This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R2904
Commission Delegated Regulation (EU) 2023/2904 of 25 October 2023 amending Delegated Regulation (EU) 2019/1122 supplementing Directive 2003/87/EC of the European Parliament and of the Council as regards the functioning of the Union Registry
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2904 van de Commissie van 25 oktober 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 en tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2904 van de Commissie van 25 oktober 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 en tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
C/2023/7112
PB L, 2023/2904, 29.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2904/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2904 |
29.12.2023 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/2904 VAN DE COMMISSIE
van 25 oktober 2023
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 en tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 3, Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 van de Commissie (2) bevat algemene, operationele en onderhoudsvoorschriften voor het EU-register als bedoeld in Richtlijn 2003/87/EG, en is van toepassing op de emissierechten die in het kader van het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU-ETS) zijn gecreëerd. |
(2) |
Richtlijn 2003/87/EG is gewijzigd om vanaf 2024 emissies van maritiem vervoer in het EU-ETS op te nemen. Scheepvaartmaatschappijen zullen dus worden verplicht om emissierechten in te leveren die overeenkomen met een bepaald aandeel van hun broeikasgasemissies, wat geleidelijk zal toenemen tot 2026. Het is derhalve passend specifieke regels vast te stellen voor het openen en sluiten van maritieme-exploitanttegoedrekeningen door scheepvaartmaatschappijen. Er zijn verschillende afwijkingen van de inleveringsverplichting ingevoerd die van toepassing zijn op de emissies van het maritiem vervoer. Die afwijkingen moeten tot uiting komen in de berekening van het nalevingsstatuscijfer voor scheepvaartmaatschappijen. |
(3) |
Richtlijn 2003/87/EG is ook gewijzigd om met ingang van 2027 een afzonderlijk, maar parallel emissiehandelssysteem op te nemen voor brandstoffen die worden gebruikt voor verbranding in de gebouwensector, de wegvervoersector en in aanvullende industriële sectoren die niet onder bijlage I bij die richtlijn vallen. Daarom moeten er specifieke regels worden vastgesteld voor tegoedrekeningen en voor de inlevering van emissierechten voor gereglementeerde entiteiten die een in bijlage III bij Richtlijn 2003/87/EG bedoelde activiteit uitvoeren. Aangezien het nieuwe emissiehandelssysteem gescheiden blijft van het bestaande systeem voor vaste installaties en de luchtvaart, moet dit onderscheid tot uiting komen met betrekking tot de emissierechten die voor de betrokken sectoren in het EU-register worden verleend. |
(4) |
De nieuwe nalevingsdata van Richtlijn 2003/87/EG waarop exploitanten emissierechten moeten inleveren, moeten in deze verordening tot uiting komen. De nalevingsdatum voor vaste installaties en vliegtuigexploitanten moet daarom worden veranderd in 30 september. De nalevingsdata voor martitieme exploitanten en gereglementeerde entiteiten moet ook worden veranderd, respectievelijk in 30 september en 31 mei. |
(5) |
Ook moeten verwijzingen naar de wettelijke bepalingen die uit Richtlijn 2003/87/EG zijn geschrapt, te verwijderen en tegemoet te komen aan bepaalde behoeften aan vereenvoudiging die door ervaringen uit het verleden is gebleken. De regels voor de teruggave van teveel ontvangen emissierechten moeten worden bijgewerkt om dergelijke transacties vanaf geblokkeerde rekeningen mogelijk te maken. De informatie over moeder- en dochterondernemingen moet op het niveau van de rekeninghouder zijn en niet op het niveau van de onderneming. |
(6) |
Er moet een nieuw rekeningtype worden ingesteld voor regeringen van derde landen die een niet-bindende regeling met de Unie hebben getroffen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG. Dit nieuwe rekeningtype moet de regeringen van die derde landen in staat stellen emissierechten die op de markt van de Unie zijn verworven, af te schrijven. |
(7) |
In Richtlijn 2003/87/EG is een bepaling opgenomen die de bevoegde autoriteit van een lidstaat de mogelijkheid biedt om een gereglementeerde entiteit waarvoor een nationale koolstofbelasting geldt, vrij te stellen van de verplichting tot inlevering van emissierechten. Er moet een nieuw rekeningtype worden ingesteld voor lidstaten die besluiten van die mogelijkheid gebruik te maken. Een lidstaat moet derhalve worden toegestaan emissierechten af te schrijven voor brandstoffen die worden gebruikt voor verbranding in de gebouwensector, de wegvervoersector en aanvullende sectoren waar zijn veilingvolumes lager zijn dan de hoeveelheid emissierechten die moet worden geannuleerd. |
(8) |
Met ingang van 1 januari 2025 moeten er door middel van kosteloze toewijzing en veiling ook algemene emissierechten voor de luchtvaartsector worden verstrekt, zodat emissies van de sector vaste installaties, de maritieme sector en de luchtvaartsector worden gedekt. Om echter een soepele overgang en rechtszekerheid voor de gebruikers te waarborgen, moeten luchtvaartemissierechten die vóór eind 2024 zijn verleend, op de rekeningen blijven staan en in omloop blijven. |
(9) |
Om de transparantie te verhogen en het markttoezicht op zuiver bilaterale onderhandse transacties van emissierechten te verbeteren, moeten dergelijke transacties systematisch in het EU-register worden gemarkeerd. Om inconsistenties in de gegevens te voorkomen, moet “bileterale transactie” dezelfde betekenis hebben als in de relevante kaders voor financiële rapportage. Om de kwaliteit van de voor de markttoezichthouder beschikbare gegevens over de zogenoemde spotmarkt voor emissierechten te verbeteren, moeten markttoezichthouders met regelmatige tussenpozen en afhankelijk van hun monitoringbehoeften om toegang tot gegevens in het EU-register kunnen verzoeken. |
