in vak 9b vermelde document.

datum

 

d

Code soort herkomst

R

 

De mogelijke waarden voor de herkomst van de overbrenging zijn:

1

=

Herkomst — belastingentrepot (in de in artikel 16, lid 1, punt a), van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situaties)

2

=

Herkomst — invoer (in de in artikel 16, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situatie)

3

=

Herkomst — accijns betaald (in de in artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situatie)

n1

 

e

Datum van verzending

R

 

De datum waarop de overbrenging aanvangt overeenkomstig artikel 19, lid 1, of artikel 33, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262. Deze datum kan niet later zijn dan zeven dagen na de datum van indiening van het voorlopige e-AD/e-VAD. De datum van verzending kan een datum in het verleden zijn in het in artikel 26 of artikel 38 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geval.

datum

 

f

Tijdstip van verzending

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

Het tijdstip waarop de overbrenging aanvangt overeenkomstig artikel 19, lid 1, of artikel 33, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262. Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

tijdstip

 

g

Voorafgaande ARC

D

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van nieuwe e-AD’s volgend op de geldigmaking van het bericht van splitsing (tabel 5).

De te vermelden ARC is de ARC van het vervangen e-AD.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an..21

9.1

ED INVOER

C

“R” indien de code soort herkomst in vak 9d “2” (invoer) is.

 

9X

 

a

ED-nummer invoer

R

Het ED-nummer invoer wordt verstrekt door de afzender bij indiening van het voorlopige e-AD, dan wel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Vermeld het (de) nummer(s) van het (de) enig(e) document(en) voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen in kwestie.

an..21

10

KANTOOR bevoegde autoriteit van verzending

R

 

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van verzending, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van verzending. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

11

ZEKERHEIDSTELLING OVERBRENGING

R

 

 

 

 

a

Code soort zekerheidsteller

R

 

Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 5.

n..4

12

HANDELAAR zekerheidsteller

C

“R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is: 2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234

(zie code soort zekerheidsteller in bijlage II, codelijst 5)

Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

2X

 

a

Accijnsnummer handelaar

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen.

an13

 

b

Btw-nummer

O

an..14

 

c

Naam handelaar

C

Voor 12c, d, f en g:

“O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet “R”.

 

an..182

 

d

Straat

C

 

an..65

 

e

Nummer

O

 

an..11

 

f

Postcode

C

 

an..10

 

g

Stad

C

 

an..50

 

h

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

13

VERVOERSWIJZE

R

 

 

 

 

a

Code vervoerswijze

R

 

Vermeld de wijze van vervoer bij de aanvang van de overbrenging met behulp van de codes uit bijlage II, codelijst 6.

Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code vervoerswijze “Vaste transportinrichting” of “Vervoer over zee” zijn.

n..2

 

b

Aanvullende informatie

C

“R” indien de code vervoerswijze “Overige” is.

Anders “O”.

Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

14

HANDELAAR organisator van het vervoer

C

“R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, indien de waarde in vak 1c “3” of “4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

15

HANDELAAR eerste vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

Identificeer de persoon die het eerste vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

16

VERVOERSGEGEVENS

R

 

 

99X

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 13a opgegeven vervoerswijze.

Zie bijlage II, codelijst 7.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

“R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

(zie vak 16a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

“R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17

Hoofdgedeelte e-AD/e-VAD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld een uniek volgnummer, te beginnen met 1.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code accijnsgoed die van een energieproduct zijn.

Code accijnsgoed S600 is alleen van toepassing op e-VAD overeenkomstig artikel 27, lid 1, punt a), van Richtlijn 92/83/EEG.

an4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de toepasselijke GN-code op de datum van verzending.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

Bij een overbrenging naar een in artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geregistreerde geadresseerde en een in artikel 35, lid 8, van die richtlijn bedoelde gecertificeerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..15,3

 

e

Brutomassa

R

 

Vermeld de brutomassa van de zending (de accijnsgoederen inclusief verpakking).

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

n..16,6

 

f

Nettomassa

R

 

Vermeld de massa van de accijnsgoederen zonder verpakking (alcohol en alcoholhoudende dranken, energieproducten en alle tabaksproducten behalve sigaretten).

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

n..16,6

 

g

Alcoholvolumegehalte in percentage

C

“R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld het alcoholgehalte (volumepercentage bij 20 °C) indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 10.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

De waarde van dit gegevenselement moet groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 100 zijn.

n..5,2

 

h

Graden Plato

D

“R” indien het accijnsgoed in kwestie bier is en de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming bier belast naar graden Plato.

“O” indien het accijnsgoed in kwestie bier is en de lidstaat van verzending noch de lidstaat van bestemming bier belast naar graden Plato.

Is uitsluitend van toepassing op bier.

Vermeld bij bier de graden Plato indien het op die basis wordt belast in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming. Zie bijlage II, codelijsten 10 en 13.

Bij bier moeten de graden Plato dan wel het alcoholgehalte (naar volumepercentage) worden verstrekt.

In het geval van “O” moet dit alleen worden ingevuld als de mogelijkheid bestaat dat de bestemming wijzigt naar een lidstaat die bier naar graden Plato belast en de waarde ontbreekt.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..5,2

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

“R” indien fiscale merktekens worden gebruikt.

