(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 van de Commissie (2) bevat aanvullende eisen voor de opzet van de interventies die de lidstaten in hun strategische GLB-plannen moeten uitwerken. Sommige van die eisen moeten worden verduidelijkt en gecorrigeerd om de lidstaten en begunstigden rechtszekerheid te bieden met betrekking tot de opzet en de uitvoering van hun strategische GLB-plannen en interventietypes.

(2)

Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moeten de lidstaten bij het bepalen van de te dekken uitgaven rekening houden met de aanvullende gemaakte kosten en gederfde inkomsten als gevolg van de uitvoering van interventies in verband met agromilieuklimaatdoelstellingen. Aangezien de totale kosten van de uitgaven worden gedekt in het geval van investeringen in materiële en immateriële activa en er dus geen differentiële kosten zijn, worden deze investeringen niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de te dekken uitgaven als gevolg van interventies in verband met agromilieuklimaatdoelstellingen.

(3)

In artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 worden de doelstellingen van interventies voor afzetbevordering, communicatie en marketing opgesomd, waaronder de bekendheid van de consumenten met merknamen en handelsmerken van producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties, transnationale producentenorganisaties of transnationale unies van producentenorganisaties vergroten. Die interventies moeten worden uitgebreid tot de dochterondernemingen van die organisaties, zoals bepaald in de vorige regeling uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie (3).

(4)

Daarnaast moet aan de in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 vastgestelde lijst van doelstellingen een nieuwe doelstelling worden toegevoegd om de specifieke en sectorale doelstellingen op te nemen die zijn vastgelegd in respectievelijk artikel 6, lid 1, punt i), en artikel 46, punt i), van Verordening (EU) 2021/2115.

(5)

Voorts moet in een afzonderlijk lid van artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 worden verduidelijkt dat de verplichting om het embleem van de Unie af te beelden en de financieringsverklaring te vermelden van toepassing is op algemene afzetbevordering en op de bevordering van kwaliteitsregelingen. Daarom moet artikel 14 in zijn geheel worden vervangen door nieuwe tekst.

(6)

Wat betreft de interventie voor “groen oogsten” als vermeld in artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126, moeten de lidstaten, anders dan in lid 8, punt b), van dat artikel, ervoor zorgen dat de geoogste producten gedenatureerd zijn om te voorkomen dat zij opnieuw in de distributieketen terechtkomen. Die bepaling moet daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(7)

Om te waarborgen dat de middelen van de Unie veilig en goed worden beheerd, is het passend te bepalen dat de betaling van de steun gebaseerd moet zijn op redelijke werkelijke kosten die de begunstigde heeft gemaakt. Artikel 21, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Aangezien sommige interventies kunnen bijdragen aan agromilieuklimaatdoelstellingen of aan doelstellingen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van duurzame productiemethoden, maar ook aan andere doelstellingen, moet worden verduidelijkt hoe de lidstaten deze interventies moeten beschouwen als zijnde uitsluitend gekoppeld aan die doelstellingen en hoe zij deze interventies moeten meetellen als bijdragend aan de doelstellingen van 15 % en 2 % van de uitgaven in verband met agromilieuklimaatdoelstellingen of met doelstellingen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van duurzame productiemethoden. Met het oog op vereenvoudiging moeten uitgaven in verband met interventies die aanzienlijk en rechtstreeks bijdragen aan agromilieuklimaatdoelstellingen, worden beschouwd als uitgaven die uitsluitend aan die doelstellingen bijdragen. Artikel 22, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Om te verduidelijken hoe de lidstaten de bijdrage van de interventies aan de doelstellingen die zijn vastgesteld in artikel 46, punten a) tot en met k), van Verordening (EU) 2021/2115 en in artikel 57, punten a) tot en met k), van die verordening moeten meetellen, moeten specifieke regels worden vastgesteld met betrekking tot de in aanmerking te nemen periode. Daarom moet aan artikel 22 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 een nieuw lid worden toegevoegd.

(10)

Wat de uitgaven voor administratieve en personeelskosten betreft, voorziet artikel 23, lid 1, vijfde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 ten onrechte in een maximum van 50 % van de totale kosten voor “marketingacties en -activiteiten”. Daarom moet die bepaling dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(11)

Artikel 26, lid 1, en artikel 27, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 bevatten regels voor het maximumniveau van de financiële steun van de Unie voor uitdemarktnemingen, en met name voor uitdemarktnemingen voor gratis verstrekking van in bijlage V bij die gedelegeerde verordening genoemde verwerkte groenten en fruit gemaakt van uit de markt genomen producten. Naar aanleiding van de bezorgdheid van de lidstaten over de uitvoering van die regels moeten deze bepalingen worden verduidelijkt. Om eventuele overcompensatie te voorkomen, moet de financiële steun onder meer worden gebaseerd op de gemiddelde marktprijs “af producentenorganisatie” van de betrokken producten in de fase waarin ze vers zijn en niet in de fase van verwerking. Bovendien mogen met betalingen in natura voor de gratis verstrekking van uit de markt genomen producten die worden verwerkt, enkel de verwerkingskosten worden vergoed. Vervoerskosten moeten in dit stadium worden uitgesloten van de berekening van het niveau van de financiële steun van de Unie voor uitdemarktnemingen.