(10) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Om marktdeelnemers de tijd te geven zich aan te passen aan de samenvoeging van algemene emissierechten en luchtvaartemissierechten en om rechtsonzekerheid met betrekking tot het gebruik en de geldigheid van emissierechten in het jaar 2024 te voorkomen, moet de toepassing van de bepalingen inzake de samenvoeging van algemene emissierechten en luchtvaartemissierechten worden uitgesteld. |
(12) |
Om ervoor te zorgen dat het EU-ETS voor maritieme exploitanten tijdig, met ingang van 1 januari 2024, wordt toegepast, moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(13) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (3) en heeft op 25 september 2023 advies uitgebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 14 wordt vervangen door: “Artikel 14 Opening van vaste-installatietegoedrekeningen in het EU-register 1. Binnen twintig werkdagen na de inwerkingtreding van een vergunning voor broeikasgasuitstoot verstrekt de betrokken bevoegde autoriteit of de autoriteit of de stationaire installatie de betrokken nationale administrateur de in bijlage VI omschreven gegevens en een verzoek tot opening van een vaste-installatietegoedrekening in het EU-register, mits de autoriteit of de stationaire installatie overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn 2003/87/EG een verplichting tot inlevering van emissierechten heeft.”. 2. Binnen twintig werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 van dit artikel en artikel 21 opent de nationale administrateur voor elke installatie een vaste-installatietegoedrekening in het EU-register of stelt de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 19, om een rekening te openen. 3. Er mag slechts een nieuwe vaste-installatietegoedrekening worden geopend als de installatie niet al beschikt over een vaste-installatietegoedrekening die op basis van dezelfde vergunning voor broeikasgasuitstoot is geopend.”. |
4) |
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 15 bis Opening van maritieme-exploitanttegoedrekeningen in het EU-register 1. Binnen veertig werkdagen na bekendmaking van de in artikel 3 octies septies, lid 2, punt a), van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde lijst, of, voor niet in de lijst opgenomen scheepvaartmaatschappijen, binnen 65 werkdagen na de eerste reis die binnen het toepassingsgebied van artikel 3 octies bis van die richtlijn valt, verstrekt de scheepvaartmaatschappij de desbetreffende nationale administrateur de in bijlage VII bis bij deze verordening vermelde informatie en verzoekt de nationale administrateur om een maritieme-exploitanttegoedrekening in het EU-register te openen. 2. Elke scheepvaartmaatschappij krijgt maximaal één maritieme-exploitanttegoedrekening. 3. Binnen twintig werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 van dit artikel en artikel 21 opent de nationale administrateur voor elke scheepvaartmaatschappij een maritieme-exploitanttegoedrekening in het EU-register of stelt de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 19, om een rekening te openen. In afwijking van de eerste alinea bedraagt de termijn voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde en in 2024 ingediende verzoeken aan de nationale administrateur om een maritieme-exploitanttegoedrekening te openen, veertig werkdagen na ontvangst van een volledige reeks gegevens. Artikel 15 ter Opening van gereglementeerde-entiteittegoedrekeningen in het EU-register 1. Binnen twintig werkdagen na de inwerkingtreding van een vergunning voor broeikasgasuitstoot verstrekt de gereglementeerde entiteit die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG valt, de betrokken nationale administrateur de in bijlage VII ter bij deze verordening opgenomen gegevens en verzoekt zij de nationale administrateur om een gereglementeerde-entiteittegoedrekening in het EU-register te openen. 2. Binnen twintig werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 van dit artikel en artikel 21 opent de nationale administrateur voor elke gereglementeerde entiteit een gereglementeerde-entiteittegoedrekening in het EU-register of stelt de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 19, om een rekening te openen. 3. Elke gereglementeerde entiteit krijgt maximaal één gereglementeerde-entiteittegoedrekening. 4. In afwijking van de eerste alinea bedraagt de termijn voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde en in 2025 ingediende verzoeken aan de nationale administrateur om een gereglementeerde-entiteittegoedrekening te openen veertig werkdagen na ontvangst van een volledige reeks gegevens. 5. Er mag slechts een nieuwe gereglementeerde-entiteittegoedrekening worden geopend als de gereglementeerde entiteit niet al beschikt over een gereglementeerde-entiteittegoedrekening die op basis van dezelfde vergunning voor broeikasgasuitstoot is geopend. 6. Wanneer de nationale administrateur al gegevens heeft verkregen ten behoeve van nationale maatregelen voor de sectoren die onder het toepassingsgebied van bijlage III bij Richtlijn 2003/87/EG vallen, mag hij of zij deze gegevens gebruiken ten behoeve van het openen van gereglementeerde-entiteittegoedrekeningen, mits die gegevens voldoen aan de eisen van artikel 15 ter van deze verordening. Artikel 15 quater Opening van afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen in het EU-register 1. Na ondertekening van een niet-bindende regeling als bedoeld in artikel 25, lid 1 ter, van Richtlijn 2003/87/EG, kan de regering van een derde land of de subfederale of regionale entiteit de centrale administrateur bij officiële brief verzoeken om een afschrijvingsrekening van een regering van een derde land in het EU-register te openen. 