Vermeld “1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten, dan wel “0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

l

Oorsprongsbenaming

O

 

Dit vak kan worden gebruikt om een verklaring af te geven:

1.

ten aanzien van bepaalde wijnen, over de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding (BOB of BGA) en het oogstjaar of het wijndruivenras overeenkomstig de artikelen 24 en 31 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie (4), in de bewoordingen die zijn vermeld in vak 9 van deel I van bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273. Indien het product een BOB of BGA is, wordt de verklaring gevolgd door de naam of namen van de BOB of BGA en het (de) registernummer(s) ervan als bepaald in artikel 119, lid 1, punt b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5);

2.

ten aanzien van bepaalde gedistilleerde dranken, waarvoor het in de handel brengen verband houdt met de categorie of categorieën gedistilleerde drank, de geografische aanduiding (GA) en/of de rijpingsduur/ouderdom van het product, overeenkomstig de desbetreffende Uniewetgeving betreffende gedistilleerde dranken (met name hoofdstuk III, artikel 10 en artikel 13, lid 6, van en bijlage I bij Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad (6)), in de volgende bewoordingen: “Verklaring: het hierboven vermelde product is in de handel gebracht en geëtiketteerd in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/787.”

an..350

 

m

Oorsprongsbenaming_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

n

Grootte van de producent

O

 

Ten aanzien van alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door zelfgecertificeerde kleine zelfstandige producenten, wordt de jaarlijkse productiehoeveelheid overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 van de Commissie (7) vermeld wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..15

 

o

Densiteit

C

“R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 10.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

Wanneer wijnen bedoeld in deel II, punten 1 tot en met 9, 15 en 16, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 onverpakt worden vervoerd, omvat de omschrijving van het product de in artikel 120 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen voor zover die aanduidingen voorkomen op het etiket of het de bedoeling is ze daarop te vermelden.

Bij elke alcoholhoudende drank omvat de handelsbenaming ook de wettelijke benaming ervan overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) 2019/787.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

“R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben. De lidstaat van verzending kan bepalen dat de merknaam van de vervoerde goederen niet hoeft te worden vermeld wanneer hij op de factuur of een ander handelsdocument als bedoeld in vak 9b is vermeld.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

t

Rijpingsduur of ouderdom van producten

O

 

Bij alcoholhoudende dranken moet de rijpingsduur of ouderdom overeenstemmen met wat is vermeld in de omschrijving, presentatie en etikettering van de drank als bedoeld in artikel 13, lid 6, van Verordening (EU) 2019/787.

an..350

 

u

Rijpingsduur of ouderdom van producten_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

v

Verklaring van kleine zelfstandige producenten

O

 

Bij alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door gecertificeerde kleine zelfstandige producenten, moet de verklaring betreffende de soort alcoholhoudende drank die is vergund in het certificaat overeenkomstig artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266, worden toegevoegd wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief.

Bij alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door zelfgecertificeerde kleine zelfstandige producenten, moet de verklaring betreffende de status van de producent overeenkomstig artikel 4, artikel 5, lid 1, en artikel 5, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 worden toegevoegd wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief.

an..350

 

w

Verklaring van kleine zelfstandige producenten_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.1

VERPAKKING

R

 

 

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 8.

an2

 

b

Aantal colli

C

“R” indien als “telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 8.

Indien het “Aantal colli”“0” is, moet er ten minste één VERPAKKING met dezelfde “Verzendingsmerken” en hetzelfde “Aantal colli” bestaan waarvan de waarde groter is dan “0”.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

“R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Verzendingsmerken

C

“R” indien het aantal colli “0” is.

Anders “O”.

 

an..999

17.2

WIJNPRODUCT

D

“R” voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013.

 

 

 

a

Categorie wijnproduct

R

 

Vermeld voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 een van de volgende waarden:

1

=

Wijn zonder BOB/BGA

2

=

Cépagewijn zonder BOB/BGA

3

=

Wijn met BOB/BGA

4

=

Ingevoerde wijn

5

=

Overige

n1

 

b

Code wijnbouwzone

D

“R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

Vermeld de wijnbouwzone van oorsprong van het vervoerde product in overeenstemming met aanhangsel I van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013.

n..2

 

c

Derde land van oorsprong

C

“R” indien categorie wijnproduct in vak 17.2a “4” is (ingevoerde wijn).

Vermeld een andere “Landcode” als bedoeld in codelijst 3 van bijlage II dan die van een EU-lidstaat of een grondgebied waar Richtlijn (EU) 2020/262 van toepassing is.

a2

 

d

Andere informatie

O

 

 

an..350

 

e

Andere informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.2.1

Code WIJNBEHANDELING

D

“R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

 

99x

 

a

Code wijnbehandeling

R

 

Vermeld een of meer code(s) wijnbehandeling in overeenstemming met de lijst in afdeling B, punt 2.1, e), ii), van bijlage V bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273.

n..2

18

DOCUMENT certificaat

O

 

 

9x

 

a

Korte beschrijving document

C

“R” tenzij gegevensveld 18c of 18e wordt gebruikt.

Geef een beschrijving van eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen, bv. certificaten met betrekking tot de in vak 17l bedoelde oorsprongsbenaming.

an..350

 

b

Korte beschrijving document_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

c

Referentie document

C

“R” tenzij gegevensveld 18a of 18e wordt gebruikt.

Vermeld een referentie naar eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen.

an..350

 

d

Referentie document_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

e

Documenttype

C

“R” tenzij gegevensveld 18a of 18c wordt gebruikt.

Vermeld de code voor het documenttype uit codelijst 15 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/323 van de Commissie (8).

an..4

 

f

Referentie document

C

“R” indien documenttype in vak 18e wordt gebruikt.