(12)

Artikel 31 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 bevat regels voor de berekening van de waarde van de afgezette productie met betrekking tot de in de in artikel 42, punten a), e) en f), van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde sectoren. De in artikel 31, lid 2, eerste alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 vastgestelde verplichting voor de lidstaten om in hun strategisch GLB-plan te vermelden op welke wijze de waarde van de afgezette productie voor elke sector wordt berekend, zou niet van toepassing mogen zijn op de sector groenten en fruit. Voorts moet artikel 31, lid 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 voorzien in de mogelijkheid om de waarde van de afgezette productie te berekenen in gevallen waarin een dochteronderneming mede-eigendom is van meer dan één organisatie.

(13)

Om concurrentieverstoring op de interne markt tussen leden van transnationale producentenorganisaties of transnationale unies van producentenorganisaties te voorkomen, moeten voor alle leden van die organisaties dezelfde voorwaarden en regels gelden, ongeacht hun geografische locatie. Daarom moet worden bepaald dat de voorwaarden en regels die zijn vastgesteld door de lidstaat waar de organisatie haar hoofdzetel heeft van toepassing zijn. Aan Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moet daarom een nieuwe bepaling worden toegevoegd.

(14)

De bedragen die zijn vastgesteld voor de verpakkingskosten voor uitdemarktnemingen voor gratis verstrekking in de sector groenten en fruit mogen niet worden beschouwd als vaste bedragen maar veeleer als niet te overschrijden maximumbedragen. Artikel 33 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Om ervoor te zorgen dat openbare wijnbouwscholen die ook actief zijn in de wijnbouw in aanmerking kunnen komen voor interventies in de wijnsector, moet artikel 40, lid 3, dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 bevat een lijst van niet-subsidiabele soorten uitgaven voor sectorale interventies als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/2115. Om het toepassingsgebied van die bijlage af te bakenen, moeten de voorwaarden met betrekking tot de niet-subsidiabiliteit van bepaalde soorten uitgaven worden verduidelijkt. Bijlage II moet daarom worden gewijzigd.

(17)

Aangezien bij deze Verordening regels inzake sectorale interventies worden vastgesteld, moet zij met ingang van 1 januari 2023 van toepassing zijn teneinde een gelijk speelveld en rechtszekerheid te bieden aan de bij die interventies betrokken lidstaten en begunstigden.

(18)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd,

1)

In artikel 12 wordt lid 3 vervangen door:

2)

Artikel 14 wordt vervangen door:

(*1)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings-, communicatie- en zichtbaarheidsmaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens (PB L 223 van 29.7.2014, blz. 7).”."

3)

In artikel 21, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

“In de in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde sectoren voorzien de lidstaten in steunbetalingen op basis van de door de begunstigde gemaakte redelijke werkelijke kosten, die worden gestaafd met documenten, zoals facturen, die door de begunstigden worden ingediend in het kader van de uitvoering van een door de lidstaat in zijn strategisch GLB-plan uitgewerkte interventie.”.

4)

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

5)

In artikel 26 wordt lid 1 vervangen door:

6)

In artikel 27, lid 2, wordt de derde alinea vervangen door:

“De lidstaten mogen betalingen in natura door begunstigden van de gratis verstrekking aan verwerkers van uit de markt genomen producten die worden verwerkt, toestaan wanneer met die betaling enkel de verwerkingskosten worden vergoed en wanneer de lidstaat waar de betaling wordt verricht, regels heeft aangenomen die ervoor zorgen dat de verwerkte producten bestemd zijn om te worden geconsumeerd door de in de eerste linea van dit lid bedoelde eindontvangers. De in artikel 26, lid 1, vastgestelde limiet is van toepassing.”.

7)

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

8)

In titel III, hoofdstuk II, wordt de volgende afdeling toegevoegd:

“ Afdeling 4

Interventietypes die worden uitgevoerd door transnationale producentenorganisaties en transnationale unies van producentenorganisaties

(*2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie van 13 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de in deze sectoren toe te passen sancties en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie (PB L 138 van 25.5.2017, blz. 4).”."

9)

Artikel 33 wordt vervangen door:

10)

In artikel 40, lid 3, wordt een nieuw punt c) toegevoegd:

11)

In bijlage II wordt deel I als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 17, lid 8, wordt punt b) vervangen door:

2)

In artikel 23, lid 1, wordt de vijfde alinea vervangen door:

„Voor de interventies “afzetbevordering, communicatie” en “communicatieacties” als bedoeld in artikel 47, lid 1, punt f), en lid 2, punt l), van Verordening (EU) 2021/2115, en voor de acties van brancheorganisaties en afzetbevordering en communicatie in derde landen als bedoeld in artikel 58, lid 1, eerste alinea, punten i), j) en k), van die verordening, mogen de uitgaven die worden gedaan in het kader van administratieve en personeelskosten die rechtstreeks door de begunstigden worden gedragen, niet meer dan 50 % van de totale kosten van de interventie bedragen.”.