2. Het desbetreffende derde land krijgt maximaal één afschrijvingsrekening van een regering van een derde land. Artikel 15 quinquies Opening van belastingvrijstellingsafschrijvingsrekeningen in het EU-register 1. Wanneer een lidstaat de Commissie in kennis stelt van de aanvraag van een vrijstelling overeenkomstig artikel 30 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG en de Commissie geen bezwaar maakt tegen het verlenen van die vrijstelling, verzoekt de betrokken lidstaat de centrale administrateur bij officiële brief om een belastingvrijstellingsafschrijvingsrekening in het EU-register te openen. 2. De betrokken lidstaat krijgt maximaal één belastingvrijstellingsafschrijvingsrekening. 3. Alleen emissierechten voor gereglementeerde entiteiten mogen worden overgedragen naar de belastingvrijstellingsafschrijvingsrekening. Emissierechten voor gereglementeerde entiteiten die op de belastingvrijstellingsafschrijvingsrekening worden aangehouden, worden uiterlijk aan het einde van het jaar na het referentiejaar afgeschreven, overeenkomstig artikel 30 sexies, lid 3, punt g), van Richtlijn 2003/87/EG. 4. De belastingvrijstellingsafschrijvingsrekening wordt uitsluitend gebruikt om aan de vereisten van artikel 30 sexies, lid 3, punt g), van Richtlijn 2003/87/EG te voldoen, en er mogen in een bepaald jaar niet meer emissierechten naar die rekening worden verzonden dan het verschil tussen de hoeveelheid emissierechten die nog in het referentiejaar moet worden geveild na toepassing van 30 sexies, lid 3, punt f), van die richtlijn, en de hoeveelheid emissierechten die op grond van artikel 30 sexies, lid 3, punt g), van Richtlijn 2003/87/EG moet worden geannuleerd.”. |
6) |
In artikel 19, lid 3, wordt de eerste zin vervangen door: “Als de nationale administrateur weigert overeenkomstig lid 2 een exploitantrekening te openen, mag de rekening in opdracht van de bevoegde autoriteit worden geopend.”. |
7) |
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 24 bis Sluiting van de afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen De centrale administrateur sluit een afschrijvingsrekening van een regering van een derde land binnen tien werkdagen na het einde van de periode als vermeld in de in artikel 25, lid 1 ter, van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde niet-bindende regeling.”. |
9) |
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 26 bis Sluiting van maritieme-exploitanttegoedrekeningen 1. De bevoegde autoriteit stelt de nationale administrateur binnen tien werkdagen na kennisgeving door de rekeninghouder of nadat zij dit na onderzoek van andere bewijzen heeft ontdekt, ervan in kennis dat de scheepvaartmaatschappij met een andere scheepvaartmaatschappij is gefuseerd of al haar onder bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG vallende activiteiten heeft stopgezet. 2. De nationale administrateur kan een maritieme-exploitanttegoedrekening sluiten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Artikel 26 ter Sluiting van gereglementeerde-entiteittegoedrekeningen 1. Wanneer de bevoegde autoriteit een vergunning voor broeikasgasuitstoot intrekt of een kennisgeving van de rekeninghouder ontvangt of na onderzoek van andere gegevens ontdekt dat de gereglementeerde entiteit is gefuseerd met een andere gereglementeerde entiteit of al haar onder bijlage III bij Richtlijn 2003/87/EG vallende activiteiten heeft stopgezet, stelt zij de nationale administrateur binnen tien werkdagen in kennis van de intrekking, de kennisgeving door de rekeninghouder of de ontdekking, naargelang het geval. 2. De nationale administrateur kan een gereglementeerde-entiteittegoedrekening sluiten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
11) |
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
In artikel 30 wordt lid 10 vervangen door: “10. Wanneer de houder van een exploitantrekening wegens een schorsing overeenkomstig dit artikel in de tien werkdagen vóór de respectievelijk in artikel 12, lid 3, en artikel 30 sexies, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde uiterste datum voor inlevering nog niet aan zijn of haar inleveringsverplichtingen heeft kunnen voldoen, levert de nationale administrateur, als de rekeninghouder daarom verzoekt, het door de rekeninghouder opgegeven aantal emissierechten in.” |
13) |
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
|
14) |
Artikel 32 wordt vervangen door: “Artikel 32 Blokkeren van rekeningen wanneer geen geverifieerde emissies zijn ingediend 1. Indien de jaarlijkse emissies van een vaste installatie, een vliegtuigexploitant of een scheepvaartmaatschappij voor het voorgaande jaar niet op 1 april van elk jaar in het EU-register zijn ingevoerd, of indien de jaarlijkse emissies die overeenstemmen met de hoeveelheid in het voorgaande jaar door een gereglementeerde entiteit tot verbruik uitgeslagen brandstof niet op 1 mei in het EU-register zijn ingevoerd en als “geverifieerd” zijn aangemerkt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat de overeenkomstige exploitantrekening in het EU-register de status “geblokkeerd” krijgt. 2. Wanneer alle ontbrekende geverifieerde emissies van een vliegtuigexploitant voor dat jaar in het EU-register zijn opgetekend, zorgt de centrale administrateur ervoor dat de overeenkomstige exploitantrekening in het EU-register de status “open” krijgt.”. |
15) |
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
|
16) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 33 bis Berekening van de nalevingsstatuscijfers voor gereglementeerde entiteiten 1. Met ingang van 2028 ziet de centrale administrateur erop toe dat op 1 juni van elk jaar het EU-register het nalevingsstatuscijfer aangeeft voor het voorgaande jaar voor elke gereglementeerde entiteit met een gereglementeerde-entiteittegoedrekening die niet de status “gesloten” heeft. Dit gebeurt door de som van alle voor de lopende periode ingeleverde emissierechten te berekenen en deze hoeveelheid te verminderen met de som van alle geverifieerde emissies die overeenkomen met hun tot verbruik uitgeslagen brandstof in de huidige periode met inbegrip van het voorgaande jaar. Het nalevingsstatuscijfer wordt niet berekend voor rekeningen waarvoor het vorige nalevingsstatuscijfer nul of positief was en het jaar voor het voorgaande jaar als jaar van de laatste emissies is ingesteld. 2. De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register het nalevingsstatuscijfer berekent vóór de sluiting van de rekening op grond van artikel 26 ter. 3. De centrale administrateur ziet erop toe dat het nalevingsstatuscijfer voor elke gereglementeerde entiteit voor elk jaar in het EU-register wordt vastgelegd.”. |
17) |
Aan artikel 36 wordt het volgende lid toegevoegd: “5. Emissierechten die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG vallen zijn niet fungibel met emissierechten die onder het toepassingsgebied van de hoofdstukken II en III van die richtlijn vallen. Emissierechten die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG vallen, worden niet aangehouden op vaste-installatietegoedrekeningen, vliegtuigexploitanttegoedrekeningen, maritieme-exploitanttegoedrekeningen of afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen.” |
18) |
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
|
19) |
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
|
20) |
Artikel 39 wordt vervangen door: “Artikel 39 Overdracht van algemene emissierechten voor vaste installaties die kosteloos moeten worden toegewezen De centrale administrateur draagt tijdig een hoeveelheid algemene emissierechten voor vaste installaties die overeenstemt met de som van de emissierechten die volgens de nationale toewijzingstabel van elke lidstaat kosteloos worden toegewezen over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-toewijzingsrekening.”. |
21) |
Artikel 40 wordt vervangen door: “Artikel 40 Overdracht van algemene emissierechten voor de luchtvaart die moeten worden geveild 1. De centrale administrateur draagt namens de betrokken veilende lidstaat, vertegenwoordigd door zijn overeenkomstig [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aangestelde veiler, tijdig een hoeveelheid algemene emissierechten voor de luchtvaart die overeenstemt met de jaarlijkse hoeveelheden die op grond van die verordening worden vastgesteld over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaartveilingrekening. 2. Als overeenkomstig artikel 14 van [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aanpassingen worden aangebracht in de jaarlijkse hoeveelheden emissierechten, draagt de centrale administrateur een overeenkomstige hoeveelheid algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaartveilingrekening of van de EU-luchtvaartveilingrekening naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten, naargelang het geval.”. |
22) |
Artikel 41 wordt vervangen door: “Artikel 41 Overdracht van algemene emissierechten die kosteloos aan vliegtuigexploitanten moeten worden toegewezen De centrale administrateur draagt tijdig een hoeveelheid algemene emissierechten die overeenstemt met de som van de emissierechten die volgens de nationale luchtvaarttoewijzingstabel van elke lidstaat kosteloos worden toegewezen over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening.”. |
23) |
Artikel 42 wordt geschrapt. |
24) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 42 bis Overdracht van emissierechten voor gereglementeerde entiteiten die moeten worden geveild 1. De centrale administrateur draagt namens de betrokken veilende lidstaat, vertegenwoordigd door zijn overeenkomstig [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aangestelde veiler, en voor het bij Verordening (EU) 2023/955 opgerichte Sociaal Klimaatfonds, tijdig een hoeveelheid emissierechten voor een gereglementeerde entiteit die overeenstemt met de jaarlijkse hoeveelheden die op grond van artikel 13 van die verordening worden vastgesteld over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten voor de gereglementeerde entiteit naar de EU-veilingrekening voor de gereglementeerde entiteit. 2. Als er overeenkomstig artikel 14 van [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aanpassingen worden aangebracht in de jaarlijkse hoeveelheden emissierechten, draagt de centrale administrateur een overeenkomstige hoeveelheid emissierechten voor gereglementeerde entiteiten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten voor de gereglementeerde entiteit naar de EU-veilingrekening voor de gereglementeerde entiteit of van de EU-veilingrekening voor de gereglementeerde entiteit naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten voor de gereglementeerde entiteit, naargelang het geval.”. |
25) |
De artikelen 44 en 45 worden geschrapt. |
26) |