 

an..35

Tabel 2

(als bedoeld in artikel 5)

Annulering van het elektronisch administratief document (niet van toepassing op het e-VAD)

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip geldigmaking annulering

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige annuleringsbericht

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

R

 

 

 

 

a

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD waarvan annulering wordt gevraagd.

an21

3

ANNULERING

R

 

 

 

 

a

Code reden annulering

R

 

Geef de reden voor de annulering van het e-AD met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

n1

 

b

Aanvullende informatie

C

“R” wanneer de reden van annulering 0 is

“O” wanneer de reden van annulering 1, 2, 3 of 4 is

(zie vak 3.a)

Vermeld aanvullende informatie in verband met de annulering van het e-AD.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 3

(als bedoeld in artikel 6 en artikel 9, lid 2)

Berichten betreffende wijziging van bestemming

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bestemmingswijziging

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

Bijwerking e-AD/e-VAD

R

 

 

 

 

a

Volgnummer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD/e-VAD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

 

b

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD/e-VAD waarvan de bestemming wordt gewijzigd.

an21

 

c

Reistijd

D

“R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

an3

 

d

Gewijzigde regeling

vervoer

D

“R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

 

e

Factuurnummer

D

“R” wanneer de factuur wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

f

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer het factuurnummer wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

De datum van het in vak 2e vermelde document.

datum

 

g

Code vervoerswijze

C

“R” wanneer de vervoerswijze wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

“R” indien de code soort zekerheidsteller is vermeld en “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is.

Anders “O”

Vermeld de vervoerswijze met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 6.

Indien de code soort zekerheidsteller in vak 7a (indien vermeld), in het laatste e-AD (vak 11a van tabel 1), of in voorkomend geval in het laatste bericht van bestemmingswijziging (vak 7b) waarin een wijziging van de plaats van levering werd vermeld, “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code vervoerswijze “Vaste transportinrichting” of “Vervoer over zee” zijn.

n..2

 

h

Aanvullende informatie

C

“R” indien de code vervoerswijze is vermeld en “Overige” is.

Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

an..350

 

i

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3

GEWIJZIGDE bestemming

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de nieuwe bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

5

=

(voorbehouden)

6

=

Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

7

=

(voorbehouden)

8

=

(voorbehouden)

9

=

Bestemming — gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262)

10

=

Bestemming — tijdelijk gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, en artikel 35, lid 8, van Richtlijn (EU) 2020/262)

11

=

Bestemming — Retour naar de plaats van verzending van de afzender

n..2

4

HANDELAAR nieuwe geadresseerde

D

“R” wanneer de geadresseerde wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

“O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

5

HANDELAAR plaats van levering

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 4, 9 en 10

“O” voor codes soort bestemming 2 en 3

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

“O” na geslaagde geldigmaking van de voorlopige bestemmingswijziging, aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

niet van toepassing voor de voorlopige bestemmingswijziging.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 9 en 10

“O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2, 3, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 5c, 5e en 5f:

“R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

KANTOOR plaats van levering — douane

C

“R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend overeenkomstig artikel 221, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (9). Zie bijlage II, codelijst 4.

Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren die belast zijn met taken op het gebied van uitvoer.

an8

7

 

ZEKERHEIDSTELLING OVERBRENGING

D

“O” voor overbrengingen onder schorsing van accijns.

Deze gegevensgroep is niet van toepassing op overbrengingen van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen.

 

 

 

a

Code soort zekerheidsteller

R

 

Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 5.

Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code accijnsgoed in het laatste e-AD (vak 17b van tabel 1), of in voorkomend geval in het laatste bericht van ontvangst/bericht van uitvoer (vak 7d van tabel 6) waarin een gedeeltelijke weigering werd vermeld, een energieproduct zijn.

n..4

7.1

HANDELAAR zekerheidsteller

C

“R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is:

2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234

(zie code soort zekerheidsteller in bijlage II, codelijst 5)

Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

2X

 

a

Accijnsnummer handelaar

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen.

an13

 

b

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

c

Naam handelaar

C

Voor 7c, d, f en g:

“O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet “R”.

 

an..182

 

d

Straat

C

 

 

an..65

 

e

Nummer

O

 

 

an..11

 

f

Postcode

C

 

 

an..10

 

g

Stad

C

 

 

an..50

 

h

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

C

“R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 2d “3” of “4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

9

HANDELAAR nieuwe vervoerder

D

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificeer de nieuwe persoon die het vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

10

VERVOERSGEGEVENS

D

“R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de bestemmingswijziging.

 

99x

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 2 g opgegeven vervoerswijze; zie bijlage II, codelijst 7.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

“R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

(zie vak 10a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

“R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode; zie bijlage II, codelijst 1.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 4

(als bedoeld in de artikelen 6 en 7)

Wijziging van bestemming/splitsing van overbrenging

A

B

C

D

E

F

G

1

 

KENNISGEVING ACCIJNS

R

 

 

 

 

a

Soort kennisgeving

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Vermeld de reden van de kennisgeving met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Wijziging van bestemming

2

=

Splitsing

n1

 

b

Datum en tijdstip kennisgeving

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

c

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Vermeld de ARC van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming) waarvoor de kennisgeving wordt gedaan.

an21

 

d

Volgnummer

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Vermeld het volgnummer van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming).

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming) en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

2

 

VOLGENDE ARC

C

“R” indien het soort kennisgeving in vak 1a“2” is.

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

 

9x

 

a

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

 

an21

Tabel 5

(als bedoeld in artikel 7 en artikel 9, lid 2)

Splitsing van een zending (niet van toepassing op e-VAD)

A

B

C

D

E

F

G

1

Splitsing e-AD

R

 

 

 

 

a

Voorafgaande ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD dat wordt gesplitst.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

2

Lidstaat van splitsing

R

 

 

 

 

a

Code lidstaat

R

 

Vermeld de lidstaat op het grondgebied waarvan het transport wordt gesplitst, met behulp van de code lidstaat uit bijlage II, codelijst 3.

a2

3

Gegevens splitsing e-AD

R

 

De splitsing gebeurt door het e-AD in kwestie integraal te vervangen door twee of meer nieuwe e-AD’s.

