Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R2867

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2867 van de Commissie van 5 oktober 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad door de beginselen en criteria vast te stellen voor het bepalen van de procedures voor de verificatie van de CO2-emissies en de brandstofverbruikswaarden van personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen tijdens het gebruik (verificatie tijdens het gebruik)

    C/2023/6627

    PB L, 2023/2867, 18.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2867/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 26/05/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2867/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2867

    18.12.2023

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/2867 VAN DE COMMISSIE

    van 5 oktober 2023

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad door de beginselen en criteria vast te stellen voor het bepalen van de procedures voor de verificatie van de CO2-emissies en de brandstofverbruikswaarden van personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen tijdens het gebruik (verificatie tijdens het gebruik)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (1), en met name artikel 13, lid 4, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2019/631 voorziet in de verificatie van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen tijdens het gebruik (“verificatie tijdens het gebruik”).

    (2)

    Alle voertuigfabrikanten moeten verificaties tijdens het gebruik laten uitvoeren, behalve fabrikanten die een beperkt aantal voertuigen in de handel brengen, om buitensporige testlasten, terwijl zij de totale CO2-emissieprestaties niet significant beïnvloeden, te voorkomen.

    (3)

    De in de conformiteitscertificaten vermelde CO2-emissie- en brandstofverbruikswaarden moeten worden gecontroleerd aan de hand van de testprocedures voor de wegbelasting en de rollenbank van VN-Reglement nr. 154 (2), maar om na te gaan of er strategieën aanwezig zijn die de prestaties van het voertuig kunstmatig verbeteren bij de typegoedkeuringstests, moeten ook specifieke tests worden uitgevoerd.

    (4)

    Om de mogelijkheid van belangenconflicten te beperken, moeten de verificatietests tijdens het gebruik worden uitgevoerd door een technische dienst die niet betrokken was bij de typegoedkeuringstests van de betrokken voertuigen. De rollenbanktests moeten worden uitgevoerd in de eigen faciliteit van de technische dienst en niet door middel van getuigentests in een faciliteit van de fabrikant.

    (5)

    Om de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent in staat te stellen tot een conclusie te komen voor de gehele betrokken voertuigfamilie op basis van de testresultaten voor de bemonsterde voertuigen, moet een passende statistische evaluatiemethode worden vastgesteld.

    (6)

    Fabrikanten moeten ervoor zorgen dat de in de conformiteitscertificaten vermelde CO2-emissie- en brandstofverbruikswaarden overeenstemmen met de CO2-emissies en het brandstofverbruik van voertuigen tijdens het gebruik, die door de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent moeten worden geverifieerd. Om ervoor te zorgen dat deze verificatieactiviteiten tijdens het gebruik naar behoren worden gefinancierd, moet de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent de fabrikanten evenredige vergoedingen in rekening brengen.

    (7)

    Om de testlasten en -kosten te verminderen, moeten, waar mogelijk en passend, dezelfde voertuigen of tests worden gebruikt voor zowel de verificatie van CO2-emissies tijdens het gebruik als de controle van de conformiteit van verontreinigende emissies tijdens het gebruik,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   In deze verordening worden de leidende beginselen en criteria vastgesteld voor het bepalen van de procedures om te verifiëren of de in de conformiteitscertificaten vermelde CO2-emissie- en brandstofverbruikswaarden overeenstemmen met de CO2-emissies en het brandstofverbruik van voertuigen tijdens het gebruik. Ook worden de procedures vastgesteld voor de controle op de aanwezigheid van strategieën aan boord van of met betrekking tot voertuigen die de prestaties van het voertuig kunstmatig verbeteren bij de tests die worden uitgevoerd met het oog op de typegoedkeuring (“verificatie tijdens het gebruik”).

    2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

    a)

    voertuigen die zijn vrijgesteld van de meting van CO2-emissies;

    b)

    fabrikanten die, samen met alle met hen verbonden ondernemingen, verantwoordelijk zijn geweest voor minder dan 1 000 nieuwe personenauto’s of minder dan 1 000 nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen die in de Unie zijn geregistreerd in het kalenderjaar waarin overeenkomstig artikel 3, lid 1, de voertuigfamilies voor de verificatie tijdens het gebruik zijn geselecteerd.

    Artikel 2

    Definities

    Met het oog op de toepassing van deze verordening zijn de definities van artikel 2 van Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie (3) en van artikel 3 van Verordening (EU) 2019/631 van toepassing.

    Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:

    1)

    “typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent”: de typegoedkeuringsinstantie die de emissietypegoedkeuring heeft verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad (4) of, in voorkomend geval, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5);

    2)

    “voertuigfamilie voor de verificatie tijdens het gebruik”: alle voertuigen van categorie M1 of N1 waarvoor één typegoedkeuringsinstantie emissietypegoedkeuring heeft verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2007 of, indien van toepassing, Verordening (EG) nr. 595/2009 op basis van dezelfde test van type 1 als beschreven in bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 voor “Voertuig High” of “Voertuig Low”;

    3)

    “wegbelastingfamilie”: wegbelastingfamilie of wegbelastingmatrixfamilie zoals gedefinieerd in de punten 6.3.3 en 6.3.4 van VN-Reglement nr. 154; bij voertuigen van categorie N1 waarvoor typegoedkeuring is verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 595/2009, bestaat een wegbelastingfamilie uit alle voertuigen van de betrokken voertuigfamilie voor de verificatie tijdens het gebruik;

    4)

    “kunstmatige strategieën”: strategieën aan boord van of met betrekking tot de in de steekproef opgenomen voertuigen die de prestaties van het voertuig tijdens de tests die met het oog op typegoedkeuring worden uitgevoerd, kunstmatig verbeteren.