Artikel 48 wordt vervangen door: Artikel 48 Kosteloze toewijzing en algemene emissierechten “1. De nationale administrateur geeft in de nationale toewijzingstabel voor elke stationaire exploitant, elk jaar en elke rechtsgrondslag die in bijlage X is aangegeven, aan of een installatie al dan niet een toewijzing voor dat jaar moet krijgen. 2. De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register algemene emissierechten voor vaste installaties automatisch overdraagt van de EU-toewijzingsrekening naar de betrokken open vaste-installatietegoedrekening met nalevingsstatus A zoals beschreven in tabel XIV-I van bijlage XIII, of naar de relevante geblokkeerde vaste-installatietegoedrekening, in overeenstemming met de desbetreffende nationale toewijzingstabel, met inachtneming van de in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties zoals bedoeld in artikel 75 vastgestelde wijzen van automatische overdracht. 3. Wanneer een uitgesloten vaste-installatietegoedrekening geen emissierechten overeenkomstig lid 2 ontvangt voor de jaren waarin de uitsluiting van kracht was, dan worden deze emissierechten niet naar de rekening overgedragen mocht deze voor latere jaren de status “open” krijgen. 4. De centrale administrateur moet ervoor zorgen dat een stationaire installatie te veel ontvangen emissierechten kan overdragen naar de EU-toewijzingsrekening als de nationale toewijzingstabel van een lidstaat krachtens artikel 47 is gewijzigd om deze te corrigeren voor het feit dat de stationaire installatie te veel emissierechten toegewezen heeft gekregen, en als de bevoegde autoriteit de stationaire installatie heeft verzocht de te veel ontvangen emissierechten terug te boeken. 5. De bevoegde autoriteit kan de nationale administrateur opdracht geven de te veel ontvangen emissierechten terug te boeken naar de EU-toewijzingsrekening als te veel emissierechten zijn toegewezen als gevolg van toewijzing nadat een stationaire installatie de activiteiten van de installatie waarop deze toewijzing betrekking heeft, zonder kennisgeving aan de bevoegde autoriteit heeft stopgezet.”. |
27) |
In artikel 49 wordt lid 2 vervangen door: “2. De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de overeenkomstige wijzigingen in de in het EU-register ingevoerde nationale luchtvaarttoewijzingstabellen aan te brengen als zij van mening is dat die wijzigingen in de nationale luchtvaarttoewijzingstabellen in overeenstemming zijn met Richtlijn 2003/87/EG. Zo niet, wijst zij de wijzigingen binnen een redelijke termijn af en stelt zij de lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.” |
28) |
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
|
29) |
In artikel 51 wordt de titel vervangen door: “ Teruggave van emissierechten van vliegtuigexploitanten ”. |
30) |
Artikel 52, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
31) |
Artikel 54 wordt vervangen door: “Artikel 54 Veiling van emissierechten 1. Met betrekking tot het Innovatiefonds, het moderniseringsfonds, de herstel- en veerkrachtfaciliteit of het Sociaal Klimaatfonds geeft de Commissie de centrale administrateur tijdig de opdracht om op verzoek van de veilende lidstaat, vertegenwoordigd door zijn overeenkomstig [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aangewezen veiler, overeenkomstig de desbetreffende veilingtabel, het volgende over te dragen naar de desbetreffende rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling:
2. De houder van de betrokken rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling in het EU-register ziet erop toe dat de geveilde emissierechten overeenkomstig artikel 47, lid 2, van [Verordening (EU) nr. 1031/2010] aan de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers worden overgedragen. 3. Er kan worden geëist dat de gemachtigde vertegenwoordiger van een rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling niet-geleverde emissierechten overdraagt van de rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling naar respectievelijk de EU-veilingrekening, de EU-luchtvaartveilingrekening of de EU-veilingrekening voor een gereglementeerde entiteit.”. |
32) |
In artikel 55 worden de leden 2, 3 en 4 vervangen door: “2. Exploitantrekeningen mogen emissierechten alleen overdragen naar een rekening die voorkomt op de overeenkomstig artikel 23 opgezette lijst van betrouwbare rekeningen. 3. Houders van exploitantrekeningen kunnen besluiten dat overdrachten van hun rekening naar rekeningen die niet voorkomen op de overeenkomstig artikel 23 opgestelde lijst van betrouwbare rekeningen, mogelijk zijn. Houders van exploitantrekeningen kunnen een dergelijk besluit intrekken. Het besluit en de intrekking van het besluit worden meegedeeld in een naar behoren ondertekende verklaring die wordt ingediend bij de nationale administrateur. 4. De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register aangeeft of de overdracht een bilaterale transactie is. De overdracht wordt als een bilaterale transactie beschouwd, tenzij die transactie via de systemen van een handelsplatform is uitgevoerd en overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 600/2014 (*5) is gerapporteerd of bij een centrale tegenpartij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 is gecleard. (*5) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).”;" |
33) |
Artikel 56, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
34) |
In artikel 58, lid 6, wordt punt b) vervangen door:
|
35) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 59 —bis Toegestane transacties voor de afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen Emissierechten op afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen worden geschrapt. Emissierechten worden niet overgedragen van afschrijvingsrekeningen van regeringen van derde landen. Er zijn geen andere transacties mogelijk van die rekeningen.” |
36) |