9x

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Reistijd

D

“R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de splitsing.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

an3

 

c

Gewijzigde regeling vervoer

D

“R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

3.1

GEWIJZIGDE bestemming

R

 

 

 

 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

1

=

Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

5

=

(voorbehouden)

6

=

Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

7

=

(voorbehouden)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262)

n..2

3.2

HANDELAAR nieuwe geadresseerde

C

“O” indien de code soort bestemming verschilt van 8.

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3, 4 en 6: door de wijziging van de geadresseerde ingevolge de splitsing wordt deze gegevensgroep “R”.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 8

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4 en 8

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

3.3

HANDELAAR plaats van levering

C

“R” voor codes soort bestemming 1 en 4

“O” voor code soort bestemming 3

Niet van toepassing op codes soort bestemming 2, 6 en 8

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor code soort bestemming 1

“O” voor codes soort bestemming 2 en 3

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

“O” voor code soort bestemming 4

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 3.3c, 3.3e en 3.3f:

“R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

“O” voor code soort bestemming 1

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.4

KANTOOR plaats van levering — douane

C

“R” bij uitvoer (code soort gewijzigde bestemming 6).

Niet van toepassing op andere codes soort bestemming.

(zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (10).

Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

3.5

HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

C

“R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 3c “3” of “4” is.

 

 

 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.6

HANDELAAR nieuwe vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificeer de persoon die het nieuwe vervoer verricht.

 

 

a

Btw-nummer

O

 

 

an..14

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.7

VERVOERSGEGEVENS

D

“R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de splitsing.

 

99X

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid. Zie bijlage II, codelijst 7.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

C

“R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

(zie vak 3.7a)

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

“R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.8

Hoofdgedeelte e-AD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld de unieke referentie van de record van het product in het oorspronkelijke gesplitste e-AD. De unieke referentie van de record moet uniek zijn per “Gegevens splitsing e-AD”.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

an..4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de GN-code die van toepassing is op de datum van indiening van de splitsing.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

Bij een overbrenging naar een in artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..15,3

 

e

Brutomassa

R

 

Vermeld de brutomassa van de zending (de accijnsgoederen inclusief verpakking).

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

n..16,6

 

f

Nettomassa

R

 

Vermeld de massa van de accijnsgoederen zonder verpakking.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

n..16,6

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

“R” indien fiscale merktekens worden gebruikt.

Vermeld “1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten, dan wel “0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

o

Densiteit

C

“R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met de tabel in bijlage II, codelijst 10.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

“R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3.8.1

VERPAKKING

R

 

 

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 8.

an2

 

b

Aantal colli

C

“R” indien als “telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 8.

Indien het “Aantal colli”“0” is, moet er ten minste één VERPAKKING met dezelfde “Verzendingsmerken” en hetzelfde “Aantal colli” bestaan waarvan de waarde groter is dan “0”.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

“R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Verzendingsmerken

C

“R” indien het aantal colli “0” is.

Anders “O”.

 

an..999

Tabel 6

(als bedoeld in artikel 8 en artikel 9, lid 3)

Bericht van ontvangst/bericht van uitvoer

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bericht van ontvangst/uitvoer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming/uitvoer bij geldigmaking van het bericht van ontvangst/bericht van uitvoer.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN

R

 

 

 

 

a

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD/e-VAD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

Vermeld het volgnummer van het e-AD/e-VAD.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD/e-VAD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

n..2

3

HANDELAAR geadresseerde

R

 

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

“O” voor code soort bestemming 6

Niet van toepassing op code soort bestemming 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, tijdelijk geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

4

HANDELAAR plaats van levering

C

“R” voor codes soort bestemming 1 en 4

“O” voor codes soort bestemming 2, 3, 5, 9 en 10

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 9 en 10

“O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

Voorts niet van toepassing.

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

2, 3, 5, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 5, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 4c, 4e en 4f:

“R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 5, 9 en 10

“O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

KANTOOR van bestemming

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10 en 11

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

 

 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van bestemming, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van bestemming. Zie bijlage II, codelijst 4.

n8

6

BERICHT van ontvangst/uitvoer

R

 

 

 

 

a

Datum van aankomst van de accijnsgoederen

R

 

De datum waarop de overbrenging eindigt overeenkomstig artikel 19, lid 2, en artikel 33, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262.

datum

 

b

Algemene conclusie bij ontvangst

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

Ontvangst aanvaard en conform

2

=

Ontvangst aanvaard maar niet-conform

3

=

Ontvangst geweigerd

4

=

Ontvangst gedeeltelijk geweigerd

21

=

Uitgang aanvaard en conform

22

=

Uitgang aanvaard met bevinding van kleine afwijkingen

23

=

Uitgang geweigerd

n..2

 

c

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

d

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

7

HOOFDGEDEELTE BERICHT van ontvangst/uitvoer

C

“R” wanneer de waarde van de algemene conclusie bij ontvangst niet “1” of “21” is

(zie vak 6b)

 

999X

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld de unieke referentie van de record van het overeenkomstige e-AD/e-VAD (vak 17a van tabel 1) dat betrekking heeft op hetzelfde accijnsgoed als in het overeenkomstige e-AD/e-VAD waarop een andere code dan “1” of “21” van toepassing is.

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..3

 

b

Indicator meer- of minderbevinding

D

“R” wanneer er voor de desbetreffende record sprake is van een tekort of een teveel.

De volgende waarden zijn mogelijk:

S

=

Tekort

E

=

Teveel

a1

 

c

Meer- of minderbevinding

C

“R” indien de indicator in vak 7b is vermeld.