    Artikel 3

    Selectie van voertuigfamilies voor de verificatie tijdens het gebruik

    Elke typegoedkeuringsinstantie die typegoedkeuring verleent selecteert jaarlijks een steekproef van voertuigfamilies voor de verificatie tijdens het gebruik waarvoor zij emissietypegoedkeuringen heeft verleend. De selectie omvat ten minste één voertuigfamilie voor de verificatie tijdens het gebruik per fabrikant waarvoor de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent emissietypegoedkeuringen heeft verleend in de drie kalenderjaren voorafgaand aan de verificatie tijdens het gebruik.

    Artikel 4

    Verificatietests tijdens het gebruik

    1.   Voor elke overeenkomstig artikel 3 geselecteerde voertuigfamilie voor de verificatie tijdens het gebruik selecteert de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent, voor de in lid 2 bedoelde tests in gebruik zijnde voertuigen die representatief zijn voor een voertuig dat naar behoren wordt onderhouden en gebruikt en die kenmerken hebben die onder de in het certificaat van overeenstemming vermelde kenmerken vallen.

    2.   De typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent verifieert door middel van een van de volgende tests of de specifieke CO2-emissie- en brandstofverbruikswaarden die zijn vermeld in de conformiteitscertificaten van de overeenkomstig lid 1 geselecteerde voertuigen, overeenstemmen met de CO2-emissies en het brandstofverbruik van voertuigen tijdens het gebruik en of er kunstmatige strategieën aanwezig zijn:

    a)

    voor een aantal voertuigen bepaald op basis van een statistische evaluatiemethode: rollenbanktests overeenkomstig bijlage B6 en bijlage B8 bij VN-Reglement nr. 154;

    b)

    voor een aantal voertuigen bepaald op basis van een statistische evaluatiemethode en tot één wegbelastingfamilie behorend: wegbelastingtests overeenkomstig bijlage B4 bij VN-Reglement nr. 154;

    c)

    voor een toereikend aantal voertuigen: specifieke tests waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele of fysieke testmethoden.

    3.   De typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent vertrouwt de in lid 2 bedoelde tests toe aan een technische dienst die voor de betrokken voertuigfamilie voor de verificatie tijdens het gebruik de test van type 1 zoals beschreven in bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 niet heeft uitgevoerd met het oog op emissietypegoedkeuring overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2007 of, indien van toepassing, Verordening (EG) nr. 595/2009.

    4.   De typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent evalueert de testresultaten van de individuele testvoertuigen en stelt vast of de CO2-emissies en brandstofverbruikswaarden van voertuigen tijdens het gebruik hoger zijn dan de specifieke CO2-emissies en brandstofverbruikswaarden die in de conformiteitscertificaten zijn vermeld, rekening houdend met de statistische evaluatie van de in lid 2, punten a) en b), bedoelde tests, en of er kunstmatige strategieën aanwezig zijn.

    5.   Elke fabrikant verstrekt de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent en elke entiteit die verificatietests tijdens het gebruik uitvoert, op verzoek alle informatie, documentatie en technische specificaties of ondersteuning die nodig is om de verificatie tijdens het gebruik naar behoren uit te voeren.

    Artikel 5

    Documentatie, informatieplicht en conclusie van de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent

    1.   De typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent zorgt ervoor dat de overeenkomstig artikel 4 uitgevoerde tests worden gedocumenteerd en dat de testrapporten ter beschikking worden gesteld van de Commissie, de fabrikant van de betrokken voertuigen en, op verzoek, van andere typegoedkeuringsinstanties, markttoezichtautoriteiten en derden die voldoen aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/163 van de Commissie (6).

    2.   De typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent komt binnen tien maanden na aanvang van een test tot een conclusie over de vraag of de verificatie tijdens het gebruik al dan niet heeft vastgesteld dat de CO2-emissie- en brandstofverbruikswaarden van de in gebruik zijnde voertuigen niet overeenstemmen met de in de conformiteitscertificaten vermelde waarden, of dat er sprake is van kunstmatige strategieën.

    3.   Een conclusie van de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent overeenkomstig lid 2 is van toepassing op alle voertuigen van de betrokken controlefamilie tijdens het gebruik of, indien op basis van de resultaten van wegbelastingtests, op alle voertuigen van de betrokken wegbelastingfamilie die voor het eerst in de Unie in het verkeer zijn gebracht.

    Artikel 6

    Financiering van de controles tijdens het gebruik

    De typegoedkeuringsinstantie die goedkeuring verleent, zorgt ervoor dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om de kosten van de verificatie tijdens het gebruik te dekken. Die kosten worden teruggevorderd door middel van vergoedingen die door de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent aan de fabrikant in rekening kunnen worden gebracht. De vergoedingen dekken de stappen van de verificatie tijdens het gebruik die nodig zijn opdat de typegoedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring verleent tot de in artikel 5, lid 2, bedoelde conclusie komt.

    Artikel 7

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 5 oktober 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13.

    (2)  VN-Reglement nr. 154 — Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen wat de gereguleerde emissies, kooldioxide-emissies en het brandstofverbruik en/of het meten van het elektriciteitsverbruik en de elektrische actieradius betreft (WLPT) (PB L 290 van 10.11.2022, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 1).

    (4)  Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1).

    (5)  Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/163 van de Commissie van 7 februari 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft functionele voorschriften voor het markttoezicht op voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 27 van 8.2.2022, blz. 1).


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2867/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top