Aan artikel 68 worden de volgende leden toegevoegd: “5. Wanneer het clearingsysteem van het veilingplatform overeenkomstig artikel 53, lid 1, de Commissie in kennis stelt van een wijziging van een veilingtabel als gevolg van het inhouden van emissierechten overeenkomstig artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1031/2010, voert de centrale administrateur die herziene veilingtabel in het EU-register in en draagt hij of zij de betrokken emissierechten niet over. 6. Wanneer het clearingsysteem van het betrokken veilingplatform geen kennisgeving doet van een wijziging in een veilingtabel overeenkomstig lid 5 en indien een dergelijke kennisgeving door een overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aangewezen veiler is gedaan, schorst de centrale administrateur de overdracht van emissierechten voor die lidstaat. 7. Wanneer het clearingsysteem van het veilingplatform, na aanwijzing van een nieuwe veiler overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1031/2010, de Commissie in kennis stelt van een wijziging van een veilingtabel wat de identiteit en de contactgegevens van de nieuwe veiler betreft, voert de centrale administrateur de herziene veilingtabel in het EU-register in en draagt hij of zij de emissierechten namens de nieuwe veiler over naar de rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling van het clearingsysteem van het desbetreffende veilingplatform. 8. Behalve wanneer een veiling overeenkomstig artikel 7, lid 5 of 6, of artikel 9 van [Verordening (EU) nr. 1031/2010] is geannuleerd, schort de centrale administrateur in de volgende gevallen de overdracht van emissierechten op zoals aangegeven in de respectieve veilingtabel in het EU-register:
In de in de eerste alinea bedoelde gevallen dient het clearingsysteem van het veilingplatform de herziene veilingtabel zo spoedig mogelijk in bij de centrale administrateur, die de tabel in het EU-register invoert.” |
37) |
In artikel 80 wordt het volgende lid ingevoegd: “4 bis. De in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde bevoegde autoriteiten ontvangen met regelmatige tussenpozen die in overleg met de centrale administrateur worden vastgesteld, in het EU-register opgeslagen gegevens, nadat zij hiertoe een verzoek bij de centrale administrateur hebben gedaan en zolang dergelijke verzoeken gerechtvaardigd en noodzakelijk zijn voor de in de lid 4, eerste alinea, genoemde doeleinden.” |
38) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. |
39) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
40) |
Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
41) |
De in bijlage IV bij deze verordening uiteengezette tekst wordt ingevoegd als nieuwe bijlage VII bis. |
42) |
De in bijlage V bij deze verordening uiteengezette tekst wordt ingevoegd als nieuwe bijlage VII ter. |
43) |
Bijlage IX wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening. |
44) |
Bijlage XIII wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VII bij deze verordening. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punten 21, 22 en 25, en punt 28, c), is van toepassing met ingang van 1 januari 2025, en artikel 1, punt 30, b), is van toepassing met ingang van 1 januari 2027.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register (PB L 177 van 2.7.2019, blz. 3).
(3) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE I
“BIJLAGE I
Tabel I-I
Typen rekeningen en typen eenheden die op de verschillende typen rekeningen kunnen worden aangehouden
Naam type rekening |
Rekeninghouder |
Administrateur van de rekening |
Aantal rekeningen van dit type |
Emissierechten |
Uit hoofde van artikel 25 van Richtlijn 2003/87/EG gekoppelde ETS-eenheden |
Emissierechten die onder hoofdstuk IV bis van Richtlijn 2003/87/EG vallen |
|||
Algemene emissierechten |
Luchtvaartemissierechten |
||||||||
|
|||||||||
EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
||
EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
||
EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten voor een gereglementeerde entiteit |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Nee |
Nee |
Nee |
Ja |
||
EU-veilingrekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
||
EU-veilingrekening voor een gereglementeerde entiteit |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Nee |
Nee |
Nee |
Ja |
||
Afschrijvingsrekening van een regering van een derde land |
regering van een derde land |
Centrale administrateur |
Eén voor elke regering van een derde land die betrokken is bij een niet-bindende regeling met de EU |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
||
Belastingafwijkingafschrijvingsrekening |
Lidstaat |
Centrale administrateur |
Eén voor elke lidstaat die gebruikmaakt van de afwijking uit hoofde van artikel 30 sexies, lid 3, van de ETS-richtlijn |
Nee |
Nee |
Nee |
Ja |
||
EU-toewijzingsrekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
||
EU-luchtvaartveilingrekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
||
EU-luchtvaarttoewijzingsrekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
||
EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
||
Rekening voor de levering van zekerheden ten behoeve van de veiling |
Veiler, veilingplatform, clearingsysteem of afwikkelingssysteem |
Nationale administrateur die de rekening heeft geopend |
Eén of meer voor elk veilingplatform |
Ja |
Ja |
Nee |
Ja |
||
|
|||||||||
Vaste-installatietegoedrekening |
Exploitant |
Nationale administrateur van de lidstaat waar de installatie zich bevindt |
Eén voor elke installatie |
Ja |
Ja |
Ja |
Nee |
||
Vliegtuigexploitanttegoedrekening |
Vliegtuigexploitant |
Nationale administrateur van de lidstaat die de vliegtuigexploitant administreert |
Eén voor elke vliegtuigexploitant |
Ja |
Ja |
Ja |
Nee |
||
Nationale tegoedrekening |
Lidstaat |
Nationale administrateur van de lidstaat die houder is van de rekening |
Eén of meer voor elke lidstaat |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
||
Maritieme-exploitanttegoedrekening |
Exploitant |
Nationale administrateur van de lidstaat als bepaald overeenkomstig artikel 3 octies septies van Richtlijn 2003/87/EU |
Eén voor elke scheepvaartmaatschappij |
Ja |
Ja |
Ja |
Nee |
||
Gereglementeerdeentiteittegoedrekening |
Gereglementeerde entiteit |