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..15,3

 

d

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

an4

 

e

Geweigerde hoeveelheid

C

“R” wanneer de algemene conclusie bij ontvangstcode 4 heeft

(zie vak 6b)

Vermeld de hoeveelheid voor iedere record waarvoor accijnsgoederen worden geweigerd (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..15,3

7.1

REDEN NIET-CONFORM

D

“R” voor iedere record waarvoor de algemene conclusie bij ontvangst code 2, 3, 4, 22 of 23 heeft

(zie vak 6b)

 

9X

 

a

Reden niet-conform

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Overige

1

=

Teveel

2

=

Tekort

3

=

Goederen beschadigd

4

=

Verzegeling verbroken

5

=

Gemeld door het ECS

7

=

Grotere hoeveelheid dan waarvoor tijdelijke machtiging is verleend

n1

 

b

Aanvullende informatie

C

“R” wanneer de reden niet-conform code 0 heeft

“O” wanneer de reden niet-conform code 1, 2, 3, 4, 5 of 7 heeft

(zie vak 7.1a)

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

“R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 7

(als bedoeld in artikel 6 bis, lid 1)

Kennisgeving van aanvaarde uitvoer (niet van toepassing op e-VAD)

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip van uitgifte

R

 

 

datumtijd

2

HANDELAAR geadresseerde

R

 

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

3

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

R

 

 

999X

 

a

Administratieve referentiecode

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..2

 

c

Aanvaard uitvoeraangifte of goederen vrijgegeven voor uitvoer

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Neen of onwaar

1

=

Ja of waar

0 heeft betrekking op de aanvaarding van de uitvoeraangifte en 1 op de vrijgave van de goederen voor uitvoer.

n1

4

DOUANEKANTOOR plaats van uitvoer

O

 

 

 

 

a

Identificatienummer

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van uitvoer, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van uitvoer. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

5

AANVAARDING UITVOERAANGIFTE/VRIJGAVE

R

 

 

 

 

a

Identificatienummer verzendend douanekantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van uitvoer, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van uitvoer. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

 

b

Identificatie verzendende douaneambtenaar

O

 

 

an..35

 

c

Datum van aanvaarding

C

“R” voor aanvaarding uitvoeraangifte

Niet van toepassing op goederen vrijgegeven voor uitvoer

(zie vak 3c)

 

datum

 

d

Datum van vrijgave

C

“R” voor goederen vrijgegeven voor uitvoer

Niet van toepassing op aanvaarding uitvoeraangifte

(zie vak 3c)

 

datum

 

e

Referentienummer document

R

 

Vermeld een geldig MRN of nummer van een douaneaangifte ten uitvoer, bevestigd aan de hand van de douanegegevens.

an..21

Tabel 8

(als bedoeld in artikel 6 bis, lid 1)

Weigering van het elektronisch administratief document door de douane (niet van toepassing op het e-VAD)

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip van uitgifte

R

 

 

datumtijd

2

HANDELAAR geadresseerde

R

 

 

 

 

a

Identificatie handelaar

C

“R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

“O” voor code soort bestemming 6

Niet van toepassing op codes soort bestemming 5, 8, 9, 10 en 11

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, tijdelijk geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

 

 

an..182

 

c

Straat

R

 

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

 

an..11

 

e

Postcode

R

 

 

an..10

 

f

Stad

R

 

 

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

h

EORI-nummer

C

“O” voor code soort bestemming 6

Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

an..17

3

DOUANEKANTOOR plaats van uitvoer

O

 

 

 

 

a

Identificatienummer

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van uitvoer, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van uitvoer. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

4

WEIGERING

R

 

 

 

 

a

Datum en tijdstip weigering

R

 

 

datumtijd

 

b

Code reden weigering

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

Invoergegeven niet gevonden

2

=

De inhoud van het e-AD komt niet overeen met de invoergegevens

3

=

(voorbehouden)

4

=

Negatief resultaat kruiscontrole

5

=

Onbevredigend controleresultaat bij kantoor van uitvoer

n1

5

INFORMATIE UITVOERAANGIFTE

C

“R” voor codes reden weigering 4 of 5

Niet van toepassing op codes reden weigeringen 1 en 2

(zie vak 4b)

 

 

 

a

Lokaal referentienummer

C

“R” voor code reden weigering 4

Niet van toepassing op code reden weigering 5

(zie vak 4b)

 

an..22

 

b

Referentienummer document

C

“R” voor code reden weigering 5

Niet van toepassing op code reden weigering 4

(zie vak 4b)

 

an..21

5.1

NEGATIEVE VALIDATIERESULTATEN KRUISCONTROLE

C

“R” voor code reden weigering 4

Niet van toepassing op codes reden weigeringen 1, 2 en 5

(zie vak 4b)

 

99X

5.1.1

RESULTAAT KRUISCONTROLE UBR (UNIEKE REFERENTIE RECORD)

R

 

 

999X

 

a

Administratieve referentiecode

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Unieke referentie record

R

 

 

n..3

 

c

Code diagnose

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

1

=

(voorbehouden)

2

=

UBR bestaat niet in het e-AD of er is geen overeenkomstig ARTIKEL in de uitvoeraangifte

3

=

(voorbehouden)

4

=

Gewicht/massa komen niet overeen

5

=

(voorbehouden)

6

=

GN-codes komen niet overeen

7

=

Gewicht/massa komen niet overeen en GN-codes komen niet overeen

n1

 

d

Resultaat validatie

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Neen of onwaar

1

=

Ja of waar

De waarde “0” wordt gebruikt bij een ontbrekend UBR.

De waarde “1” wordt gebruikt wanneer een afwijking is vastgesteld in RESULTAAT KRUISCONTROLE GN-CODE en/of in RESULTAAT KRUISCONTROLE NETTOMASSA.

n1

 

e

Reden weigering

O

 

 

an..512

5.1.1.1

RESULTAAT KRUISCONTROLE GN-CODE

C

5.1.1.1 en/of 5.1.1.2 zijn “R” indien: de waarde in vak 5.1.1.d “1” is (resultaat validatie = 1), of

5.1.1.1 en 5.1.1.2 zijn niet van toepassing indien: de waarde in vak 5.1.1.d “0” is (resultaat validatie = 0).

 

 

 

a

Resultaat validatie

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Neen of onwaar

1

=

Ja of waar

De waarde “0” wordt gebruikt wanneer het validatieresultaat van de kruiscontrole voor 5.1.1.1 negatief is.

De waarde “1” wordt gebruikt wanneer het validatieresultaat van de kruiscontrole positief is.

n1

 

b

Reden weigering

O

 

 

an..512

5.1.1.2

RESULTAAT KRUISCONTROLE NETTOMASSA

C

5.1.1.1 en/of 5.1.1.2 zijn “R” indien: de waarde in vak 5.1.1.d “1” is (resultaat validatie = 1), of

5.1.1.1 en 5.1.1.2 zijn niet van toepassing indien: de waarde in vak 5.1.1.d “0” is (resultaat validatie = 0)

 

 

 

a

Resultaat validatie

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

0

=

Neen of onwaar

1

=

Ja of waar

De waarde “0” wordt gebruikt wanneer het validatieresultaat van de kruiscontrole voor 5.1.1.2 negatief is.

De waarde “1” wordt gebruikt wanneer het validatieresultaat van de kruiscontrole positief is.

n1

 

b

Reden weigering

O

 

 

an..512

5.2

NIET-VRIJGAVE VOOR UITVOER

C

“R” voor code reden weigering 5

Niet van toepassing op codes reden weigeringen 1, 2 en 4

(zie vak 4b)

Niet-vrijgave voor uitvoer, kennisgeving aan lidstaat van uitvoer

 

 

a

Referentienummer document

R

 

 

an..21

6

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

C

“R” voor codes reden weigering 4 of 5

Niet van toepassing op codes reden weigeringen 1 en 2

(zie vak 4b)

 

999X

 

a

Administratieve referentiecode

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..2

7

VOORLOPIG e-AD

C

“R” voor codes reden weigering 1 of 2

Niet van toepassing op codes reden weigeringen 4 en 5

(zie vak 4b)

 

 

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Vermeld het lokale referentienummer van de douaneaangifte tot invoer.

an..22

Tabel 9

(als bedoeld in artikel 6 bis, lid 2, en artikel 9, lid 3)

Kennisgeving van ongeldigmaking van de uitvoeraangifte aan de lidstaat van verzending/afzender (niet van toepassing op e-VAD)

A

B

C

D

E

F

G

1

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN

R

 

 

999X

 

a

Administratieve referentiecode

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD. Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

n..2

1.1

UITVOER

R

 

 

 

 

a

MRN

R

 

 

an18

 

b

Datum ongeldigmaking

R

 

 

datum

1.2

DOUANEKANTOOR VAN UITVOER

R

 

 

 

 

a

Identificatienummer

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van uitvoer, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van uitvoer. Zie bijlage II, codelijst 4.

an8

1.3

LIDSTAAT VAN UITVOER

R

 

 

 

 

a

Landcode

R

 

Vermeld de lidstaat op het grondgebied waarvan de uitvoer van de accijnsgoederen plaatsvindt, met behulp van de landcode uit bijlage II, codelijst 3.

a2

1.4

VERZENDING VAN GOEDEREN

O

 

 

 

1.4.1

VOORAFGAAND DOCUMENT

O

 

 

999X

 

a

Volgnummer

R

 

 

n..5

 

b

Soort

R

 

 

an4

 

c

Referentienummer

R

 

 

an..70


(1)  Wanneer bepaalde vereisten van deze bijlage overeenkomstig artikel 9 van deze verordening van toepassing zijn op de in de artikelen 26, 27, 37 en 38 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde nooddocumenten, zijn de toelichtingen van overeenkomstige toepassing op die documenten.

(2)  Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1637 van de Commissie van 5 juli 2022 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad wat betreft het gebruik van documenten voor de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling en de overbrenging van accijnsgoederen na uitslag tot verbruik, en tot vaststelling van het voor het certificaat van vrijstelling te gebruiken formulier (PB L 247 van 23.9.2022, blz. 57).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie (PB L 58 van 28.2.2018, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(6)  Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 van de Commissie van 17 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 92/83/EEG van de Raad wat betreft de certificering van en zelfcertificering door kleine zelfstandige producenten van alcoholhoudende dranken voor accijnsdoeleinden (PB L 455 van 20.12.2021, blz. 26).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/323 van de Commissie van 24 februari 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake samenwerking en inlichtingenuitwisseling tussen de lidstaten over goederen onder een accijnsschorsingsregeling overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (PB L 66 van 11.3.2016, blz. 1).

(9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(10)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).


BIJLAGE II

“BIJLAGE II

Codelijsten

1.   TAALCODES

Code

Omschrijving

bg

Bulgaars

bt

Bulgaars (Latijns alfabet)

hr

Kroatisch

cs

Tsjechisch

da

Deens

nl

Nederlands

en

Engels

et

Ests

fi

Fins

fr

Frans

ga

Irish

gr

Grieks (Latijns alfabet)

de

Duits

el

Grieks

hu

Hongaars

it

Italiaans

lv

Lets

lt

Litouws

mt

Maltees

pl

Pools

pt

Portugees

ro

Roemeens

sk

Slowaaks

sl

Sloveens

es

Spaans

sv

Zweeds

2.   ADMINISTRATIEVE REFERENTIECODE

Veld

Inhoud

Veldtype

Voorbeeld

1

Jaar

Numeriek 2

05

2

Identificerend kenmerk van de lidstaat waar het e-AD/e-VAD oorspronkelijk is ingediend

Alfabetisch 2

ES

3

Nationaal toegekende unieke code

Alfanumeriek 15 (cijfers en hoofdletters)

7R19YTE17UIC8J4

4

Soort overbrenging

Alfanumeriek 1

P

5

Controlecijfer

Numeriek 1

9

Veld 1

geeft de laatste twee cijfers van het jaar van formele aanvaarding van de overbrenging weer.