Nationale administrateur van de lidstaat waar de gereglementeerde entiteit zich bevindt |
Eén voor elke gereglementeerde entiteit |
Nee |
Nee |
Nee |
Ja |
||
|
|||||||||
Handelsrekening |
Persoon |
Nationale administrateur of centrale administrateur die de rekening heeft geopend |
als goedgekeurd |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Tabel I-II
Rekeningen voor boeking van transacties overeenkomstig titel II bis
Naam type rekening |
Rekeninghouder |
Administrateur van de rekening |
Aantal rekeningen van dit type |
AEA’s |
Geboekte emissies/geboekte verwijderingen |
LMU’s |
MFLFA’s |
EU-ESR-rekening voor de totale hoeveelheid AEA’s |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
ESR-afschrijvingsrekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Ja |
Nee |
EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA’s in het kader van bijlage II |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
EU-ESR-veiligheidsreserverekening |
EU |
Centrale administrateur |
1 |
Ja |
Nee |
Nee |
Nee |
ESR-nalevingsrekening |
Lidstaat |
Centrale administrateur |
1 voor elk van de 10 nalevingsjaren voor elke lidstaat |
Ja |
Nee |
Ja |
Nee” |
BIJLAGE II
In bijlage III van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1122 wordt tabel III-I als volgt gewijzigd:
1) |
Rij 21 wordt vervangen door:
|
2) |
De volgende rijen worden toegevoegd:
|
3) |
De volgende voetnoot bij de tabel wordt toegevoegd:
|
BIJLAGE III
Bijlage VI van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1122 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
de titel wordt vervangen door: “ Informatie die moet worden verstrekt om een vaste-installatietegoedrekening te kunnen openen ”. |
2) |
Tabel VI-I wordt vervangen door: “ Tabel VI-I: Rekeninggegevens voor vaste-installatietegoedrekeningen
|
BIJLAGE IV
“BIJLAGE VII bis
Informatie die moet worden verstrekt om een maritieme-exploitanttegoedrekening te kunnen openen
1. |
De in tabel III-I van bijlage III vermelde informatie en de in de tabellen VII bis-I en VII bis-II van deze bijlage vermelde informatie. |
2. |
Op grond van de overeenkomstig tabel III-I van bijlage III verstrekte gegevens wordt de scheepvaartmaatschappij als rekeninghouder aangewezen. |
3. |
Wanneer de organisatie of de persoon, zoals de beheerder of de rompbevrachter, die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het schip heeft overgenomen van de scheepseigenaar en die bij de overname van die verantwoordelijkheid ermee heeft ingestemd om alle taken en verantwoordelijkheden over te nemen die worden voorgeschreven door de Internationale Veiligheidsmanagementcode voor de veilige exploitatie van schepen en voor verontreinigingspreventie die in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 336/2006 van het Europees Parlement en de Raad (1) is beschreven en ook de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen voor de verplichting om aan de nationale maatregelen tot omzetting van Richtlijn 2003/87/EG en aan de verplichting om uit hoofde van de artikelen 3 octies ter en 12 van die richtlijn emissierechten in te leveren (de “ETS-verplichtingen”), te voldoen, moet die organisatie of die persoon een document verstrekken waaruit duidelijk blijkt dat hij of zij naar behoren door de scheepseigenaar is gemachtigd om aan de ETS-verplichtingen te voldoen. |
4. |
Het in punt 3 bedoelde document wordt zowel door de scheepseigenaar als door de organisatie of persoon ondertekend. Indien dat document in een andere taal dan het Engels is gesteld, wordt een Engelse vertaling verstrekt. Als dat document een kopie is, wordt het door een notaris of een andere soortgelijke, door de nationale administrateur aangewezen persoon voor eensluidend gewaarmerkt. Als de gewaarmerkte kopie buiten de lidstaat van de nationale administrateur wordt afgegeven, wordt de kopie gelegaliseerd, tenzij de nationale wetgeving anderszins voorschrijft. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór de aanvraag voor het openen van een rekening zijn gewaarmerkt of gelegaliseerd.
Het document bevat de volgende informatie:
|
5. |
Indien punt 3 niet van toepassing is, verstrekt de scheepseigenaar een document met een lijst van de schepen die onder zijn of haar verantwoordelijkheid vallen, evenals hun respectieve IMO-scheepsidentificatienummer.
Bij wijzigingen van die lijst van schepen stelt de scheepseigenaar de nationale administrateur hiervan binnen twintig werkdagen in kennis en verstrekt hij/zij hem/haar een bijgewerkt document, alsook de naam en het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars van de nieuwe scheepvaartmaatschappij voor elk schip dat niet langer onder de verantwoordelijkheid van de scheepseigenaar valt. |
6. |
Als de rekeninghouder deel uitmaakt van een groep, verstrekt hij of zij een document waarin duidelijk de structuur van de groep wordt aangegeven. Als dat document een kopie is, wordt het door een notaris of een andere soortgelijke, door de nationale administrateur aangewezen persoon voor eensluidend gewaarmerkt. Als de gewaarmerkte kopie wordt afgegeven buiten de lidstaat die om een kopie verzoekt, wordt de kopie gelegaliseerd, tenzij de nationale wetgeving anderszins voorschrijft. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór het gebruik ervan zijn gewaarmerkt of gelegaliseerd. |
7. |
Als een rechtspersoon de opening van een rekening aanvraagt, kunnen nationale administrateurs om de indiening van de volgende documenten verzoeken:
|
8. |
In plaats van om papieren documenten te verzoeken ter staving van de uit hoofde van deze bijlage vereiste informatie, kunnen de nationale administrateurs voor het opvragen van relevante informatie gebruikmaken van digitale instrumenten, op voorwaarde dat die instrumenten krachtens de nationale wetgeving gerechtigd zijn deze informatie te verstrekken.
Tabel VII bis-I Rekeninggegevens voor maritieme-exploitanttegoedrekeningen
Tabel VII bis-II Gegevens van de contactpersoon voor de maritieme-exploitanttegoedrekening
|
(1) Verordening (EG) nr. 336/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 inzake de implementatie van de Internationale Veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad (PB L 64 van 4.3.2006, blz. 1).
(2) “Geregistreerde eigenaar” of “ISM-maatschappij die los staat van de geregistreerde eigenaar”.
(3) Zoals geregistreerd in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
BIJLAGE V
“BIJLAGE VII ter
Informatie die moet worden verstrekt om een gereglementeerde-entiteittegoedrekening te kunnen openen
1. |
De in tabel III-I van bijlage III vermelde informatie. |
2. |
Op grond van de overeenkomstig tabel III-I van bijlage III verstrekte gegevens wordt de gereglementeerde entiteit tot rekeninghouder aangewezen. De naam van de rekeninghouder moet identiek zijn aan de naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van de desbetreffende broeikasgasemissievergunning. |
3. |
Als de rekeninghouder deel uitmaakt van een groep, verstrekt hij of zij een document waarin duidelijk de structuur van de groep wordt aangegeven. Als dat document een kopie is, wordt het door een notaris of een andere soortgelijke, door de nationale administrateur aangewezen persoon voor eensluidend gewaarmerkt. Als de gewaarmerkte kopie wordt afgegeven buiten de lidstaat die om een kopie verzoekt, wordt de kopie gelegaliseerd, tenzij de nationale wetgeving anderszins voorschrijft. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór de aanvraag voor het openen van een rekening zijn gewaarmerkt of gelegaliseerd. |
4. |
De in de tabellen VII ter-I en VII ter-II van deze bijlage vermelde informatie. |
5. |
Als een rechtspersoon de opening van een rekening aanvraagt, kunnen nationale administrateurs om de indiening van de volgende documenten verzoeken:
|
6. |
In plaats van om papieren documenten te verzoeken ter staving van de uit hoofde van deze bijlage vereiste informatie, kunnen de nationale administrateurs voor het opvragen van relevante informatie gebruikmaken van digitale instrumenten, op voorwaarde dat die instrumenten krachtens de nationale wetgeving gerechtigd zijn deze informatie te verstrekken. Tabel VII ter-I Rekeninggegevens voor gereglementeerde-entiteittegoedrekeningen
Tabel VII ter-II Gegevens van de contactpersoon van de gereglementeerde entiteit
|
BIJLAGE VI
Bijlage IX van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1122 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel van tabel IX-I wordt vervangen door: “ Emissiegegevens voor vaste installaties ”. |
2) |
Het volgende punt 1 bis wordt ingevoegd:
|
3) |
Het volgende punt wordt toegevoegd:
|
(1) Dit deel (de rijen 4, 5 en 6) is alleen van toepassing op scheepvaartmaatschappijen die in aanmerking willen komen voor de afwijking van artikel 12, lid 3 –sexies, van Richtlijn 2003/87/EG. Voor emissies die respectievelijk in 2024 of 2025 zijn uitgestoten, houden de emissiegegevens die in de rijen 4, 5 en 6 moeten worden verstrekt, verband met de emissiegegevens vóór de toepassing van de afwijking van artikel 12, lid 3 –sexies van Richtlijn 2003/87/EG en vóór de toepassing van artikel 3 octies ter van die richtlijn.
(2) “Verslag op maatschappijniveau” verwijst naar het in artikel 11 bis van Verordening (EU) 2015/757 bedoelde verslag. De template voor het verslag op maatschappijniveau is vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2449 van de Commissie van 6 november 2023 tot vaststelling van regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft templates voor monitoringplannen, emissieverslagen, gedeeltelijke emissieverslagen, conformiteitsdocumenten en verslagen op maatschappijniveau, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie (PB L, 2023/2449 van 7.11.2023). Die template bevat de verschillende afdelingen waarnaar in tabel IX-I bis van deze bijlage wordt verwezen.
(3) Van verslagjaar 2026.
(4) Van verslagjaar 2026.
(5) Voor emissies die respectievelijk in 2024 of 2025 zijn uitgestoten, houden de emissiegegevens die in rij 8 tot en met 11 moeten worden verstrekt, verband met de emissiegegevens na de toepassing van de afwijking van artikel 12, lid 3 –sexies van Richtlijn 2003/87/EG en vóór de toepassing van artikel 3 octies ter van die richtlijn. De in artikel 3 octies ter van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde percentages worden automatisch berekend.
(6) Van verslagjaar 2026.
(7) Van verslagjaar 2026.”.”.
BIJLAGE VII
In bijlage XIII van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1122 wordt deel I als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In punt 3 wordt “30 april” vervangen door “30 september”. |
3) |
Punt 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Punt 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Het volgende punt wordt ingevoegd:
|
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2904/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)