Veld 2

bevat de in codelijst 3 bedoelde landcode.

Veld 3

moet worden ingevuld met een unieke code voor iedere EMCS-overbrenging. De wijze waarop dit veld wordt gebruikt, valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar iedere EMCS-overbrenging dient een uniek nummer te krijgen.

Veld 4

bevat een identificerend kenmerk voor het soort overbrenging. De waarde is “P” voor een overbrenging van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen; iedere andere waarde is voor een overbrenging van goederen onder schorsing van accijns.

Veld 5

bevat het controlecijfer voor de volledige ARC, dat fouten bij het invoeren van de ARC moet helpen opsporen.

3.   LANDCODES

Moeten gelijk zijn aan de codes in de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over de internationale handel in goederen, die zijn opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie (1), behalve voor:

Griekenland, waar EL moet worden gebruikt in plaats van GR.

4.   IDENTIFICATIENUMMER DOUANEKANTOOR (COR)

Het COR bestaat uit een identificerend kenmerk dat de landcode van de lidstaat gevolgd door een zescijferig alfanumeriek nationaal nummer omvat, bijvoorbeeld IT0830AB.

5.   CODE SOORT ZEKERHEIDSTELLER

Code

Omschrijving

1

Afzender

2

Vervoerder

3

Eigenaar van de accijnsgoederen

4

Geadresseerde

5

Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262

12

Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de vervoerder

13

Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de eigenaar van de accijnsgoederen

14

Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de geadresseerde

23

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

24

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de geadresseerde

34

Gezamenlijke zekerheid van de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

123

Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

124

Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder en de geadresseerde

134

Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

234

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

1234

Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

6.   CODE VERVOERSWIJZE

Code

Omschrijving

0

Overige

1

Vervoer over zee

2

Vervoer per spoor

3

Wegvervoer

4

Luchtvervoer

5

Postzendingen

7

Vaste transportinrichtingen

8

Vervoer over binnenwateren

7.   CODE VERVOERSEENHEID

Code

Omschrijving

1

Container

2

Voertuig

3

Aanhangwagen

4

Trekker

5

Vaste transportinrichting

8.   VERPAKKINGSCODES

Gebruik de codes zoals omschreven in de laatste versie van bijlage VI bij VN/ECE-aanbeveling 21.

9.   CODE REDEN ANNULERING

Code

Omschrijving

0

Overige

1

Tikfout

2

Handelstransactie onderbroken

3

Duplicaat e-AD

4

De overbrenging is niet aangevangen op de datum van verzending

10.   ACCIJNSGOED

EPC

CAT

EENHEID

Omschrijving

A

P

D

T200

T

4

Sigaretten als omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2011/64/EU van de Raad (2) en met sigaretten gelijkgestelde producten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van die richtlijn

N

N

N

T300

T

4

Sigaren en cigarillo’s als omschreven in artikel 4 van Richtlijn 2011/64/EU

N

N

N

T400

T

1

Tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten als omschreven in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2011/64/EU

N

N

N

T500

T

1

Rooktabak als omschreven in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2011/64/EU, andere dan tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten als omschreven in artikel 5, lid 2, van die richtlijn, en producten gelijkgesteld met rooktabak andere dan tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van die richtlijn

N

N

N

B000

B

3

Bier als omschreven in artikel 2 van Richtlijn 92/83/EEG

J

J

N

W200

W

3

Niet-mousserende wijn en niet-mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 1, en artikel 12, lid 1, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

W300

W

3

Mousserende wijn en mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 2, en artikel 12, lid 2, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

I000

I

3

Tussenproducten als omschreven in artikel 17 van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

S200

S

3

Gedistilleerde dranken als omschreven in artikel 20, eerste, tweede en derde streepje, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

S300

S

3

Ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder GN-codes 2207 en 2208 , andere dan gedistilleerde dranken (S200)

J

N

N

S400

S

3

Gedeeltelijk gedenatureerde alcohol, vallende onder artikel 20 van Richtlijn 92/83/EEG, zijnde alcohol die gedenatureerd is maar nog niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 27, lid 1, punt a) of punt b), van die richtlijn, andere dan gedistilleerde dranken (S200)

J

N

N

S500

S

3

Producten bevattende ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder andere GN-codes dan 2207 en 2208

J

N

N

S600

S

3

Volledig gedenatureerde alcohol, vallende onder artikel 20 van Richtlijn 92/83/EEG, zijnde alcohol die gedenatureerd is en voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 27, lid 1, punt a), van die richtlijn

J

N

N

E200

E

2

Plantaardige en dierlijke oliën — producten van de GN-codes 1507 tot en met 1518 , indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt (artikel 20, lid 1, punt a), van Richtlijn 2003/96/EG (3) van de Raad)

N

N

J

E300

E

2

Minerale oliën (energieproducten) — producten van de GN-codes 2707 10 , 2707 20 , 2707 30 en 2707 50 (artikel 20, lid 1, punt b) van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E410

E

2

Gelode benzine van de GN-codes 2710 12 31 , 2710 12 51 en 2710 12 59 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E420

E

2

Loodvrije benzine van de GN-codes 2710 12 31 , 2710 12 41 , 2710 12 45 en 2710 12 49 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E430

E

2

Gasolie, ongemerkt, van de GN-codes 2710 19 43 , 2710 19 46 , 2710 19 47 , 2710 19 48 , 2710 20 11 , 2710 20 15 , 2710 20 17 en 2710 20 19 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E440

E

2

Gasolie, gemerkt, van de GN-codes 2710 19 43 , 2710 19 46 , 2710 19 47 , 2710 19 48 , 2710 20 11 , 2710 20 15 , 2710 20 17 en 2710 20 19 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E450

E

2

Kerosine van GN-code 2710 19 21 en ongemerkte kerosine van GN-code 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E460

E

2

Kerosine, gemerkt, van GN-code 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E470

E

1

Zware stookolie van de GN-codes 2710 19 62 , 2710 19 64 , 2710 19 68 , 2710 20 31 , 2710 20 35 en 2710 20 39 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E480

E

2

Producten van de GN-codes 2710 12 21 , 2710 12 25 , 2710 19 29 en 2710 20 90 (alleen voor producten waarvan minder dan 90 % van het volume (distillatieverliezen inbegrepen) overdistilleert bij 210 °C en 65 % of meer van het volume (distillatieverliezen inbegrepen) overdistilleert bij 250 °C (methode EN ISO 3405 (gelijkwaardig aan methode ASTM D 86)), in commercieel bulkverkeer (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E490

E

2

Producten van de GN-codes 2710 12 11 , 2710 12 15 , 2710 12 70 , 2710 12 90 , 2710 19 11 , 2710 19 15 , 2710 19 31 , 2710 19 35 , 2710 19 51 en 2710 19 55 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E500

E

1

Vloeibaar gemaakte petroleumgassen en andere gasvormige koolwaterstoffen (lpg) van GN-codes 2711 12 11 tot en met 2711 19 00 (artikel 20, lid 1, punt d), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E600

E

1

Acyclische verzadigde koolwaterstoffen van GN-code 2901 10 (artikel 20, lid 1, punt e), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E700

E

2

Cyclische koolwaterstoffen van de GN-codes 2902 20 , 2902 30 , 2902 41 , 2902 42 , 2902 43 en 2902 44 (artikel 20, lid 1, punt f), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E800

E

2

Producten van de GN-code 2905 11 00 (methanol (methylalcohol)) die niet van synthetische oorsprong zijn, indien deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof (artikel 20, lid 1, punt g), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E910

E

2

Monoalkylesters van vetzuren met een estergehalte van 96,5 gewichtspercenten of meer (FAMAE), van GN-code 3826 00 10 (artikel 20, lid 1, punt h), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E920

E

2

Producten van de GN-codes 3824 99 86 , 3824 99 92 (met uitzondering van roestwerende preparaten die aminen als werkzame bestanddelen bevatten en anorganische preparaten voor het oplossen of voor het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten), 3824 99 93 , 3824 99 96 (met uitzondering van roestwerende preparaten die aminen als werkzame bestanddelen bevatten en anorganische preparaten voor het oplossen of voor het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten) en 3826 00 90 indien deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof (artikel 20, lid 1, punt h), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E930

E

2

Additieven van de GN-codes 3811 11 , 3811 19 00 en 3811 90 00

N

N

N

Noot bij de tabel:

De in de tabel vermelde GN-codes voor energieproducten zijn afkomstig uit Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie (PB L 279 van 23.10.2001, blz. 1) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1925 van de Commissie (PB L 282 van 31.10.2017, blz. 1), zoals vastgesteld bij Richtlijn 2003/96/EG en Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/552 van de Commissie (PB L 91 van 9.4.2018, blz. 27).

Legende van de kolommen:

EPC:

Code accijnsgoed

CAT:

Categorie accijnsgoed

EENHEID:

Maateenheid (uit lijst 11)

A:

Het alcoholgehalte moet worden vermeld (Ja/Neen).

P:

De graden Plato mogen worden vermeld (Ja/Neen).

D:

De densiteit bij 15 °C moet worden vermeld (Ja/Neen).

11.   MAATEENHEID

Code maateenheid

Omschrijving

1

Kg

2

Liter (bij een temperatuur van 15 °C)

3

Liter (bij een temperatuur van 20 °C)

4

1 000 stuks

12.   MAXIMALE REISTIJD PER CODE VERVOERSWIJZE

Code vervoerswijze

Maximale reistijd

0

D45

1

D45

2

D35

3

D35

4

D20

5

D30

7

D15

8

D35

Opmerking 1:

De waarde “0” verwijst naar multimodaal vervoer (waarbij de vracht wordt uitgeladen en weer ingeladen) en omvat de gevallen van gegroepeerde zending, uitvoer, splitsing en bestemmingswijziging.

Opmerking 2:

In geval van uitvoer is de reistijd de geraamde duur van de reis tot het moment waarop het douanegebied van de Unie wordt verlaten.

Opmerking 3:

Voor overbrengingen van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen (e-VAD) worden aan de maximale reistijd 30 dagen extra toegevoegd.

13.   NATIONALE ADMINISTRATIE — GRADEN PLATO

Land

Tarief/tarieven structuur voor bier in Plato

AT — Oostenrijk

Ja

BE — België

Ja

BG — Bulgarije

Ja

CZ — Tsjechië

Ja

DE — Duitsland

Ja

EL — Griekenland

Ja

ES — Spanje

Ja

IT — Italië

Ja

LU — Luxemburg

Ja

MT — Malta

Ja

PL — Polen

Ja

PT — Portugal

Ja

RO — Roemenië

Ja


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie van 12 oktober 2020 betreffende de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over internationale handel in goederen en betreffende de geografische uitsplitsing voor andere bedrijfsstatistieken (PB L 334 van 13.10.2020, blz. 2).

(2)  Richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabricaten (PB L 176 van 5.7.2011, blz. 24).

(3)  Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/296/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top